Elektrolyten Jos Leurs Flashcards

1
Q

Wat zit er ECF en ICF?

A

ECF zit vooral natrium, glucose en urea. Natrium moet tussen 135-145 mmol/L zitten. Kalium zit vooral ICF. moet tussen 3.5 - 5.1mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe gaat osmoregulatie?

A

Er zijn osmoreceptoren/baroreceptoren - activeren RAAS en ADH.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurd er bij verhoogde osmolariteit?

A

Er zijn dan teveel deeltjes per liter. Dit wordt opgelost door het lichaam door water te drinken. Osmoreceptoren activeren dorst, maar ook ADP,dit activeert vasopressine - water reabsorptie in de nieren. RAAS kan ookgeactiveerd worden, renine angiotensise I naar II door ACE. sympatische activiteit en aldosteron.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doet aldosteron?

A

Minerale corticosteroide, distale tubulus regulatie eNAC, Na+ verhoging en water reabsorptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is hyponatriemie? geef ook symptomen

A

Overmaat water tov natrium, balans is weg. <115 mmol/L is ernstig. Verwardheid, epilepsie, coma hersenoedeem (water verschuift zich naar hersenen - oedeem), Renale klaring water werkt niet goed. Oorzaak kan geneesmiddelen (versterkte ADH sectretie of werking door bijv antipsychotica) of endocrien zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

normovolemetisch?

A

Natrium is normaal water in overmaat, oorzaak kan zijn endocrien, cortisol deficientie, SSRI verhoogd ADH secretie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hypovolemetisch?

A

Kenmerkt door natrium verlies door bijv een thiazide diureticum, compensatie door kleiner volume, water zal ICF in stromen, zwelling!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hypervolemetisch ?

A

totaal volume + natrium is verhoogd, kalium verlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hypernatriemie (geef ook symptomen etc)?

A

Neurologische problemen, polyurie, dorst, malaise, Cellen krimpen - vaatscheuren. Diabetes onvoldoende ADH effect. Kan komen door lithium. Behandel met desmopressine. Of water drinken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hypokaliemie, symptomen?

A

Vaak geen symptomen , maar Spierzwakte, spierpijn en krampen. ook ECG afwijkingen. kan ontstaan door kalium shift, medicijnen of metabole afwijkingen. door diuretica. le top bij digoxine; toxisch bij lage kaliumspiegel!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hyperkalimie? oorzaken?

A

medicatie die mineralcorticosteroiden kan beinvloeden (ACE remmers etc.) Of shift naar extracellulair zoals beta blokkers. Kan komen door zoutvervangers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er als het kalium stijgt?

A

insuline en B-adrenerge catecholamines grijpen aan op natriumkalium pompen. -> kalium uit het plasma naar intracellulair.
Aldosteron grijpt aan op kaliumpomp: kalium wordt uitgescheiden -> gaat naar de urineverzamelbuis. Voor elke kalium dat wordt uitgescheiden: natrium terug geresorbeerd -> veel natriumterugresorptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer control kaliumspiegels nodig?

A

Bij start kalium verliezend diureticum
1-2 weken na de start van kalium verliezend diureticum en na 1 jaar bij:
>80 jaar
>70 jaar + risicofactoren: combinatie met kaliumsparend diureticum, comorbiditeit + risico hypokaliemie of digoxine + andere risicofactoren
Voor start/bij starten van een RAAS-remmer
Na 1-2 weken na de start van RAAS-remmer + elke 6 maanden/dosisverhoging bij risicofactoren
Hartfalen, hartgeleidingsstoornis, diabetes, nierinsufficiëntie, een leeftijd > 70 jaar, thiazide + lisdiuretica
Binnen 1-2 weken na toevoeging van spironolacton aan RAAS
Strikte indicatie van bijv. NSAIDs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly