S. Rap - The Role of Social Work Services in Juvenile Justice in the Netherlands Flashcards

1
Q

In 1901 werden er 3 kinderbeschermingsmaatregelen opgericht:

A
  • Burgerlijke Kinderwet (Civil Child Act)
  • Kinderstrafwet (Penal Child Act)
  • Kinderkaderwet (Child (Framework) Act)
    o Bevatte bepalingen over de uitvoering en handhaving van maatregelen en sancties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belangrijke principes in deze wetten:

A

o Gezag van ouders kon worden beperkt.
o Delinquente kinderen moesten worden heropgevoed, niet gestraft.
o Toekomst van het kind was leidend in de beslissing van de rechter, niet het strafbare feit.
o De wet gold voor kinderen tot 18 jaar.
o Keuze voor de rechter werd geleid door behoeften van het kind. Hiertoe werd
vooronderzoek gedaan naar het kind en diens gezin door de voogdijorganisatie.
o Kinderen kregen rechten in de procedure: Bv. dat zittingen plaatsvonden achter gesloten deuren, dat kinderen en ouders aanwezig waren en dat advocaat werd aangewezen.
o Unus judex: Kinderen kwamen voor bij maar 1 rechter.
o Gespecialiseerde jeugdrechtbanken werden geïntroduceerd in 1921.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welzijnsbenadering wordt gekenmerkt door verschillende principes:

A
  • Parents patriae was dominant: Alle partijen handelen in het belang van het kind.
  • Evenredigheidsbeginsel werd verworpen: Het belang van het kind stond voorop in de
    besluitvorming.
  • Behandeling werd verkozen boven straf.
  • Procedures waren informeel en kinderen kregen minder procedurele beveiliging dan
    volwassenen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vanaf de jaren ’60 begon de welzijnsbenadering af te brokkelen, doordat er weinig aandacht was voor niet-vrijheidsbenemende alternatieven voor detentie, waardoor de moeilijkste kinderen niet werden bereikt.

Vanaf 1980 verdween het typisch Nederlandse beleid van minimale interventie.

A

Was oa te zien aan de toegenomen capaciteit van justitiële jeugdinrichtingen en het enorme
aantal jongeren wiens vrijheid werd ontnomen.

Heeft geleid tot een enorme groei aan interventies (zoals taakstraf) en nergens anders wordt
voorlopige hechtenis zo grootschalig toegepast als in Nederland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In 1995 trad het herziene jeugdstrafrecht in werking: Was een weerspiegeling van meer straffen en
nadruk op verantwoordelijkheid van jongeren. Systeem begon meer op volwassen systeem te lijken.

A

Bv. Maximale detentiestraffen werden verhoogd.

Hierdoor verloor de jeugdrechter zijn dominante positie. Eerst nam deze alleen de beslissing.
Ook hield hij zicht op de uitvoering van de maatregelen. Vanaf 1995 is deze rol naar de Raad voor de Kinderbescherming gegaan, waarmee een onafhankelijke positie van de rechter werd
gewaarborgd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In Nederland kan een kind worden aangeklaagd in het jeugdrecht als het op het moment van het
strafbare feit 12 jaar of ouder is. Voor hen zijn speciale voorzieningen. Echter, wanneer een 16- of 17
jarige wordt verdacht van het plegen van een ernstige misdaad, kan hij/zij worden overgeplaatst
naar het volwassen rechtssysteem.

A

Kan op basis van de ernst van de misdaad, de persoonlijkheid van de pleger of
omstandigheden waaronder de misdaad is gepleegd.

Als een zaak wordt overgedragen, blijft deze onder het jeugdrechtsysteem en is de jeugdrechter 1 van de 3 rechters die de zaak afhandelen. Er kan dan wel een volwassen straf
worden gegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In 2014 werd de leeftijdsgrens voor toepassing van het jeugdstrafrecht van 18-21 jaar opgehoogd
naar 21-23 jaar.

A

Dit houdt in dat een jongvolwassene een jeugdstraf kan krijgen wanneer dit passend is voor diens persoonlijkheid of de omstandigheden van de misdaad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cijfers voor jeugddelinquentie zijn sinds 2007 in Nederland 65% gedaald. Hierdoor is de helft van de
jeugdgevangenissen gesloten en zijn er nog 7 open. De meeste jongeren die hier zitten zijn nog in
voorlopige hechtenis en zijn nog niet schuldig bevonden

A

De meeste jongeren zitten zo hun meeste tijd uit, want zodra ze schuldig bevonden worden, wordt de tijd die ze in voorlopige hechtenis hebben gezeten van hun straf afgetrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Jongeren worden vaak niet in voorlopige hechtenis genomen bij minder zware zaken.

A

De aanklager kan vragen om voorlopige hechtenis en een forensisch psychiatrisch onderzoek. Binnen
90 uur wordt de jongere voorgeleid aan een onderzoeksrechter, die de rechtmatigheid van de aanhouding onderzoekt.

Wanneer de aanklager een voorwaardelijke schorsing van de voorlopige hechtenis aanvraagt, moet de rechter bepalen welke voorwaarden hiervoor nodig zijn, met hulp van de RvdK. De
rechter moet dus informatie hebben over de situatie van de jongere. De rechter ontvangt een rapport, gebaseerd op een gesprek met de jongere en ouders. Deze rechter, die in het vooronderzoek betrokken is bij de jongere, mag de zaak niet in de rechtbank behandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tot 2011 werd alleen een advocaat toegewezen aan een jongere wanneer deze in voorlopige
hechtenis ging. In 2017 werd dit aangepast en kreeg elke verdachte die gearresteerd werd het recht op een gratis advocaat. Jongeren kunnen geen afstand doen van dit recht.

A

Als een jongere in bewaring wordt gesteld, in de rechtbank moet verschijnen of wanneer de
aanklager een straf eist van meer dan 20 uur taakstraf of een boete hoger dan 115 euro, krijgt de jongere automatisch gratis een advocaat.

Als de jongere is gesanctioneerd door de politie of een mildere straf wordt uitgesproken,
wordt een advocaat niet gratis aangesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mogelijkheden van politie:

A
  • Politie kan bepalen zaak los te laten en jongere naar vrijwillige jeugdhulp of RvdK te sturen.
  • Politie kan een mondelinge waarschuwing geven en ouders op de hoogte stellen.
  • Politie kan jongeren die een licht strafbaar feit hebben begaan (Bv. Vandalisme, diefstal) naar Bureau Halt sturen.
  • Politie kan besluiten de aanklacht naar de officier van justitie te sturen voor verdere
    afhandeling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mogelijkheden van officier van justitie:

A
  • Kan gerechtelijke procedure starten tegen een verdachte of beslissen dit niet te doen.
  • Kan zaken waarbij sprake is van een misdrijf waarop een maximum straf van 6 jaar gevangenis staat, voorwaardelijk ontslaan.
  • Kan zaken met gedaagden afhandelen.
  • Sinds 2011 kan de officier van justitie de gedaagde schuldig verklaren en een sanctie opleggen: 60 uur taakstraf, een boete of 6 maanden cel.
  • Officier van justitie speelt dus grote rol in welke zaken voor de rechtbank verschijnen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Jeugdige delinquenten worden gehoord door 1 rechter, of in ernstige gevallen door 3 rechters, waarvan 1 jeugdrechter. Na de uitspraak heeft de rechter geen contact meer met de jongere.

Jeugdrechters hadden voor 1995 contact met officier van justitie en Kinderbescherming.
Tegenwoordig is de jeugdrechter uitgesloten van deze bijeenkomsten.

Tijdens het proces:

A

gaat de rechter in gesprek met de jongere om de waarheid te achterhalen. De
jongere kan hier zelfstandig op antwoorden, zonder tussenkomst van de advocaat of ouders. RvdK heeft het vooronderzoek uitgevoerd en een dossier aangelegd. Getuigen kunnen worden gevraagd, maar in simpele zaken gebeurt dit nauwelijks. De gedaagde heeft het recht om getuigen op te roepen, net als de advocaat (Tot de jongere 16 jaar is).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sinds 2011 is het verplicht voor ouders om zaken van hun kind bij te wonen. Wanneer zij er niet zijn, maar de jongere en diens advocaat wel, schrijft de wet voor dat de zitting moet worden uitgesteld en
dat ouders op de hoogte moeten worden gebracht van de nieuwe zittingsdatum.

A

De zaak kan alleen doorgaan zonder aanwezigheid van ouders als dit in het belang van het
kind is, als ouders geen vast adres hebben of wanneer de zaak al een keer is uitgesteld.

Tijdens de zaak kunnen ouders meestal ook hun woord doen tegen de rechter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Taakstraf

A

is de meest gegeven straf in het jeugdstrafrecht. Sinds 1980 werd taakstraf als eerst gegeven, voordat drastischere maatregelen werden genomen.

Bureau Halt. Bestaat uit educatieve en restauratieve elementen en duurt maximaal 20 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In de rechtbank is er een verschil tussen een vonnis en een maatregel.

A

Vonnis: Kan alleen worden uitgesproken als de schuld van de dader is bewezen.

Mogelijke vonnissen voor jeugd: Boete van maximaal 4100 euro, taakstraf van
maximaal 240 uur en jeugddetentie van maximaal 1 jaar voor 12-15 jarigen en 2 jaar
voor 16- en 17-jarigen.

Meest gegeven vonnis is behandeling in een jeugdgevangenis, gedragsinterventies,
vrijheidsbeperking (Bv. contact- of locatieverbod) of een boete.

Maatregel: Hiervoor hoeft de schuld of intentie van de dader niet bewezen te zijn.

Doel: Maatschappij beschermen tegen nieuwe misdaden door de veroordeelde en
het compenseren van de schade tegenover de slachtoffers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Gedragsinterventies

A

worden ook vaak opgelegd door de rechter: Bv. gezinsinterventies zoals multisysteemtherapie, functionele gezinstherapie, of individuele interventies gericht op bv. agressie en middelengebruik.

18
Q

De aanpak van het Nederlandse rechtssysteem kan worden beschreven als

A

gefocust op de dader,
met het doel van resocialisatie, heropvoeding en re-integratie in de maatschappij

19
Q

Het hangt van de organisatie van de rechtbank af of jeugdrechters verbonden zijn aan de criminele
rechtssectie of het familierecht.

A

Rechters die bij familierecht betrokken zijn, doen zowel jeugdcriminaliteit zaken als
kinderbeschermingszaken

20
Q

Om jeugdige slachtoffers te beschermen en jeugddelinquentie te voorkomen, wordt vaak jeugdzorg
ingeschakeld. Hierbij wordt uitgegaan van het principe van de Jeugdwet:

A

Hulp is gebaseerd op de eigen capaciteiten, betrokkenheid en netwerk van kinderen en gezinnen

21
Q

Het belang van het kind staat voorop in het bepalen van de straf. Hiervoor is het nodig dat

A

sociaal
werkers informatie hierover kunnen geven aan de rechtbank. De rechter moet een goed beeld krijgen van het kind en diens psychologische, sociale, emotionele, fysieke en cognitieve situatie. Hiervoor wordt gestreefd naar een multidisciplinaire aanpak
Dit staat in de richtlijnen van de Europese Raad (Guidelines of the Committee of Ministers of
the Council of Europe).

22
Q

Jongeren hebben het recht op een individueel assessment met een professional,

A

met als doel om
diens belangen in beeld te brengen en te waarborgen. Hierin moet de situatie van het kind en diens
omgeving duidelijk worden. Dit moet zo snel mogelijk plaatsvinden, in elk geval voordat de zaak voor de rechter komt

23
Q

RvdK is verantwoordelijk voor

A

het leveren van sociale rapporten aan de rechters. Hierin staat de situatie van het kind en een advies voor de best passende straf. Wanneer de jongere voor de rechter moet komen, is dit rapport verplicht. RvdK kan dit ook op eigen initiatief leveren.

24
Q

ZSM-meeting:

A

Zaken worden binnen 9 uur na arrestatie behandeld. De politie, aanklager en RvdK
bepalen samen hoe om wordt gegaan met de zaak en of een straf passend is.

25
Q

Serieuzere zaken, die niet binnen 7 dagen na arrestatie tot een beslissing hebben geleid via de ZSM-procedure, worden in een meeting met meerdere instanties besproken:

A

Gemeente, scholen, jeugdzorginstanties. Vinden plaats in Veiligheidshuizen. Hier wordt samen de zaak
besproken en een passende straf bepaald, welke wordt voorgelegd aan de rechtbank.

26
Q

Veiligheidshuis:

A

Samenwerking tussen rechts- en welzijnssysteem en andere lokale
organisaties om samenwerking tussen instanties te bevorderen.

27
Q

Een sociaal werker voert het eerste gesprek uit met de jongere,

A

om diens situatie in kaart te brengen
als deze in voorlopige hechtenis zit of in het weekend gearresteerd wordt. Deze stelt een rapport op, waarin advies staat over mogelijk verlenging van de voorlopige hechtenis of niet, en of verder onderzoek naar de persoonlijkheid van de jongere nodig is.

28
Q

Meestal zal RvdK adviseren de voorlopige hechtenis te stoppen, tenzij

A

het volhouden hiervan
strikt noodzakelijk is. Hierbij kunnen wel voorwaarden horen (Bv. supervisie door
jeugdreclassering, een trainingsprogramma, contactverbod, locatieverbod, avondklok, verbod op alcohol/drugs, verplichte bloed- of urinecontrole etc)

29
Q

Als de jongere niet in hechtenis wordt genomen na de arrestatie, wordt hij/zij uitgenodigd om naar
een kantoor van de RvdK te komen, waar een gestandaardiseerd assessment wordt uitgevoerd.
Hiervoor wordt Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtsketen gebruikt. Informatie wordt verzameld middels dossieranalyse, een gestructureerd interview met de jongere en diens
ouders en telefonisch contact met relevante anderen, zoals een leerkracht. Doel:

A

Het vinden van een interventie die het risico op opnieuw delinquentie
vermindert.

30
Q

Wanneer verder forensisch psychiatrisch onderzoek nodig is, wordt dit uitgevoerd door

A

Het
Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP), welke een
onafhankelijke psycholoog/psychiater zoekt om het onderzoek uit te voeren en de rechtbank
te adviseren.

31
Q

Wanneer een 18-23 jarige verdacht wordt van een misdaad, kan de aanklager vragen om een
jeugdstrafmaatregel, in overleg met het volwassen strafrecht en RvdK.
Criteria:

A

o De jongere woont nog thuis.
o De jongere gaat naar school.
o De jongere heeft hulp nodig voor een licht verstandelijke beperking.
o De jongere staat open voor hulp.

32
Q

Politie heeft gespecialiseerd personeel in dienst dat in gesprek gaat met slachtoffers van misdaden van jonger dan 12 jaar. Deze gesprekken vinden plaats in

A

kindvriendelijke ruimtes. Het kind wordt geïnformeerd en voorbereid door de agent tijdens een huisbezoek, een dag voor het gesprek. Het
gesprek wordt opgenomen en een andere agent houdt vanuit een andere ruimte het gesprek in de gaten. Voor kinderen tussen 12 en 18 jaar zijn deze speciale regelingen er niet.

33
Q

Jeugdreclassering

A

kan naast korte supervisietrajecten ook intensieve supervisie opleggen van 3-6 maanden. Hierbij moet de jongere zich houden aan een strikte dagelijkse routine, soms gecombineerd met elektronische monitoring.

Jeugdreclassering kan de jongere ook doorsturen naar gespecialiseerde forensische
behandeling of gedragsinterventies.

Jeugdreclassering is verantwoordelijk voor supervisie wanneer de jongere vrij wordt gelaten uit
detentie en nazorg.

In detentie wordt een supervisieplan gemaakt. Hierin staan ook afspraken voor de nazorg.

34
Q

Programma gericht op re-integratie:

A

Educatie en trainingsprogramma, welke verzekert dat de
jongere naar school gaat, werkt, vrije tijd heeft en trainingen of therapieën volgt. Dit programma moet minimaal 26 uur per week duren, en zijn aangepast aan de behoeften van de jongere.

Jeugdgevangenis ontwerpt de programma’s, jeugdreclassering voert ze uit.

Wanneer een jongere zich niet houdt aan de afspraken, wordt hij hier eerst op aangesproken door de reclasseringsambtenaar. Als dat niet helpt wordt het verteld aan de aanklager.

35
Q

Doel jeugdreclassering:

A

Het gedrag van jongeren beïnvloeden om opnieuw misdaden te voorkomen, maar ook de jongeren helpen om hun leven weer op orde te krijgen.

36
Q

Voor 1995 was er weinig uniformiteit in hoe jeugdreclassering werkte. Nu

A

wordt het Handboek
Methode Jeugdreclassering gebruikt, wat heeft geleid tot een meer uniforme werkwijze.

Sinds 2015 moeten jeugdzorgorganisaties gecertificeerd zijn om jeugdzorg te mogen bieden.

Een andere methode om kwaliteit te waarborgen is de Database Effectieve Jeugdinterventies.
Interventies worden onderzocht door experts welke beslissen of de kwaliteit goed genoeg is.

37
Q

In elke fase van een jeugdrechtzaak zijn sociaal werkers betrokken. Zij

A

adviseren de rechter of
houden de jongere en diens ouders in de gaten.

Advisering wordt meestal door RvdK gedaan, supervisie door jeugdreclassering.

Ook jeugdreclassering, psychologen en psychiaters kunnen de rechter adviseren.

38
Q

Preventieprogramma’s kunnen effectief zijn in het voorkomen van persistente jeugddelinquentie,
maar dan moeten deze wel

A

gedragsgeoriënteerd zijn, worden gegeven in een gezins- of multimodaal
format en de intensiteit van het programma moet overeenkomen met het risiconiveau van de
jongere.

39
Q

Gedragsinterventie

A

kan worden ingezet wanneer voorlopige hechtenis wordt beëindigd. Dit is gericht op de pedagogische en educatieve aanpak van het Nederlandse rechtssysteem en gefocust op
preventie van opnieuw misdaad plegen.

Interventies zijn niet gericht op straffen en het anticiperen op een veroordeling.

40
Q

Procedurele bescherming voor een eerlijk proces vereist dat

A

autoriteiten terughoudend zijn bij het ingrijpen in het leven van een verdachte voordat het proces en het definitieve oordeel hebben plaatsgevonden. De verdachte wordt als onschuldig gezien, tot het tegendeel is bewezen

41
Q

Het implementeren van vroege interventies is een structureel verschil tussen een welzijns- en
gerechtigheidgefocuste benadering in jeugdrecht.

A

Bij vroege interventies kan de jongere al hulp krijgen voordat de uitspraak is gedaan.

Het kan bijvoorbeeld zijn dat de misdaad een teken is van het kind dat er meer problemen
spelen in diens leven (Bv. thuis, op school, persoonlijk). Deze jongeren kunnen baat hebben bij vroege hulp.

42
Q

Kleinschaligevoorziening:

A

Centra met lage beveiligingsgraad, waar mannen tussen de 14 en 23 in
voorarrest kunnen worden geplaatst. Dit is een pilot project en er zijn nog geen resultaten over de
werkzaamheid.

Doel: Het voortzetten van zorg en educatie in hun eigen omgeving, in plaats van in een
instelling die ver van huis is.

Overdag gaan de jongeren naar hun eigen school en ’s nachts (22.00-7.00) zijn ze opgesloten in hun kamer, zonder telefoon of andere apparaten