probleem 4C: semantische depressie

Question 1

Semantisch geheugen

Answer 1

omvat kennis over objecten, feiten en concepten, evenals woorden en hun betekenis. Het primaire doel van het onderzoek was om eerdere onderzoeken naar visuele conceptuele kennis uit te breiden door afbeeldingen te analyseren die zijn getekend door patiënten met semantische dementie. Dit omdat semantische dementie wordt gekenmerkt door een zeer selectieve aantasting van conceptuele kennis.

Question 2

Semantische dementie

Answer 2

een progressieve verslechtering van de conceptuele kennis die semantische prestaties ondersteunt. Onderzoek naar patiënten met deze aandoening lijkt aan te tonen dat conceptuele kennis wordt ondersteund door een centraal systeem.

Question 3

experiment warrington

Answer 3

Warrington voerde aan dat het semantisch geheugen hiërarchisch georganiseerd is, met bovengeschikte onderscheidingen, categorieën op basisniveau en individuele voorbeelden. Echter kan deze opvat te eenvoudig zijn. Sommige concepten zijn veel meer typerend voor hun categorie dan andere en in sommige gevallen is het lidmaatschap onduidelijk. Bovendien kunnen sommige categorieën meer samenhangend lijken dan andere (vb voertuigen/ spullen in het huishouden).

Question 4

tekenen bij experimenten + nadelen

Answer 4

Tekenen wordt veel gebruikt als een klinische beoordeling voor het onderzoeken van aandoeningen. Tekeningen zijn eenvoudig te gebruiken, vereisen geen complexe instructies en bieden een rijke dataset.
2 mogelijke nadelen:
- Mensen hebben zeer verschillende tekenvaardigheden (al voor optreden van ziekte)  hiermee moet rekening gehouden worden bij het evalueren van verminderde prestaties.
- Hoe tekeningen worden gescoord. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een eigen scoresysteem.

Question 5

methode

Answer 5

Er was 1 controle groep  8 mensen zonder dementie en zij moesten in binnen 1 minuut tekeningen maken van 64 verschillende dingen. Voor elk ding  1 minuut.
Er waren twee domeinen: levendige dingen en artefacten.

Deze tekeningen werden vervolgens geanalyseerd en er werd geteld hoeveel kenmerken er aanwezig waren in de tekeningen. Vervolgens moesten 6 patiënten met semantische dementie een MRI doen om uit te sluiten dat de dementie nog zou kunnen genezen. Daarnaast moesten de patiënten een aantal andere testen doen om onder andere cognitie, episodisch geheugen, executieve functies, non-verbaal probleem oplossen en visuo-spatial vaardigheden. Zo zouden de onderzoekers kunnen uitsluiten dat een verminderde prestatie op het tekenen niet zou liggen aan motorische, intellectuele en fysieke vaardigheden, maar puur aan een verminderde conceptuele kennis. Na deze testen moesten de patiënten ook van 64 objecten tekeningen maken, met ongelimiteerde tijd.

Question 6

resultaten

Answer 6

• Over het algemeen toonde de resultaten aan dat de patiënten een algemene beperking hadden.
• Patiënten scoorde lager op semantische taken en maakte hierbij vooral semantische fouten.  De tekeningen correleerde vaak niet met wat er getekend moest worden, maar het was nog wel herkenbaar.
• Artefact domein  vooral kenmerken weggelaten, waardoor de tekeningen meer doosachtig werden.
• Levendige domein  kenmerken weggelaten en soms toegevoegd.  Bij dieren ontstond er meer een prototype voor ‘dieren’ (4 poten).

Question 7

Discussie

Answer 7

Patiënten met semantische dementie produceerde significant minder informatie en kenmerken dan de controle groep. Er waren significante correlaties gevonden tussen het tekenen, naamgeven van objecten en het linken van een woord aan een afbeelding. Al deze beperkingen laten zien dat er schade is aan de centrale conceptuele kennis. Wanneer een patiënten een object goed kende, wist de patiënt vaak ook meer kenmerken van dit object te tekenen. De kenmerken die vaak voorkwamen bij een categorie werden vaak nog wel getekend.