repair & regeneratie Flashcards

1
Q

verschillen repair & regeneratie

A
  1. regeneratie
    - proliferatie van cellen & weefsels voor vervaning van verloren structuren
    - volledig hersel/compensatoire groei van verloren weefsel
    - geen verschil voor & na
    - bij snelproliferende weefsels = GI, epitheel & lever
  2. repair
    - combinatie regeneratie & litteken vorming
    - afh van regeneratie capaciteit weefsel & grootte van schade
    - verschillen voor & na: oud weefsel proberen herstellen
    - chronische inflammatie = fibrose
  3. wanneer wat
    duur schade
    - acuut = regeneratie of repair
    - chronisch = fibrose
    schade
    - enkel parenchymcellen = regeneratie
    - ook ECM = repair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

basis R&R (proliferatie)

A
  1. celcyclus
    - G1 -> S -> G2 -> M
    - sterkgereguleerd door vele factoren
    - controles voor & na S-fase
    - schade = vertraging van celcyclus
    - geen invoed tijdens M
    - sommige cellen komen vanuit G0 rustfase
    - opnieuw activeren door signalen vb: cytokines & groeifactoren
  2. celproliferatie
    - weefsel indelen afh van proliferatieve activiteit
    1) labiel
    - continu delen
    - intestinaal epitheel & beenmerg
    - geen schade aan ECM = volledige regeneratie
    2) stabiel
    - altijd in G0 behalve bij timuli
    - lever, lymfocyten & fibroblasten
    3) permanent
    - niet delen
    - minimale schade niet kunnen herstellen = littekenweefsel
    - neuronen & hartspierweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

groeifactoren

A
  1. EGF epidermal growth factor & receptor
    - stimulatie van epitheliale cellen, hepatocyte, fibroblasten & kankercellen
    - kanker = receptor staat constant aan
    - productie in keratinocyten, macrofagen & andere inflammatoire cellen
  2. HGF heptocyte growth factor & receptor c-MET
    - stimlatie van epitheliale cellen & hepatocyten
    - productie in fibroblasten, endotheel & mesemchymale cellen
    - gelijkaardig kanker
  3. VEGF vascular endotheliale growth factor & receptor
    - vasculogenese bij embryo
    - angiogenese bij groei, repair & kanker
  4. TGF-B transforming growth factor beta & receptor
    - groei-inhibitor voor epitheliale cellen
    - anti-inflammatoir
    - fibrinogeen effect = fibrose induceren bij chronische inflammatie
    - stimulerend collageengroei bij littekenweefsel
    - fibroblasten aantrekken & stimuleren
  5. cytokines
    - TNF tumor necrosis factor
    - IL interleukine 1 & G
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ECM

A
  1. inhoud
    - structurele eiwitten
    - celadhesie moleculen
    - GAG’s
  2. functie
    - mechanische ondersteuning = polarisatie van cellen garanderen
    - celgroei
    - differentiatie
    - herstel
    - opslag van groeifactoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

basis R&R cellen & weefsel

A

= self renewal door stabiele telomeer lengte

  1. soorten replicatie
    - assymetrische replicatie = 1 dochtercel behoud renewal capaciteit, andere niet
    - stochastische differentiatie = beide behouden capaicteit
    - beide cellen kunnen tot verschillende stamlijn behoren
  2. embryonale stamcel
    - binnenste massa blastocyt
    - kunnen nog alles worden
    - pluripotent -> mulitpotent -> oligopotent -> unipotent
    - differentiatie vanuit 3 kiembladen
  3. adulte = somatische stamcellen
    - beperkte capaciteit
    - aanwezig in labiele weefsels
    - sommige stabiele ook: pancreas, lever & vetweefsel & crypten in GI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

angiogenese

A

& vasculo genese
= nieuwvorming van bloedvaten
–> zowel bij fysiologische (repair & groei) & pathologische (tumoren) condities

vanuit pre-existente bloedvaten
1. hypoxie
2. vasodilatatie door NO
3. verhoogde permeabiliteit door VEGF
4. afbraak basale membraan
5. onderbeken van cel-cel-interacties tussen endotheelcellen
6. migratie & proliferatie van endotheel cellen door VEGF
7. mutatie van endotheelcellen
8. rectrutering van pericyten & vasculaire GSW
9. matuur bloedvat

vanuit endothelialte precusoren
- door hypoxie, GF & cytokines
- recrutering EPC uit beenmerg door VEGF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

regulatie angiogenese

A
  1. VEGF
  2. ECM proteïnen
    - mobiliteit & migratie regelen
    - integrines vb: alfaVbeta3 = adhesiemoleculen
    - matrixcellulaire proteïnen vb: tenascine-C = destabiliseren van cel-matrix interacties
    - proteïnasen vb: MMP = weefsel remoddeleren tijdens endotheliale invasei + vrijstellen matrix gebonden GF
  3. notch pathway
    - juiste aftakkingen & geen excessieve angiogenese
    - gevoeligheid VEGF verlagen
    - tip-cell = top van bloedvat dat richting bepaald
    - stalk-cell = cellen die bloedvaten met tipcellen verbinden
    1) binding VEGF op TIP-cell
    2) expressie van DII4 delta like ligand 4
    3) binding op notch receptor stalk-cell
    4) intracellulair deel van receptor klieft af
    5) activatie van stalk-cell
    6) verlaging gevoeligheid van cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

regeneratie

A

1) capaciteit van volledigg organisme is verloren gegaan bij zoogdieren
- neuronen, harspiercellen, volledige arm, …
- andere dieren wel: amfibieën

2) lever”regeneratie” na partiële hepatoctomie
- niet herstel van originele vorm & plaats orgaan = enkel functie
- eerder compensatoire hyperplasie
- intrahepatische stamcellen niet van belang
1) hepatocyten = replicate (1 of 2 keer)
–> rustfase = G0 zoals altijd
2) daarna replicatie van niet-parenchymcellen = endotheel, kuppfercellen, …
3) proliferatie van hepatocyten onder invloed van cytokines & groeifactoren
- na een week al bijna verdubbeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

repair

A
  1. repair
    - combinatie van repair > regeneratie
    - fibroproliferatieve respons = dispositie van collageen & ECM compnenten = litteken
    - afh van
    - proliferatiecapaciteit
    - integriteit van ECM
    - hoeveelheid & chronisiteit schade & inflammatie
  2. voorbeeld: cutane wondheling
    1) inflammatie
    - chemotaxisch = inflammatoire cellen aantrekken
    - bloedklonter vorming
    - ontsteking: micro-organismen verwijderen & schade opruimen
    2) proliferatie
    - van epitheel, endotheel, fibroblasten, …
    3) mutatie
    - herorganiseren
    - effectieve vorming van litteken
    - wond contractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

soorten wondheling

A

2 types
1) per primem intentionem
- schone, niet-geïnfecteerde insnede
- minimaal verlies aan epitheliale cellen & bindweefsel
–> dun littekten

2) per secundam intentionem
- exicisie wonden met grote huiddefecten & mogelijke infectie
- groot verlies aan epitheliale cellen & bindweefsel
- groot litteken = contractie = put in huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

process wondheling deel 1

A

1) vorming van bloedklonter & inflammatie 24u
- activatie van bloedstolling = vorming oppervlakte bloedklonten
- vrijstelling VEGF = hogere permeabiliteit = dehydratatie aan oppervlakte = korstvorming
- neutrofielen = proteolytische enzymen

2) vorming van granulatieweefsel 5-7 dagen
- stadium voor litteken: defect opvullen
- fibroblasten & endotheelcellen (angiogenese)
bloedvaten in eerste fase = leaky = veel oedeem in weefsel aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

process wondheling deel 2

A

3) celproliferatie & collageendepositie 48-96u
- neutrofielen worden vervangen door macrofagen
–> opruimen extracellulair debris, fibrine, vreemd materiaal
+ stimulatie angiogenese & ECM dispositie
- migratie van fibroblasten door chemokines (TNF, FGF, TGF-B)
- proliferatie van fibroblasten (EGF, FGF, TGF-B, IL-1, TNF)
- migratie & proliferatie van epitheelcellen (KGF-7, IL-6, HGF)
–> eerst 1 laag, dan verdikking tot 6-7 lagen
- vorming collageen = eerst type 3 later type 1
–> stimulering door TGF-B
+ verminderde afbraak ECM door metrixmetalloproteïnasen

4) litteken
2e week: verwdijnen van leukocytair infiltraat (neutrofielen), oedeem & verhoogde vascularisatie
–> vervangen met collageen
1 maand: acellulair bindweefsel bedekt met epidermis zonder inflammatie
- omvorming granulatie weefsel naar bleek avasculair litteken
–> fibroblasten & collageen zonder adnexiële structuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

process wondheling deel 3

A

5) wondcontractie
- bij grote wonden de wond sluiten door wond randen naar elkaar te tekken = wondoppervlakte verkleinen
- myofibroblasten contraheren
–> uit fibroblasen door TGF-B & FGF of uit beenmergprecursoren of uit epitheelcellen = epitheliale-mesemchymale transitie

6) bindweefsel remodellering
- veranderingen in ECM samenstelling: vb collageen 3-> 1
–> aanmaak & afbraak
- MMP = matrixmetalloproteïnasen = afbraak
–> door fibroblasten, macrofagen & neutrofiele aangemaakt door FGF, IL-1 & TNF
+ inibitie tegen te actief worden = weefsel teveel afbreken

7) hertsel van wondsterkte
- strucutrele modificaties van collageenvezels
–> grotere vezelgrootte, cross-linking, …
- 70-80% originele huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

effecten op wondheling

A

1) systemisch
- voeding: vitamine C deficientie
- metabolse status: diabetes
- bloedcirculatie: aterhosclerose of varices
- hormonen: glucocorticoiden

2) lokaal
- infectie = belangerijkste reden vertraagde wondheling
- mechanische factoren = vroeg mobiliseren van wonden
- vreemd lichaam = ijzer, glas of bot fragmenten
- grootte, locatie & type

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pathologische repair

A

deficiënte littekenvorming
1. wonddehiscentie
- door mechanische stress
- vaak na abdominale chirurgie
2. ulceratie
- blijven van granulatie weefsel
- verkeerde vascularisatie
- gevoelverlies
- vaak bij diabetes
- kan chronisch worden

overmatige repair
1. hypertrogische litteken
- bovenuit steken
- teveel collageen
2. keloid
- buiten grenzen van oorspronkelijke wonde
- vaak bij afrikaanse oorsprong
3. overgroei van granulatie weefsel
- verhindering van re-epithelialisatie

overmatige wondcontractie
- vaak na brandwonden
- verhindering gewrichten
- handpalmen, voetzolen & ventraalthorax

fibrose
- overmatige dispositie van collageen
- door chronische ziekte
- TGF-B belangerijkste molecule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly