Ortho: schouder Flashcards

1
Q

Wat is de volgorde van het onderzoek van de schouder?

A
  1. inspectie (met oriënterende palpatie)
  2. actief onderzoek
  3. passief onderzoek
  4. (isometrische) spiertesten
  5. palpatie
  6. speciële testen op indicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar letten we op bij de inspectie van de schouder?

A
  1. Inspecteren ventraal, lateraal en dorsaal.
  2. Beoordelen stand van het hoofd, de schouder contour (deltoideus, triceps/biceps), botpunten (scapula, scapula etc.) en overige spieren.
  3. Letten op huid (roodheid, zwelling en littekens)
  4. Hoe patiënt staat (aan de hand van de luchtfiguren) .
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een scapula alata?

A

Abnormale positie van het schouderblad (afstaand schouderblad).

Bij twijfel kun je de armen zijwaarts of voorwaarts laten heffen.

Normaal gesproken blijft de scapula tegen de thoraxwand liggen, bij een scapula alata komt de scapula van de thoraxwand af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doen we tijdens het actieve bewegingsonderzoek van de schouder?

A

Uitgangspositie; kijken naar rug vanaf dorsaal. Kijk zo nodig van lateraal en ventraal.

  1. anteflexie terwijl we naar rug kijken. Kijk naar het scapulothoracale ritme, symmetrie en of er beperkingen/pijn is.
  2. retroflexie; zo ver mogelijk, belangrijk is dat de romp recht blijft. Bedraagt ongeveer 45 graden.
  3. abductie; armen in exorotatie zijwaarts heffen tot boven het hoofd; wederom romp niet meebewegen. Scapula roteert pas vanaf 90 graden mee. Normale bewegingsuitslag is 170 graden.
  4. Exorotatie; ellebogen in 90 graden flexie in de zij drukken, onderarmen maximaal naar buiten bewegen. Bedraagt ongeveer 60 graden.
  5. endorotatie; hand op rug leggen met handrug. Beoordeel hier ook tot hoever de hand komt (bil, laaglumbaal etc.). Niet zuiver glenohumeraal.
  6. horizontale adductie; hand op schoudergewricht naast de nek leggen.
  7. exorotatie in 90 graden geflecteerde elbogen / endo rotatie in 90 graden geflecteerde elbogen
  8. elevatie / depressie
  9. protractie / retractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doen we tijdens het passieve bewegingsonderzoek?

A

Doen we alleen op indicatie bij de bewegingen die pijn, crepitaties of beperking gaven. Patiënt moet gaan zitten en ontspannen:

  1. passieve anteflexie
  2. passieve retroflexie
  3. passieve abductie
  4. passieve horizontale adductie
  5. passieve exorotatie
  6. passieve endorotatie

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar letten we op bij de actieve- en passieve bewegingen?

A
  • het bewegingsverloop
  • het maximale bewegingstraject
  • het optreden van pijn
  • het optreden van crepitaties
  • het zichtbaar worden van contracturen en/of
    compensatoire bewegingen
  • bewegingen in het acromio‑ en
    sternoclaviculaire gewricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe voeren we de isometrische spierweerstandstesten uit?

A

Worden uitgevoerd om pathologie van spier en pees op te sporen. Hierbij is het belangrijk dat de romp gefixeerd en stabiel is.

  1. abductie (vraag naar pijn); testen de m. supraspinatus en m. deltoideus
  2. exorotatie; testen de m. infraspinatus en m. teres minor
  3. endorotatie; testen de m. subscapularis

Let op:
geen bewegingsuitslag
pijn
Li / Re vergelijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe voeren we de palpatie van het schoudergewricht uit?

A

Belangrijk om loodrecht op de anatomische punten te palperen en met beleid (i.v.m. pijn).

  1. acromion
  2. acromioclaviculaire gewricht
  3. spina scapula
  4. clavicula
  5. sternoclaviculaire gewricht
  6. processus coracoideus (puntig uitsteeksel scapula)
  7. tuberculum minus humerus
  8. sulcus intertubercularis
  9. tuberculum major humerus
  10. subacromiale ruimte onder het acromion

Let bovendien op:
- pijn
- een eventuele zwelling en de
kwaliteiten daarvan
- de spiertonus (vingers dwars
op het vezelverloop!)
- abnormale beweeglijkheid
- abnormale structuren
- discontinuïteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke speciële testen voor het schoudergewricht zijn er?

A
  1. Anteflexie-adductie test
  2. tendinitis van de bicepsspier
  3. verdenking op thoracic outlet syndrome (TOS), arterieel (ATOS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn indicaties voor de anteflexie-adductie test?

A

Indicatie test:

  • beperkte abductie
  • stoornis scapulohumerale ritme (verkeerd bewegen scapula)
  • painfull arc (pijn tijdens abductie beweging, tussen de 45-60 graden en hyperabductie (170-180 graden)

hierbij wordt het weefsel dat zich onder het schouderdak bevindt wordt ingeklemd tussen schouderkop en schouderdak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe voeren we de anteflexie-adductie test uit?

A
  1. Laat de patiënt beiderzijds gelijktijdig een maximale actieve anteflexie beweging (180°) uitvoeren (indien niet mogelijk, eventueel passief uitvoeren).
  2. Instrueer de patiënt om dan vanuit deze stand de beide armen langzaam en geleidelijk in het frontale vlak terug te bewegen (adductiebeweging!) tot in de nulstand].
  3. Let hierbij op:
    - het verloop van de beweging, met name gelijkmatigheid en soepelheid
    - het optreden van pijn en de mogelijke aanwezigheid van een ‘painful arc’ of ‘painful drop’

NB. Deze test is uiteraard niet
mogelijk bij een frozen shoulder!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn indicaties om te testen op tendinitis van de bicepsspier?

A

Deze test is aangewezen bij:

  • een pijnlijke sulcus intertubercularis bij palpatie (tussen tuberculum majus en minus waar lange pees van biceps doorheen loopt)
  • het optreden van een ‘painful arc’ bij de abductie‑ en evt. anteflexie‑beweging
  • het optreden van pijn bij flexie van de elleboog tegen weerstand in.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe voeren we de test voor tendinitis van de bicepsspier uit?

A
  1. Vraag de patiënt de elleboog van de desbetreffende arm 90° te flecteren en maximaal te proneren.
  2. Vervolgens instrueert u de patiënt om vanuit deze
    stand de onderarm maximaal te supineren
    tegen weerstand in.

Interpretatie:
Bij een bicepspees tendinitis
(eventueel gepaard gaande met een
peesschede ontsteking) van het
caput longum geeft de patiënt pijn
aan ter hoogte van de sulcus
intertubercularis.

Helaas lijken de specificiteit
en de sensitiviteit van deze test niet
zo groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly