MM: Psycholeptica Flashcards

1
Q

Welke soorten psycholeptica bestaan er en wat is de onderverdeling?

A

1 Stoffen met slaapverwekkende, sederende en of angstwekkende eigenschappen

  • geneesmiddelen: barbituraten en benzo’s (valium, rohypnol)
  • GHB:
  • alcohol:
  • gassen en vluchtige oplosmiddelen (lachgas)

2 Narcotica: pijnstillers (opiaten (heroine) en opioiden (fentanyl)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gamma-hydroxyboterzuur (GHB) ?
ALGEMEENHEDEN EN HISTORIEK

A

► ‘liquid ecstasy’
► gemaakt in 1960 en eerst aangewend als anestheticum (weinig bevredigend geneesmiddel) en bij de behandeling van slaapstoornissen
► 1980: als voedingssupplement (body builders), maar regelmatige melding van intoxicatie
► 1990: orale recreatieve drugs op rave parties en verhandeld als liquid ecstasy (niets te maken met XTC). Ook bekend als rohypnol (date rape drug)
► Het verlaat heel snel je lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gamma-hydroxyboterzuur (GHB) ?
Effecten

A

SNELLE OPNAME:
► na 10 à 20 minuten voelbaar en houden 1,5 tot 3 uur aan

BIJ GEWONE DOSERINGEN (0,75 – 1,5 GRAM):
► Plezierige alcoholachtige roes en seksuele opwinding (ontremd, toename van de tactiele gevoeligheid, …)

BIJ HOGERE DOSERINGEN:
► Suf- en slaperigheid, amnesie

BIJ OVERDOSERING:
► Bewusteloosheid (zeer diepe slaap of coma met ademhalingsdepressie)

GHB VERTOONT EEN STEILE DOSIS - RESPONSCURVE:
► klein verschil in dosering kan grote gevolgen hebben op het vlak van effect, maar ook toxiciteit!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de risico’s van GHB?

A

GHB VERTOONT EEN STEILE DOSIS - RESPONSCURVE:
* een klein verschil in dosering kan grote gevolgen hebben op het vlak van effect,
* maar ook toxiciteit!

CLANDESTIENE BEREIDING:
vloeistoffen met sterk variërende concentraties aan GHB
problemen met de zuiverheid (vloeistof kan nog NaOH bevatten: chemische verbranding van slokdarm)

GEMAKKELIJK TE MENGEN MET ALLERHANDE DRANKEN:
mogelijkheid van toediening aan niets vermoedende personen
(vb. met het oog op ‘date rape’, =DFSA)

ZEER GEVAARLIJK IN COMBINATIE MET ALCOHOL (gemakkelijk fataal via onomkeerbare coma)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn gassen en vluchtige oplosmiddelen?

A
  1. GASSEN (propaan, butaan, lachgas, …)
  2. ALIFATISCHE EN AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN
    (hexaan, benzeen, tolueen, …)
  3. GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN
    (trichloorethyleen, 1,1,1-trichloorethaan, …)
  4. ALCOHOLEN (isopropylalcohol, …), KETONEN (aceton, …), ESTERS (ethylacetaat, …), ETHERS (diëthylether, …)
  5. ALIFATISCHE NITRIETEN OF ‘POPPERS’ (isobutylnitriet, methylbutylnitriet, …)

BELANGRIJK
vluchtige oplosmiddelen, lijmen, … zijn niet onderhevig aan wettelijke beperkingen

  • ‘solvent abuse’ en ‘inhalant abuse’ zijn zeer goedkope vormen van druggebruik die heel wat risico’s inhouden
  • het is een bezigheid die vooral in trek is bij straatkinderen in grote wereldsteden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe worden gassen en vluchtige oplosmiddelen gebruikt?

A
  • ‘SNIFFING’ of ‘SNUIVEN’: rechtstreeks inhaleren aan het flesje of de recipiënt
  • BAGGING’: inhaleren **m.b.v. een zak **waarin een inhaleerbaar product (bvb. lijm) werd gebracht
  • HUFFING’: inhaleren door gedrenkt materiaal (bvb. vod) dat op de mond en neus wordt igehouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

GASSEN: N2O OF LACHGAS
Gebruik?

A
  • In de geneeskunde: kortdurende narcose (tandheelkunde) en kortdurende pijnstiller (ziekenhuis)
  • In de voedingsindustrie: drijfgas (slagroom)
  • Als roesmiddel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

GASSEN: N2O OF LACHGAS
Effecten als drugs?

A
  • Bewustzijnsdaling ~ dronkenschap
  • Kortdurende maar sterke roes (1 tot 5 minuten);
  • Gebruikers kunnen lacherig worden
  • Vervorming van de werkelijkheid (zowel qua beeld als geluid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

GASSEN: N2O OF LACHGAS
Gezondheidsrisico’s?

A
  • Cryogene letsels (lippen en longen)
  • Tijdelijk zuurstof tekort: duizeligheid, verwardheid, gevoelloosheid of tintelingen, flauw vallen

OPMERKINGEN
* lachgas niet samen gebruiken met alcohol of GHB (versterken het verdovend effect van lachgas)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

INHALATIE VAN VLUCHTIGE OPLOSMIDDELEN
Effecten?

A

na enkele malen inhaleren:

  1. BENEVELD PRETTIG GEVOEL
    (TOESTAND VAN VROLIJKE OPGEWONDENHEID)
  2. SYMPTOMEN GELIJKEND OP DIE VAN EEN ALCOHOLVERGIFTIGING
    soms met
    - VERSTORING VAN DE PERCEPTIES
    - VISUELE EN AUDITIEVE - WAANDENKBEELDEN
    - STEMMINGSVERANDERINGEN (kunnen met agressiviteit gepaard gaan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

INHALATIE VAN VLUCHTIGE OPLOSMIDDELEN
RISICO’S EN TOXICITEIT?

A

1. Mogelijke doodsoorzaken
* Bewustzijnsverlies : ademhalingsstilstand
* Hartritmestoornissen : hartstilstand

2. Chronische toxiteit
* Hersenbeschadiging
* Lever- en nirtbeschadiging

3. Psychiatrische beelden
* Waandenkbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Besluit
INHALATIE VAN VLUCHTIGE
OPLOSMIDDELEN

A
  1. vluchtige oplosmiddelen, lijmen, … zijn niet onderhevig aan wettelijke beperkingen
  2. ‘solvent abuse’ en ‘inhalant abuse’ zijn zeer goedkope vormen van druggebruik die heel wat risico’s inhouden
  3. het is een bezigheid die vooral in trek is bij straatkinderen in grote wereldsteden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn Narcotica?

A

Het gaat om morfine en heel wat morfinomimetica (= stoffen die min of meer dezelfde werking hebben als morfine)

  1. Opiaten (= verbindingen die qua chemische stuctuur gelijkenissen vertonen met morfine)
    - codeine
    - opium
    - heroine
    - morfine
  2. Opioïden zoals methadon en fentanyl

Gemeenschappelijk kenmerk:
ze werken in op de opioïde/opiaatreceptoren in het CZS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe worden opiaten gebruikt?

A

OPIUM
* ROKEN (schuiven)
* ETEN (gebeurd niet vaak en drinken ook niet)
* DRINKEN (opgelost in water)

MORFINE
* SPUITEN (vooral mensen met een medisch beroep)

1. HEROINE
* snuiven (via de neus)
* ROKEN (sigaret metheroïne)
* SPUITEN (intraveneus of ‘main lining’)
gevaarvoor dodelijktoxisch effect en/of spuitcomplicaties
* CHINEZEN (inhaleren van de dampen)
 komt meer en meer voor i.p.v. injecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kenmerken Opiaten?

A

Ze gaan interacties aan met de opioïde receptoren

Ze vertonen een sterke LICHAMELIJKE afhankelijkheid

Tolerantie voor:
* Pijnstillend effect
* Sederend effect
* Euforie
* Ademhalingsdepressie

Niet voor:
* Miosis (pin-oint pupillen)
* Obstipatie (darmmotiliteit)

uitgesproken (fysieke) onthoudingsverschijnselen ‘COLD TURKEY’

  1. Ze vertonen een sterke geestelijke afhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Drugseffecten Opiaten?
heroine

A
  • Eerste toediening = vaak misselijkheid en braken
  • Herhaalde toediening = wegblijven van onaangename effecten alleen positieve effecten worden ervaren

Injectie:
1. warme stroming over de huid (perifere vasodilatie)
2. wegzinken in een toestand van dromerige onverschilligheid (euforie)

Geïntegreerd gebruik gaat vlug over in een typisch opiatenritme
(4 à 6 X spuiten per dag)

17
Q

Onthoudingsverschijnselen Opiaten?

A

STADIUM 1 (8-12u na laatste toediening)
* rusteloos,
* gevoel van zwakte,
* rillen,
* zweten,
* waterige ogen,
* lopende neus

STADIUM 2
* toenemende onrust, agitatie
* neiging tot slaap, maar zeer onrustig

STADIUM 3 (na 18-24u)
* Ontwaken, slapeloosheid
* slijmerig vocht uit de neus,
* tranende ogen,
* pijngevoelig, wijde pupillen

‘COLD TURKEY’

STADIUM 4 (na 36u)

  • rillen van de kou,
  • huilen (pijnlijke spierkrampen), vallen, … sterk bevuild (zweet, urine,
    braaksel, ontlasting), ontregeld pijngevoel

!! Symptomen verdwijnen geleidelijk na 6-7 dagen

18
Q

HEROÏNE: SPUITCOMPLICATIES

A
  • Aderontsteking (tromboflebitis)
  • Ontsteking van het onderhuidse bindweefsel met subcutaan gelokaliseerde abcessen (vnl.bij skin popping)
  • Bacteriëmie
  • Acute bacteriële endocarditis (hartkleppen)
  • Long- en oogbeschadiging (inspuiten van vaste deeltjes en watten vezeltjes)
  • Hepatitis B en besmetting met HIV (‘needle sharing’)
19
Q

Overdosis

A
  • Diepe bewusteloosheid
  • Trage en oppervlakkige ademhaling
  • Blauwverkleuring (cyanose)
  • Vernauwde pupillen (‘pin-point pupils’)
  • Zwakke pols en lage bloeddruk

… gevolg = dood, falen van de ademhaling