Politieke Partijen en Partij-typen Flashcards

1
Q

Waarom gaat het goed met de politieke partijen in Nederland

A

nog nooit zo veel partijen als nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom gaat het slecht met politieke partijen in Nederland

A

nog nooit zo weinig mensen lid van een partij als nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een politieke partij?

A

‘Een politieke partij is een georganiseerde groep, voorzien van een officiële
benaming, die als zodanig kandidaten stelt voor verkiezingen van openbare functies’

Dus ook belangenpartijen en lokale partijen opgenomen

Ook bewegingen worden partij zo gauw ze aan verkiezingen deelnemen (BBB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Classificatie van partijen

A

ideologie/programma

rol in het politieke systeem (constructief, oppositie)

herkomst en wijze van organisatie (sociale groep, internationaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Giovanni Sartori over politieke partijen

A

relevantie politieke partijen nagaan door:
- coalition potential
- blackmail potential

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waardoor kan je polarisatie tussen partijen nagaan?

A

polarisatie nagaan door:
- ideologische afstand tussen partijen
- blackmail potential partijen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschillen in organisatiewijze van partijen

A

grote verschillen in rol leiderschap, leden, eventuele verwante organisaties

vaak afhankelijk van sociologische achtergrond partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kaderpartij

A

context 19e eeuw: beperkt kiesrecht, kleine staat

ontstaan in het parlement als kamerclub/fractie. Daarna pas buitenparlementaire organisatie

gebaseerd op geloof, overtuiging of regio (kon lid zijn van katholiek en fries bijv). Vaak spreekt men van ‘richting’.

Informeren burgers over activiteiten kamerclub in verkiezingstijd

plaatselijke kiesverenigingen als middel om lid kamerclub verkozen te krijgen. Nog geen grote campagnes. Weinig leden.

Nauwelijks een programma, geen direct contact kiezers/gekozenen (formeel). Praktijk vooral bij liberalen en conservatieven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Massapartij

A

Eind 19e eeuw; uitbreiding kiesrecht, nieuwe kiezersgroepen.

Buiten parlement ontstaan vaak voor (en door) nieuwe kiezers (op zoek naar emancipatie)

Grote centralistische organisaties met afdelingen om nieuwe kiezers plek te bieden en te binden.

Strikte regels, duidelijk programma om kamerleden te binden.

Ook met eigen partijcultuur. Duitse SPD als model; in NL ARP (prot) eerste massapartij.

Dominante vorm vanaf 1910; ‘besmetting van links’ - liberalen, christendemocraten, conservatieven volgen dit voorbeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Revolutionaire partij

A

kleine, strak georganiseerde voorhoede partij

vorming en selectie van gestaalde kaders voorop

agitatie en propaganda staat voorop

vaak met partijmilities, cellen in bedrijven (NSB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Moderne volkspartij andere benaming

A

Catch-all party

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Moderne volkspartij / catch-all party

A

evolutie van de massapartij na 1945.

Vergroten electoraat en macht door loslaten sterke band met oorspronkelijke doelgroep. Afschudden ‘ideologische veren’, verbreden programma en contacten met veel belangengroepen

Besluitvorming gecentraliseerd: rol leden kleiner, meer betaalde werknemers

Afhankelijk van overheidssubsidie

Verkiezingscampagnes geprofessionaliseerd en meer gericht op alle kiezers; competitie. Leden werden minder belangrijk.

Macht wordt belangrijker dan representatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Business Firm Party andere naam

A

BV de partij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Business firm party / BV Partij

A

partij als ‘product’ op zoek naar gat in de markt.

opgezet door ‘politieke ondernemers, peilers en professionals

bekende lijsttrekker staat centraal

geen of nauwelijks leden; zwakke organisatie

sterk gericht op media-aandacht

politiek programma is zeer flexibel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Functies van partijen

A
  1. Rekruteringsfunctie
  2. Representatiefunctie
  3. Integratiefunctie
  4. Communicatiefunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rekruteringsfunctie

A

de kandidaten voor hun kieslijsten selecteren / rekruteren van politici

17
Q

Representatiefunctie

A

representeren van standpunten/belangen samenleving/achterban

18
Q

Integratiefunctie

A

aggregeren belangen en standpunten in partijprogramma van de partij

19
Q

Communicatiefunctie

A

van standpunten naar kiezers communiceren

20
Q

Integratie

A

voldoende gericht op algemeen belang en niet alleen deelbelangen

21
Q

Functies partijen in een dictatuur

A

schijn van democratie laten bestaan

voorhoede revolutie: elite leidt het volk naar toekomst

kanalisatie politieke betrokkenheid

monitoren van politieke onvrede en problemen

kweekvijverfunctie - talent ontdekken

binden mensen aan regime.

22
Q

Waarom worden mensen lid van een politieke partij

A
  • politieke of maatschappelijke carrière.
  • behoefte aan sociale omgeving
  • idealen; bepaalde ideële doelen willen bereiken
23
Q

Waarom worden er in Nederland steeds minder mensen lid van een partij?

A
  • lidmaatschap minder hard nodig voor carrière
  • algeheel ledenverlies traditionele instituties
  • partijkeuze minder kwestie groepsidentiteit
  • leden minder nodig in TV- en internettijdperk
  • concurrentie van sociale bewegingen
  • slecht imago van partijen
24
Q

Functies van leden

A
  • reservoir en kweekvijver
  • draaiende houden organisatie
  • voelsprieten
  • ambassadeurs
  • mobilisatie
  • contributie
25
Q

Voelsprieten functie leden

A

voelen wat de samenleving wil

26
Q

Reservoir en kweekvijver leden

A

Nieuwe politici uit leden maken

27
Q

Leidt ledenverlies tot verlies representativiteit?

A
  • door ledenverlies minder voelsprieten en minder ambassadeurs in de samenleving
  • groeiende tegenstelling selectoraat en electoraat
  • door ledenverlies zijn partijen meer afhankelijk van andere inkomsten
  • groeiende neiging tot oligarchisering
28
Q

Oligarchering partijen

A

in iedere organisatie (partij) komt macht in
handen van een kleine groep

29
Q

Nadelen oligarchering van partijen

A
  • distinctiedrang (eigen regels en jargon om anderen buiten te sluiten
  • Old Boys Network: ons kent ons
  • group-think (tunnelvisie)
  • sociologisch eenzijdig
  • risico ontstaan kartelpartij: partij als infuus aan overheid.
30
Q

Financiering van partijen

A
  • lidmaatschapsgelden (30%)
  • giften privépersonen of bedrijven/organisaties (afhankelijk van wetgeving in meeste landen)
  • afdrachten (salaris afstaan)
  • overheidssubsidie (30%)
31
Q

Ontstaan kartelpartijen

A
  • politieke partijen aan infuus overheid
  • partijen: niet meer burgers die de stat controleren maar ‘subministeries’ in de samenleving
  • monopolisering van politieke functies
  • nauwelijks ideologische verschillen
  • sinds 2002 veel nieuwe partijen die ‘kartel hebben opengebroken (populisme-paradox)
  • re-ideologisering en polarisatie na 2000.
32
Q

Toekomst van de partijen

A

Tijd van massapartijen en moderne volkspartijen voorbij?

Opkomst business firm partijen: nadruk op personen, publiciteit, professionals en peilingen.

Leden minder belangrijk: inkomsten uit subsidie en giften

Maar ook nieuwe leden partijen: FvD, Denk, Volt, Bij1

Hervormingen bestaande partijen.

Ledenloze partijen? PVV als voorbeeld

Ad-hoc partijen rondom bepaalde issues

33
Q

Multispeed partijen

A

meerdere vormen van partijlidmaatschap mogelijk

34
Q

Ad-hoc partijen

A

Partijen die voor bepaalde zaken zijn

35
Q

Minder versplintering van partijen in Nederland?

A

Ander kiesstelsel → districtenstelsel

Kiesdrempel → dwang om verschillen niet aan te scherpen

Strengere regels toelaten partijen → ledenstructuur belangrijk.

Oppressie politieke partijen → oppressie politieke partijen.