MM: Belgisch drugbeleid Flashcards

1
Q

Het drugsfenomeen
Multidimensionaal
KENNEN

A

Het drugsfenomeen is multidimensionaal, wat betekent dat het verschillende aspecten en dimensies omvat die met elkaar verweven zijn. Deze dimensies omvatten:

1. Gezondheidsdimensie:
- gevolgen voor de gezondheid, zowel op korte als op lange termijn. Het kan leiden tot verslaving, lichamelijke en geestelijke gezondheidsproblemen, en de verspreiding van infectieziekten zoals HIV en hepatitis.

2. Economische dimensie:
- legale als illegale economische componenten.
- Legale drugs worden vaak geproduceerd en verkocht door de farmaceutische industrie
- illegale drugs de basis vormen voor een schaduweconomie, inclusief productie, smokkel en handel.

3. Sociale dimensie:
- Drugsgebruik heeft sociale gevolgen.
- zoals werkprestaties en relaties,
- maatschappelijke problemen zoals armoede, dakloosheid en sociale uitsluiting.

4. Veiligheidsdimensie:
- Drugsgerelateerde criminaliteit
- linken met georganiseerde criminaliteit, terrorisme, militaire conflicten,…
- overtredingen van drugswetgeving
- geweld
- drugsproductie en -handel.
- Dit kan de openbare veiligheid en het welzijn van gemeenschappen beïnvloeden.
- zowel aanbodszijde als vraagzijde
- Verkeersveiligheid

Deze verschillende dimensies zijn onderling verbonden en beïnvloeden elkaar.

Een multidimensionale aanpak van het drugsprobleem vereist

een holistische benadering, waarbij gezondheidszorg, beleid, handhaving, preventie en behandeling samenwerken om de negatieve impact van drugs op individuen en de samenleving te verminderen.

Het begrijpen van deze diverse dimensies is essentieel om effectieve strategieën te ontwikkelen voor het omgaan met het drugsfenomeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het drugsfenomeen Multi Level
KENNEN

A

Het drugsfenomeen in België is een complex en veelzijdig probleem dat op meerdere beleidsniveaus wordt aangepakt:

Internationaal niveau:
- zowel aanbod als vraag.

Federaal niveau:
- gecoördineerd op federaal niveau, waar nationale wetten en regelgeving worden vastgesteld met betrekking tot onder andere drugswetten en gezondheidszorg.

Regionaal niveau:
- verschillende gewesten, waaronder Vlaanderen, die ook een rol spelen in het drugsbeleid.
- op zaken zoals handel en preventie.

Lokaal niveau: Op lokaal niveau zijn er steden en gemeenten die zich bezighouden met zaken zoals detailhandel en openbare veiligheid met betrekking tot drugs.

  • Het drugsfenomeen is dus verspreid over meerdere beleidsdomeinen en niveaus, en het vereist een integrale en geïntegreerde aanpak.
  • Dit betekent dat beleidsmakers op alle niveaus moeten samenwerken en hun inspanningen moeten coördineren om effectieve strategieën te ontwikkelen en de negatieve impact van drugs op individuen en de samenleving te verminderen.
  • Het is belangrijk dat de verschillende niveaus van het beleid op elkaar zijn afgestemd en dat er samenhang is in de benadering van het drugsprobleem.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De belangrijkste uitgangspunten en elementen van het Belgische drugsbeleid?
KENNEN

A

1. Belang van Epidemiologische Studies:

2. Preventie, Hulpverlening, en Repressie (Ultimum Remedium)

3. Preventie:
- het ontmoedigen van drugsgebruik
- verminderen van zowel legaal als illegaal druggebruik

4. Hulpverlening:
- beschermen van zowel de samenleving
- als het individu.

4. Noodzaak van Strafrechtelijk Beleid:
- Detailhandel van Druggebruikers:
- Extra Aandacht voor Cannabisbezit
- Aanbodszijde

5. Penitentiair Drugbeleid:

6. Evaluatie van het Beleid:

7. Grenzen van Maatschappelijke Tolerantie + Handhaven grenzen

Het Belgische drugsbeleid streeft naar een evenwicht tussen volksgezondheid en openbare veiligheid, waarbij de nadruk ligt op het beschermen van zowel individuen als de samenleving tegen de negatieve gevolgen van drugsgebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beleid op papier - beleid in de praktijk
Kennen!!!

A

Visie en Fenomenen in 2001 vs. 6e Staatshervorming en Nieuwe Fenomenen:

  • In 2001 werd het Belgische drugsbeleid vormgegeven op basis van de toenmalige visie en drugsfenomenen.
  • Na de 6e staatshervorming zijn bepaalde bevoegdheden met betrekking tot gezondheidszorg en welzijn overgedragen aan de gewesten en gemeenschappen, wat het drugsbeleid decentraliseerde en aanleiding gaf tot regionale verschillen.
  • Nieuwe fenomenen, zoals het opkomende gebruik van lachgas, online drugmarkten, synthetische drugs en veranderingen in het tabaksbeleid, hebben de dynamiek van het drugsbeleid veranderd en vereisen voortdurende aanpassing.

Afbakening van het Probleem vs. Diversificatie van Problemen:
* In het verleden was het drugsbeleid voornamelijk gericht op kwesties van drugsgebruik, verslaving en drugshandel.
* In de praktijk heeft het beleid zich gediversifieerd en uitgebreid om andere problemen aan te pakken, zoals gokverslaving, problematisch gokken en gaming, normalisering van drugsgebruik, corruptie binnen drugshandel, enzovoort.

Top-Down Basisprincipes vs. Bottom-Up Invulling:
* basisprincipes van het beleid werden vastgesteld op nationaal niveau, zoals de Federale Drugsnota van 2001.
* In de praktijk is er een bottom-up benadering ontstaan, waarbij de uitvoering en invulling van het beleid in toenemende mate worden beïnvloed door lokale gemeenschappen, hulpverleningsinstanties en belanghebbenden.
* Deze betrokkenheid van de basis zorgt voor meer flexibiliteit en responsiviteit van het beleid.

Over het algemeen illustreert deze evolutie hoe het Belgische drugsbeleid zich heeft aangepast aan veranderende omstandigheden, nieuwe fenomenen en regionale verschillen. Het beleid is meer gediversifieerd en heeft oog voor een breder scala aan problemen, terwijl het ook een evenwicht probeert te vinden tussen nationale richtlijnen en lokale implementatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de federale drugsnota van 2001?
KENNEN

A

Opbouw volgens de aanbevelingen van de Werkgroep Drugs (grote overeenstemming):
* * Weergeven standpunten Werkgroep Drugs
* * Stand van zaken (n.a.v. Evaluatierapport)
* * Antwoord van de regering op de aanbevelingen

Algemene uitgangspunten
Drugmisbruik is probleem van volksgezondheid
Normaliseringsbeleid, gericht op rationele risicobeheersing
Geïntegreerde (verticaal en horizontaal) en integrale aanpak
Dus:
A.d.h.v. drie pijlers: preventie, hulpverlening en repressie
A.d.h.v. twee overkoepelde thema: geïntegreerde en integraal, epidemiologie

Doelen:
* Daling van aantal middelenafhankelijken
* Daling van fysische en psychosociale schade van drugsmisbruik
* Daling van negatieve gevolgen voor de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het integraal en geïntegreerd drugsbeleid?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het integraal en geïntegreerd drugsbeleid?

A
  • Vanuit het multidimensionale en multi-level
  • gaan we naar een drugsbeleid die zich focust op meerdere beleidsdomeinen en meerdere beleidsniveaus.
  • Zo gaat men beleidsafstemming doen op horizontaal en verticaal niveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat het internationaal kader van het Belgisch drugsbeleid?

A

1. Internationale verdragen:
Eerste VN-verdragen (voorlopers)
* Verdrag van Den Haag van 1912
* Verdragen van Genève 1925, 1931 en 1936

2. Wereldwijde samenwerking tussen landen geconcretiseerd in drie (meer recente) VN-verdragen:

  • het Enkelvoudig Verdrag 1961
  • Vierdelig lijst verdovende middelen
  • verdovende middelen te beperken tot wetenschappelijk en medisch gebruik
  • inbreuken in hun wetgeving als strafbaar feit
  • INCb heeft als taak om toezicht te houden
  • Het Verdrag van Wenen 1971
  • inzake psychotrope stoffen
  • 1998: ‘Balanced approach’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De Europese Drugs Strategie 2020-2025 (actieplan)
KENNEN!!!

A

De Europese Drugs Strategie 2013-2020 (actieplan)
Dit is een strategisch plan om de schade die gepaard gaat met drugsgebruik tot een minimum te gaan beperken.

Het plan bestaat uit drie grote delen (1,2,3) en drie overkoepelende thema’s (4,5,6).

1. Terugdringen van de vraagzijde: (preventie, hulpverlening en zorg)
* Voorkomen (eerste) gebruik
* Doeltreffender drugsbehandeling en -rehabilitatie (terugdringen gebruik, drugsverslaving, druggerelateerde gezondheidsrisico’s)
* Gecoördineerde benadering voor best practices en kwaliteit in het terugdringen van de vraag naar drugs

2. Terugdringen van de aanbodzijde: (versterk veiligheid)
* Versterken van rechtshandhaving en samenwerking binnen Europa
* Versterken van justitiële samenwerking en wetgeving binnen de Europese Unie
* Doelmatig reageren op bestaande en nieuwe ontwikkelingen

3. aandacht voor drugsgerelateerde schade

4. Coördinatie
5. Internationale samenwerking
6. informatie, onderzoek, monitoring en evaluatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De Europese Drugs Strategie 2013-2020 (actieplan)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de drugswet van 1921

A

De drugswetgeving in België van 1921
* basiswet
* controle en regulering van verdovende middelen en psychotrope stoffen in het land.

  • Het doel van deze wet was om de legitieme medische en wetenschappelijke toepassingen van verdovende middelen te beschermen, terwijl illegale handel en misbruik werden bestreden.
  • De wet bevatte bepalingen voor het registreren, verkopen en voorschrijven van dergelijke stoffen door medische professionals en apothekers.
  • In de loop der jaren zijn er herzieningen en aanpassingen geweest aan de Belgische drugswetgeving om te voldoen aan veranderende internationale normen en verdragen.
  • België heeft zich aangesloten bij internationale verdragen, waaronder de Verdragen van Genève en het Enkelvoudig Verdrag van 1961 inzake verdovende middelen.
  • De huidige Belgische wetgeving inzake verdovende middelen is vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 1975. Deze wetgeving reguleert het gebruik, de handel, de verkoop en de distributie van verdovende middelen en psychotrope stoffen.
  • De wet specificeert welke stoffen onder controle staan en legt sancties op voor overtredingen, zowel op het gebied van volksgezondheid als in de strijd tegen illegale drugshandel en -misbruik.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ontwikkelingen 1921-1975?

A

Hier zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de Belgische drugswetgeving tussen 1921 en 1975, met de focus op de Wet van 9 juli 1975:

1. Groeiende Internationale Bezorgdheid:
Toenemende bezorgdheid wereldwijd over de drugshandel leidde tot internationale verdragen zoals het Enkelvoudig Verdrag van New York en de Conventie van Wenen.

1. Wet van 9 juli 1975:
- De Wet van 9 juli 1975 markeerde een grondige herziening van de drugswetgeving uit 1921.
- Deze herziening was een reactie op de grotere diversiteit aan drugs op de markt.
- Geen Onderscheid Tussen Drugs:

Onder de nieuwe wet maakte het geen onderscheid tussen verschillende drugs, zoals cannabis, cocaïne en opiaten. Alle drugs werden als illegaal beschouwd en strafbaar gesteld.

1. Invoering van Straffingen:
De wet introduceerde strengere straffen voor drugsovertredingen, met inbegrip van invoer van verdovende middelen.

  1. Verklikkingsclausule:

Er werd een verklikkingsclausule ingevoerd, wat betekent dat individuen strafvermindering konden krijgen in ruil voor het aangeven van medeplichtigen of betrokkenen bij drugshandel.

  1. Latere Aanpassingen:

Het Belgische drugswetgevingskader is in de loop der jaren blijven evolueren. Je hebt aangegeven dat de wet in 2014 opnieuw is aangepast, wat verdere veranderingen in de regelgeving kan hebben geïntroduceerd.

Deze ontwikkelingen weerspiegelen de evolutie van het Belgische drugsbeleid, met als doel de groeiende internationale zorg over drugshandel aan te pakken en de wetgeving aan te passen aan de veranderende omstandigheden en de diversiteit aan drugs op de markt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Jaren ’90: een effectief drugsbeleid?

A

Hier zijn de belangrijkste ontwikkelingen in het drugsbeleid in België tijdens de jaren ‘90, met de nadruk op de eerste helft van het decennium:

  • In de jaren ‘80 was de drugsproblematiek geen prominent politiek thema in België.

1. Prioriteit in de jaren ‘90:
* In het begin van de jaren ‘90 kwam de drugsproblematiek op de politieke agenda en kreeg het meer aandacht van de overheid.

2. Beleidsinitiatieven zonder coördinatie:
* In de eerste helft van de jaren ‘90 werden verschillende beleidsinitiatieven genomen, maar er was weinig betrokkenheid van de voltallige regering en weinig coördinatie tussen deze initiatieven.

3. Federaal Actieplan Toxicomanie:
Er werd een Federaal Actieplan Toxicomanie geïntroduceerd om de drugsproblematiek aan te pakken.

4. Parlementaire Werkgroep ‘Drugs’:
In 1996-1997 werd een parlementaire werkgroep ‘Drugs’ opgericht, bestaande uit experts die onderzoek mochten doen naar het drugsbeleid in België.

Deze werkgroep onderzocht alle aspecten van het drugsfenomeen en de aanpak ervan.

Geïntegreerd Normaliseringsbeleid:
* Als resultaat van het onderzoek van de parlementaire werkgroep werden fundamenten gelegd voor een geïntegreerd normaliseringsbeleid.

  • Dit beleid beoogde een evenwicht te vinden tussen strikte regulering en totale liberalisering van drugs.
  • Er werd een bottom-up benadering gehanteerd, waarbij de behoeften en inzichten van de gemeenschappen op lokaal niveau werden meegenomen en naar de regering werden gebracht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat waren de drie assumpties in het drugsbeleid van de jaren 90?

A
  • Normaliseringsbeleid: Zoeken naar een evenwicht tussen het stellen van normen en het snel evoluerende, multidimensionele drugsfenomeen
  • Beleidsafstemming: Het drugsbeleid mag niet op zichzelf staan, maar moet geïntegreerd worden in andere beleidsdomeinen
  • Het Belgisch drugsbeleid dient zich in te schakelen in het Europese drugsbeleid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen cannabis en andere illegale drugs?

A
  • Minder gezondheidsrisico’s
  • Weinig/geen druggerelateerde criminaliteit en -overlast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt preventie en hulpverlening in?

A

Preventie:
* ontradingsbeleid en terugdringen van legaal en illegaal druggebruik

Hulpverlening
* ter bescherming van de samenleving en van het individu

Algemeen: stellen van grenzen van maatschappelijke tolerantie + handhaven van de grenzen

17
Q

Uitgangspunten?

A
  1. Belang van epidemiologische studies (beeldvorming)
  2. Preventie, dan hulpverlening, en dan pas repressie (ultimum remedium)
  3. Preventie: ontradingsbeleid en terugdringen van legaal en illegaal druggebruik
  4. Hulpverlening ter bescherming van de samenleving en het individu
  5. Noodzaak van een strafrechtelijk beleid (onderscheid tussen gebruikers die stelen voor
  6. hun eigen gebruik en handelaars die puur op winst uit zijn)
  7. Ten aanzien van druggebruikers detailhandel
  8. Ten aanzien van de aanbodzijde
  9. Penitentiair drugbeleid
  10. Evaluatie van het beleid
  11. Algemeen: stellen van grenzen van maatschappelijke tolerantie + handhaven van de
  12. grenzen
18
Q

Verschillende stappen?

A

1. Geïntegreerd en integraal:
* Samenwerking en coördinatie tussen verschillende actoren
* Verticale en horizontale beleidsafstemming
* Disparate financiering

2. Epidemiologie:
Nood aan adequate beeldvorming en evidence-based beleid

3. Preventie:
* Structureel en persoonsgericht
* Overwicht primaire preventie
* Nood aan bovenlokale overleg coördinatie (afstemming tussen de niveaus)
* Aandacht voor subgroepen: jongeren, psychoactieve geneesmiddelen, smart drugs,
* invloed van substanties op rijgedrag

4. Hulpverlening:
* Nood aan brede waaier van voorzieningen
* Nood aan overlegplatforms en goed uitgebouwd registratiesysteem
* Samenwerking met justitie
* Risicobeperking

5. Repressie:
* Strafrechtelijk beleid:
* Ten aanzien van gebruiker, drugsgerelateerde criminaliteit (en detailhandel)
* Ten aanzien van drugsproductie en drugshandel
* Penitentiair beleid

19
Q

De voornemens van het Belgisch drugsbeleid
KENNEN!!!!

A

1. Moederdocumenten:
* Federale Drugsnota (2001)
* Gemeenschappelijke Verklaring van Interministeriële Conferentie Drugs (2010)

2. Algemene uitgangspunten
* Drugmisbruik is probleem van volksgezondheid
* Normaliseringsbeleid, gericht op rationele risicobeheersing
* Geïntegreerde (verticaal en horizontaal) en integrale aanpak

3. Doelstellingen:
* Daling van aantal middelenafhankelijken
* Daling van fysische en psychosociale schade van drugsmisbruik
* Daling van negatieve gevolgen voor de samenleving

4. Actiepunten over vijf hoofdstukken:
* Geïntegreerde en integrale benadering
* Epidemiologie/evaluatie
* Preventie
* Zorgverlening, risicobeperking en herintegratie
* Repressie

20
Q

Federale drugsnota (2001)?

A

De Federale Drugsnota van 2001 is geen wet of beleid op zich, maar eerder een strategisch document dat de visie en aanpak van de Belgische regering op het gebied van drugsbeleid weergeeft.

Geen Wet of Beleid:

Opbouw volgens Werkgroep Drugs:

Weergeven van Standpunten:
De nota geeft de standpunten van de werkgroep drugs weer, evenals de resultaten van een evaluatierapport over de drugsproblematiek in België.

1 Probleem van Volksgezondheid:
de nadruk ligt op het beschermen van de gezondheid van individuen en de samenleving als geheel

2 Normaliseringsbeleid:
Dit betekent dat het beleid probeert om drugsgebruik te benaderen als een fenomeen dat kan worden beheerst en geminimaliseerd.

3 Geïntegreerde en Integrale Aanpak:
verticale als horizontale samenwerking tussen verschillende belanghebbenden en overheidsinstanties centraal staan.

4 Drie Pijlers:
Het drugsbeleid is gebaseerd op drie pijlers: epidemiologische basis (gegevens en onderzoek), preventie, hulpverlening en repressie (strafrechtelijke maatregelen).

5 Twee Overkoepelde Thema’s:
De aanpak wordt geleid door twee overkoepelende thema’s: geïntegreerd (samenwerking tussen beleidsdomeinen) en integraal (brede aanpak van het drugsprobleem).

Kortom, de Federale Drugsnota van 2001 legt de algemene uitgangspunten en benadering vast die de Belgische regering wil volgen bij het aanpakken van drugsproblemen in het land. Het benadrukt een gebalanceerde aanpak die de volksgezondheid, normalisatie en geïntegreerde samenwerking centraal stelt.

21
Q

Belgisch drugsbeleid samengevat!!!!!!

A
22
Q

actiepunten over 5 hoofdstukken

A

1. Geïntegreerd en Integraal:
* Samenwerking tussen verschillende overheidsinstanties, waaronder de Cel Drugbeleid en de interministeriële conferentie drugsbeleid.
* Duidelijke afspraken tussen Justitie en hulpverlening.
* Aandacht voor internationaal drugsbeleid.

2. Epidemiologie:
* Belang van de BMCDDA (Belgian Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction) om gegevens te verzamelen en de Belgische situatie te begrijpen.
* Opzetten van een early warning-systeem om informatie op nationaal niveau uit te wisselen en risico’s te identificeren.
* Evaluatie van behandelingsmethoden, zorgvoorzieningen, zorgcircuits en preventie.
* Evaluatie van MSOC’s (Medisch-Sociale Opvangcentra) voor evidence-based hulpverlening.

3. Preventie:
* Aanpak van psychoactieve middelen, rijden onder invloed, tabak en alcohol.
* Uitbreiding van preventieprogramma’s.

4. Hulpverlening:
* Organisatie van zorgaanbod.
* Financiering van zorgverlening.
* Verslavingscasemanagement.
* Hulpverlening aan druggebruikers met psychiatrische problemen.
* Netwerk voor spoed- en crisisopvang.
* Speciale aandacht voor minderjarigen.
* Nazorg.
* Substitutiebehandeling.
* Programma’s voor spuitenruil.
* Gecontroleerde heroïneverstrekking.

5. Repressie:
* Invoering van een federaal veiligheidsplan (breder dan enkel drugs).
* Beleid gericht op drugshandel.
* Strafrechtelijke reactie op druggebruik.
* Straftoemeting.
* Therapeutisch advies.
* Verbeurdverklaring van drugsgeld.
* Coherent penitentiair drugsbeleid.

De Federale Drugsnota van België legt een alomvattende benadering van drugsbeleid vast, waarbij samenwerking, epidemiologie, preventie, hulpverlening en repressie allemaal belangrijke pijlers zijn om de drugsproblematiek aan te pakken.

23
Q

In welke mate is het geïmplementeerd?

A
  • Samenroepen Interministeriële Conferentie Drugs (IMC) + Oprichten van een beleidsondersteunende Cel Drugbeleid (ACD)
  • Belgisch Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugverslaving
  • Early Warning-systeem voor synthetische drugs
  • Evidence based beleid wint aan belang
24
Q

Wat zijn de fasen van repressie?

A
  1. Opsporing: politie
  2. Vervolging: parket en openbaar ministerie brengen zaak voor de rechter
  3. Straftoemeting: rechter die geeft een straf voor een misdrijf dat gebeurt is
  4. Strafuitvoering: bijvoorbeeld gevangenisstraf
25
Q

Wat is problematisch gebruik?

A
  • een graad van verslaving die de gebruiker niet langer de mogelijkheid biedt zijn gebruik te controleren
  • dat zich uit door psychische en lichamelijke symptomen.