CVA praktijk Flashcards
doelen van positionering
- comfort
- alignement = alle gewrichten normaal tegenover elkaar
- altijd beginnen bij goede alignment romp & dan pas armen & benen
- symmetrie = nooit volledig verkrijgen maar streven
- stabiliteit = zwakke romp geeft vaak onstabiel gevoel - stimulatie
- aandacht voor lichaam = prikkelen & zien van hemiplegische zijde
- aandacht voor omgeving = neglect zodanig dat prikkeling aan neglect zijde - preventie van complicaties
- acute CVA nooit pijn = enkel door complicaties
- pijn preventie & reductie vb: schouderpijn
- decubitus
- contracturen
- afh van intensiteit parese - examen
- geen hoofdvraag
- attitude = bij alles doen
keypints bij positionering
- bobath therapie
- central keypoint
- proxiale keypoints = schouder & bekken
- distal keypoints = polsen & enkels - gebruik
- positionering = proximale keypoint symmetrisch & geen dissociatie
- oefentherapie = distal keypoints zijn aangrijpingspunten
ruglig
- controleren van rechtliggen patiënt
- bekkengrodel controleren = ligt vaak verkeerd
- schoudertoppen controleren - hoofd & schouderblad ondersteunen = protractie
- pols hoger dan elleboog & schouder
- geen zwelling
- op buik = voorkeur door visuele imput
–> ook faciliteren door arm boven deken
- op kussen
- pols niet in flexie liggen & vingers wel in flexie - knie
- enkels cussens voor hyperextensie
- kussens voor zwevende enkels is ook mogelijk - extra
- voeten = enkel spalken bij spitsvoeten
- nachtkastje & bel aan niet-hemiplegische zijde
- alle zijsteunen omhoog behalve aan voet van kant badkamer
de heup in ruglig
- probleem
- paretisch been zal naar exorotatie draaien
- verkeerd stappatroon
- pijn door wondjes = laterale malleolus schuurt meer
- veel CVA met diabetes = nog trager genezen - therapie
- handdoek onder hemiplegische bekken
- knie & bekken zal naar binnen draaien
zijlig op gezonde zijde
- controleren van rechtop liggen = geen kanteling tussen bekken & schouder
- hoofd = kussen
- gezonde arm = onderliggend
- armen niet knellen bij schouderretractie = lichte protractie
- arm op schouder kussen hoger dan lichaam & pols hoger dan elleboog - paretische arm
- niet achter lichaam afhangen = schouderpijn door tractie & geen visus
- niet voor lichaam afhangen = zwelling hand
- na rollen kan hand onder romp komen = extreme PF in pols die voor klachten zorgt
- hand op kussen voor gezichtveld licht gebogen - bekken
- niet gekanteld tov. schouders
- geen adductie van been = kussen tussen beide benen
- stappositie = onderste gestrekt & bovenste in lichte flexie
zijlig op hemiplegische zijde
- patiënt ligt niet volledig op zij = steun op humeruskop vermijden
- eerst op zijlig liggen
- hand op schouder = schouderblad naar voor trekken
- kussen tegen rug voor niet terug te vallen - arm
- niet tegen romp = geen visus
- zelfde principes hand & pols - benen
- heup hemiplegisch been naar extensie brengen = compensatie voor vele zitten
- kussens tussen beide benen
rolstoel
- remmen opzetten
- corrigeren van bekken
- vaak niet zien door kleren
- tilt corrigeren door leunen naar andere kant & met beide handen bekken
terug schuiven
- bekken naar voor gekanteld = klein kussen
- onderuitzakking corrigeren door leunen & aan knieen naar achter schuiven
–> tranfers 2e wervelzuil - controleren schoudertoppen
- arm
- tafeltje/kussen voor arm
- afhangen van arm = gevaar voor wielen
–> anti-slip of sling - knieen naar buiten
- voeten
- niet afhangend
- steun = betere rompstabiliteit
- dorsiflexie behouden
- voet nooit achter steuntje terechtkomen
- geen druk van bovenbeen x voetsteuntje
–> compressie kan tot perifere dropvoet leiden = correcte stoel
voor & nadelen van verschillende houdingen
- ruglig
+ acuut geeft erg stabiel gevoel & bij anderen niet
- weinig aandacht met lichaam = vooral naar plafond kijken - zijlig op gezonde zijde
+ hemiplegische kan in gezichtveld = stimulatie voor meer gebruik
+ erg comfortabel
- minder functioneel = niks of minder kunnen doen met paretische arm
- onstabiel voelen
- gebruik van veel kussens die je in praktijk niet hebt - zijlig op hemiplegische zijde
+ sensorische stimulatie van hemiplegische zijde
- schouderpijn = niet uitvoeren indien aanwezig
definitie van erst BL zwakte
- acuut < 7d post-stroke
- SAFE = schoulder abduction + finger extension MRC
- severe = 0-4
- moderate = 5-7
- mild > 7 - subacuut < 4,5m post-stroke
- Fughl-Meyer upper limb
- severe = 0-22
- moderate = 23-50
- mild > 50-66 - chronsich < 6m post-stroke
- Fughl-Meyer upper limb
- severe = 0-28
- moderate = 29-42
- mild > 43-66
algemeen BL revalidatie
- testen
- kracht functie = MI motricity index
- selectieviteit functie = FMA Fughl-Meyer Assessment
- activiteit = FAT Frenchay Arm Test - prognose
- heel heterogeen
- geen negatieve houding door slechte kliniek - andere doelen = niet alleen goed functionerende arm
- geassisteerde arm bekomen
- functie tijdens evenwicht & gang
- lichaamsbeeld
- secundaire complicaties
MI
- Motricity Index
- aller eerste wat je bij CVA patiënt doet
- in zit
- eerst verbaal uitleggen -> voortonen -> begeleiden
–> congitie mag niet belemmeren - score
- L/R vergelijken = eerst gezond
- score op 100 van BL & OL appart
- tests met & zonder weerstand + break-test - tests BL
- blokje van 2,5cm vasthouden tussen duim & wijsvinger = apparte score geving
- willekeurige flexie van elleboog tot volledige flexie
- schouderabductie van 0 tot 90° - tests OL
- willekeurige dorsiflexie
- willekeurige extensie van knie vanuit 90°
- willekeurige flexie heup vanuit 90° flexie
FMA
- Fughl-Meyer Assessment
- van gecombineerde bewegingen naar dissociatie testen
- testen van selectiviteit
- 0 = geen beweging
- 1 = hij kan het deels
- 2 = hij kan het
- totale score op 66 - stadia schouder/elleboog
- stadium 1 = reflexen aanwezig
- stadium 2 = flexiesynergie & extensie-
- stadium 3 = afwijken van basissynergie
- stadium 4 = geisoleerde bewegingen
- stadium 5 = normale reflexen - therapie afh van score
- <19 = preventie van secundaire complicaties
- 19-47 = functionele armtraining van grijpen & rijken
- >47 = fijne motoriek training
FAT
- Frenchay Arm Test
- 5 items met paretische hand
- 0 = kan niet
- 1 = kan wel - onderdelen
- meetlat stabiliseren met paretische arm & lijn langs trekken
- cilinder 30cm optillen & weer neerzetten
- uit een glas water drinken zonder morsen & weer neerztten
- wasknijper van pen halen & weer in bakje leggen
- haren kammen aan beide zijden van hoofd
algemeen mobilisaties van BL
- uitgangshouding
- in lig
- in zit = moet goede proximale controle hebben - principes
- proximaal controleren & faciliteren vb: scapulohumeraal ritme
- proximaal beginnen behalve indien volledige contractuur
–> van distal uit losmaken
- snelheid ≈ spasticiteit dus traag bewegen - doelen
- pijn reductie
- ROM verbetering
- spasticiteit kortdurend verlagen = stretchen
- voorbereiden voor actieve oefentherapie
mobilisatie van schouder
- probleem scapula
- minder spierwerking
- loskomen van thorax
- naar depressie zakken - scapulothoracaal
- beide armen op scapula = arm tussen armen controleren
- elevatie/depressie & protractie/reteactie
- kan ook zijlig - glenohumeraal
- arm vasthouden & scapula begeleiden
- vooral abductie, anteflexie & exorotatie door beperkingen
- bij hoge abductie & anteflexie exorotatie inbrengen
- bij exorotatie knie onder elleboog = anders teveel rek op anterior structuren - aandacht punten
- altijd in scapulaire vlak
- nooit tracties = schouder is al minder stabiel
andere mobilisatie van BL
- elleboog = flexie-supinatie & extensie-pronatie
- pols
- DF/PF
- middenhandbeentjes naar oppositie & repositie
–> bolvormig maken is noodzakelijk voor grijpen - vingers = alles tegelijk & pols stabiliseren
doelen oefentherapie BL
- progressie
- van proximaal naar distaal
- van erg geassisteerd werken naar volledig hands-off
- uiteindelijk weerstand tegen beweging geven - scapula
- scapula setting
- actieve protracties, elevaties, …
- activatie serratus anterior, upper & lower trap - schouder = exo-rotatoren
- elleboog = reiken
- biceps inhiberen
- triceps leren aanspannen - hand
- vinger flexoren & extensoren
- vooral extensoren zijn belangerijk = ook prognostisch
voor & nadelen van ruglig & zit oefentherapie BL
- ruglig
+ veilige positie = verminderde romstabiliteit of acute fase
+ minder effect van zwaartekracht
+ goed alignement
+ sensorisch input = visus
- geen functionele positie
- vermindering van aandacht - zit
+ erg functioneel
+ rompstabiliteit = zitten zonder leunen maar noodzaak van goede houding
- stokoefeningen = veel endorotatie -> uiteinde vasthouden
voor & nadelen van zijlig oefentherapie BL
- op hemiplegische zijde
- gefixeerde scapula
- distale bewegingen
- voor patiënten met slechte proximale stabiliteit - op gezonde zijde
- training van scapula
- hoge load van gewricht
- voor patiënten met goede proximale stabiliteit
goede oefeningen in lig
- algemeen
- tikken tussen lichaamsdelen & voorwerpen
- pakken van voorwerpen - waterflesje = heel goed
- horen wanneer in knijpen = somatosensorische prikkels
- schudden
- waterpas brengen & houden
- fijne motoriek ivm dopje
oefeningen in zit
- kracht koppels
- combinatie arm & romp = eerst moet arm bewegen
–> vaak andersom doen
- combinatie van anterior delt & triceps
- coördinatei van triceps & biceps = relaxatie
- uit patroon bewegen! - stoel
- tikken & terug
- kantelen op achterpoten = gecontroleerd terugzetten
- handdoek verschuiven over rugleuning
- voorwerp op zitvlak terwijl gekanteld = zo ver mogelijk kantelen dat net niet valt - andere
- hand over tafel wrijven
- handdoek manipuleren vb: opvouwen, samenknijpen, …
- kruimels samenvegen = denkbeeldig
fijne motoriek
- algemeen
- verschillende handgrepen
- verschillende voorwerpen
- integreren met grove motoriek - oefeningen
- voorwerp oprapen & in juiste functionele houding plaatsen
- gieten met water = in glas of mond
- voorwerpen verplaatsen
oefeningen in stand
- algemeen
- voldoende posturale controle
- werken in veilig vlak = 30-60° elevatie, lichte abductie & exorotatie
- trainen van functionele taken
- bilaterale armtraining van taken die ook bilateraal uitgevoerd worden
- activatie van kinetische keten - oefeningen
- voorwerpen kantelen
- tekenen aan bord of spelletjes = niet TE kinderachtig
- deuren = vaak probleem met automatisch achteruitstappen
- oefeningen met stok = veel functionele voorwerpen kunnen nadoen
trainen met HSP
- hemiplegische schouder pijn tijdens rust
- negatief effect op slaap
- bang voor pijn
- negatieve invloed voor therapie - oefeningen voor acceptabel pijn niveau
- zwaartekracht niet op arm
- exorotatie
- veilig vlak trainen
trainen met neglect
- trekken van aandacht = prikkels neglect kant
- uitleg = behalve eerste uitleg of niet begrijpen
- sensorische prikkelen = zelf over arm wrijven
- goede kant naar witte muut
- geluid maken met voorwerpen die hij moet zoeken
- voorwerpen met rode kleur - therapie
- moeite met ziekteinzicht
- weten dat ze links meer moeten gebruiken = vaak niet doen
- beste effect met effectief arm in oefening gebruiken - opbouw oefening
- van rechts naar links
- progressief
- begin met felle kleuren & geluid
- eindigen naar geen verschillen - compensaties
- weten om schuin te zitten
- weten om te scannen
training van sensoriek
- belang
- koppeling van sensoriek nodig voor goede motoriek is noodzakelijk
- vooral proprioceptie - modaliteiten = met voorwerpen werken onder laken
- opp. tast = welke textuur, hard/zacht, …
- temperatuur bevragen = metaal of plastiek/hout
- pijn = scherpe kanten, randen of hoeken
- proprioceptie = grootte & vorm van object = voelen van afstanden & positie van vingers tov. elkaar
- sterognosie = welk voorwerp - oefeningen
- vragen om te beschrijven
- relatief = vergelijken met andere
–> geef me het warmste voorwerp
- indien niet lukken = voelen met visuele feedback & vragen herhalen
algemeen posturale controle
- inhoud
- kunnen oriënteren tegenover Fz = Pusher-syndroom
- oprichten tegen Fz
- statische & dynamisch
- APA anticipatory posutral adjustments
- CPA compensatory posutral adjusments = enkel, heup & stap strategie - gebruik
- noodzakelijk voor alle functionele taken
- belangerijke voor onafhankelijkheid - verschil met evenwicht
- ook goede rompcontrole nodig
- ook visus, vestibulair & proprioceptie
TCT
- trunc control test
- prognostisch voor stappen = TWIST op 6 & 12w
- TIS trunc impairment scale bestaat ook & is meer informaties
- 4 onderdelen - onderdelen
- rollen op hemiplegische zijde
- rollen op goede zijde
- rechtopzitten vanuit lig
- 30s rechtop blijven zitten - score op 100
- 0 = kan niet
- 12 = kan met compensatie = arm te gebruiken
- 25 = kan het
BBS
- Berg Balance Scale
- 14 opdrachten
- elk van 0-4 quoteren
- 45+/54 punten = verhoogd valrisico - onderdelen in zit
- 2min normaal zitten
- rechtstaan = zoweinig leuning gebruiken
- neerzitten
- transfer stoel zonder leuningen -> stoel met leuningen - onderdelen stand
- 2min normaal staan
- blijven staan ogen toe
- blijven staan voeten toe
- blijven staan ogen toe & voeten toe
- 25cm naar voor kunnen reiken
- oprapen voorwerp net voor voeten - onderdelen beweging
- 2x overschouder kijken naar zelfde punt
- 2x 360° draaien in elke kant = elke draai in 4sec
- step-up van 20°
- ene voet voor de andere = kant kiezen
- unipodaal = kant kiezen
briding
- nut
- nog niet mogen/kunnen zitten in acute fase
- rompactiviteit al meten/oefenen
- functioneel van belang voor verpleegkunde = aankleden, wassen, …
- begin beweging voor rollen - spierwerking
- co-contractie buikspieren & glutei
- gefractioneerde beeging tussen heup & knie
- activatie van BL = ookal training van romp & serratus
progressie van bridging
- begin positie
- gezond been heffen eerst
- begeleiden bij andere
- voeten vrij dicht tegen bekken
- blijven staan soms moeilijk = kousen uit & op zitten - eerste uitvoering
- hemiplegische been valt naar buiten = hier staan
- begeleiden = bekken opduwen & knie naar voor trekken
- tactiele stimulatie glutei & adominaal - progressie
- pauze op top positie
- uithouding = ballon onder bekken
–> elke keer zo groot mogelijk maken maar niet laten ontploffen
- bewegingen = armen, bekken & benen
- benen op bobath bal
- regressie = benen dichter bij bekken
transfer van ruglig naar zijlig algemeen
- verschil kant rollen
- op hemiplegische zijde = makkelijker want gezonde zijde kunnen gebruiken
- ook opletten in acute fase = niet teveel belasten
–> opletten voor veel schouderpijn - nodig voor rollen
- dissociatie schouders & bekken
- schuine buikspieren - uitleg
- veel verbaal sturen = probeer mee te doen
- beginnen met stappen appart uitlegen
- daarna samenvoegen tot geheel
- begin = heel veel ondersteuning
- progressief afbouwen - oefenen
- vanaf 1 keer rollen kan je patiënt het niet
- vele keren herhalen & delen appart oefenen
transfer van ruglig naar zijlig stappenplan
over gezonde zijde rollen = moeilijker want hemiplegische zijde nodig voor beweging
- hoofd draaien & opheffen naar kant
- arm
- arm & schouderblad van andere kant opheffen
- indien arm geen functie = arm met goede zijde opheffen - draaien
- unilaterale bridge
- als niet lukken = gezonde zijde onderdoor steken & exorotatie doen
- proberen samen te bewegen - knie naar binnen laten vallen
over hemiplegische zijde = makkelijker door gezonde zijde gebruiken om beweging in te zetten
- hemiplegische arm van lichaam weg op tafel
- zelfde beweging als over gezonde = veel vlotter
transfer van lig naar zit
lig op gezonde zijde
- van lig naar zijlig
- benen plooien zodat onderbenen over tafel hangen
- indien mogelijk beide voeten op elkaar
- indien niet mogelijk = goede been ligt vanachter & trekt been mee - met hand opduwen op rafel
- romp stabiliteit gestoord
- faciliteren door druk aan bekken & zelfde schouder = romp samendrukken
- bij zit = arm op goede positie
lig op hemiplegische zijde
- van lig naar zijlig
- benen over rand tafel
- rechtkomen door bovenste arm + aangedane arm
- tot elleboog steun komen
- van hieruit extensie elleboog tot volledige zit
- fasciliteren door hand onder schouderblad & onderarm begeleiden onder lichaam
transfer van zit naar rolstoel algemeen
- plaatsing van stoel
- makkelijkste is stoel aan gezonde zijde = stap zetten & rest volgt
- stoel aan hemiparetische zijde is moeilijker = wel goed voor training
- indien stoel met arm leuning = arm laten zetten - soorten
- enkel indien voldoende coöperatie
- lage transfer = langzaam opschuiven
- enkel mogelijk zonder armleuning
- lage kracht in armen & romp
- hoge transfer = volledig rechtstaan
transfer van zit naar zit
lage transfer naar goede zijde
- met knieën steunen tegen hemiplegische zijde = zorgen dat niet wegkan
- hand opschuiven
- leunen tegen therapeut naar voor
- hoofd aan andere kant van verplaatsing = patient moet kunnen kijken
- arm niet onder hemiplegische arm = bekken
- zorgen dat patient niet wegglijd = antislip, schoenen, blote voeten - oppakken & verschuiven
lage transfer naar slechte zijde
- stimuleren van voet opschuiven &
- arm opschuiven
hoge transfer
- met knieën steungeven
- zelfde handvatting patient rechtstaan
- samen draaien
- gaan zitten
transfer van zit naar stand moeilijkheden
- minder steunname op hemiparetische zijde
- rechtstaan met been volledig ontspannen
- stimuleren door hemiparetische zijde meer naar achter zetten & andere meer naar voor = moeilijker om in te zetten
- manueel weight shift over hemiparetische zijde - flexor spasticiteit
- voeten moeten goed onder zitvlak kunnen = hoek < 90° in knie
- tippen komen van grond door kuit spasticiteit
- voorbereidende stretch - andere
- ergens aan rechttrekken = niet functioneel
- functioneel maken door rechtkomen van kussen = zetel
- combinatie met stoel naar achter schuiven = tafel
- sensorisch probleem = prikkelen op verschillende manieren als voorbereiding
- stabiliteit in stand
probleem romp naar flexie bij STS
- oorzaken
- rompstabiliteit
- samenhang met schrik - appart kunnen inoefenen
- rijken/grijpen voor zich
- vaak met stoel = indien oefenwicht verliezen toch kunnen steunen
- rugleuning stoel kantelen
- bal naar voor rollen
transfer zit naar stand
- STS uitvoeren = beoordeling hoe goed het is
- goede romp & OL
- tactiele feedback tonen waar contractie moet zijn
- op qc & glutei - slechte romp & OL
- helpen zoals hoge transfer zit naar zit
- kan ook langs zijkant
- meehelpen is afh van behoefte
- bij stand mogelijk steunpunt voorzien - omgekeerde ook uitvoeren
houding in zit
- houding corrigeren = vaak ook met spiegel
- vaak kyfose & kin naar onder -> oprichting & middelijn
- tactiele cues ook mogelijk
- vb: been achter lichaam -> vanaf voelen = slecht want doorgezakt - opbouwen tot enkele min statisch zitten = belangerijk voor oefeningen
- oefeningen
- babbelen = dubbeltaak inbouwen
- armsteunwegnemen
- rondkijken = visuele fixatie wegnemen & externe verstoringen
- armbewegingen = heel veel verschillende soorten oefeningen
- been bewegingen ook mogelijk
selectieve bewegingen van romp in zit
- algemeen
- vanuit schoudergordel of bekkengordel mogelijk
- bilateraal oefenen want romp is aan beide zeiden aangetast = bilaterale bezenuwing!!
- selectieve oefeningen ook in functionele activiteiten - flexie/extensie
- vooral extensie thoracaal & lumbaal
- referentiepunten op sternum & rug / bekken = vlakke handen
- later wegnemen & alleen moeten kunnen - rotatie
- thoracaal = tikken over middelijn & achter
- lumbaal = naar voor & achter schuiven - lateroflexie
- lumbaal = bekken opheffen
- aan contralateraal zitten voor niet om te vallen
& mee trekken aan bekken die omhoog komt
- normale evenwichts reactie = verlengen aan kant van gewicht
Pusher syndrome
algemeen
- enkel interne verticale is gestoord
- visuele gebruiken om terug recht te krijgen
- kunnen hier ook bewust van worden ≈ neglect
- besef van schuinzitten door bepaalde cues
- spiegel
- druk op billen
- tactiel = probeer je van mij af te houden - naar middellijn proberen krijgen = actief
- reiken naar gezonde zijde
- overhellen naar andere kant tegen muur/iemand ander
- gezonde hand (handpalm naar boven of voorwerp in de hand) & been (van de grond) hoger houden = minder mogelijkheid tot duwen - oefeningen in middelijn = kan alles zijn
- progressie
- overgang naar stand = komt vaak opnieuw terug = met zelfde technieken afbouwen
- stappen = zelfde
- transfers bijna altijd over hemiplegische zijde
Barthel Index
- transfer items
- transfers
- traplopen - mobiliteit items
- ADL items
- uiterlijke verzoring & wassen
- toiletgebruik
- eten
- aan & uitkleden - continentie items
- darmfunctie
- blaas functie
mobilisatie van OL
- hemiplegische zijde
- aandacht naar toe richten
- langzit = kunnen meekijken
- kousen uit = sensoriek prikkelen - spasticiteit
- trage bewegingen
- niet enkel in gewricht werken maar ook spieren
- kortdurig verminderen = stretching
- vooral kuit - oefentherapie
- voorbereiding hier op
- korte mobilisatie = actief meer nuttig
- vb: spastiteit kuiten = voeten niet onder zitvlak bij STS
specifiek mobilisatie OL
- mobilisatie heup
- extensoren met & zonder gebogen knie = gluteus & hamstrings
- flexoren in zijlig of met been afhangend
- adductoren = vaak samen met flexor spasticiteit - kuit
- meest uitgesproken
- gebogen & gestrekte knie
- lichte eversie inbouwen
oefeningen in ruglig
- proximale stabilisatie
- knie statisch in bepaalde hoek houden
- combineren = met dorsiflexie
- variatie = voet verder/dichter
- beweging = tussen 2 handen tikken, tegen eigen knie
- progressie = houden met voet niet gesteund
- ruglig = veel heupflexie terwijl bij stappen dit niet het geval is - met beide knieën geplooid bal pakken & loslaten met knieën
- spierkracht
- vanuit verschillende posities werken
- adductoren = knie naar buiten laten zakken tot hand & terug
- abductoren = knie naar buiten duwen tegen weerstand/theraband
- extensoren= bridging
- flexoren = voet naar grond tikken & terug = oefening in minder heupflexie = functioneler
- knie-extensoren & flexoren = voet naar beneden & van hieruit glijden op flow-in -> einde nog extra extensie
- voet
oefeningen in andere uitgangshoudingen
- zijlig = meer activatie van abductoren
- been gesteund houden = minder functie van abductoren indien te zwaar
- heupflexie & knie extensie met weerstand
- delen van gangcyclus nabootsen - zit = heup in veel flexie = moeilijk voor heupoefeningen
- buiklig = glutei & hamstrings
stappen post-cva
- algemeen
- gemiddelde tijd = 50m ongeassisteerd na 6 dagen
- 75% kan onafhankelijk wandelen na 3m
- heel belangerijk voor onafhankelijkheid & grote motivatie = naar huis kunnen - factoren die tot vertrageling leiding
- ouder
- diabetes = perifere neuropathie
- grote CVA
- heamorrhagic CVA
- rechter CVA = neglect & perceptuele verstoring
kinematische heup & enkel aanpassingen van gangpatroon bij cva
- elevatie van heup
- hitching
- lateroflexie van romp
- been voelt langer aan door gebrek aan triple flexion = vooral dorsiflexie - verminderde heup flexie bij initieel contact
- verkorting of spasticiteit heupextensoren
- verzwakking iliopsoas/rectus femoris - verminderde heup extensie bij terminale stance
- verkorting of spasticiteit heupflexoren
- verkorting of spasticiteit plantair flexoren
–> heup naar achter door geen dorsiflexie mogelijk - verminderde dorsiflexie
- initeel contact met foot flat
- verzwakte dorsiflexoren
- verkorting of spasticiteit van plantair flexoren - verminderde plantairflexie = verzwakking
kinematische knie aanpassingen van gangpatroon bij cva
- meer knieflexie tijdens stand
- quadriceps verzwakking
- hamstrings verkorting - kniehyperextensie tijdens hele gang
- verminderde sensoriek = slotextensie voor veiligheid
- vroege PF activiteit
- verzwakking = slotextensie voor minder quadriceps contractie
- co-contractie = hamstrings verzwakt voor stabilisatie
steun fase oefeningen
- probleem minder steun
- weight shifts van niet-hemiplegisch naar hemiplegisch
- spiegel voor patiënt zetten = sensorisch steunen voelen soms moeilijk
- mogelijk door hemiplegische knie zakken = met handen tactiele feedback - gewicht boven been houden
- proberen volhouden = oefening met arm of andere dubbeltaak
- overstrekken = knie lichtjes tegen hand therapeut/blokkussen - kort unipodaal stand
- noodzakelijk voor stand fase
- beginnen met hiel van de grond
- kleine pas naar voor & achter
- knie heffen - in schredestand = semi-squats
zwaai fase oefeningen
- problemen
- actieve dorsiflexie door spasticiteit
- been is ontspannen tijdens zwaaifase - leren ontspannen
- hiel van grond heffen
- tactiele feedback voor goede ontspanning
- eerst niet-hemiplegisch -> hemiplegisch
- oefenen met andere been in flexie = functioneel voor begin zwaaifase
toepassen wandelen
- begin
- analytisch
- elke fase van gang perfect maken
- begeleid tactiel & verbaal
- stap per stap - vervolg
- eens dit beet hebben
- stappen rond tafel = altijd steun in de buurt - einde
- stappen door gang
- progressief moeilijkere omgeving
- externe verstoringen inbrengen
- altijd stoel voorzien bij niet goed voelen
types ortheses voor wandelen
- ortheses
- schelp aan voorzijde scheenbeen
- voet in 0-stand houden
- knie minder snel in extensie
- voetzool plooit = extra versterking van push-of - FES functional electrical stimulation
- dorsiflexie stimuleren tijdens swingfase
- voor perifere dropvoet
- duur & irritatie van huid
- moeilijk individueel in te stellen
algemeen examen
vragen heel breed zien
1. beginnen met voorbereidende mobilisatie
2. uitleg met sterkte begeleiding
3. progressief afbouwen
4. herhalingen laten uitvoeren