Jeugdrecht in de praktijk Inleiding & Hoofdstuk 1 – Familierecht Flashcards
Jeugdrecht omvat:
- Het familierecht (Afstamming, minderjarigheid, ouderlijk gezag)
- Vrijwillige jeugdhulp
- De kinderbescherming
- Het jeugdstrafrecht
Historische ontwikkelingen in het Nederlandse jeugdrecht:
Gelijktijdig ontstond een systeem van kinderbescherming en een apart jeugdrechtsysteem rond 1900, tegen de achtergrond van de ‘sociale kwestie’.
- Er was oog voor verpaupering van gezinnen (Industrialisatie en urbanisatie).
Reactie: Roep om actief staatsoptreden ter bescherming van het kind. Dit leidde tot de Kinderwetten in 1901.
Kinderwetten:
Kinderbescherming en jeugdstrafrecht: Bescherming en gepaste sanctionering van kinderen.
EVRM
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Aangenomen in 1950.
Uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens speelden een grote rol in de ontwikkeling van de mensenrechten in Europa, vooral voor rechten voor kinderen. Dit werd versterkt door de aanname van het IVRK.
IVRK:
Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Aangenomen in 1989. Meest omvattende mensenrechteninstrument.
4 algemene principes IVRK
- Alle kinderen hebben recht op alle rechten en vrijheden die in het verdrag worden genoemd, zonder discriminatie van welke aard ook.
- Bij alle maatregelen betreffende kinderen vormen de belangen van het kind de eerste overweging.
- Alle kinderen hebben recht op leven, overleven en ontwikkeling.
- Alle kinderen hebben het recht om hun mening te geven en te participeren in beslissingen die hen betreffen, in overeenstemming met hun leeftijd en rijpheid.
Kinderombudsman
Onafhankelijk instituut dat de ontwikkeling van de rechten van het kind controleert
Familierecht
Rechtsverhouding tussen personen op het gebied van families en relaties, zowel verticaal al horizontaal.
Verticale relaties: Afstamming en ouderlijk gezag.
Horizontale relaties: Huwelijk en geregistreerd partnerschap.
Afstammingsrecht:
Regelt afstamming tussen ouders en kinderen. Benoemt wie volgens de wet familie van elkaar is. Dit recht geeft het kind een rechtsbetrekking tot zijn familie.
Afstammingsrecht is een dwingend recht: Het staat vast, er is geen ruimte om dingen op dit gebied naar eigen inzicht te bepalen of regelen.
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) heeft in Nederland een rechtstreekse werking:
De rechterlijke macht moet alle wetgeving en bestuur direct aan het EVRM toetsen.
Nederlanders kunnen bij de rechter tegen beslissingen van de overheid bepalingen uit het EVRM inroepen.
Moeder door geboorte:
De vrouw uit wie het kind is geboren is voor de Nederlandse wet de juridische moeder met alle rechten en plichten die daarbij horen.
Geldt ook als bij de bevruchting genetisch materiaal van anderen is ingebracht. Een draagmoeder wordt bijvoorbeeld gezien als juridische moeder. De wensmoeder kan alleen juridische moeder worden via adoptie.
Vaderschap van rechtswege
De vader van een kind is de man die op het moment van de geboorte getrouwd is/geregistreerd partnerschap heeft met de vrouw uit wie het kind is geboren.
Hij wordt gezien als de biologische vader.
Als het kind wordt geboren voor het huwelijk/partnerschap, dan is er geen vaderschap van rechtswege. De man moet het kind dan erkennen.
Moederschap van rechtswege:
Sinds 2014, voor de tweede moeder. Hiervoor gelden 2 voorwaarden:
- Er moet sprake zijn van een formele relatie van de ‘meemoeder’ of ‘duomoeder’ met de geboortemoeder op het moment van de geboorte van het kind.
- Het kind moet zijn verwekt door kunstmatige inseminatie met een onbekende donor.
Dit is niet nodig voor juridisch vaderschap.
Ouder door erkenning:
Erkenning staat los van biologisch vaderschap. Het schept een juridische relatie tussen de man die het kind erkent en het kind. Sinds 2014 kan dit ook voor vrouwenparen.
Verschil met ouderschap van rechtswege: Toestemming van de moeder is vereist. Als dit niet kan, kan vervangende toestemming door de rechter worden gegeven.
Erkenning is niet mogelijk wanneer:
o Moeder of kind (vanaf 12 jaar) geen toestemming geeft
o Het kind al 2 ouders heeft
o De man vanwege te nauwe verwantschap geen huwelijk met de moeder mag sluiten (broer, vader, oom van de vrouw)
o De man nog geen 16 jaar is
Ouder via gerechtelijke vaststelling
Partners die geen juridisch ouder willen zijn. Geldt voor het
vaderschap ook voor een man die overlijdt voordat hij het kind heeft erkend.
De geboortemoeder kan in principe tegen de wil van degene die het betreft via de rechter het juridisch ouderschap afdwingen.
Ouderschap via adoptie:
Alle gevolgen die de Nederlandse wet aan het ouderschap verbindt zijn ook van toepassing op ouders die door adoptie een kind krijgen.
Gevolgen van het juridisch ouderschap:
- Het ontstaan van een familierechtelijke betrekking tussen het kind, zijn ouders en bloedverwanten.
- Gezag over het kind of hierom kunnen vragen.
- Recht op (en plicht tot) omgang met het kind.
- Onderhoudsplicht: Kosten dragen voor de verzorging en opvoeding tot het kind meerderjarig is (tot 21e jaar).
- Kinderen zijn erfgenamen.
- Rechtsgevolgen: Familienaam, nationaliteit, fiscaal (erf- en schenkbelasting), sociale zekerheid en diverse procesrechtelijke gebieden.
Nederlandse adopties moeten aan verschillende voorwaarden voldoen:
- Adoptie moet in het belang van de jeugdige zijn.
- Op het moment van het adoptieverzoek moet vaststaan dat het kind niets meer van zijn biologische ouders in de rol van ouders te verwachten heeft.
- Een kind mag alleen worden geadopteerd zolang het onder de 18 jaar is.
- De mening van het kind speelt ook een rol: Boven de 12 jaar mag een kind zelf laten weten hoe hij/zij over adoptie denkt (kan eventueel ook bij kinderen jonger dan 12).
- Grootouders mogen hun kleinkind niet adopteren.
Eisen voor biologische en beoogde adoptiefouders:
Biologische ouders:
o Adoptie gaat niet door als de biologische ouders er negatief tegenover staan (Behalve bij mishandeling, verwaarlozing of wanneer er niet/nauwelijks in gezinsverband is samengeleefd).
o De biologische moeder moet op het moment van adoptie minimaal 16 jaar zijn.
o De biologische moeder mag op het moment van adoptie niet meer het gezag over het kind uitoefenen.
Adoptiefouders:
o Adoptiefouders moeten minimaal 18 jaar ouder zijn dan het kind dat ze willen adopteren.
o Adoptiefouders moeten al minimaal 3 jaar samenwonen.
o Het kind moet al minimaal een jaar bij hen thuis wonen en door hen worden verzorgd en opgevoed voordat adoptie plaatsvindt.
Adoptie over landsgrenzen heen verloopt volgens de volgende stappen:
- Adoptiefouders dienen een verzoek in.
- Raad voor de Kinderbescherming voert onderzoek uit naar de geschiktheid van de ouders.
- Wanneer adoptiefouders geschikt worden bevonden, moeten zij een verplichte voorlichtingscursus over de gevolgen van adoptie volgen.
- Minister moet beginseltoestemming geven.
- Adoptiefouders gaan via een bemiddelingsbureau op zoek naar een adoptiekind.
Adoptie is pas mogelijk na:
1 jaar (bij 2 adoptiefouders) of 3 jaar (bij 1 adoptiefouder) zorg en
opvoeding voor het kind.
Iedereen in Nederland mag adopteren:
(Niet-)getrouwde stellen, homostellen etc.
Minderjarigheid en ouderlijk gezag:
Minderjarigen staan onder gezag van hun ouders of voogd. Voor
het recht zijn jongeren nog niet volledig zelfstandig. Ouders/voogd hebben zeggenschap over opvoeding en verzorging, financiële zaken en juridische handelingen.