Jeugdrecht in de praktijk Hoofdstuk 5 – Onderwijs Flashcards
Sinds 1985 zijn alle kinderen tussen 5 en 16 jaar in Nederland verplicht om onderwijs te volgen.
Ouders moeten kinderen inschrijven op een school en zorgen dat zij naar school gaan.
Leerplichtambtenaren houden hier toezicht op.
Er zijn verschillende soorten verzuim:
- Absoluut verzuim: Het kind is niet ingeschreven bij een school.
- Luxe verzuim: Bv. extra lange vakanties tijdens schooltijd.
- Wettelijk verzuim: Minder dan 16 uur verzuim in een periode van 4 weken.
o Hoeft niet te worden gemeld aan leerplichtambtenaar, school neemt maatregelen. - Langdurig relatief verzuim: Meer dan 4 weken verzuim zonder geldige reden.
- Thuiszitters: De langdurig relatief verzuimers en de absoluut verzuimers.
School moet verzuim melden bij de leerplichtambtenaar. Wanneer er sprake is van veel verzuim:
wordt de Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) ingezet. Als dit te weinig effect heeft, kan de leerplichtambtenaar een proces-verbaal
opmaken en worden de ouders strafrechtelijk vervolgd (Risico op boete of gevangenisstraf
van een maand).
Overmatig spijbelen door een 16- of 17-jarige: Kinderbijslag kan worden gestopt.
Kinderen ouder dan 12 jaar kunnen zelf verantwoordelijk worden gehouden: Taakstraf of boete.
Einde leerplicht:
Vanaf het schooljaar waarin de leerling 16 jaar is geworden of een startkwalificatie
heeft behaald.
Startkwalificatie:
De minimale opleiding voor het vinden van geschoold werk.
Vrijstelling geregeld schoolbezoek:
Directeur beslist hierover. Kan bv. bij een begrafenis of huwelijk.
Voor verlof langer dan 10 dagen is toestemming van de leerplichtambtenaar nodig.
Naast incidentele vrijstelling bestaat er ook volledige vrijstelling van de inschrijvingsplicht, op
grond van fysieke/psychische beperkingen of levensbeschouwelijke bezwaren.
In 2014 werd de Wet Passend Onderwijs ingevoerd.
Hiermee kreeg school zorgplicht:
Als ouders hun kind inschrijven bij een school naar keuze, is
die school ervoor verantwoordelijk om de leerling een passende onderwijsplek te bieden.
School mag een leerling pas verwijderen als een andere school de leerling toelaat.
Schoolondersteuningsprofiel:
Hierin maken scholen duidelijk welke ondersteuning zij kunnen bieden
Openbare scholen:
Worden beheerd door de overheid, open voor alle leerlingen ongeacht
levensbeschouwing.
Bijzondere scholen:
Geven les vanuit een godsdienstige overtuiging of bepaalde opvoedkundige
grondslag. Ze hebben een eigen bestuur maar worden financieel gelijkgesteld aan het openbaar
onderwijs.
Kledingvoorschriften
Verbieden van kleding op school is in strijd met de Wet Gelijke Behandeling.
Openbaar onderwijs kan alleen regels stellen om praktische redenen (Bv. verbieden van
gezichtssluier die een leerling onherkenbaar maakt).
Bijzonder onderwijs kan daarbij regels stellen in verband met de religieuze overtuiging van de
school. Zij kunnen dus ook bepaalde kleding verplicht stellen.
Algemeen bijzonder onderwijs:
Onderwijs dat in pedagogisch opzicht specifiek en uitgesproken is,
maar neutraal in levensbeschouwelijke zin (Bv. Montessori, Jenaplan, Dalton, Freinet).
Thuisonderwijs:
Ouders hebben het recht hun kind onder specifieke voorwaarden zelf te onderwijzen
(Bv. geen school van hun levensbeschouwing in de buurt). Ze krijgen dan een structurele vrijstelling
van de leerplicht.
Privacy:
Volgens de AVG is het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens alleen toegestaan
als dat noodzakelijk is en een duidelijk doel dient. De school dient er ook voor te zorgen dat
leerlinggegevens niet zomaar inzichtelijk zijn voor onbevoegden. Scholen mogen niet zonder toestemming van ouders gegevens uitwisselen of openbaar maken.
Ouders (leerlingen tot 16 jaar) en leerlingen (vanaf 16 jaar) hebben recht op inzage van hun gegevens en ze mogen daar wijzigingen in laten aanbrengen of gegevens laten verwijderen.
Als de school zich niet houdt aan de regels m.b.t. de privacybescherming
kunnen de leerling
en ouders zich wenden tot de vertrouwenspersoon of een melding/klacht indienen bij de
Autoriteit Persoonsgegevens.