Psychopathologie bij jongeren in gemeenschapsinstelling Flashcards
welke gemeenschapsinstellingen?
Gemeenschapsinstellingen zijn instellingen waar jongeren terecht komen als ze feiten hebben gepleegd.
► De Grubbe: oriëntatie, gedurende een maand.
Indien ze besluiten dat een gesloten instelling noodzakelijk is dan komen ze ofwel in de Kempen of in de Zande terecht.
► De Kempen:
- Campus De Markt: jongens en meisjes
- Campus De Hutten: jongens
► De Zande
- Campus Beernem: meisjes
- Campus Ruiselede: halfopen voor jongens
- Campus Wingene: gesloten voor jongens
Wat is antisociaal gedrag?
Gedragingen en acties die in strijd zijn met sociale normen, waarden en regels
- heeft vaak juridische consequenties
- kan schadelijk zijn voor individuen en de samenleving als geheel.
- geassocieerd met antisociale persoonlijkheidsstoornis,
- een psychische aandoening die gekenmerkt wordt door een patroon van langdurig antisociaal gedrag.
Sociale-controle theorie (Hirchi)?
Personen die weinig banden hebben met de maatschappij hebben een hoger risico op het plegen van feiten (geen vrijwilligerswerk, geen sociale contacten = weinig te verliezen = hoger risico op slecht gedrag stellen
- Binding aan normen: Dit verwijst naar de mate waarin individuen zich identificeren met de waarden en normen van de samenleving. Sterke binding aan deze normen weerhoudt mensen van afwijkend gedrag.
- Binding aan de school: Het hebben van een betrokkenheid bij school, zoals het streven naar goede cijfers, kan jongeren ontmoedigen om afwijkend gedrag te vertonen.
- Binding aan gezin: Een hechte en ondersteunende relatie met ouders of verzorgers kan jongeren helpen om afwijkend gedrag te vermijden.
- Binding aan vrienden: Positieve relaties met vrienden die zich ook aan sociale normen houden, kunnen jongeren weerhouden van afwijkend gedrag.
Theorie van Moffit?
Maakt onderscheid tss
* jongeren die van jonge leeftijd feiten plegen en dat blijven doen
* jongeren die pas starten vanaf adolescentie en stoppen vanaf jongvolwassenheid
Er zijn twee ontwikkelingspaden naar het plegen van feiten.
* Enerzijds zijn er personen die op vroege leeftijd starten met antisociaal gedrag, deze gaan het langst door met het plegen van feiten (life course persistent group.
* Anderzijds de personen die vanaf en enkel in de adolescentie criminele feiten gaan plegen (adolescent limit group).
Hoe werkt de orthopedagogiek met deze jongeren? (6)
- Individuele Behandelplannen: Ontwikkelen van op maat gemaakte plannen voor elke jongere.
- Gedragsinterventies: Gericht op het verbeteren van gedrag en sociale vaardigheden.
- Emotionele Ondersteuning: Bieden van psychologische hulp om emotionele problemen aan te pakken.
- Educatieve Begeleiding: Ondersteuning op educatief vlak, indien nodig.
- Samenwerking: Werken met een multidisciplinair team en betrekken van de familie.
- Voorbereiding op Re-integratie: Helpen van jongeren bij het voorbereiden op een succesvolle terugkeer in de samenleving.
Deze aanpak is gericht op het holistisch aanpakken van de behoeften van de jongeren.
- Je hanteert een ondersteuningsdenken
- werkt sterktegericht.
- Je kan focussen op hun temperament
- hun relatie met antisociaal gedrag, opvoeding, kindkenmerken, opvoedingsvaardigheden of stijl en op welke manier het een invloed kan hebben op het gedrag van de kinderen.
Noem 3 diagnostische benaderingen?
-
Categorische diagnostiek:
focus ligt op gedrag (DSM dichotoom) - Dimensionale diagnostiek: gedrag als symptoom of klacht (adaptief-maladaptief, normaal -klinisch) via Youth Self Report of de Dimensionele Persoonlijkheidssymptomen Itempool
- Functionele diagnostiek: gedrag als symptoom van onderliggend functioneren en onderliggende mechanismen (psychoanalyse)
Diagnostische benaderingen bij jongeren met antiscociaal gedrag (3)
Categorische diagnostiek:
- Dit is als je naar gedrag kijkt en probeert te beslissen of het past in een bepaalde categorie of niet.
- Het is zoals het gebruik van een ja/nee-aanpak om te bepalen of iemand een specifiek probleem heeft volgens een vastgestelde lijst van symptomen, zoals in de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders).
Dimensionale diagnostiek:
- Hier kijken we naar gedrag en proberen we te begrijpen hoe het past binnen een schaal van normaal naar abnormaal of van aanpassingsvermogen naar niet-aanpassingsvermogen.
- In plaats van simpelweg te zeggen “ja” of “nee,” proberen we te begrijpen waar een persoon ergens tussenin zit op een continuüm van gedrag.
Functionele diagnostiek:
- Dit gaat dieper en kijkt naar het gedrag als een symptoom van wat er onderliggend aan de hand is.
- Het probeert te begrijpen waarom iemand zich op een bepaalde manier gedraagt door te graven in psychologische mechanismen en processen, zoals bijvoorbeeld psychoanalyse.
Categorische diagnostiek?
- je hebt de stoornis of je hebt het niet
- specifieke gedragsstoornis, zoals oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD) of antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPD), ofwel niet.
- individuen ofwel voldoen aan de criteria voor een stoornis, ofwel niet.
Dimensionele diagnostiek?
- in hoeverre is het aanwezig
- een dimensionele benadering gebruikt om de ernst van het oppositionele gedrag te meten op een schaal van 0 tot 10, waarbij 0 geen oppositioneel gedrag aangeeft en 10 extreem oppositioneel gedrag vertegenwoordigt.
Functionele diagnostiek?
wat is het symptoom van dit gedrag?
Doel diagnostiek?
- Zo volledig mogelijk de jongere in kaart brengen en kijken in welke mate een psychopathologie, sociale stoornis, de omgeving… ofzo gelinkt is aan een delict.
- Een verklaring zoeken naar waarom de jongere dat gedrag stelt.
- kijken of we bepaalde therapie kunnen opstarten.
Voordelen diagnostiek? 4
-
Verklaring van het gedrag:
- inzicht in de oorzaken en factoren die hebben bijgedragen aan het delinquent gedrag van de jongere. -
Aangrijpingspunten:
- hoe kunnen we de persoon verder helpen
- effectieve behandeling en ondersteuning. -
Gemiste comorbiditeit:
- identificeren van bijkomende aandoeningen
- Meerdere problemen -
Holistisch begrip:
- niet alleen de symptomen,
- ook de bredere context van hun leven
Nadelen diagnostiek?
-
Etikettering:
je krijgt een label en geraakt daar niet makkelijk van af
langdurige effecten hebben, zoals stigmatisering en discriminatie. -
Verwachtingspatroon:
als je zegt dat iemand een gedragsstoornis heeft dan verwacht je meteen probleemgedrag - Diagnose is niet altijd vaststaand
- Kinderen zijn in ontwikkeling:
Psychopathologieën? 6
- Conduct Disorder
- Leerstoornis
- ADHD
- Middel gerelateerde stoornis
- Angst- en stemmingsstoornis
- Andere stoornissen: lager IQ, schizofrenie, …
Wat is een conduct disorder?
- ernstige psychische aandoening die wordt gekenmerkt door langdurige en herhaalde patronen van antisociaal gedrag bij kinderen en adolescenten
- is een ernstige psychiatrische aandoening die meestal wordt gediagnosticeerd bij kinderen en adolescenten, hoewel de symptomen zich vaak al op jonge leeftijd beginnen te manifesteren.
- een patroon van aanhoudend antisociaal gedrag
- een gebrek aan respect voor de rechten van anderen.
- kan ernstige negatieve gevolgen hebben voor het individu en de samenleving als geheel.