probleem 5C: bizarreness effect Flashcards

1
Q

Bizarheidseffect

A

zinnen die ongebruikelijke, onwaarschijnlijke of bizarre scenario’s beschrijven, worden beter onthouden dan zinnen die plausibele, alledaagse of veelvoorkomende scenario’s beschrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bizarre imagery effect

A

Het is niet verassend dat dit effect vaak wordt toegeschreven aan visuele imagery, en het effect vaak het bizarre imagery effect wordt genoemd. Het effect wordt vaak hieraan toegeschreven omdat volgens vele onderzoekers mensen een mentaal beeld maken wanneer zij een bizarre zin lezen. Het aken van zo’n bizarre imagery vergt mogelijk meer inspanning en uitwerking en daardoor zou dit beeld beter worden onthouden. Het onderscheidend vermogen van dergelijke afbeeldingen zou een andere mogelijke verklaring kunnen zijn voor het bizarre beeldeffect.
Onderzoeks vraag: wat is het effect van visuele mentale beelden op het bizarreness effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

twijfel over het bizarre imagery effect

A

Maar de rol van imagery wordt in twijfel getrokken, aangezien onderzoek moeilijk de effecten van imagery duidelijk kan onderscheiden van andere verklaringen voor het bizarheidsvoordeel (vb verbale en semantische werking). In de huidige experimenten worden visuele imagery processen verstoord. Wanneer de visual-imagery-hypothese zou kloppen, dus dat het bizarheidseffect zou komen door visual imagery, zou in de huidige experimenten het bizarheidseffect minder groot zijn. In het onderzoek voerde 1 groep een taak uit die het visuele werkgeheugen (en visuele imagery) zou verstoren tijdens het coderen van zinnen; een controle groep codeerde de zinnen zonder afleidende taak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Experiment 1 (dynamic visual noise)

A

Het eerste experiment gebruikte dynamische visuele ruis (DVN) om de rol van visuele imagery in het bizarheidseffect te onderzoeken. DVN is een rechthoekig display dat bestaat uit kleine, flikkerende zwart-witte vierkantjes op een computerscherm. DVN verstoort alleen visuele imagery, en bijvoorbeeld niet verbalisatie en het werkgeheugen. In de studiefase van dit experiment kregen de deelnemers een gemengde lijst van bizarre en gewone zinnen te zien. De deelnemers werd gevraagd zich elke zin voor te stellen die ze kregen te horen via een koptelefoon en ze te beoordelen op de levendigheid van het beeld, terwijl ze ondertussen bezig waren met de DVN-taak. De DVN-taak verstoort visual-imagery waardoor alleen auditieve prestatie werd gemeten. Er werden twee controlegroepen gebruikt: auditieve controle vs visuele controle.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

resultaten experiment 1

A

Resultaten:
- Levendigheid: over het algemeen werden gewone zinnen met een hogere levendigheid beoordeeld dan de bizarre zinnen (bij alle groepen). Daarnaast werd er over het algemeen sneller gereageerd op gewone zinnen dan op bizarre zinnen (bij alle groepen). Wel was er een groepseffect te zien: de groep dat de DVN-taak uitvoerde, scoorde lagere levendigheid scores dan de controlegroepen.
- Terugroepen: de visuele controleconditie produceerde een bizarheidseffect. Het bizarheidseffect was significant groter in de afleiding conditie dan in de auditieve controleconditie. Het bizarheidseffect verschilde niet significant tussen de conditie met visuele afleiding en de conditie met visuele controle. Wel was er een kleiner bizarheidseffect in de auditieve controle conditie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

discussie experiment 1

A

Discussie:
Dit experiment geeft aan dat visuele afleiding het bizarheidseffect niet vermindert. Er zou alleen een verminderd voordeel moeten worden gemeten bij de bizarre conditie (bizarheidseffect), maar dit werd niet gemeten. De bevinding dat het bizarheidseffect niet wordt gemeten in de auditieve controleconditie is potentieel interessant. Het is onduidelijk waarom dit zou kunnen zijn, maar omdat het effect niet werd gemeten in de auditieve controleconditie, maar wel sterk was in de visuele controleconditie, gebruikten de daaropvolgende experimenten alleen visuele presentatie van de onderzoek zinnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Experiment 2 (the spartial tapping task)

A

De tweede taak die een meer actieve betrokkenheid van de deelnemers vereist, i.p.v. het passief kijken naar DVN, zou een betere test voor de visuele-imagery-hypothese kunnen zijn. Experiment 2 maakte gebruik van de spartial tapping task, waarbij deelnemers wordt gevraagd om herhaaldelijk op een reeks toetsen in de vorm van een figuur te tikken. Hierdoor wordt het maken van mentale beelden en mentale routes gehinderd. De spatial tapping test hindert het visuele werkgeheugen meer dan de DVN test.

De deelnemers kregen wederom een gemengde lijst van bizarre en gewone zinnen te zien. De deelnemers werd gevraagd zich elke zin voor te stellen die op het scherm werd gepresenteerd, en ze te beoordelen op levendigheid van het beeld, terwijl ze bezig waren met de spatial tapping task. Zinnen werden nu geheel visueel weergegeven (dus niet meer met koptelefoons) en de afleidende taak was ook geheel visueel (spatial tapping en geen afleidend geluid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

resultaten experiment 2

A

Resultaten:
- Levendigheid: over het algemeen werden gewone zinnen met een hogere levendigheid beoordeeld dan de bizarre zinnen. Daarnaast werd er over het algemeen sneller gereageerd op gewone zinnen dan op bizarre zinnen. Er was ook een significant groepseffect: de ruimtelijke afleiding groep beoordeelden langzamer dan de controlegroep.
- Terugroepen: zowel de ruimtelijke afleiding conditie als de visuele controle conditie produceerden een bizarheidseffect, wat aangeeft dat het percentage dat werd teruggeroepen hoger was voor bizarre dan gewone zinnen. Er was echter geen vermindering in het bizarheidseffect te zien bij de afleidende conditie, wat de rol van het visual-spatial processen bij het bizarheidseffect in twijfel trekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

discussie experiment 2

A

Discussie:
Ondanks het feit dat is gedocumenteerd dat spatial tapping de visueel-ruimtelijke verwerking selectief verstoort en de imaginaire verwerking vermindert, is er geen bewijs dat de secundaire taak het bizarheidseffect vermindert. Dus ondanks dat het visuele inbeelden werd onderdrukt in beide experimenten, was het bizarheidseffect nog steeds aanwezig. Dus dit komt misschien ergens anders door.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly