Parkinson Flashcards

ziekte & evaluatie

1
Q

algemeen parkinson

A
  1. prevalentie
    - 1,2miljoen in europa
    - 3000 in belgie
    - 1-3/1000
    - verwachting van verdubbeling door vergrijzing
    - mannen > vrouwen met schaal 1,5:1
    - 5% jonger dan 40 bij diagnose
  2. symptomen = TRAP
    - Tremor
    - Rigiditeit
    - Akinesie of bradykinesie = kernsymptoom bij 80%
    - Posturale instabiliteit
    - vele niet-motorische symptomen die al 10-15j vroeger optreden
  3. kenmerken = differentiaal diagnose
    - unilateraal beginnen
    - traag verlopend
    - goede reactie op levodopa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

basale ganglia

A

normale functie
1. informatie van cortex
2. stratium = nu. caudatus & putamen
3. communicatie door dopamine van substantia nigra pars compacta
3. globus pallidus
5. informatie naar thalamus
5. informatie terug cortex
6. activeren van spieren

parkinson
- neuronale degeneratie
- eerste symptomen pas na 70-80%
- minder activering van thalamus & cortex
- brady & hypokinesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functie van basale ganglia

A
  1. functie
    - controleren van automatische & intern gegenereerde bewegingen
    - automatische piloot van bewegen & DJ tussen verschillende soorten bewegingen
  2. parkinson
    - meer afh van aandachtscontrole
    - minimale objecten vormen uitdagingen
    - dubbeltaken, doorgangen, kleine obstakels, …
  3. ander functies
    - houdingstonus
    - leren & automatiseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

progressief verloop van parkinson

A
  1. infectie van darmen
  2. omhoog reizen via n. vagus
  3. medulla oblongata = craniale hersenen
    - bulbus olfactorius aangetast = geur
    - n. hypoglossus = obstipatie
    - stembanden
  4. locus coeruleus = slaapstoornissen
  5. substantia nigra = TRAP-symptomen
  6. cortex
    - interactie met prikkels omgeving moeilijk
    - executieve functies & psychocognitie aangedaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oorzaken van parkinson

A
  1. risicofactoren
    - pesticiden = landbouw gebieden
    - nicotine = minder risico
    - mutaties = 5-10%
  2. microbioom
    - eigen micro-organismen = bacterien, virrussen & gisten
    - beschermen tegen ziekte verwekkers
    - ontregeling = hogere kans op neurodegeratieve aandoeningen
    –> ongekend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bewegingsarmoede

A

= 80% van patiënten

  1. soorten
    - bradykinesie = vertraagde beweging
    - hypokinesie = kleinere bewegingen
    - akinesie = onmogelijkheid van starten of stoppen
  2. uitting
    - vooral axiaal
    - toename bij dubbeltaken & complexe situaties
    - fenestreren = kleinere passen -> freezing = volledig stilstaan
    –> kan leiden tot propulsie
    - schuifelende pasjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tremor & rigiditeit

A
  1. tremor
    - rustremor van 5hz
    - toename bij stress & afname bij beweging
    - verbergen voor anderen = sociaal vermijdingsgedrag
    –> sociale impact > functionele impact
    - houdings en/of intentie tremor in latere stadia
  2. rigiditeit
    - gemaskeerde rigiditeit = testen door dubbeltaak
    - automatische ontspanning van spieren verloren
    - vooral in flexoren & romp
    - lodenbuis = plotse toename of tandrag = flucturend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

posturale instabiliteit

A
  1. vallen
    - 68% valt meer dan 1x per jaar
    - 2x zoveel als controle populatie
    - sommige vallen dagelijks
    - grote impact op patient & zorg
    –> valangst, mobiliteit, …
  2. propulsie
    - kyfoscoliotische houding
    - achter eigen zwaartepunt lopen
    - patroon van stappen met grote & kleine passen
    - ontstaan van groot valrisico
  3. retropulsie
    - achterwaarste verplaatsing van zwaartepunt
    - retropulsie test = plots aan shcouders trekken
    - terug in zetel vallen bij opstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

niet-motorische symptomen

A
  1. algemeen
    - 10-15j voor eerste motorische symptomen
    - ontwetendheid van verband
    - meer beschaamd van stoornis
  2. vroege symptomen
    - obstipatie
    - verlies van reukzin
    - episodes van depressie
    - verminderde REM
    - cogniteive stoornissen = geheugen & reactiesnelheid
  3. latere symptomen = psycho-cognitief & affecties
    - impulsief & vergeet achtig
    - hallucinaties & sensibele stoornissen
    - autonome stoornissen = bloeddruk, zweten, incontintentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

subtypes van parkinson

A
  1. tremor-dominant
    - tragere ziekteprogressie
    - lager risico op depressie & gemoedsstoornissen
  2. PIGD postural instability and gait deficiency
    - hoger risico op depressie & dementie
    - door valincidenten
  3. diagnose jonger dan 50j
    - betere prognose voor evenwicht problemen = pas na 15j
    - vanaf vroeger kine = ziekte verloop kunnen tegengaan
    - vanaf vroeger medicatie = medicamenteuze fluctuaties & complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

diagnose

A
  1. vermoeden van TRAP symptomen
  2. bevestiging klinische kenmerken
    - aanwezigheid van niet-motorische symptomen
    - unilateraal begin
    - chronisch & progressief ziektebeeld = langer dan 1j
  3. positieve reactie op levodopa = echte diagnose
  4. uitsluiting van andere cerbrale ziekte beelden
    - PET of SPECT van dopaminerge systeem
    - isotopen van dopamine antagonisten
    - comma vorm van putamen vertoont atrofie
    - uitsluiting van andere vb: tumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

medicamenteuze therapie van parkinsonisme

A
  1. dopamine spiegel
    - inname van voorlopers = levodopa of antagonisten = aanwezige dopamine verstreken
    - meestal beginnen met antagonisten
  2. pilvorm
    - effect na een halfuur
    - peik na anderhalfuur
    - uitgewerkt na 3uur
    - heel slecht nabootsen van normale continue dopamine productie
  3. duodopa
    - pomp in duodenum
    - continue stroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voor & nadelen van dopamine therapie

A
  1. voordelen
    - verminderde TRAP symptomen
    - geen effect op posturale instabiliteit
  2. nadelen
    - meer effect distaal terwijl ziekte vooral proximaal voordoet
    - gewenning
  3. complicaties = na 5j
    - dyskinesiën
    - on-off-fenomeen bij landurig gebruik
    - vallen & posturale instabiliteit
    - dementie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

on-off fenomenen

A

DDS dopamine dysregulatie syndroom

  1. fases van medicatie
    - honeymoon = eerste jaren met gunstig effect
    - wearing-off = lichte negatieve fluctuaties
    - on-off fenomeen = erg snelle & plotse veranderingen van immobiliteit & normale motorische functie
  2. dyskinesieën of dystonieën
    - bij 50%
    - ongecontroleerde & choreatische bewegingen
    - lijd tot vermoeidheid & vermagering + pijn door overbelasting
    - als kine opmerken & dokter advieseren om medicatie te herzien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

chirurgische therapie van parkinson

A
  1. stereotatische operatie technieken
    - elektrische stimulatoren = DBS deep brain stimulation op thalamus of globus pallidus zetten
    - trillingen & post-leasion effect
    - beter als medicatie
    - plaatsing begeleid door radiologische beelden
  2. post-operatief afbouwen/stopzetten van medicatie
    - post-operatieve depressie
    - impulsiviteit
    - te hoog inschatten van mogelijkheden
    - gevaarlijkgedrag & verhoogd valrisico
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

stadia volgen Hoehn & Yahir

A
  1. stadium 1 = unilaterale tekenen van de ziekte
  2. stadium 1.5 = unilaterale plus axiale tekenen van de ziekte
  3. stadium 2 = bilaterale tekenen van de ziekte, zonder evenwichtsverlies
  4. stadium 2.5 = lichte tekenen van bilaterale ziekte met herstel na retropulsie test
  5. stadium 3 = lichte tot matige tekenen van bilaterale ziekte met posturale instabiliteit
    –> fysiek nog onafhankelijk
  6. stadium 4 = ernstig beperkt maar nog in staat om te gaan en te staan
  7. stadium 5 = rolstoelgebonden of bedlegerig zonder hulp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

algemeen vroege stadia van ziekte

A
  1. algemeen
    - stadia I & II
    - vaak missen van diagnose maar minder door vooruitgang in beeldvorming
    - dd = angst, depressie of discreet cerebrovasculair accident
  2. axiale motoriek
    - eerste aangetast
    - afname van 30% motoriek & mobiliteit
    - afname van romprotatie, armzwaai & draaien in bed
    - overbelasting van ledematen
  3. tremor
    - 50%
    - onstaan in BL met korte opstoten
    - provoceren door dubbeltaken toe te voegen & tijdsdruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

gelaat bij vroege ziekte

A
  1. masker gelaat = bradykinesie van gelaat
    - unilateraal begin
    - meestal onnatuurlijk aangehouden glimlach
    - afname van knipperen
    - vaak verkeerd interpreteren als depressie ≈ hogere drempel voor sociaal contact
  2. stem
    - heesheid & gebreuk aan resonantie
    - hypofonie = vlak stemgeluid met licht verhoogde toonhoogte & gedaald volume & intonatie
    - onregelmatig ritme & freezing
19
Q

houding & gangpatroon bij vroegere ziekte

A
  1. houding
    - lichte flexie in gewrichten = kyfose met anteropositie
    –> propulsie neiging
    - beweging als blok
    - lateroflexie naar gezonde zijde
  2. gangpatroon
    - gebrek armzwaai & romprotatie
    - verminderde paslengte & traager gaan
    - moeite met draaien
    - minder goed afrollen = schuifelen
20
Q

algemeen midden & latere stadia van ziekte

A
  1. algemeen
    - classe III-V
    - hinder van ADL zaken
    - onafhankelijkheid wordt bedreigd
    - on-off fluctuaties
    - dyskinesiën
  2. slikstoornissen
    - rigiditeit & bradykinesie van tong & sliksperen
    - dysfagie in latere fase
    - versterkt door sterke anteropositie van hoofd = antecollis
21
Q

freezing

A
  1. bij gang = 30%
    - voorafgegaan door gestinatie = toename van stapfrequentie & afname van staplengte
    - 20% bij veranderen van houding
    - 15% bij naderen van beperkte ruimte/obstakel
    - 10% bij draaien
    - 50% bij combinatie van factoren
  2. andere soorten = 11%
    - spraak = palialie met herhalen van eerste lettergreep
    - ogen = akinesie van m. levator palpabrae met gesloten ogen
    - bevriezen van arm bij schrijven & tanden poetsen
  3. oorzaken
    - 1/2 bij langer dan 5j = lang ziekte verloop
    - vooral tijdens off-fenomeen = off-freezing
22
Q

houding & evenwicht van midden & latere ziekte

A
  1. houding = reversibel
    - kyfoscoliose
    - camptocormia = minimaal 45° flexie van romp
    - antecollis = minimaal 45° flexie van nek die extensie verhinderd maar kan het wel isometrisch
    - Pisa-syndroom = lateroflexie van maximaal 10°
    –> meer dan 10° & rotatie = gefixeerde scoliose
    - pronatie & flexie van hand + flexie vingers & oppisitie duim
  2. evenwicht
    - propulsie of retropulsie bij draaien ≈ freezing of gait
    - rigiditeit & bradykinesie = minder snelle reacties
    - cognitief = bij dubbel taken meer risico
23
Q

parkinsonismen

A
  1. idiopathische ziekte van Parkinson
  2. genetische ziekte van Parkinson
  3. parkinson-plussyndromen kenmerken
    - snellere evolutie
    - geen invloed van medicatie
    - fietsen lukt niet
  4. specifieke syndromen
    - MSA-P of MSA-C multiple systeem atrofie
    - PSP progressieve supranucleaire paralyse
    - CBD corticobasale degeneratie
    - DLB dementie met lewy bodies
  5. secundaire parkinson
    - door medicatie
    - door toxines
    - door infacten = vasculair parkinsonisme
24
Q

MSA-P of MSA-C

A
  1. multiple systeem atrofie
    - MSA-P = parkinson gelijkend
    - MSA-C = cerebellair gelijkend
  2. symptomen
    - toegenomen OH
    - seksuelestoornissen
    - atactisch gangpartroon & vallen
    - atactische spraak
25
Q

PSP

A

= progressieve supranucleaire paralyse

  1. prevalentie
    - mannen > vrouwe
    - 50+
  2. symtomen
    - symetrisch
    - rigiditeit cervicaal
    - stemmings & gedragstoornissen
    - apathie & impulsiviteit
  3. oogbewegingen
    - verticale > horizontale blikparese = niet naar onder kunnen kijken
    - achteruit vallen
    - eyelid-opening apraxrie = belfarospasmen
    - oogirritaties
26
Q

CBD

A

= corticobasale degeneratie

  1. symptomen
    - assymetrische stijfheid & dystonie
    - apraxie
    - alien limb ≈ neglect
    - voosheid
    - myoclonus
  2. cognitieve stoornissen
    - aandacht
    - taal
    - kennen
27
Q

DLB

A

= dementie met lewy bodies

  1. motorische symptomen
    - minder opvallende TRAP
    - symmetrisch
  2. andere symptomen
    - visuele > auditieve hallucinaties
    - gevoeligheid voor neuroleptica
    - depressie
  3. slaapstoornissen
    - verminderd aandacht & executief functioneren
    - restlessness
    - fluctuaties in cognitief functionere
    - voorbijgaand bewustzijnsverlies
    - geheugenstoornissen later
28
Q

oorzaken secundaire parkinsonismen

A
  1. door medicatie
    - 7+ neuroleptica
    - anti-emetica
    - meer rigiditeit & symmetrisch
  2. door toxines
    - zink & lood
    - pesticides
    - koolstofmonoxide
    - cyanide & mangaan
29
Q

vasculair parkinsonisme

A
  1. lower body parkinsonisme
    - minder respons op medicatie
    - sneller loopstoornissen
    - minder goede prognose
  2. andere symptomen
    - spraakstoornissen
    - normale geur
    - meer mentale stoornissen
30
Q

evalutatie ziekte van parkinson

A
  1. algemeen testen
    - meerdere testen nodig = verschillende punten in medicatie cyclus
    - betrouwbaar beeld van patiënt krijgen
  2. zelfkennis
    - vaak goed gebewust van schommelingen in medicatie
    - niet gekend met ON OFF teminonologie
    - op VAS-schaal effect van medicatie laten aanduiden
31
Q

initiële evaluatie

A
  1. intakevragenlijst parkinson
    - voor consultatie al laten invullen
    - snel zichtkrijgen = al meer doelgericht zoeken
    - inzicht op hulpvraag, klachten & ilness beliefs
  2. PSK patiënt specifieke klachtenlijst
    - samen overlopen van activiteiten
    - ook stoornissen in functie
    - top 5 problemen opstellen
    - indicatief voor verdere testings
32
Q

evalutatie op stoornis niveau

A
  1. MDS-UPDRS movement disorder society
    - test van klein halfuur
    - meestal enkel deel = afh van PSK
    - 4 delen
    - voordoet aan klinimetrische voorwaarden = validiteit & betrouwbaarheid
  2. schaal van scoring
    - 0 = geen stoornis
    - 1 = lichte stoornis zonder invloed op functie
    - 2 = milde stoorins met invloed op geïsoleerde activiteiten
    - 3 = matige stoornis met invloed maar geen verhindering
    - 4 = ernstige stoornis = normaal funcitoneren niet meer mogelijk
33
Q

delen van MDS UPDRS schaal

A
  1. deel I
    - non-motorische ADL-bevragingen vb: slaap & cognitie
    - IA door therapeut = extra uitleg nodig
    - IB door patiënt x partner
  2. deel II
    - ADL-deel
    - door patiënt x partner
    - spreken, slikken & speekselovervloed
    - hobby’s
    - mobiliteit, stappen & freezing
  3. deel III
    - motorische onderzoek
    - TRAP symptomen + spraak, expressie & mobiliteit
  4. deel IV
    - motorische complicaties van off
    - duur, beperkingen, pijn, …
34
Q

testen van rigiditeit

A
  1. axiale rigiditeit = eerst
    - vroegtijdig nekrigiditeit = flexie & rotatie
    - rotatie test = unilateraal begin
  2. uitlokken
    - heterolateaal alternerende bewegingen
    - late stadia = moeilijk onderscheid van weke delen veranderingen
    –> door uitlokking onderscheid maken
  3. Ashworth-scaal
    - 0 = niks voelen
    - 1 = voelen bij dubbeltaak
    -2 = licht voelen bij geen taak
    - 3 = duidelijk voelen
    - 4 = onmogelijk volledige ROM
35
Q

testen van bradykinesie

A
  1. snelle tests = ook doen bij vermoeden van parkinson
    - repitieve distale bewegingen
    - 10sec volhouden
    - verminderderen van amplitude of snelheid
    - onregelmatige ritme = hasting (sneller) of akinesie
  2. testen
    - vinger taps
    - hand openen & sluiten
    - pro-supinaties
    - tappen met tenen
    - heffen van been
36
Q

testen van posturale instabiliteit & tremor

A
  1. posturale instabiliteit
    - RPT retropulsie test = afh van aantal stappen score
    - ook andere testen = opstaan, …
  2. tremor
    - handen vastnemen aan polsen
    - vingers hangen vrij af
    - kijken naar geïsoleerde bewegingen van vingers
    - houdingstremor = been op positie houden
    - bewegingstremor = poiting test
37
Q

andere evalutaties op stoornis niveau

A
  1. houdingsveranderingen
    - observatie van zij- & achter aanzicht
    - mobiliteit met goniometer
    - krachtest = manuele weerstand
    –> meestal geen afwijkingen
    - enkel afwijkinen bij dynamische testen = bradykinesie
  2. cognitie
    - MMSE = hoger dan 24/30 is normaal
    - MOCA = hoger dan 26 is normaal
  3. andere
    - cardiovasculair = HF, Astrand-test & 6MWT
    - valangst = FES fall efficacy scale of ABC activities balance confidence scale
    - dyskinesiën = modified dyskensia scale
38
Q

testen voor activiteits niveau

A
  1. fijne motoriek
  2. gaan
  3. transfers
  4. valrisico
39
Q

testen voor fijnemotoriek

A
  1. nine hole pegboard test
    - test van grijpen
    - 9 pinnetjes plaatsen & terug leggen
    - enige betrouwbare test voor fijne motoriek bij parkinson
  2. schrijven
    - willekeurige tekst schrijven
    - micrografie = verkleinen van letters
    - lussen van e & l verdwijnen
    - gladstrijken van m & n
    - freezing
    - ook testen door SOS systematische opsporing van schrijfmotorische problemen
40
Q

tests voor gaan 1

A
  1. 10m gang test
    - 5m voor & 5m na = bekomen van 10m steady state
    - van eerste contact na eerste lijn tot eerste contact na 2e lijn
    - stappen tellen & tijd meten
    –> berekenen van gemiddelde snelheid, frequentie & paslengte
  2. M-PAS modified parkinson activity scale
    - TUG-uitvoering = observatie van starten, stappen & korte bocht maken
    - nadien uitvoeren met dubbeltaken vb: glas water vasthouden & aftellen van 100 met sprongen van 3
41
Q

tests voor gaan 2

A
  1. rapid turnstest
    - zo snel mogelijk 360° in beide richtingen draaien
    - geen FOG = herhalen met dubbeltaak
  2. N-FOGQ new freezing of gait questionnaire
    - bevraging naar episodes van freezing
    - frequentie & duur van freezing
    - impact op dagelijkds functinoeren
  3. 6MWT
42
Q

tests voor transfers

A
  1. MPAS
    - deel 1 = staan uit zit & gaan zitten observeren
    - deel 2 = TUG
    - deel 3 = bedmobiliteit
  2. bedmobiliteit MPAS
    - gaan liggen & bereiken confortabele eindpositie
    - omrollen op zij
    - terugkomen op rand van bed
  3. FTSTS five times sit to stand test
    - zo snel mogelijk 5 keer STS
    - indicatie voor kracht & vlotheid
    - langer dan 16sec = verhoogd valrisico
43
Q

tests voor valrisico

A
  1. push and release test
    - variant van RPT retropulsie test
    - schouderbladen tegen handen duwen
    - op willekeurig moment lossen
    - evenwichtsreactie op 0-4 beoordelen
  2. andere tests
    - MPAS
    - BBS berg balance scale
    - FTSTS
    - MINI- BES Test of DGI dynamic gait index of FGA funcitonal gait assessment = 1 van de 3 testen
  3. 3 simple clinical test = predicitie van valrisico
    - val in afgelopen jaar = 6x meer kans
    - freezing = 3x
    - gangsnelheid lager dan 1,1m/s = 2x
44
Q

evaluatie van participatie

A
  1. algemeen
    - bij PSK al hulpvragen
    - informatie over ziekte = lotgenoten boek
  2. PDQ-39 parkinson disease questionnaire
    - systematische evaluatie
    - mobiliteit
    - ADL
    - communicatie