Seks Flashcards

1
Q

Seks

A

Een set biologische eigenschappen in mensen en dieren
- geassocieerd met : chromosomen, genexpressie, hormoon levels en functie etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Reproductie

A

Doel: zorgen dat je DNA overleeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aseksuele reproductie

A

Reproductie waar maar 1 organisme voor nodig is en dus een directe kopie maakt van het DNA (ongunstig bij slecht DNA: lage overlevingskans)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Seksuele reproductie

A

Reproductie waar 2 organismen voor nodig zijn en de nakomeling dus een combinatie van 2 set genen is (betere overlevingskans van het DNA, maar incest is dus ook ongunstig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Factoren die aanwezig zijn bij de geboorte

A
  • hoeveelheid en soort sekschromosomen
  • type gonaden: eierstokken en testikels
  • sekshormonen
  • interne voortplantingsorganen
  • externe geslachtsorganen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Seks hormonen

A

Cholesterol is basis waar alle andere belangrijke hormonen uit gevormd worden –> creeërt testosteron –> creeërt oestradiol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oxytocine

A

Toeschietreflex bij borstvoeding, komt ook vrij bij knuffelen, seks en de bevalling
–> toedienen bij bevalling om placentageboorte te versnellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Prolactine

A

Hormoon verantwoordelijk voor melkproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

GnRH hormoon

A

Hormoon dat vanuit de hypothalamus naar de hypofyse wordt gestuurd om FSH en LH afgifte te stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Onderdelen baarmoederslijmvlies

A

Endometrium, myometrium en perimetrium
- bouwen op en brokkelen af tijdens de cyclus ter voorbereiding voor innesteling van bevruchte eicel
- afbrokkelen is de menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Folliculaire fase

A

Follikel groeit onder invloed van FSH tot het barst en de eicel vrij komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ovulatie

A

Barsten van het follikel en vrijkomen van de eicel
- eicel is nu klaar voor bevruchting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Corpus luteum

A

Gele lichaam –> het follikel wordt na de ovulatie het gele lichaam
- geeft progesteron en oestrogeen af die de baarmoederwand beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hormonen bij Folliculaire fase

A
  • Hypothalamus geeft GnRH aan hypofyse
  • Hyposfyse geeft LH en FSH aan follikel om te groeien
  • follikel geeft lage levels oestradiol om hypothalamus the inhiberen en om menstruatie te starten in endometrium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hormonen bij Ovulatie

A
  • Hypothalamus geeft GnRH aan hypofyse
  • Hypofyse geeft LH en FSH aan follikel om eisprong te veroorzaken
  • follikels geven hoge levels oestradiol af om hypothalamus te stimuleren tot eisprong en baarmoederwand klaar te maken voor innesteling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hormonen bij Luteale fase

A
  • Hypothalamus geen GnRH aan hypofyse
  • Hypofyse geeft LH en FSH aan gele lichaam om groei te stimuleren
  • gele lichaam geeft progesteron en oestradiol om hypothalamus te inhiberen en baarmoederslijmvlies verder voor te bereiden op innesteling
17
Q

Korte samenvatting menstruatie

A
  • Folliculaire fase begint met menstruatie
  • langzame toename van oestrageen levels
  • groei van het follikel
  • LH piek 24 uur voor ovulatie
  • luteale fase om voor te bereiden op innesteling of menstruatie
18
Q

PMS

A
  • langzame toename van oestrogeen –> relaxt gevoel
  • ovulatie en vruchtbare fase
  • PMS is drop in estrogeen en progesteron dat zorgt voor een verslechterd humeur
  • pijngevoelig, acne en krampen
  • begin van de menstruatie
19
Q

PCOS

A

Lichte verhoging van testosteron zorgt voor
- onregelmatige menstruatie
- meer haar
- meer cysten op eierstokken
- moeite met zwanger raken

20
Q

Menopauze

A
  • minder oestrogeen en testosteron en veel wisseling in waarden
    –> hot flashes, minder seksdrive, onregelmatige menstruatie, mood swings (ook depressie) en vaginale droogheid
21
Q

Virilisatie en masculinisatie

A

Biologische verandering in seksuele verschillen
–> vooral veroorzaakt door androgenen (mannelijke hormonen)

22
Q

Puberteit veranderingen

A
  • vruchtbaar
  • borstgroei (thelarche)
  • schaamhaargroei (pubarche)
  • eerste menstruatie (menarche)
  • groeispurt
  • groei scrotum en penis
  • gezichtshaar
23
Q

Factoren voor menarch leeftijd

A
  • BMI
  • socioeconomische status
  • genetisch vanuit de moeder (zelfde leeftijd of jonger)
  • stress en chemicalieën in omgeving
24
Q

FMG

A

Female genital mutilation

25
Q

Seks development in mannelijk brein

A

Testosteron wordt omgezet in oestradiol, wat ervoor zorgt dat het brein wordt vermannelijkt

26
Q

Seks development in vrouwelijk brein

A

Beschermt van vermannelijking door oestradiol
- alfa-fetoprotein bind aan oestrogeen en voorkomt dat het het brein ingaat