Ortho: Elleboog

Question 1

Waaruit bestaat het onderzoek van de elleboog?

Answer 1

1. Inspectie (met oriënterende palpatie)
2. Actief bewegingsonderzoek
3. Passief bewegingsonderzoek
4. (Isometrische) spiertesten
5. Klinische palpatie van de elleboog
6. Specifieke testen op indicatie

Om de elleboog betrouwbaar te kunnen onderzoeken is ook het schouderonderzoek nodig omdat schouderpathologie en scapuladyskinesie de elleboogkinematica kunnen beïnvloeden.

Question 2

Waar kijken we naar tijdens de inspectie?

Answer 2

1. Ventraal aanzicht, handpalmen laten zien.
2. Dorsaal aanzicht

Let hierbij op:

• Huid (littekens, verkleuringen, huidplooi fossa cubiti, roodheid, zwelling)
• Weke delen (spiercontouren)
• Stand (stand bovenarm t.o.v. onderarm en lijn van Hueter)

Question 3

Wat doen we tijdens het actieve bewegingsonderzoek van de elleboog?

Answer 3

Handpalmen in supinatie.

1. flexie en extensie (zo ver mogelijk); elleboog in zij fixeren.
2. Pro- en supinatie (“duimen naar binnen/buiten bewegen”); onderarmen in flexie en ellebogen in de zij.

Let op bewegingsverloop, maximale uitslag en optreden pijn en links-/rechtsverschillen. Crepitaties etc.

Question 4

Wat doen we tijdens het passieve bewegingsonderzoek?

Answer 4

Handpalmen in supinatie.

1. flexie/extensie
2. pro- en supinatie (goed radius kop fixeren en elleboog in zij)

Question 5

Wat doen we tijdens de isometrische spierweerstandstesten van de elleboog?

Answer 5

Zelfde uitgangspositie.

1. flexie/extensie
2. pro- en supinatie (onderarm in flexie en radiuskop goed fixeren).

Let op spierkracht en pijn.

Question 6

Wat doen we tijdens de klinische palpatie van de elleboog?

Answer 6

Patiënt zit op kruk.

1. epicondylus medialis
2. olecranon
3. epicondylus lateralis
4. caput radii iets voor de epicondylus lateralis (goed te voelen bij supineren en proneren)
5. origoflexoren (medialis) en -extensoren (lateralis) van de pols.
6. insertie m. triceps, m. biceps brachii en m. brachialis

Let op:
- pijnklachten
- zwelling
- spiertonus (vingers dwars op het vezelverloop),
- abnormale structuren / discontinuïteit

Question 7

Welke specifieke testen doen we op indicatie?

Answer 7

1. provocatietest epicondylitis lateralis (tenniselleboog)
2. provocatietest epicondylitis medialis (golferselleboog)
3. Stabiliteitstesten
4. Extensietest

Question 8

Hoe voer je de epicondylitis lateralis provocatie test uit?

Answer 8

1. Laat de patiënt tegen uw weerstand de derde vinger
   strekken of pols strekken .
2. Let hierbij op het optreden van pijn ter hoogte van de laterale epicondyl van de desbetreffende arm.
3. daarnaast ook palpatie pijn

Question 9

Hoe voer je de epicondylitis medialis provocatie test uit?

Answer 9

1. Voer een geforceerde passieve dorsale flexie uit van de pols tegen weerstand
2. Let hierbij op het optreden van pijn ter hoogte van de mediale epicondyl van de desbetreffende arm.
3. wederom ook weer drukpijn palpatie.

Question 10

Hoe testen we de instabiliteit van de elleboog?

Answer 10

Waarde van deze testen is niet bewezen.

Valgustest; de onderzoeker geeft valgusstress bij een flexie van ongeveer 20 graden gebogen elleboog en palpeert daarbij de mediale gewrichtsspleet.

Varustest; de onderzoeker geeft varusstress bij een flexie van ongeveer 20 graden en palpeert daarbij de laterale gewrichtsspleet.

Question 11

Hoe voeren we de elleboog extensie test uit?

Answer 11

Na een trauma kan gecontroleerd worden of de aangedane elleboog volledig passief gestrekt kan worden. Wanneer dit het geval is, is een fractuur erg onwaarschijnlijk en hoeft in principe geen röntgenfoto gemaakt te worden.