Psychology of IxD - H4 Flashcards
Menselijke kleurperceptie heeft sterktes en zwakten, noem er 4
1) Onze visie is geoptimaliseerd om contrasten (randen) ten zien
2) Onze eigenschap om kleuren van elkaar te onderscheid is afhankelijk van hoe de kleuren worden gepresenteerd
3) Sommige mensen zijn kleurenblind
4) De display heeft invloed op kleurenperceptie van de gebruiker
Vertel waar het netvlies (de achterkant van het oog) uit bestaat (2)
1) Staafjes (rods)
2) Kegeltjes (cones)
Wat zijn staafjes (rods)
Staafjes zijn gevolgen voor mijn alle kleuren (zichtbaar) licht, maar vrijwel ongevoelig voor rood licht, daardoor zorgen ze in de waarneming alleen voor contrasten (zwart,grijs,wit)
Wat zijn kegeltjes (cones)
Kegeltjes zijn gevoelig voor bepaalde kleuren, één voor rood/groen en blauw. Staafjes registeren dus kleuren.
Noem de drie ‘vuistregels’ wat betreft kleurontwerp voor interface-ontwerp.
1) Hoe bleker de kleuren zijn, hoe moeilijker het is ze te onderscheiden
2) Hoe groter objecten zijn, hoe makkelijker hun kleuren zijn te onderscheiden
3) Hoe groter de afstand tussen twee objecten is, hoe onnauwkeuriger het waargenomen kleuronderscheid wordt.
Wat is fovea?
Op het netvlies zijn de kegeltjes niet evenredig verdeeld. In het centrum bevindt zich een gedeelte, de fovea, waarop zich relatief meer kegeltjes bevinden dan op de rest van het netvlies. De resolutie in dit gebied is veel hoger, dat geldt voor de rest van het netvlies niet, vandaar het slechtere zicht in de perifere visie.
Wat is perifere visie?
In de perifere visie heb je slechts zich van enkele tientallen ‘pixels’. Dat we toch redelijk scherp zien buiten het centrum van ons zicht, komt doordat het oog zich snel maar onmerkbaar op andere punten focust.