Psychofarmaca Ouderen Flashcards
Noem een aantal farmacokinetische veranderingen bij geriatrie
Tragere absorptie. Trager metabolisme: veroudering enzymen, gnm interacties (vaak polyfarmacie). Verminderde excretie.
> noem een aantal farmacodynamische veranderingen. Veroudering neurotransmitter systeem. Orgaanfuncties verminderen. Vitale functies achteruit; sterker effect vd drug nodig.
Noem een aantal belangrijke neurotransmitter systemen in de hersenen. Noem wat receptoren en waar ze belangrijk voor zijn. Welke ziekte gaat hier mee gepaard?
M receptoren: slaap en bewustzijn. Nicotine receptoren: geheugen encognitie. Alzheimer en ook parkison.
Waardoor kan een anticholinerg delier optreden.
Bij TCA, sederende antihistaminica. Gebruik Anti parkinson. (parkinson kan al ontstaan door lage dosering AP - dyskensie etc.)
noem 5 belangrijke bijwerkingen van antipsychitoca mbt geriatrie
Extrapiramidale stoornissen. CVA, valpartijen, QTc verlening, diabetes ontregeling.
Wat zijn extrapiramidale bijwerkingen?
Parkinsonisme, tardieve dyskenie (ongecontroleerde beweging).
waarom vallen ouderen bij gebruik antipyschotica meer dan normaal? Noem een aantal oorzaken hiervan mbt antipyschotica.
Parkinsonisme,anticholinerge bijwerkingen, alfa receptor blok, antihistamine effect.
Noem een aantal middelen die je veel tegen komt bij ouderen.
Pipamperon: potente 5-HT2a antagonist en zwakke DA2 antagonist. Vaak zie je benzodiazepines zoals zolpidem. Lithium of valproaat zie je ook. Als antidepressiva wordt SSRI of venlafaxine/mirtazepine aangeraden. Citalopram heeft duidelijk een voorkeur.
noem de middelen bij dementie
Rivastigmine. Galantamine. DIt zijn cholinesterase remmers, acetylcholine blijft langer aanwezig in de neuronen.
Benoem pyschofarmacos in bejaardentehuizen.
Veel probleemgedrag/dementie in verzorginstehuizen, dwangmatig/schelden/sexueel delier. Bij delier haloperidol, maar niks officieels.