ontwikkelingspsychologie Flashcards
aantal ontwikkelingsfasen volgens Erikson’s model
8
Erikson’s visie
belang van conflict te trachten oplossen
anders stagneert ontwikkeling
volgorde van fasen erikson’s model
zuigenlingenfase
peuterleeftijd
kleuterleeftijd
basisschoolleeftijd
adolescentie
vroege volwassenheid
middelbare volwassenheid
late volwassenheid
zuigenlingenfase
basis vertrouwen en wantrouwen krijgen
deugd = hoop
ontwikkeling gehechtheidsdrang
peuterleeftijd
autonomie centraal
deugd = hebben van een wil
kleuterleeftijd
controle verwerven over omgeving
zin voor initiatief aanmoedigen
deugd = doelgerichtheid
basisschoolleeftijd
hard uitgedaagd
zelfvertrouwen en positief zelfbeeld ontwikkelen
deugd = competentie
adolescentie
eigen identiteit ontwikkelen
deugd = trouw zijn aan jezelf
vroege volwassenheid
intimiteit zoeken
toename in cognitief-affectieve complexiteit
deugd = liefde
middelbare volwassenheid
inzetten voor anderen
generativiteit centraal = zorg
vrij stabiele periode
deugd = zorg
late volwassenheid
ego-integriteit
wanhoop
deugd = wijsheid
ego-integriteit
basisgevoel dat je accepteert hoe je leven gelopen is, vrede mee hebt
gehechtheid
sterke affectieve band
= bevrediging van honger
Harlow theorie
ontstaan van gehechtheid
zorgen voor warm en zachte moeder = belangrijker dan voedende moeder
ethologische theorie van Bowlby
baby’s hebben aangeboren nood aan en zoeken naar sociale interactie = still face paradigma
eerste fase van gehechtheid
nog geen gehechtheid
geen verschil tussen vertrouwde verzorger en onbekende
tweede fase gehechtheid
beginnende gehechtheid
differentiële reactie
gevoel van (basis)vertrouwen
nog geen reactie op scheiding van moeder
fase 3 gehechtheid
duidelijke gehechtheid
scheidingsangst
omgeving verkennen vanuit veilige basis en terugkeren voor emotionele steun
fase 4 gehechtheid
ontstaan van wederkerige relatie
model voor alle latere intieme relaties
soorten gehechtheid
veilige gehechtheid
vermijdende gehechtheid
ambivalente gehechtheid
ongeorganiseerde en gedesoriënteerde gehechtheid
veilige gehechtheid (65-70%)
ouder als veilige uitvalsbasis
door consistent sensitief reageren op fysieke/emotionele noden
vermijdende gehechtheid
reageert weinig op aan/afwezigheid van ouder
door niet genoeg reageren op noden van kind
ambivalente gehechtheid
boosheid, overstuur als mama weggaat maar ook als die terugkomt
zoeken aandacht van ouder
door inconsistent reageren op noden van kind
ongeorganiseerde en gedesoriërenteerde gehechtheid
grootste onveiligheid
door ongepast reageren op kind
voordelen borstvoeding
bevorderen neurale ontwikkeling en immuniteit
cognitieve ontwikkeling volgens Piaget
cognitieve ontwikkeling door actief bezig te zijn
verschillende stappen in verandering van schema (piaget)
adaptatie = schema aanpassen om efficiënter om te gaan met situatie
assimilatie = weinig cognitieve verandering
accomodatie = nieuwe schema’s creëren of aanpassen
Piaget evenwicht
assimilatie > accommodatie
weinig cognitieve verandering
piaget onevenwicht
accommodatie > assimilatie
veel cognitieve verandering
4 stadia van cognitieve ontwikkeling
sensorimotorische fase
pre-operationele fase
concreet operationele fase
formeel operationele fase
sensorimotorische fase
gebruik van zintuigen
pre-operationele fase
toename in symbolische activiteit -> taalontwikkeling
schema’s oefenen door te doen alsof
beperkingen van pre-operationele fase
egocentrisme, onvermogen tot conservatie, gebrek aan hiërarchische classificatie
egocentrisme (kindertijd)
geen onderscheid tussen eigen symbolische gezichtspunt en dat van anderen
onvermogen tot conservatie
maar 1 dimensie in beschouwing
gebrek aan hiërarchische classificatie
geen organisatie in klassen en subklassen
theory of mind
begrijpen en voorspellen wat anderen denken en voelen door ervaring
moeilijker bij mensen met autisme
-> info krijgt geen betekenis
pre-operationele verklaringen voor ziektebegrip in kindertijd
phenomenisme
besmetting
phenomenisme
oorzaak toegeschreven aan externe concrete gebeurtenis die op afstand staat van ziekte
besmetting (pre-operationeel)
oorzaak van ziekte in mensen en dingen die nabij zijn
concreet operationele fase
denken is logischer, flexibeler en georganiseerder
standpunten innemen
conservatietaken lukken door decentratie
formeel operationele fase
abstract denken
hypothetisch denken
concreet operationele verklaringen voor ziektebegrip in kindertijd
contaminatie
internalisatie
contaminatie (concreet operationeel)
oorzaak geïdentificeerd als slecht en vereist fysiek contact
internalisatie (concreet operationeel)
oorzaak van ziekte wordt in lichaam geplaatst
formeel operationele verklaringen voor ziektebegrip in kindertijd
fysiologisch = storing van specifieke organen (11-16j)
psychofysiologisch = integratie van fysiologische als psychologische oorzaken (+16j)
egocentrisme (adolescentie)
sterk met zichzelf bezig
experimenteren (risicovol gedrag)
rebels gedrag
cognitief vlak (volwassenheid)
meer zin voor nuance
meer relativistisch
herinneren vs herkennen op latere leeftijd
herkennen = makkelijker
herinneren: gaat sneller achteruit
intelligentie op latere leeftijd
gekristalliseerde intelligentie blijft toenemen
vloeibare intelligentie daalt met leeftijd