Parlement in Nederland Flashcards
Waarmee begon het parlement ooit?
Als het adviesorgaan van de koning. Toen was het parlement nog niet gekozen en zat er geen enkele verplichting of macht aan.
Eerste parlementen in andere landen
18e eeuw komt het eerste parlement met macht in VK. Britse Lagerhuis moeder van parlementen. Monarchie wordt meer afhankelijk van parlement sindsdien
Belangrijke verschillen in parlementen
- direct, indirect verkozen of benoemd?
- aantal parlementariërs
- unicameralisme of bicameralisme
- monisme of dualisme
- imperatief mandaat of vrij mandaat
- parlementaire cultuur
Monisme
Parlement en regering verbonden
Dualisme
Parlement en regering gescheiden
Unicameralisme
60% van de landen. één parlement aanwezig.
Bicameralisme
Hogerhuis en Lagerhuis / Eerste Kamer en Tweede Kamer
Voordeel unicameralisme
Efficiënter, democratischer (?), transparanter
Eerste Kamer
Sinds Unie met België
75 leden, part-time. Indirect gekozen door Provinciale Staten.
Geen initiatief- of amendementsrecht, wel vetorecht; ze kunnen de wet terugsturen naar de Tweede Kamer. Als de meerderheid het niet eens is met de wet.
Invloed van de Senaat
over de tijd, sinds 1950 is de Eerste Kamer gepolitiseerder geraakt.
Senaat heeft meer wetten ingetrokken en geveto’d
Nacht van Wiegel (VVD): wet referendum D66, er was 1 stem nodig, hij was tegen
Nacht van Thijn: tegen gekozen burgemeester
Tweede Kamer
150 leden
Initiatief- en amendementsrecht (wetten voorstellen en aanpassingen voorstellen), budgetrecht, onderzoek/enquêterecht, vragen, moties
Geen lid van regering (dualisme)
Commissiestructuur; fractievoorzitters kunnen via commissies informatie krijgen, zoals bij commissie stiekem (info over inlichtingendiensten).
Burgerinitiatief
Diensten ter ondersteuning (griffie, bureau onderzoek)
Praktisch functioneren komt soms niet overeen met dualisme
Voorbeeld: torentjesoverleg, fractiediscipline, Catshuis overleg en regeerakkoorden verzwakken dualisme parlement en regering
Macht Tweede Kamer door de tijd heen
19e eeuw: Kamerleden ‘zonder last of ruggespraak’; losjes georganiseerd in kamerclubs (eerste partijen)
vertrouwensregel ontstaan sinds 1866.67 n.a.v. kwesties. Tweede Kamer machtsstrijd met regering (koning wou bepaalde wet doordrukken en dreigde met ontbinding). informele regel.
Opkomst van partijen vanaf eind 19e eeuw: kamerlid als ‘drager van beginselen’; bepaald programma volgen, meer fractiediscipline, daar vertrouw je op.
minder dualisme vanaf begin 20e eeuw; scheidslijnen meer tussen partijen i.p.v. tussen regering en parlement. Dit is een groot kritiekpunt.
Drie modi van parlement
Parlement als arena
Parlement als marktplaats
Parlement als instituut tegenover de regering
Parlement als arena
Schouwspel. Verhouding regering-parlement bepaald door partij. Als kamerlid benadruk je hierbij je eigen visie, verkiezingen op het oog