Parkinson revalidatie Flashcards

1
Q

verloop van revalidatie bij parkinson

A
  1. begin fase
    - geen nood aan revalidatie
    - goede effecten van medicatie
    - pas doorverwijzing bij evenwichtsproblemen = veel kansen op secundaire preventie over
  2. beperking medicatie = on-off
    - beperkingen = distaal effect op proximale aantasting
    - nadelen = nevenwerkingen & complicaties
    - DBS = winnen van enkele jaren maar achteruitgang blijft vaan
  3. toenemende belasting op patiënt & ouder worderende partner
    - nood aan vangnet = multidisciplinair kader
    - goede informatie
    - VAPH vlaams agentschap voor personen met handicap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

algemeen revalidatie

A
  1. revalidatie afh van fase
    - stadium 1 & 2 = zelfmanangement
    - stadium 3 & 4 = verbeteren van transfers & evenwicht
    - stadium 5 = behoud van vitale functies
  2. positieve effecten van bewegen
    - neuromodulerend
    - toename exciteerbaarheid hersenen
    - neuronale reogranisatie door plasticiteit & overflow
    - preventie van secundaire stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zelfmanagement in vroege fase

A
  1. inhoud
    - zorg bieden met respect vor persoonlijke voorkeuren
    - bij kine reden houden met noden & motivatie
    - meer zelfcontrole = meer motivatie
  2. sociaal isolement
    - schrik voor reacties van anderen
    - inactiviteit & deconditionering
    - informeren over ziektesymptomen bij inactiviteit & gevolg van therapie hierop
  3. andere doelen
    - verhogen van fitheid
    - verminderen van pijn
    - uitstellen van funcitonele beperkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verbetering van mobiliteit & uithouding in vroege fase

A
  1. mobiliteit
    - preventie van mobiliteitsverlies & houdingsverval
    - normale bewegelijkheid = basisvoorwaarde voor behoud van functie
    - extensie & rotatie van romp
    - extensie heup & knieën = flexie voorkeur
    - strechting & algemene mobilisaties
  2. uithouding
    - standaard aerobic programmas
    - HIIT = boost geven & minder motorische symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verbeteren van kracht in vroege fase

A
  1. kracht
    - daling door inadequate activering door bradykinesie & secundaire inactiviteit atrofie
    - BIG concept = zo groot mogelijke functionele bewegingen
    - PNF proprioceptieve neuromusculaire facilitatie
    - RAS rhythmic auditory stimuli werkt ondersteunend
  2. Parkinson Welness Recovery Program
    - Power-UP = tegen Fz
    - Power-TWIST = rotaties
    - Power-ROCK = verleggen van LWP
    - Power-STEP = starten van bewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pijndemping in vroege fase

A
  1. primaire pijn = neuropathische pijn
    - geen centrale of perifere aanwijsbare oorzaak
    - vroeg teken van ziekte
    - akathasia-gerelateerde pijn = stilhouden van lidmaat
    –> restless legg syndrome
  2. secundaire pijn
    - meestal musculoskeletaal
    - rugpijn door staan in kyfose
    - overbelasting van kuitspieren & achillespezen
    - arm die stijver & krachtlozer wordt = compensatie schouder/nekspieren
  3. andere vormen van secundaire pijn
    - medicamenteus
    - radiculair
    - constipatie gerelateerd = naar onderrug uitstralen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

pijndemping in vroege fase

A
  1. detoniserende technieken
    - massage
    - stretching & mobilisatie
  2. houding corrigeren
    - feedback in orthopedische spiegel
    - stimuleren zelfmanagement = confronteren/informeren/motiveren
    - proprioceptieve informatie door referentiepunten
    - mobilisaties wervelkolom & schouders
  3. depressie
    - rouwprocess progressieve verlies
    - verminderde dopamine = gelukshormoon
    - stimuleren fysieke activiteit = positief effect
    –> hoogfrequent programma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

transfer training in midden stadia

A
  1. algemeen
    - zelfstandigheid bij ADL-activiteiten
    - topprioriteit
    - complexer dan mobiliteit aanpak
  2. cognitieve strategiën
    - stappenplan voor beweging = corticaliseren van geautomatiseerde bewegingen
    - rekening houden met MSS problemen & bradykinesie
    - aanleren in verschillende omstandigheden
    - transfers niet meer zonder hulp = revalidatie thuis & in dagelijkse context
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

evenwichttraining in middenfase

A
  1. algemeen
    - evenwicht problematiek vaak reden voor doorverwijzing
    - distaal effect van medicatie & DBS
    –> geen effect op proximale spieren voor evenwicht
  2. therapie
    - tai chi = grote bewegingen met LWP verplaatsingen
    - dansen
    - kinesitherapeutische interventies = onstabiele opp.
    - gangtraining
    - krachttraining
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

handvaardigheid training in middenfase

A
  1. reiken & grijpen
    - belangerijk voor ADL
    - oefenen op coördinatie met behoud van goede houding
    - vloeiendheid & precisie van beweging
    - vaak voorafgegaan door mobiliteit BL optimaliseren
    - oefenen met dubbeltaken
  2. functionele taken die extra aandacht verdienen
    - knopen open doen & veters
    - schrijven & omdraaien van pagina
    - deuren & sleutels
    - voorwerpen op verschillende hoogtes = hoge & lage kasten
    - inscheken van drank
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gangreeducatie in middenfase

A
  1. externe cues
    - visuele cues = lijnen op grond
    - auditieve cues = ritme
    - sensorische cues = elektrostimulatie voor dorsiflexie
  2. interne ceus
    - zelf denken aan bepaalde houding
    - voordeel = altijd kunnen doen
    - nadeel = afh van aandacht
  3. training
    - 30min per dag
    - korte duur na training dat stappen automatisch beter gaat
    - training met dubbeltaken
    - cues bij off-fase kan tot freezing leiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

theorie van aangedane structuren

A
  1. geen FOG
    - weinig afbraak = vroeg stadia
    - geen compensatie van andere systemen nodig
  2. spordische FOG
    - aantasting posterior deel basale ganglia
    - motoriek gaat achteruit
    - meer nood aan andere systemen = cognitie
  3. ernstige FOG
    - aantasting van basale ganglia meer anterior
    - compensatoire netwerken worden ook meer aangedaan
    - achteruitgang van sensoriek
    - meer compensatie van cogntie = coriticaliseren
  4. stadium V
    - allezones aangedaan buiten limbisch = gebruiken voor motoriek
    - beste therapie = op gemak stellen
    - evenementen in leven hebben duidelijk effect op motoriek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

training op FOG

A
  1. geen FOG = generieke training
    - algemeen in beweging blijven
    - geen effect op FOG
  2. sporadische FOG = FOG relevante training
    - draaien
    - dubbeltaken
    - evenwichttraining
  3. ernstige FOG
    - cues
    - strategiën voor blokkades te overwinnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behoud van mobiliteit in late fase

A
  1. stretching
    - hogere kans op rigiditeit
    - vooral pectoralis, nek & schouder spieren
  2. modaliteiten
    - trage stretching in on fase = bewust ontspanning
    - relaxatie nodig voor verliging van rigiditeit, tremor & dyskinesien
    - CR-methode met meer aandacht voor langere contractie
    - vermijden van prikkels
  3. andere mobilisaties
    - posturen van ventrale keten = 20min buiklig
    - mobilisatie naar extensie & rotatie
    - relaxatietechnieken vb: hydrotherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

behoud van vitale functies in late fase

A
  1. oefeningen
    - ademhalingstechnieken
    - cardiovasculaire training
    - functionele training
    - autonome training = lange tijd rechtopstaan
    - zingen = goed voor respirtoire & relaxatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

oorzaken decubitus late fase

A
  1. symptomen
    - rigiditeit
    - akinesie
    - zorgafhankelijkheid voor transfers
    - slikstoornissen -> vermageren
    - psychocognitief funcitoneren
  2. autonome stoornissen
    - bloeddruk
    - temperatuurregulatie
    - continentie
17
Q

preventie van decubitus & contracturen in late fase

A
  1. oorzaken contracturen
    - toegenomen immobiliteit & houdingsveranderingen
    - hypokinesie
    - rigiditeit
    - spierzwakte
  2. preventie
    - regelmatige medicatie
    - gezonde voeding & genoeg vocht
    - stipt positioneringsbeleid
    - aandacht voor correcte ondersteuning
    - aangepast materiaal
    - goede hygiene
18
Q

ondersteunen van partner/mantelzorger in late fase

A
  1. evolutie
    - progressie van ziekte
    - ouder worden van manetelzorger
    - patiënt kan zo lang thuisblijven als dat partner het toelaat
    - multidisciplinaire centra verlagen druk
  2. interventie
    - gesprek met mutualiteit of maatschappelijk assistent
    - zelfmanagement van mantelzorger
    - urgent = ziekenhuis opnames
    - andere = dagcentrum, rusthuis, …
  3. draagkracht verhogen
    - gebruik van wandelstok = vaak problemen door dubbeltaak & coördinatie van reciproke beweging
    - kleine rollator
    - rolstoel = vaak wel moeten duwen
    - ergotherapeutisch advies voor transfers
19
Q

wetenschappelijk onderzoek naar effect therapie

A
  1. algemeen
    - parameters die getraind worden verbeteren
    - positieve effecten van specifieke vroegtijdige interventies vb: dubbeltaak training
    - valtraining = 60% vermindering
    - combinatie met krachttraining = 80%
  2. actie-observatie voor functionele training
    - 3x per week voor 4min
    - voldoende lang observatie = 1u
    - herkenbaarheid = parkinson patienten
  3. duur
    - minstens 6 maand = verminderde LED levodopa equivalent dose
20
Q

andere manieren van therapie

A
  1. DBS deep brain stimulation
    - positief effect op FOG
    - door betrokkenheid cerebellum = ook PPN-DBS
    - STS spinale cord stimulation
  2. tDCS transcranial direct current stimulation
    - cathode aan zones gestimuleerd worden
    - positief effect op cognitie
  3. VR
    - positief effect voor functionaliteit te stimuleren
    - extra motiverende factor
21
Q

cognitieve strategie in bed gaan liggen

A
  1. deken wegtrekken
  2. schuin op de rand van het bed gaan zitten
    - met voeten naar bedeinde
    - hoek van 45°
  3. benen in bed
    - steunend op armen
    - 1 voor 1
    - voeten onder dekens
  4. langzit
  5. op armen naar voor/achter schuifen = positionering tov. kussen
  6. dekensvastnemen
  7. liggen
22
Q

cognitieve strategie draaien in bed

A

= rotatie zonder nood aan snelle krachtinzet van romp

  1. ruimte maken onder deken
  2. benen hoog optrekken
  3. bekken & schouders naar andere kant verplaatsen = plaats maken voor draaien
  4. arm die beneden komt uitstrekken
  5. draaien van benen & volgen van romp
23
Q

cognitieve strategie uit bed komen

A

= door zijlig want minder nood aan axiale spieren

  1. draaien naar zijlig ook met cognitieve strategie
  2. deken wegslaan
  3. benen laten zakken over rand
  4. opduwen tot zit
  5. tot rust komen voor verder vatten rechtstaan
24
Q

cognitieve strategie voor rechtstaan uit zit

A

= zwaartepunt wordt niet naar voor geplaatsts

  1. voeten naar achter plaatsen
  2. zitvlak naar voor in zetel
  3. romp naar voor brengen
    - hoofd voorbij knieën
    - samen met opduwen van armen
25
Q

cognitieve strategie voor gaan zitten

A

= vaak neer ploffen & scheef zitten

  1. doorlopen tot zetel
  2. volledige draai in voeten
  3. naar voor buigen
  4. gecontroleerd gaan zitten met armsteun
  5. zitvlak naar achter plaatsen