botweefsel Flashcards

1
Q

bot

A
  1. functies
    - beschermen inwendige organen
    - bewegen & kinematische bewegingen mogelijk maken
    - aanhecting van weke delen
  2. eigenschap = veranderlijk
    - dichtheid & vorm veranderen
    - afh van belasting
    - herstellen & remoddeleren
    - vb van dichtheid = osteoporose
    - vb van vorm = fractuusgenezing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sterkte & stijfheid

A
  1. elastisch gebied
    - niet permanente verandering van vorm
    - veel vormverandering = sterke stijging
  2. vloeigrens
  3. niet-elastisch = plastisch gebied
    - permanente verandering van voerm
    - weinig vormverandering = zwakke stijging
  4. breekpunt
  5. afgeleiden van grafiek
    - opp onder grafiek = opgeslagen energie
    - helling = stijfheid materiaal
    - belasting per opp = N/cm2
    - rek = cm/cm vervorming tov. oorspronkelijke lengte
    -> gebruiken voor normalisatie = spannings/rek-kromme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rek

A

= vervorming tov. oorspronkelijke lengte

  1. lengte verandering
    - verkorting/verlenging
    - cm/cm
  2. afschuiving
    - hoekverschuiving
    - rad/cm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

elasticiteitsmodulus

A
  1. algemeen
    - ε = epsilon
    - binnen elastisch deel
    - stijver materiaal = hogere elasticiteitsmodulus
    - bot < glas < metaal
  2. eigenschappen van materiaal
    - lineair vb metaal = afschuiving door verplaating ionen
    - niet-lineair vb bot = afhschuiving door loslaten ionen
    - bros = weinig plastische vervorming vooraleer breekpunt = glas <=> taai = metaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

poreusheid

A
  1. soorten bot
    - afh van volume bot dat niet-gemineraliseerd is
    - corticaalbot = 5-30%
    - spongieus bot = 30-90%
    - afh van belasting
  2. gevolgen
    - stijfheid: corticaal > spongieus
    - breekpunt: corticaal > spongieus
    - rek: coricaal = 2% < spongieus = 7%
    - spongieus = meer energie stockage
  3. anisotropie
    - verschillende mechanische eigenschappen in verschillende richtingen
    - zowel corticaal als spongieus bot
    - stijgheid & sterkte zijn het sterkst in meest belaste richting
    - ≈ lengerichting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

soorten belasting

A
  1. trek & torsi
  2. druk & compressie
  3. buiging
  4. afschuiving
  5. wringing
  6. samengestelde bewegingen
    -> druk > trek > afschuiving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

trekbelasting

A
  1. kracht
    - weg van botstuk
    - verlenging
    - loslaten osteonen & cementlijnen
  2. klinisch
    - meestal spongieus bot
    - basis metatarsaal V door m. peroneus brevis
    - tuber calcanei door m. triceps sureae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

drukbelasting

A
  1. kracht
    - naar botstuk toe
    - verkorting
    - afschuiven van osteonen
  2. klinisch
    - wervels = verbreden, afplatten & indeuken
    - door zwaartekracht
    - door abnormale grote spiersamentrekkingen
    - elektrocutie = brekken collum femoris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

afschuiving

A
  1. kracht
    - belasting // opp van doorsnede
    - geen sterke richting
    - anguilaire afschuiving
    - maat = glijmodulus
  2. klinisch
    - meestal spongieus bot
    - femorale condylen & tibiaplateau
    - onderhangingen van diafyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

buiging

A
  1. kracht
    - combinatie van trek & drukspanning
    - ontstaan van trek & drukzijde
    - op as = geen kracht, afstand as ≈ grootte van as
    - assymetrie bot = trek & drukspanningen heffen elkaar niet op
  2. klinisch
    - onvolwassenen = compressie aan drukzijde
    - volwassenen = scheurvorming aan trekzijde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wringing

A
  1. kracht
    - draaiing rond as
    - schuifspanning over hele as
    - grootte ≈ afstand tot as
    - maximale spanning op vlakken loodrecht op as
  2. klinisch
    - torsifractuur
    - afschuiving in lengte richting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

samengestelde belasting

A
  1. complexiteit
    - assymertrie botstukken
    - meerdere belastingen op bot
  2. spieractiviteit
    - spanningsverdeling wijzigen
    - verkleinen of elimineren van spanningen door druk of trekspanning
    - nadeel = vermoeiing
    - vb: kuitspier tegen boot-topfractuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

belastingssnelheid

A
  1. invloed op
    - breukpatroon
    - omliggende weke delen
    - door vrijgave van opgeslagen energie
  2. lage belastingssnelheid
    - energie kan dissiperen
    - scheuren
    - weinig of geen verplaatsing
    - omliggende weefsels blijven intact
    - therapie = gemakkelijk: ingipsing
  3. hoge belastingssnelheid
    - energie kan niet dissiperen
    - snel vrijkomen van opgeslagen energie
    - verbrijzeling van bot
    - beschadiging weke delen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bot vermoeidheid

A

vermoeing
- zuivere breuk = 1 malig te hoge belasting
- vermoeiingsfractuur = herhaaldelijke lage belastingen met hoge belastingsfrequentie
- vermoeiingsdiagram = verband belasting ≈ belastingen = omgekeerd evenredig
- minder aantal belastingen als belasting vloeigrens naderd

process
1. schade
2. geen herstel
3. compensatie door spieren
4. vermoeiing
5. hogere schade
6. breuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verschil trek & drukspanning breuken

A
  1. trek & drukbreuken
    - trek = schuinverlopend
    - druk = transversaal
    - breeksterkte & stijfheid ≈ opp. van dwarddoosnede
  2. buiging
    - transversaal
    - breeksterkte & stijfheid ≈ verdeling van massa rond neutrale as
    - groter oppervlaktetraagheidmoment
    - lengte van botstuk = bepaalt grootte van machtsarmen
  3. torsi
    - afh van zowel opp als verdeling massa
    - groter polaire oppervlakte moment = sterker & stijver
  4. werkelijkheid
    - lange botten = grote buigspanningen ondervinden
    - kokervorm = weerstand hiertegen door groot opp. moment
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

processen die invloed hebben op botten

A

botomvorming door fysieke activiteit
- wet van wolf
- bot hypertrofie door belasting <=> atrofie = stilzitten
- vorm & densiteit

ouderdom
- degeneratieve veranderingen
- verdunnen van bot & vergroten botholte
- door inactiviteit & minderde vascularisatie
- afname sterkte & stijfheid, maar niet heel veel

chirurgische veranderingen = defecten in botweefsel induceren
1. toevoegen of verwijderen van stukken in bot vb: schroeven
2. spanning ongelijkmatig verdelen
3. open doorsnede defect
4. tot 60% verlies
5. graded activity
6. herstel na 6 weken

fractuur genezing
- lokale verdikking = groter opp. moment
- therapie = osteosynthese materiaal
- te grote ondersteuning = atrofie door ontlasting
- matige ondersteuning best voor hypertrofie