Plasticiteit bij CVA Flashcards
revalidatie voorbeeld op CVA
- algemeen
- aanvankelijk zoveel mogelijk inzetten op restitutie & subsititie
- prognose inschatten door algorithmes
- pas naar substitutie & compensatie bij slechte prognoses - compensatie & subsitutie
- discussie maar beslissing moet rap gemaakt worden = knoop door hakken
- geen fout van therapeut maar plasticiteit volop gebruiken
- tijd niet verspillen op doelen die niet haalbaar zijn - eerste 24-48u
- geen overbelasting = zwakte van penumbra door oedeem
- recht op laten zitten, staan & DASH-algoritme
- binnen eerste week lichte oefentherapie
- hierna zware trainingen vb: CIMT
oefentherapie bij CVA
- FITT-principes
- perfecte overname theorie
- hoog frequentieel
- intensief - context & taakspecifiek
- versnellen van progressie = heel goede motivator
- ontbreken = learned-dissuse met verdere achteruitgang
- grootste effect tijdens eerste 6m maar minder tijdsgebonden als spontaan herstel - effecten
- beperkt effect
- gemiddeld 5-10% effect op barthel index = 2 punten
–> groter verschil als dat doet lijken
oude visie M1
- motorische humunculus van Pamfield
- hersenschors stimuleren = komt overeen met exacte contracties
- vereenvoudigd beeld
- M1 primair motorische zone -> spinaal motoneuron -> spieren - histologie
- upper motor neuron ≈opper neuronen
- fysiologische werking gelijkend op lage motoneuronen
inteconnectiviteit M1
- overlap
- verschillende zones M1 = zelfde spiercontratie
- output van breed corticaal gebied convergeert op spinale motoneuronen - meerder spieren
- 1 neuron kan meerdere spieren prikkelen
- door kleuringtechniek focus op 1 cel
- zowel proximale als distale spieren <=> vroeger dacht men vooral prixmale spieren - 1-op-1 situatie
- 1 neuron ≠ 1 type beweging ≠ 1 gebied
- cerebrale doorbloedingsstudies = somatopische shift
- flexie van middenvinger & extensie van wijsvinger
gevolgen van deze inzichten
- erg focale letsels
- nooit uitten als 1 klein verlies van functie
- bekomen van groter totaal beeld op verschillende locaties - omgekeerde richting
- niet aangetaste neuronen kunnen overnemen
- zones die origineel voor proximale spieren waren –> activiteit bij fijne handmotoriek
- door interconnectiviteit
- extra effect excersie it & improve it
motore zones
- hiërarchie
- frontale cortex = denken aan actie
- supplementaire & premotore zones = schema kiezen voor actie
- M1 primaire motore zones = actiepotentialen uitsturen
- letsel in verloop zou gehele motoriek verhinderen - heterarchie of parallel construct
- veel andere zones in brein hebben (in)directe connecties
- kunnen tot compensaties leiden uit andere zones leiden vb: NPCG non-primaire corticale gebieden
- secundaire zones worden belangerijker bij meer schade
- kunnen echter functie van primaire nooit overnemen
- secundaire zones hebben meer bilaterale betrokkenheid
afdalende banen
- tractus corticospinalis
- 1 baan met differentiaties van oorsprong = vooral boven capsula interna
- niet kruisende axonen = eerder axiaal & proximale spieren
- kruisende axonen = distale activiteit
- letsel = proximale compensatoire spiercontrole van homolateraal - strategieën bij herstel van BL
- initiele activiteit van primaire motorische schord
- initiele activiteit van secundaire netwerken ipsi & contralateraal
- minst groot herstel = secundaire netwerken blijven gebruiken
andere banen
- tractus reticulospinalis & rubrospinalis
- secundaire banen met controle over willekeurige motoriek
- overnemen na letsel piramide baan - tractus reticulospinalis
- oude visie = axiale & proximale musculatuur
–> posturale controle, stabiliteit & oriëntatie
- nieuwe visie = distale spieren BL ook - tractus rubrospinalis = minder duidelijke rol
rol van genetica in revalidatie
- goede genexpressie in zenuwcel
- ideale voedingsbodem voor reorganisatie = priming van neuron
- variatie in outcome van reorganisatie
- toekomst = individualisatie afh van genetica - polymorfismen
- variatie van gen ≠ mutatie
–> bestaat al langer & is vrij vaak voorkomend
- variaties in DNA sequentie aanwezig bij 1+%
- beperkt tot matig effect = risico op slechtere werking
- geen duidelijk erfelijkheidspatroon - gevolgen van polymorfismen
- rol van eiwit bestuderen bij polymorfismen die hoeveelheid hiervan bepalen
- nieuwe behandelingen die activiteit van eiwit manipuleren
- indien gekend bij revaldiatie = mogelijk andere aanpak
bDNF
- brain derived neurotrophic factor
- MASTER-proteïne
- familie van groeifactoren voor neuronaal weefsel - korte termijn effecten
- depolariseren van post-synaptische neuronen
- post-synaptische effecten uitlokken op ionen-kanalen & NMDA-receptoren vb: glutamaat
- pre-synaptische release stimuleren - langetermijn effecten
- blijvende veranderingen in exciteerbaarheid & plasticiteit
- moduleren van neurale structuren
- creatie van nieuwe neuronen - rol in hippocampus
- plaats van ontstaan nieuwe neuronen
- belangerijke rol in leren & geheugen
- meer bDNF = betere creatie
BDNF voor revalidatie
- exogeen BDNF bij dieren
- structurele & functionele veranderingen
- leidt tot beter geheugen, leersnelheid & ruimtelijk leren
- zelfde veranderingen bij dieren met CVA
- geen BDNF post-CVA = geen effect van training
- bij mensen nog niet mogelijk - polymorfisme
- 30-50% heeft SNP single nucleotide polymorfisme
- positie 66 = valine vervangen door methionine
–> val/met idpv val/val code - gevolgen van polymorfisme
- 25% minder BDNF secretie
- verminderd volume prefrontale cortex & hippocampus
–> ook abnormale activiteit
- gedaalde markers neurale gezondheid
oefentherapie voor BDNF stimulatie
- aerobe oefentherapie
- 70% maximale HF
- 2-3x per week 30min
- voor 6 maand
- ook door krachttherapie - effecten
- extra boost aan BDNF die terugkeert naar spiegel na training
- geen lange termijn effecten door gedaalde retentie
–> positieve effecten door hogere leerontvankelijkheid
- acuut verhogen van alertheid = grotere leerontvankelijkheid
- beter cognitief functioneren = geheugentesten - toepassen in praktijk
- 20min aerobe therapie gevolgd door taakspecifieke therapie
- aerobe therapie als primer
onderzoek effect van oefentherapie
- onderzoek
- personen met normale code & polymorfisme
- fijne handmotoriek oefeningen
- verhoogde corticale regio activiteit & hogere activatie bij mensen met normale code - evolutie van verschil
- verschil verdwijnt na 12d
- verschil neemt af bij mensen die ouder zijn - specifiek
- vooral bij leren van nieuwe taken
- vooral in acute fase
–> polymorfisme minder goed initieel herstel kan leiden tot verlies van motivatie
andere effecten neurochemische stoffen
- onderzoeken met
- serotonine re-uptake inhibitoren
- nor-epinefrine re-uptake inhibitoren
- catecholamine stimulatoren als amfetamines - amfetamine toediening
- mensen met polymorfisme = verbeterde prestatie
- mensen zonder = verslechtering
- polymorfisme voor enzym die concentratie catecholamines beïnvloed
fases van leren
= Fitts-Posner
- verbaal-cognitief
- aandacht = zeer hoge cognitieve belasting & exploratie
- manier van vooruitgang = hoge variabiliteit met veel fouten = exploratie
- inhoud = essentie van taak
- progressie = snel - motorisch = associatief
- aandacht = daling van energie & cognitieve belasting
- manier van vooruitgang = trail & error gevormd door succes
- inhoud = ontwikkelen van programma
- optimaal maken = meer detail, consistentie & nauwkeurigheid - autonoom = automatisch
- aandacht = automatiseren, tijdens andere taken uitvoeren
- manier van vooruitgang = zelfcorrectie van fouten
- inhoud = info van omgeving & proprioceptoren gebruiken
- progressie = afvlakken leercurve
massed practice
- hoog intensief/repetitief oefenen
- weinig rust
- oefenen van 1 of enkele vaardigheden - effect
- uitvoeren van taak zorgt voor motorische voorkennis = acties-selectie
- inductie tot structurele veranderingen - eigenschappen van geleerde effecten
- snelle verwerving
- weinig effect op pijn of vermoeiing
- minder retentie & tranfereerbaarheid - praktijk
- hoge aantallen vaak niet mogelijk
- aantallen zijn meer mogelijk in chronische fase
–> zullen in deze fase ook effectief vooruitgang geven
distributed practice
- laag intensief
- sessies met rustpauzes
- verhogen van performantie & retentie
- positief effect op lange termijngeheugen
- te grote spreiding = minder leereffect & retentie - hypothese spreidingselement
- preactivatie moet verwerkt worden
- bij continu herhalen = minder verwerking & minder inspanning
- herhalingssupressie = minder doorbloeding van hersenen bij 2e uitvoering
–> netwerk minder inbedden - meer spreiding
- meer tijd tussen activiteiten = verminderde priming
- hogere inspanning nodig
–> inbedding
taakspecificiteit & doelgerichtheid
- taakspecificiteit
- zo doelgericht mogelijk trainen
- CVA = beide hemisferen gebruiken voor taak
- afname van lateraliteit index voor sturende hemisfeer = efficenter gebruik brein - doelgerichtheid
- niet zomaar squentie van analytische bewegingen
- integratie vorm funcitonele beweging
aandachtsfocus
- algemeen
- beter concreet doel dan abstract doel
- intern = naar lichaam & gerelateerde processen
- extern = naar omgeving - beste = extern
- betere uitvoering
- leren in termen van vordering in uitvoering
- meer progressie & retentie
- training van proprioceptie = interne focus - onderzoek parkinson
- posturale controle op kantelplank
- intern = focus op druk van voeten & zo min mogelijk bewegen
- extern = focus op aangebrachte rechthoeken & kantelplank zo min mogelijk laten beegen
- extern scoorde elke keer beter
interne & externe focus bij off-line consolidatie
- interne focus = movement based
- matige vooruitgang binnen zelfde dag
- geen vooruitgang naar volgende dag - externe focus = goal based
- minder vooruitgang binnen zelfde dag
- grote vooruitgang naar volgende dag
- slaap = verankeren van aangeleerde zaken
kennis acculumaltie
- inhoud
- expliciete instructies = stap-voor-stap uitleggen
- in autonome fase = hinderpaal van instructies - onderzoek
- golven met expliciete verbale uitleg of dubbeltaken = geen expliciete sturing
- transfer testen door wedstrijdsituatie
- expliciet = betere uitvoering training maar slechter wedstrijd
–> teveel regels opstellen & in woorden willen uitdrukken
- impliciet = betere transfer door terugvallen op automatisatie - reinvesteringshypothese
- expliciete kennis = taal zal hindernis zijn in nieuwe context
- re-investeren van kennis in nieuwe omgeving is moeilijk
- expliciete training enkel toepassen bij echt niet lukken van patiënt
- impliciete training = dubbeltaken & foutloos training
variatie
- serial practice = verschillende oefeningen achter elkaar
- blocked practice
- zelfde oefening na elkaar
- kleinere fouten marge
- lagere activatie van brein tijdens oefening
- hogere activatie van brein tijdens retentie
- omgekeerde bij random practice - contextueel-interferentie effect
- interferentie van verschillende performaties van taken door elkaar
- bevordering van leerprocess
- werkt beter bij hoger vaardigheidsniveau = best beginnen met andere vormen voor snellere vaardigheidsverwerving
differentieel leren
- soorten variatie
- binnen een oefening = differentieel leren
- tussen oefeningen = contextuele interferentie - differentieel leren = schema van Schimdt
- herinnerings & herkenningsschema
- revalidatie niet continu op zelfde plaats
- geen unieke vorm van uitvoering taak = ook zo trainen
- zelfde vaardigheid zal hierdoor flexibel worden - contextueel interferrentie effect
- oefenen meerdere taken = taken hebben invloed op elkaar
- bij hoge context = veel variatie van oefeningen
- uitvoerder kan niet terugvallen op vorige taak
- intensere informatie verwerking
- pas doen bij latere fases = basisvaardig heden zijn aanwezig
moeilijkheidsgraad
- soorten moeilijkheidsgraad
- nominaal = stappen die moeilijker worden
- is voor iedereen ander = individuele functionele taakmoeilijkheid
- meer oefenenen = minder inschattingfouten
- minder nood aan verwerking foutinformatie & mogelijkheid voor progressie - uitdaging
- op maat progressie zal beste outcome geven
- shaping-graded excercise - shaping-graded
- bij CIMT
- complexiteit verhogen na bekrachtiging van vorige goede uitvoering = operant leren
multi-sensoriele stimulatie
- algemeen
- perceptie van meerdere sensorische informatiesoorten = fundamentele capaciteit
- vermogen moet ook getraind worden
- connecties maken tussen sensore & motore gebieden = feedback onderling
- opletten voor overmatige prikkeling - test met proefdieren
- primaire sensorische cortex uitschakelen
- geen probleem bij vroeger gekende taak
- nieuwe taken aanleren moeilijk
- multisensore stimulatie pas na beginfase
ritmiek
- algemeen
- afstemming & synchonisatie is menselijk
- subcorticaal-thalamisch-corticaal netwerk is verbonden
- connectiviteit die bestaat uitlokken = belang cerebellum
- neuro-entrainment = relatie tussen beweging & ritmiek
- vooral auditieve-motorische synchronisatie - toepassen
- parkinson
- CVA
expliciete feedback
- expliciet
- KR resultaatkennis = augmented
- belonen & sturen van leren
- leergedrag door cognitieve processen - dissociatief effect
- positief = meer retentie
- succes-gestuurd leersysteem met weinig verval door dopamine
- negatief = leerbevorderend
- combineren = sandwich - vordering van KR op grafiek
- patiënt weet hoe ver hij is
- verhogen van motivatie
- reïnforcement van geleverd werk
impliciete feedback
- sensorisch kader van beweging
- lichaam weet hoe beweging moet aanvoelen
- bij afwijkingen = aanpassingen uitvoeren - impliciete feedback
- KP uitvoeringskennis
- sensorisch kader bijsturen - afhankelijkheid
- door synchrone feedback
- minder proprioceptie gebruiken
- minder retentie - verschil visuele & auditieve feedback
- visuo-motorische zijn veel sterker dan auditief
- feedback met tonen = minder afhankelijkheid
passieve types oefenen
= interessante technieken bij grote letsels
- actie-observatie = belichaamd oefenen
- spiegelneuronen = activatie in hersenen door kijken naar acitiviteit
- beter uitvoeren bij eerst kijken naar die activiteit
- fronto-parietale & cerebellaire activitatie - mentaal oefenen
mentaal oefenen
- algemeen
- aan acties denken zonder uit te voeren
- fysiek uitvoeren blijft superieur
- stimulatie premotore zones, somatosensorische cortex & subcorticale gebieden
- faciliteren van functionele reorganisatie
- niet zelfde als mental preperation - voorwaarden
- nood aan declaratief geheugen = stappen herinneren = parietale letsels in orde
- mentaal bewegen mogelijk = occipitaal in orde
- duidelijk afgelijnde & pertinente bewegingen
- door buiten therapie = erg specifiek aan hulpvraag voor motivatie
mentaal oefenen in praktijk
- evaluatie voordien = voorwaarden
- evaluatie van mentale capaciteit
- inzicht verwerven over eigenschappen mental practice
- voorstellingstechnieken aanleren - afferente fase
- bewegingen komen in hoofd te zitten
- visueel = frontaal of langs achter
- langs achter is beste = 3e persoon = geen nood aan ruimtelijke oriëntatie
- door video of demonstratie tehrapeut
- door spiegel van Ramachandran kan ook! - herhaling
- video + passief bewegen
- passief bewegen + ogen toe
- engram vormen - mentale fase
- beweging in gedachte verrichten
- effectief trainen