Ontwikkeling Flashcards
Ootide
Spermacel en eicel vormen na samensmelting een ootid op dag 1
haploïd nummer van chromosomen (‘n’)
Zygote
Diploïd nummer van chromosomen (‘2n’)
Blastocyt
4-6 dagen na bevruchting tot de implantatie
Gelaagde celmassa met een holte
- endoderm: wordt het spijsverteringsstelsel en het ademhalingsstelsel
- mesoderm: wordt het spier- en skeletsysteem
- ectoderm: wordt de huid en het zenuwstelsel
Endoderm
Wordt het spijsverteringsstelsel en het ademhalingsstelsel
Mesoderm
Wordt het spier- en skeletsysteem
Ectoderm
Wordt de huid en het zenuwstelsel
Implantatie van de blastocyt
Gebeurt rond dag 14
Embryo
vanaf dag 14 tot dag 56
Blastocyte met de drie lagen –> embryonale schrijf
Vorming van hart en bloedsomloop: 3e week eerste hartslag
Neurale buis –> centraal zenuwstelsel, bijna alle neuronen in eerste maand
Ectopische zwangschap
Buiten baarmoederlijke zwangerschap
De placenta met baby bevindt zich niet in de baarmoeder –> miskraam
Gastrulatie
Invaginatie: Ectoderm, mesoderm en endoderm
Gastrulatie: van blastocyt tot gastrula
Neurolatie
Ontwikkeling van de neurale buis –> neurale platen vouwen op
Somites: skelet spieren met progentior cellen
–> als deze sluiting niet goed verloopt kan er bijvoorbeeld een open ruggetje ontstaan
Somieten
Skelet spieren
Neurale buis
Ectorderm vouwt om –> bovenste deel wordt de hersenen, onderste deel wordt het ruggenmerg
Progentior cellen
Cellen voor het ruggenmerg
kunnen differentieren in specifieke cellen, maar is minder specifiek dan stam cellen en kunnen minder vaak delen
Neural crest cellen
Vormen de ganglia en bindweefsel rondom het centrale zenuw stelsel
Brein bij neurolatie
Neurolatie: vorming van de neurale buis uit ectoderm
De anterieure neurale vouw vormt het brein
Proximosdistale volgorde
Van binnen naar buiten, dus eerst het hart, dan de hersenen, dan de armen, dan de vingers etc.
- de romp vult snel, ledenmaten blijven kort en stomp
Cefalocaudale volgorde
Van boven naar beneden, dus eerst het hoofd en vanaf daar naar beneden
Foliumzuur in Nederland
1996: verboden
nu: aangeraden
Proliferatie
Neurale proliferatie: stamcellen, neuronen en glia cellen
- rhombencephalon, mesencephalon en prosencephalon worden groter
- van caudaal naar rostaal en van mediaal naar lateraal
Migratie van neuronen
Reis van juveniele neuronen naar hun eindbestemming via radiale gliacellen
–> op hun eindbestemming vormen dendrieten en worden ze gevormt
Myelinisatie
myeline schede wordt rond de axonen gevormd
Arborisatie
Dendrieten gaan takken vormen
Synaptogenese
- vorming an synapsen zodat neurotransmitters kunnen worden afgegeven en ontvangen
- pruning van de synsapsen
–> apoptose