Kraakbeen Flashcards
kraakbeen
- voorkomen
- plaatsen waar botstukken tov. bewegen = gewrichten
- intra-articulair
- niet bij schedelfissueren - in kaart brengen
- dikte geeft gezondheid aan
- niet zichtbaar op runtgen = geen gemineraliseerd Ca
- MRI gebruiken - appart weefsel
- geen vascularisatie, bezenuwsing of lymfe
- geen regeneratie of pijn
- gewrichtspijn = randfenomenen
delen van kraakbeen
= 1-5 mm afh van belasting
- oppervlakkige tangentiële zone
- 20%
- paralelle ligging van chondrocyten - middelste zone
- 50%
- ongestructureerd - diepe zone
- 30%
- pijlersgewijze schikking - tidemark
- calcified noncalcified cartilage interfase
- overgang naar bot
- krachtgradient - subchondraal bot
- bot
functies van kraakbeen
- uitspreiden van belasting = verlaging contactspanning
- toelaten beweging met minimum van wrijving & slijtage
- pijnloze beweging
samenstelling van kraakbeen
- 20-40% vaste matrix
- 2/3 collageen: weerstand tegen spanning & rek bij beweging
- 1/2 proteoglycaangel
- GAG = hyalyronzuur, chondroïtine sulfaat & keratinesulfaat
- chondrocyten - 60/80% water
- afh van belasting kraakbeen
- wordt vast gehouden door GAG negatieve karakter - anisotropie
- richting van gebruik = splijtlijnen
- vb: femurcondylen
- in opp zone - vloeistof stroom
- door drukverschil = Starling
- door vervorming = uit GAG’s drukken
- erg lage permeabiliteit = vermijden te droog kraakbeen bij grote druk
interactie van kraakbeen
interactie tussen componenten
1) proteoglycanen = hydrofiel door negatieve GAG
2) onderlinge afstoting bij rusttoestand & aantrekking water = osmotische zwellingsdruk
3) collageen belet expansie
4) belasting = vormverandering door interne druk > osmotische zwellingsdruk
5) vloeistof uit weefsel
6) cyclus opnieuw
= biomechanisch 2 fasen model ≈ spons
spanningsrekkromme van kraakbeen
snelheid
snelle belasting = zuiver elastisch
trage belasting = viscoelastisch = meer tijd voor vervorming
1) herschikking collageen = veel rek
–> veel uitpersen vloeistof
2) rek op collageen = weinig rek exponentieel
–> evenwicht belasting & zwellingsdruk = geen vloeistofstroom
3) breken van vezels
smeringsmechanismen
- grenssmering
- enkelvoudige laag
- door hyaluronzuurproteïne complex uitsteeksels die bewegen tov. elkaar
- onafhankelijke eigenschappen door structuur - vloeistoffilmsmering
- groter makern van opp
- overdracht van belasting door vloeistof
- beweegt mee met vlakken - elastohydrodynamische smering
- lichte vervormingen van kraakbeen
- veranderingen filmgeometrie & contact gebied - vloeistofstroming
- aanzuiging van film naar kant met minste compressie
- uitpersing van delen met meeste compressie
pathologie van kraakbeen
- oorzaken
- mechanische spanningen
- adnormale enzymatische werking
- leidt tot veranderingen permeabiliteit
- AD artrose deformans = grotere permeabiliteit
- waterig kraakbeen & scubchondrale veranderingen = osetofytvorming - prevalentie
- heup = 70%
- knie = 30%
- DIP = 10%
- mannen < vrouwen - gevolgen
- ROM beperking
- pijn door bot x bot
- verzwakken lig. & spieren door neurofysiologische inhibitie
- ontstaan van geoden in subcondrale laag = pijnlijk