Perfectum Verbs Flashcards
1
Q
What is the rule?
A
‘t kofschip
2
Q
How many things to look out for?
A
6
3
Q
werken
A
werk
gewerkt
4
Q
gebeuren
A
gebeur
gebeurd
5
Q
stoppen
A
stop
gestopt
6
Q
trakteren
A
trakteer
getrakteerd
7
Q
kneuzen
A
kneus
gekneusd
THIS IS ALWAYS D
8
Q
leven
A
leef
geleefd
THIS IS ALWAYS D