PD.4 - Stamceltransplantatie, indicatie op basis van prognostische factoren Flashcards

1
Q

Wat zijn auerse staven en waarbij wordt dit gezien?

A

Staafvormige afwijkingen in het cytoplasma door ophoping van granules
Bij AML

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het hand en voet syndroom?

A

De chemo veroorzaakt schade aan bloedvaatjes in de huid waardoor daar een ontstekingsreactie ontstaat met daardoor huidveranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer wordt begonnen met chemo bij de verdenking op leukemie?

A

Al voor de precieze diagnose
Beenmerg materiaal gaat tegelijk naar het lab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is er te zeggen over de prognose bij een RUNX1 mutatie?

A

Slechte prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tussen welke dingen moet een afweging gemaakt worden om wel of geen allo-SCT te geven?

A
  1. Recidief risico t.o.v. de chemo (ziekte gerelateerde factoren)
  2. Mortaliteitsrisico (patiënt gerelateerde symptomen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat bedoelen we precies met ziekte gerelateerde factoren ?

A

Het vermogen van de ziekte om te blijven bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat bedoelen we met patiënt gerelateerde factoren?

A

Het vermogen van de patiënt om te overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarover kunnen het recidief en de sterfte samen een indicatie geven?

A

Ziektevrije overleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe groot is de kans op een HLA identieke donor in de familie (broer/zus)?

A

25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voor wie wordt er makkelijker een match gevonden in de wereldwijde donor bank?

A

Kaukasisch makkelijker dan niet Kaukasisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke cellen worden gegeven in een stamceltransplantatie?

A

Stamcellen en t-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de functie van de T-cellen en de stamcellen bij een SCT?

A

T-cellen ruimen de leukemie op = graft vs leukemie
Stamcellen zorgen voor herstel van het beenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem drie complicaties van een SCT

A
  1. Toxiciteit conditionering/medicatie
  2. Host VS graft disease of graft vs host disease
  3. Oppurtunistische infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de klachten van een chemo brein?

A

Snel overprikkeld en moe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de omschrijving van B-symptomen?

A

Symptomen die gepaard gaan met een hematologische maligniteit
WEL aanwijzend
NIET bewijzend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is vaak de reden dat een patient met ALL juist wel veel of juist weinig klachten heeft?

A

Hoeveelheid beenmerg invasie

17
Q

Welke specifieke afwijking komt OOK voor bij ALL?

A

20% heeft BCR-ABL translocatie (9;22)

18
Q

Waarmee wordt naast chemo ook snel begonnen qua behandeling bij ALL?

A

Prednison

19
Q

Waar wordt voor de behandeling van een patient met ALL naar gekeken?

A

Naar plekken in het lichaam die mogelijk een infectie zouden kunnen veroorzaken
Liefst eerst oplossen zodat voorkomen

20
Q

er zijn twee type kuren die patienten met ALL krijgen. Hoe noemen we deze?

A
  1. inductiekuren 2x met opname in ziekenhuis –> remissie
  2. consolidatie kuren: meerdere kuren van verschillende type middelen –> remissie behouden + kanker nog een beetje minder maken
21
Q

Welke keuze moet gemaakt worden bij de behandeling voor ALL?

A

Of 2 jaar door met onderhoudsbehandeling (chemo thuis met controles)

Of allo-SCT (slechte prognose)

22
Q

Op welke complicatie hebben mensen met ALL een grotere kans?

A

Trombose –> anti-trombose geven

23
Q

Voor welke infecties zijn we het meest bang bij ALL?

A

Schimmelinfecties van de longen
Maar zijn sowieso erg vatbaar voor infecties

24
Q

Wat wordt er voor behandeling gegeven voordat de SCT kan plaatsvinden?

A

2x zware chemo
4x algehele lichaamsbestraling

Leukemie hard aanpakken en eigen afweer platleggen zodat geen afstoting

25
Q

Wat is opvallend aan de bloedcellen van iemand na een SCT?

A

Hebben het karyotype van de donor
Dus bij een vrouw die van man krijgt hebben die cellen XY