افعال بی قاعده Onregelmatige Werkwoorden Flashcards
1
Q
Aangen
A
پذیرفتن
ماضی ساده: aang, angen پرفکت: aangen مثال: Ik aang het aanbod. من پیشنهاد را پذیرفتم.
Hij heeft het aanbod aangen.
او پیشنهاد را پذیرفته بود
2
Q
Aflopen
A
تمام شدن
ماضی ساده: afliep, afliepen
پرفکت: afgelopen
مثال:
De tijd afliep.
زمان تمام شد
Het project is afgelopen.
پروژه تمام شده است.
3
Q
Achten
A
ارزش قائل شدن
• ماضی ساده: achtte, achtten
• پرفکت: geacht
• مثال:
• Hij achtte de beslissing belangrijk. (او تصمیم را مهم دانست.)
• Zij heeft de waarde van het werk geacht. (او ارزش کار را ارزیابی کرده بود.)
4
Q
Aanbieden
A
پیشنهاد دادن
• ماضی ساده: bood aan, boden aan
• پرفکت: aangeboden
مثال:
Hij bood aan om te helpen.
او پیشنهاد داد که کمک کند
• Zij heeft hulp aangeboden.
او پیشنهاد کمک کرد.
• De ober bood ons een drankje aan.
پيشخدمت به ما نوشيدنى پيشنهاد داد. •
• Zi boden hun hulp aan.
آنها كمك خود را ييشنهاد دادند. .
• Hij heeft haar een baan aangeboden.
او به او شغلى ييشنهاد داده است.
• Hij biedt zijn hulp aan.
• او کمک خود را پیشنهاد می‌دهد.
• Zij bood me een cadeau aan.
• او به من یک هدیه پیشنهاد داد
5
Q
Aanzien
A
ملاحظه کردن، دیده شدن
ماضی ساده: zag aan, zagen aan پرفکت: aangezien مثال: Ik zag aan dat hij moe was. (من متوجه شدم که او خسته بود
• Ze heeft de situatie aangezien.
(.او موقعيت را ملاحظه كرده بود)
6
Q
Afleiden
A
استنباط کردن، نتیجه گیری کردن
leidde af, leidden af :ماضى ساده •
afgeleid :يرفكت •
• مثال:
• Ik leidde af dat hij onwaarheid
من استنباط كردم كه او دروغ) .sprak
(. مى كفت
• Ze heeft zijn gedrag afgeleid. (ol
(.رفتار او را نتيجه كيرى كرده بود
7
Q
Afhangen
A
بستگی داشتن
hing af, hingen af :ماضى ساده •
afgehangen :يرفكت •
• مثال:
• Het resultaat hing af van hun
werk
نتيجه به كار آنها بستكى داشت
• Alles heeft van de beslissing
afgehangen.
همه جيز به تصميم بستكى داشت
• Het hangt van het weer af.
اين به آب و هوا بستكَى دارد. .
• Zin succes hing af van zin harde werk.
موفقيت او به سخت كوشى اش بستكى داشت. •
• De beslissing heeft van de directeur afgehangen.
تصميم كيرى به مدير بستكى داشت.
• Het hangt van het weer af. • این بستگی به هوا دارد. • Of we gaan, hangt af van de situatie. • آیا می‌رویم یا نه، بستگی به وضعیت دار
8
Q
Afschaffen
A
لغو کردن
schafte af, schaften af :ماضى ساده •
afgeschaft :يرفكت •
• مثال:
• Ze schafte af de oude regels.
او قوانين قديمى را لغو كرد
• De wet is afgeschaft.
قانون لغو شده است
9
Q
Achterblijven
A
پشت سر ماندن
bleef achter, bleven :ماضى ساده •
achter
achtergebleven :يرفكت •
• مثال:
• Hij bleef achter tijdens de race.
(.او در طول مسابقه پشت سر ماند)
• Ze is achtergebleven in de klas.
(.او در كلاس مانده بود)
مصدر: .1
• Hij wil niet achterblijven. (ol
(.نمى خواهد عقب بماند
كذشته: .2
• Ze bleef thuis achter. (او در خانه
(.ماند
كامل: .3
• De resultaten zijn achtergebleven.
(.نتايج عقب مانده اند)
10
Q
Aanroepen
A
صدا زدن
riep aan, riepen aan :ماضى ساده •
aangeroepen :يرفكت •
• مثال:
• Hij riep aan om hulp.
او براى كمک صدا زد
• Ze heeft haar naam aangeroepen.
او نامش را صدا زده بود
11
Q
Afkomen
A
آمدن، پایین آمدن
kwam af, kwamen af :ماضى ساده •
afgekomen :يرفكت •
• مثال:
• De leraar kwam af van de trap.
(.معلم از پله ها پايين آمد)
• Ze zijn naar beneden afgekomen.
آن ها به پايين آمده بودند
12
Q
Afscheid nemen
A
وداع گفتن
nam afscheid, namen :ماضى ساده •
afscheid
afscheid genomen :يرفكت •
• مثال:
• Hij nam afscheid van zijn
(.او از دوستانش وداع كرد) vrienden
• We hebben elkaar afscheid
ما از يكديكر وداع كرده .genomen
(.بوديم
13
Q
Aanspreken
A
صحبت کردن با کسی
sprak aan, spraken aan :ماضى ساده •
aangesproken :يرفكت .
• مثال:
• Hij sprak aan de groep.
او با كروه صحبت كرد
• Ze heeft hem al vaak aangesproken.
او بارها با او صحبت كرده بود
14
Q
Afzien
A
پشیمان شدن، دست کشیدن
zag af, zagen af :ماضى ساده .
afgezien :يرفكت .
• مثال:
• Hij zag af van zijn plannen.
او از برنامه هايش دست كشيد
• Ze heeft afgezien van deelname
aan de wedstrijd.
او از شركت درمسابقه پشيمان شده بود
15
Q
Aanduiden
A
نشان دادن
duidde aan, duidden aan :ماضى ساده •
aangeduid :يرفكت .
• مثال:
• Hij duidde aan waar het probleem
(.او نشان داد كه مشكل كجا بود) .Zat
• Ze heeft het doel al aangeduid.
او هدف را مشخص كرده بود
16
Q
Afhandelen
A
حل کردن
handelde af, handelden af :ماضى ساده .
afgehandeld :يرفكت •
• مثال:
• Hij handelde af de zaak snel.
او كار را سريع تمام كرد
• De klacht is afgehandeld.
شكايت حل شده است
17
Q
Beginnen
A
شروع کردن
zijn
• ماضی ساده: begon, begonnen
• پرفکت: begonnen
• مثال:
• Hij begon te werken. (او شروع به کار کرد.)
• We zijn het project begonnen. (ما پروژه را شروع کرده‌ایم
• We moeten beginnen.
ما بايد شروع كنيم
كَذشته: .2
• Hij begon te lachen.
او شروع به خنديدن كرد
كامل: .3
• De les is begonnen.
كلاس شروع شده است
• De les begint om 9 uur.
شروع 9 كلاس ساعت مى شود
• Zij begon te huilen.
او شروع به كريه كرد.
• De film is al begonnen.
فيلم از قبل شروع شده است
18
Q
Bieden
A
پیشنهاد دادن، ارائه دادن
hebben
• ماضی ساده: bood, boden
• پرفکت: geboden
• مثال:
• Hij bood hulp aan.
او کمک ارائه داد.)
• Ze heeft me een oplossing geboden.
او به من یک راه‌حل پیشنهاد داده بود
• Ze willen hulp bieden.
آن ها مى خواهند كمك بيشنهاد دهند
• Hij bood me een baan aan. (
او به من يك شغل بيشنهاد داد
• Er is veel steun geboden.
حمايت زيادى ارائه شده است
Ik bied je een kop koffie aan.
من به شما يك فنجان قهوه بيشنهاد مى دهم
• Zij boden hun hulp aan.
انها كمك خود را بيشنهاد داد
• Ik bied je een kop koffie aan.
من به شما يك فنجان قهوه پيشنهاد مى دهم. •
• Zi boden hun hulp aan.
آنها كمك خود را بيشنهاد دادند. •
• Hij heeft haar een baan aangeboden.
او به او شغلى بيشنهاد داده است. •
• De makelaar bood het huis te koop aan.
مشاور املاك خانه را براى فروش بيشنهاد داد. •
• Zij boden een goede prijs voor de auto.
آنها قيمت خوبى براى ماشين پيشنهاد دادند. •
• Het museum bood een rondleiding aan.
موزه يك تور كردشى ارائه داد. .
Het museum bood een rondleiding aan.
موزه يك تور كردشى ارائه داد. .
• De winkel bood korting aan op de kleding.
فروشكاه براى لباس ها تخفيف ارائه داد. •
• Hij bood zijn excuses aan.
او عذر خواهى كرد. .
• Zij boden hem een lift aan.
آنها به او پيشنهاد رساندن دادند. •
• De website biedt informatie over verschillende onderwerpen aan.
وبسايت اطلاعاتي درباره موضوعات مختلف ارائه •
مى دهد.
19
Q
Blijven
A
ماندن
Zijn
• ماضی ساده: bleef, bleven
• پرفکت: gebleven
• مثال:
• Hij bleef thuis. (او در خانه ماند.)
• We zijn daar gebleven. (ما آنجا ماندیم
• Ik wil hier blijven.
من مى خواهم اينجا بمانم
• Hij bleef thuis.
او در خانه ماند
• We zijn lang gebleven.
ما مدتهامانديم
Ik blijf thuis.
من درخانه مى مانم. •
• Zij bleef de hele nacht wakker.
او تمام شب بيدار ماند. •
• Hij is hier al die tijd gebleven.
او تمام اين مدت اينجا بوده است. .
• Bliff rustig.
آرام باش. .
• Zij bleef bij haar besluit.
او به تصميم خود پايبند بود. •
• Hij bleef lachen.
او به خنديدن ادامه داد. .
• De pijn bleef aanhouden.
درد ادامه داشت. .
• Zij bleef haar droom najagen.
او به دنبال كردن روياى خود ادامه داد. .
• Hij bleef optimistisch.
او خوش بين ماند. .
• De herinnering bleef levendig.
خاطره زنده ماند. .
20
Q
Brengen
A
آوردن
Hebben
• ماضی ساده: bracht, brachten
• پرفکت: gebracht
• مثال:
• Hij bracht de boeken.
او کتاب‌ها را آورد.)
• Ze heeft het pakket gebracht. او بسته را آورده بود
• Kun je me een kopje koffie brengen?
(مى توانى براى من يك فنجان قهوه بياورى؟)
• Hij bracht een cadeau.
او يك هديه آورد
• De boodschap is gebracht.
پيام رسانده شده است
• Ik breng je naar huis.
من تورا به خانه مى برم. •
• Zij bracht een cadeau mee.
او يك هديه آورد. .
• Hij heeft het boek teruggebracht.
او كتاب را يس آورده است. .
• De ober bracht het eten.
بيشخدمت غذا را آورد. •
• Zij bracht goed nieuws.
او خبرهاى خوبى آورد. .
• Hij bracht zijn vrienden mee.
او دوستانش را آورد. •
• De muziek bracht herinneringen terug.
موسيقى خاطرات را زنده كرد. •
• Zij bracht haar kat naar de dierenarts.
او كربه اش را نزد داميزشك برد. .
• Hij bracht een toast uit op de jarige.
او به سلامتى فردى كه تولدش بود، toast كرد. •
• De storm bracht veel schade toe.
طوفان خسارت زيادى به بار آورد. .
21
Q
Breken
A
شکستن
hebben يا zijn (بسته به استفاده)
• ماضی ساده: brak, braken
• پرفکت: gebroken
• مثال:
• Hij brak de vaas. (او گلدان را شکست.)
• De ruit is gebroken. (شیشه شکسته است
hebben: Ik heb het glas ا .
gebroken. (من ليوان را شكستم.)
zijn: Het glas is gebroken
(.ليوان شكسته است)
• Pas op, je gaat de vaas breken!
مراقب باش، تو مى خواهى كلدان را بشکنی
• Hij brak het glas. (او ليوان را شكست.)
• De ruit is gebroken.
شيشه شكسته شده است
• Ik breek een tak af.
من يك شاخه را مى شكنم. .
• Zij brak haar been tijdens het skiën.
او هنكام اسكى پايش شكست. .
• Hij heeft het glas gebroken.
او ليوان را شكسته است. .
• De golven braken tegen de rotsen.
امواج به صخرهها برخورد كردند وشكستند. •
• Zij brak het record.
او ركورد را شكست. •
• Hij brak zijn belofte.
او قولش را شكست. .
• Het ijs brak onder zin gewicht.
يخ زير وزن او شكست.
• Zij brak in tranen uit.
او به كريه افتاد.
• Hij brak het brood in tweeën.
او نان را از وسط نصف كرد.
• De zon brak door de wolken.
خورشيد از ميان ابرها تابيد.
22
Q
Binden
A
بستن
hebben
• ماضی ساده: bond, bonden
• پرفکت: gebonden
• مثال:
• Hij bond de schoenen vast.
(او کفش‌ها را بست.)
• Ze heeft de touw gebonden.
(او طناب را بسته بود.)
• Ik wil het pakket binden.
من مى خواهم بسته را ببندم
• Hij bond de touwen samen.
او طنابها را به هم بست
• De cadeau is gebonden.
هديه بسته شده است
• Ik bind mijn schoenen vast.
من بند كفش هايم را مى بندم. •
• Zij bond haar haar in een staart.
او موهايش را به صورت دم اسبى بست. •
• Hij heeft de boeken met een touw gebonden.
او كتابها را با طناب بسته است. •
• De dief bond het slachtoffer vast.
دزد قربانى را بست. .
• Zij bond een lint om het cadeau.
او يك روبان دور هديه بست. •
• Hij bond de hond aan de boom.
او سك را به درخت بست. .
• De verpleegster bond een verband om zijn arm.
پرستار يك باند دور بازوى او بست. •
• Zij bond de bloemen samen tot een boeket.
او كلها را با هم به صورت يك دسته كل بست. .
• Hij bond zijn das om zijn nek.
او كراواتش را دور كردنش بست. .
• De touwen waren stevig gebonden.
طنابها محكم بسته شده بودند. .
23
Q
Bedenken
A
فکر کردن، به ذهن آوردن، اندیشیدن
Hebben
• ماضی ساده: bedacht, bedachten
• پرفکت: bedacht
• مثال:
• Ik bedacht een goed idee.
من یک ایده خوب به ذهنم رسید.)
• Ze hebben een plan bedacht.
آنها یک طرح فکر کرده بودند.
Ik bedenk een oplossing.
من يك راه حل فكر مى كنم. .
• Zij bedacht een list.
او يك حقه انديشيد. .
• Hij heeft een goed plan bedacht.
او يك برنامه خوب انديشيده است. •
24
Q
Betrekken
A
درگیر کردن، مرتبط کردن
Hebben
• ماضی ساده: betrok, betrokken
• پرفکت: betrokken
• مثال:
• Het idee betrok iedereen. (ایده همه را درگیر کرد.)
• Ze heeft ons bij het project betrokken. (او ما را در پروژه درگیر کرده بود.)
• We moeten iedereen betrekken.
مابايد همه را دركير كنيم
• Hij betrok haar bij het project.
او او را در پروره دركير كرد
• De ouders zijn betrokken.
والدين دركير شده اند
Ik betrek je erbij.
من تورا هم دركير مى كنم.)
• Zij betrok haar familie bij het project.
او خانوادهاش را در پروزه دركَير كرد
• Hij heeft de politie erbij betrokken. (او پليس را در آن دخيل كرد
25
Bewegen
حرکت کردن
Zijn
• ماضی ساده: bewoog, bewogen
• پرفکت: bewogen
• مثال:
• De stoel bewoog niet.
صندلی حرکت نکرد
• De lucht is bewogen.
هوا حرکت کرده است
• Je moet de tafel bewegen.
تو بايد ميز را حركت دهى
• Hij bewoog zijn hand.
او دستش راحركت داد
• De stoel is bewogen.
صندلى حركت داده شده است
• De wind bewoog de bladeren.
باد بركها را حركت مى داد
• Zij bewoog haar arm.
او بازويش را حركت داد.)
• Hij heeft de stoel verplaatst.
او صندلى را جابجاكرده است
26
Beseffen
درک کردن، فهمیدن
Hebben
• ماضی ساده: besefte, beseften
• پرفکت: beseft
• مثال:
• Ik beseft het belang van deze beslissing.
من اهمیت این تصمیم را درک کردم.)
• Ze heeft de gevolgen beseft. (او عواقب را درک کرده بود.)
Ik besef het gevaar.
من خطر را درك مى كنم. .
• Zij besefte haar fout.
او اشتباه خود را فهميد. •
• Hij heeft de gevolgen nog niet beseft.
او هنوز عواقب را درك نكرده است. .
27
Begrijpen
درک کردن، فهمیدن
Hebben
• ماضی ساده: begreep, begrepen
• پرفکت: begrepen
• مثال:
• Ik begreep het niet.
من آن را درک نکردم.)
• Ze heeft het goed begrepen. (او آن را خوب درک کرده بود.)
• Ik begrijp het niet.
من آن را نمى فهمم.)
• Zij begreep wat hij bedoelde.
او فهميد كه منظوراو جيست
• Ik kan het niet begrijpen.
من نمى توانم آن را بفهمم
• Hij begreep de situatie.
او موقعيت را فهميد
• De boodschap is begrepen.
پيام فهميده شده است
• Heb je het begrepen? (آيا آن را فهميديد؟)
28
Bidden
دعا کردن
Hebben
• ماضی ساده: bad, baden
• پرفکت: gebeden
• مثال:
• Ze bad elke avond.
او هر شب دعا می‌کرد.)
• We hebben voor hem gebeden. (ما برای او دعا کرده‌ایم.)
• Ze willen voor vrede bidden.
انها مى خواهند براى صلح دعا كنند
• Hij bad voor zijn familie.
او براى خانوادهاش دعا كرد
• Er is veel gebeden.
بسيار دعا شده است
• Ik bid tot God.
من به خدا دعا مى كنم. .
• Zij bad voor haar familie.
او براى خانوادهاش دعا كرد. .
• Hij heeft voor vrede gebeden.
او براى صلح دعا كرده است. .
29
Bouwen
ساختن
Hebben
• ماضی ساده: bouwde, bouwden
• پرفکت: gebouwd
• مثال:
Ze bouwde een huis.
او خانه‌ای ساخت.)
Ze hebben het gebouw gebouwd.
آنها ساختمان را ساخته‌اند.)
• Ik bouw een huis.
من يك خانه مى سازم. •
• Zij bouwden een brug.
آنها يك پل ساختند. .
• Hij heeft een fort gebouwd.
او يك قلعه ساخته است. .
30
Bevechten
مبارزه کردن
Hebben
ماضی ساده: bevocht, bevochten
پرفکت: bevochten
مثال:
Hij bevocht de vijand.
او با دشمن مبارزه کرد.)
Ze hebben een hevige strijd bevochten.
آنها یک جنگ شدید را مبارزه کرده بودند.)
• De soldaten bevechten de vijand.
سربازان با دشمن مبارزه مى كنند. •
• Zij bevochten hun rechten.
آنها براى حقوق خود جنكَيدند. .
• Hij heeft tegen zin angsten gevochten.
او با ترس هايش جنكَيده است. .
31
Blenden
حل شدن، مخلوط کردن
• ماضی ساده: blendde, blendden
• پرفکت: geblend
• مثال:
• De kleuren blendden mooi. (رنگ‌ها به خوبی مخلوط شدند.)
• De ingrediënten zijn goed gebled. (مواد به خوبی مخلوط شدهاند.)
• Ik blend de ingrediënten.
من مواد را مخلوط مى كنم. •
• Zij blendde een smoothie.
او يك اسموتى مخلوط كرد. .
• Hij heeft de kleuren perfect geblend.
او رنكها را كاملاً مخلوط كرده است.
32
Bestrijden
مقابله کردن، مبارزه کردن
Hebben
• ماضی ساده: bestreed, bestreden
• پرفکت: bestreden
• مثال:
We moeten ziekte bestrijden.
ما باید با بیماری مقابله کنیم.)
Ze hebben de brand bestreden.
آنها آتش را مهار کرده بودند.)
• De regering bestrijdt de corruptie.
دولت با فساد مبارزه مى كند. .
• Zij bestreden de ziekte.
آنها با بيمارى مقابله كردند. .
• Hij heeft zijn hele leven tegen onrecht bestreden.
او تمام زندكى خود را عليه بى عدالتى مبارزه كرده است. .
33
Bakken
پختن
Hebben
• ماضی ساده: bakte, bakten
• پرفکت: gebakken
• مثال:
• Hij bakte een taart.
او یک کیک پخت.
• Ze heeft de koekjes gebakken. (او کوکی‌ها را پخته بود.)
• Ik wil een taart bakken.
من مى خواهم يك كيك بيزم
• Ze bakte koekjes. (او كلوجه يخت.)
• De broodjes zijn gebakken.
نانها پخته شده اند
• Ik bak een cake. (من يك كيك مى يزم.)
• Zij bakte koekjes. (او شيرينى يخت.)
• Heb je het brood al gebakken?
آيا نان را از قبل پخته اى؟
34
Bederven
فاسد شدن، خراب شدن
Hebben/zijn
• ماضی ساده: bedierf, bedierven
• پرفکت: bedorven
• مثال:
• Het eten bedierf snel.
غذا سریع خراب شد
• Het voedsel is bedorven.
غذا خراب شده است
• Het eten is bedorven.
غذا فاسد شده است
• Zij bedierf de sfeer.
او فضا را خراب كرد
• De regen heeft de oogst bedorven. (باران محصول را خراب كرد
35
Bevallen
پسندیدن، به دنیا آوردن
Zijn
• ماضی ساده: beviel, bevielen
• پرفکت: bevallen
• مثال:
Het boek beviel me.
از کتاب خوشم آمد.
De bevalling is goed bevallen.
زایمان خوب پیش رفت.
• De film beviel me goed.
فيلم برايم خوشايند بود. .
• Zij is gisteren bevallen.
او ديروز زايمان كرد. .
• Het is een zware bevalling geweest.
زايمان سختى بود. .
36
Bezoeken
دیدار کردن، بازدید کردن
Hebben
• ماضی ساده: bezocht, bezochten
• پرفکت: bezocht
• مثال:
• Ik bezocht mijn grootouders. (من از پدر بزرگ و مادر بزرگم بازدید کردم.)
• Ze heeft de stad bezocht.
او از شهر بازدید کرده بود.)
• Ik bezoek mijn ouders.
من از والدينم بازديد مى كنم
• Zij bezochten het museum.
آنها از موزه بازديد كردند
• Hij heeft veel landen bezocht.
او از كشورهاى زيادى بازديد كرده است
37
Bijten
گاز گرفتن
Hebben
• ماضی ساده: beet, beten
• پرفکت: gebeten
• مثال:
• De hond beet de man.
سگ مرد را گاز گرفت.)
• Ik heb hem niet gebeten.
من او را گاز نگرفتم.
• Pas op, de hond kan bijten!
مراقب او باش، سك ممكن است كاز بكيرد
• De hond beet hem in zijn hand.
سگ دستش را كاز كَرفت
• Ik ben door een hond gebeten.
من توسط يك سك كاز كرفته شده ام
• De hond beet de postbode.
سك پستجى را كاز كرفت. •
• Zi beet in een appel.
او سيبى را كَاز كَرفت. .
• Hij heeft zin nagels gebeten.
او ناخن هايش را جويده است. .
• De baby beet op zin speelgoed.
بجه اسباب بازى اش را كاز مى كَرفت. .
• De kat beet me in mijn vinger.
كربه انكشت من را كاز كَرفت. .
• Zij beet haar tanden op elkaar van de pijn.
او از درد دندان هايش را روى هم فشار داد. •
• Hij beet door de zure appel heen.
او سيب ترش را كاززد. .
• De slang beet het slachtoffer.
مار قربانى را كاز كرفت. .
• Zi beet haar lip toen ze viel.
وقتى زمين خورد، لبش را كاز كَرفت. .
• Hif beet terug toen hij werd geprovoceerd.
وقتى تحريك شد، او هم مقابله كرد. •
38
Blazen
دمیدن، وزیدن، فوت کردن
Hebben
• ماضی ساده: blies, bliezen
• پرفکت: geblazen
• مثال:
• Hij blies de kaars uit.
او شمع را فوت کرد.)
• De wind heeft hard geblazen. (باد شدید وزیده بود.)
• Ik blaas de kaarsen uit.
من شمع ها را فوت مى كنم. .
• Zij blies zeepbellen.
او حباب صابون درست كرد. .
• Hij heeft op zin fluit geblazen.
او در شيپورش دميد. •
• De wind blies hard.
باد شديد مى وزيد. .
Zij blies stof van de tafel.
او كرد و غبار را از روى ميز فوت كرد. •
• Hij blies zijn neus.
او بينى اش را پاك كرد. .
• De ballon blies op.
بادكنك باد شد. .
• Zij blies in haar handen om ze warm te maken.
او در دستانش دميد تا آنها را كرم كند. .
• Hij blies de rook uit zijn mond.
او دود را از دهانش بيرون داد. •
• De scheidsrechter blies op zijn fluitje.
داور در سوتش دميد. •
39
Blijken
ظاهر شدن، مشخص شدن، به نظر رسیدن
Is, zijn
• ماضی ساده: bleek, bleken
• پرفکت: gebleken
• مثال:
• Het bleek een misverstand te zijn. (ظاهراً یک سوءتفاهم بود.)
• Het is gebleken dat hij gelijk had. (مشخص شد که او حق داشت.)
Hij bleek onschuldig te zijn.
او بى كناه بود. .
• Het bleek een vergissing te zijn.
اين يك اشتباه بود. .
• Zij is een goede vriendin gebleken.
او يك دوست خوب بود. .
• Uit onderzoek is gebleken dat...
از تحقيقات مشخص شده است كه...
Het bleek dat hij de waarheid had gesproken.
معلوم شدكه او حقيقت را كفته است. .
• Zij bleek de winnaar te zijn.
معلوم شد كه او برنده است. •
• Het bleek een moeilijkere taak te zijn dan gedacht.
معلوم شد كه كار سخت تراز آن جيزى است كه فكر .
مى شد.
• Uit zijn verhaal bleek dat hij veel had meegemaakt.
از داستان او مشخص شد كه او جيزهاى زيادى را تجربه .
كرده است.
• Het bleek een succes te zin.
اين يك موفقيت بود. •
• Zij bleek niet de enige te zin die er zo over dacht.
معلوم شد كه او تنها كسى نيست كه جنين فكرى مى كند. .
40
Beraden
مشورت کردن، تصمیم گرفتن
Hebben
• ماضی ساده: beraadde, beraadden
• پرفکت: beraden
• مثال:
Ze beraadden zich over de situatie. (آنها در مورد وضعیت مشورت کردند.)
We hebben alles goed beraden.
ما همه چیز را خوب بررسی کرده بودیم.)
• We beraden de situatie.
ما وضعيت را بررسى مى كنيم. •
• Zij beraadden zich op de te nemen stappen.
آنها در مورد اقدامات لازم مشورت كردند. •
• Hij heeft de zaak zorgvuldig beraad.
او موضوع را با دقت بررسى كرده است. •
41
Buigen
خم کردن، تعظیم کردن
Hebben
• ماضی ساده: boog, bogen
• پرفکت: gebogen
• مثال:
• Hij boog zich voor de koningin. (او برای ملکه تعظیم کرد.)
• De takken zijn naar beneden gebogen. (شاخه‌ها به پایین خم شدهاند.)
• De boom begint te buigen.
درخت شروع به خم شدن مى كند
• Hij boog zich naar voren.
او به جلو خم شد
• De takken zijn gebogen.
شاخه ها خم شده اند
• Ik buig mijn hoofd.
من سرم راخم مى كنم. .
• Zij boog zich voorover om de bloem te ruiken.
او براى بوييدن كل خم شد. .
• Hij heeft zich diep gebogen.
او خيلى خم شده است. .
• De boom boog in de wind.
درخت در باد خم شد. .
• Zij boog haar knie.
او زانوى خود را خم كرد. .
• Hij boog de draad om een cirkel te maken.
او سيم را خم كرد تا يك دايره درست كند. .
• De artiest boog voor het publiek.
هنرمند در مقابل تماشاكران تعظيم كرد. •
• Zij boog zich aan de wil van haar ouders.
او در برابر خواست والدينش تسليم شد. •
• Hij boog zich over zin werk.
او روى كارش خم شد. .
• De takken bogen onder het gewicht van de sheeuw.
شاخه ها زير وزن برف خم شدند. .
42
Aannemen
قبول کردن, فرض کردن، پذیرفتن، استخدام کردن
• حال ساده: neem aan, neemt aan, nemen aan
• گذشته ساده: nam aan, namen aan
• اسم مفعول: aangenomen
• فعل کمکی: hebben
• مثال: Hij heeft het cadeau aangenomen. (او هدیه را قبول کرد.
1. قبول کردن:
• Hij heeft het cadeau aangenomen.
(او هدیه را قبول کرد.)
2. فرض کردن:
• Ik heb aangenomen dat hij gelijk had.
(من فرض کردم که او درست می‌گوید.)
مصدر: .1
• Ze willen het voorstel aannemen.
(.آن ها مى خواهند بيشنهاد را بيذيرند)
كذشته: .2
• Het bedrijf nam een nieuwe
medewerker aan. (شركت يك كارمند
(.جديد استخدام كرد
كامل: .3
• De wet is aangenomen door het
قانون توسط پارلمان تصويب) .parlement
(. شده است
43
Aandoen
پوشیدن، روشن کردن
• حال ساده:
• Ik doe aan
• Jij/U doet aan
• Hij/Zij/Het doet aan
• Wij/Jullie/Zij doen aan
• گذشته ساده:
• Ik deed aan
• Wij deden aan
• اسم مفعول: aangedaan
• فعل کمکی: hebben
• مثال: Ik heb het licht aangedaan.
(من چراغ را روشن کردم.
1. Ik heb mijn jas aangedaan.
(من زاكتم را پوشيدم.)
2. Hij heeft het licht aangedaan.
(او جراغ را روشن كرد.)
3. Doe je schoenen aan voordat we weggaan!
(كفش هايت را بپوش قبل از اينكه برويم!)
44
Aantrekken
پوشیدن
• حال ساده:
• Ik trek aan
• Jij/U trekt aan
• Hij/Zij/Het trekt aan
• Wij/Jullie/Zij trekken aan
• گذشته ساده:
• Ik trok aan
• Wij trokken aan
• اسم مفعول: aangetrokken
• فعل کمکی: hebben
• مثال: Zij heeft een jas aangetrokken.
(او یک ژاکت پوشیده است.
1. Zij heeft haar nieuwe jurk aangetrokken.
(او لباس جديدش را پوشيد.)
2. Het bedrijf heeft veel nieuwe klanten aangetrokken.
(شركت مشتريان زيادى جذب كرده است.)
3. Trek een warme trui aan, het is koud buiten!
(يك زاكت كرم بيوش، بيرون هوا سرد است!)
45
Afwassen
ظرف شستن
• حال ساده:
• Ik was af
• Jij/U wast af
• Hij/Zij/Het wast af
• Wij/Jullie/Zij wassen af
• گذشته ساده:
• Ik waste af
• Wij wasten af
• اسم مفعول: afgewassen
• فعل کمکی: hebben
• مثال: Hij heeft de borden afgewassen.
(او ظرفها را شسته است.
1. Wij hebben na het eten de borden afgewassen.
(ما بعد از غذا ظرفها را شستيم.)
2. Kun je de glazen even afwassen?
(مى توانى ليوان ها را بشويى؟)
3. Zij heeft de afwas gisteren
gedaan.
(او ديروز ظرفها را شسته است.)
46
Afbreken
شکستن، تخریب کردن
• حال ساده:
• Ik breek af
• Jij/U breekt af
• Hij/Zij/Het breekt af
• Wij/Jullie/Zij breken af
• گذشته ساده:
• Ik brak af
• Wij braken af
• اسم مفعول: afgebroken
• فعل کمکی: hebben/zijn
• مثال با hebben: Ze hebben de muur afgebroken.
(آنها دیوار را تخریب کردند.)
• مثال با zijn: De muur is afgebroken.
(دیوار تخریب شده است.
1. De storm heeft de brug afgebroken.
(طوفان پل را تخريب كرده است.)
2. De muur is afgebroken door de arbeiders.
(ديوار توسط كاركران تخريب شد.)
3. Wij moesten het feest afbreken vanwege het slechte weer.
(ما مجبور شديم جشن را به خاطر هواى بد
متوقف كنيم.)
47
Aankomen
رسیدن، وزن اضافه کردن
• حال ساده:
• Ik kom aan
• Jij/U komt aan
• Hij/Zij/Het komt aan
• Wij/Jullie/Zij komen aan
• گذشته ساده:
• Ik kwam aan
• Wij kwamen aan
• اسم مفعول: aangekomen
• فعل کمکی: zijn
• مثال: Hij is gisteren aangekomen.
(او دیروز رسید.
1. Hij is gisteren in Amsterdam aangekomen.
(او ديروز به آمستردام رسيد.)
2. Ik ben met de trein aangekomen.
(من با قطار رسيدم.)
3. Ik ben in een maand vijf kilo aangekomen.
(من دريك ماه پنج كيلو وزن اضافه كردم.)
48
Afvragen
سؤال کردن ازخود
• حال ساده:
• Ik vraag af
• Jij/U vraagt af
• Hij/Zij/Het vraagt af
• Wij/Jullie/Zij vragen af
• گذشته ساده:
• Ik vroeg af
• Wij vroegen af
• اسم مفعول: afgevraagd
• فعل کمکی: hebben
• مثال: Ik heb me afgevraagd hoe dat kan.
(من از خودم پرسیدم که چگونه ممکن است.
1. Ik heb me afgevraagd of hij eerlijk is.
(من از خودم يرسيدم كه آيا او صادق است.)
2. Zij heeft zich afgevraagd hoe dat kan.
(او از خود پرسيد كه جكَونه ممكن است.)
3. Vraag je je nooit af wat er met hem is gebeurd?
49
Afnemen
کم کردن، کاهش دادن
• afnemen :مصدر
• nam af / namen af :كذشته
• afgenomen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De temperatuur begint te afnemen.
(.دما شروع به كاهش مى كند)
كذشته: .2
• Het aantal bezoekers nam snel af.
تعداد بازديد كنندكان به سرعت كاهش)
(.يافت
كامل: .3
• De populariteit van dat product is
afgenomen. (محبوبيت آن محصول
(.كاهش يافته است
50
Afstaan
واگذار كردن، كنار كذاشتن
• afstaan :مصدر
• stond af / stonden af :كذشته
• afgestaan :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Hij wil zijn plaats niet afstaan. (gl
(.نمى خواهد جاى خود را واكذار كند
كذشته: .2
• Ze stond haar stoel af aan een
oudere vrouw. (او صندلى خود را به يك
(.زن مسن تر واكذار كرد
كامل: .3
• De macht is afgestaan aan een
nieuwe leider. (قدرت به يك رهبر جديد
(.واكذار شده است
51
Afleggen
گذاشتن، کنار گذاشتن
• afleggen :مصدر
• legde af / legden af :كذشته
• afgelegd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Hi moet een examen afleggen. (gl
(.بايد يك امتحان بدهد
كذشته: .2
• Ze legde haar functie af. (او سمت
(. خود را كنار كذاشت
کامل
• De afstand is afgelegd in recordtijd.
(.مسافت در زمان ركورد بيموده شده است)
52
Aanvangen
شروع کردن
• aanvangen :مصدر
• ving aan / vingen aan :كذشته
• aangevangen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We moeten het project aanvangen.
(.ما بايد پروره را شروع كنيم)
كَدشته: .2
• Hij ving het gesprek aan. (او كفتكورا
(.شروع كرد
كامل: .3
• De bouw is aangevangen.
(.ساخت وساز شروع شده است)
53
Afwerpen
انداختن، رها کردن
• afwerpen :مصدر
• wierp af / wierpen af :كذشته
• afgeworpen : Job
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• De boom begint zijn bladeren af te
درخت شروع به انداختن) .werpen
(.برك هايش مى كند
كذشته: .2
• Het schip wierp zijn lading af. (كشتى
(.بار خود را انداخت
كامل: .3
• De last is afgeworpen. (بار انداخته
(. شده است
54
Achterhalen
پی بردن، کشف کردن
• achterhalen :مصدر
• achterhaalde / achterhaalden :كذشته
• achterhaald :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De politie probeert de waarheid
achter te halen. (بليس سعى دارد
(.حقيقت را كشف كند
كذشته: .2
• Ze achterhaalde de bron van het
(.او منبع مشكل را كشف كرد) .probleem
كامل: .3
• De informatie is achterhaald.
(.اطلاعات كشف شده است)
55
Achterlaten
جا گذاشتن، باقی گذاشتن
• achterlaten :مصدر
• liet achter / lieten achter :كذشته
• achtergelaten :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Hij wil niets achterlaten. (او نمى خواهد
(.جيزى جا بكذارد
كذشته: .2
• Ze liet haar sleutels achter. (gl
(.كليدهايش را جا كذاشت
كامل: .3
• Er is een bericht achtergelaten. (v
(.بيام جا كذاشته شده است
56
Achtervolgen
تعقیب کردن
• achtervolgen :مصدر
• achtervolgde / achtervolgden :كذشته
• achtervolgd : Job
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De politie wil de dief achtervolgen.
(.پليس مى خواهد دزد را تعقيب كند)
كذشته: .2
• Hij achtervolgde de verdachte.
اومظنون را تعقيب كرد
كامل: .3
• De hond heeft de kat achtervolgd.
(.سگ گربه را تعقيب كرده است)
57
Achterwege laten
صرف نظر کردن
• achterwege laten :jua
• liet achterwege / lieten :كذشته
achterwege
• achterwege gelaten :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We moeten details achterwege
(.ما بايد از جزئيات صرف نظر كنيم) .laten
كذشته: .2
• Hij liet de moeilijke vragen
achterwege. (او از سوالات سخت صرف
(. نظر كرد
كامل: .3
• De beslissing is achterwege
(.تصميم كرفته نشده است) .gelaten
58
Aanvallen
حمله کردن
. aanvallen :مصدر
• viel aan / vielen aan :كذشته
• aangevallen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De leeuw wil zijn prooi aanvallen.
(.شير مى خواهد به شكار خود حمله كند)
كَدشته: .2
• De vijand viel ons aan. (دشمن به ما
(. حمله كرد
3. :ol5
• De stad is aangevallen. (شهر مورد
(. حمله قرار كرفته است
59
Aanvoelen
(احساس كردن)
• aanvoelen :مصدر
• voelde aan / voelden aan :كذشته
• aangevoeld : Lol
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik kan de spanning aanvoelen. (uo
(.مى توانم تنش را احساس كنم
كذشته: .2
• Hij voelde de sfeer aan. (او جورا
(.احساس كرد
كامل: .3
• De emoties zijn goed aangevoeld.
(.احساسات به خوبى درك شدهاند)
60
Aanvuren
تشویق کردن
• aanvuren :مصدر
• vuurde aan / vuurden aan :كذشته
• aangevuurd :ol
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• De coach wil het team aanvuren.
(.مربى مى خواهد تيم را تشويق كند)
كذشته: .2
• Hij vuurde de spelers aan. (او بازيكنان
(.را تشويق كرد
كامل: .3
• Het publiek heeft de atleten
aangevuurd. (تماشاكران ورزشكاران را
(. تشويق كرده اند
61
Aanwakkeren
برانکیختن، تحریک کردن
• aanwakkeren :مصدر
• wakkerde aan / wakkerden aan :كذشته
• aangewakkerd :Lo
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De speech wil de emoties
aanwakkeren. (سخنرانى مى خواهد
(.احساسات را برانكيزد
كَدشته: .2
• Het nieuws wakkerde de discussie
(.خبر بحث را تحريك كرد) .aan
كامل: .3
• De interesse is aangewakkerd.
(.علاقه برانكيخته شده است)
62
Aanwijzen
اشاره کردن، تعیین کردن
. aanwijzen :مصدر
• wees aan / wezen aan :كدشته
• aangewezen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De leraar wil de juiste antwoorden
aanwijzen. (معلم مى خواهد پاسخ هاى
(.صحيح را نشان دهد
كذشته: .2
• Hij wees de weg aan. (او راه را نشان
(.داد
كامل: .3
• De verantwoordelijkheid is
aangewezen. (مسئوليت تعيين شده
(.است
63
Aanvragen
در خواست کردن
aanvragen :
• vroeg aan / vroegen aan :كذشته
• aangevraagd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Je moet een vergunning aanvragen.
(.شما بايد مجوز درخواست كنيد)
كذشته: .2
• Hij vroeg hulp aan. (او كمك درخواست
(.كرد
كامل: .3
• De documenten zijn aangevraagd.
(.اسناد درخواست شدهاند)
64
Aanvullen
تکمیل کردن
• aanvullen :مصدر
• vulde aan / vulden aan :كذشته
• aangevuld :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We moeten de voorraad aanvullen.
(.ما بايد موجودى را تكميل كنيم)
كذشته: .2
• Hij vulde de informatie aan. (ol
(.اطلاعات را تكميل كرد
كامل: .3
• De collectie is aangevuld. (مجموعه
(. تكميل شده است
65
Bannen
تبعید کردن،ممنوع کردن
• bannen :مصدر
• bande / banden :كذشته
• gebannen :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
• Ze willen hem bannen. (
آن ها مى خواهند او را تبعيد كنند
• De koning bande hem uit het land.
(.يادشاه او را از كشور تبعيد كرد)
• Hij is gebannen.
او تبعيد شده است.
• De regering heeft het product verbannen.
دولت اين محصول را ممنوع كرده است. •
• Hij werd uit het land verbannen.
او از كشور تبعيد شد. •
• Ze hebben de vervloeking gebannen.
آنها نفرين را باطل كردند. .
66
Bevelen
دستور دادن
• bevelen :مصدر
• beval / bevalen :كذشته
• bevolen :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
• De generaal wil bevelen.
ژنرال مى خواهد دستور دهد
• Hij beval de soldaten om te stoppen.
(.او به سربازان دستور داد كه متوقف شوند)
• Het bevel is bevolen.
دستور داده شده است
• De generaal beval de aanval.
زنرال دستور حمله داد. .
• Zij beval hem te zwijgen.
او به او دستور داد كه سكوت كند. .
• Hij heeft de soldaten bevolen te vertrekken.
او به سربازان دستور داد كه بروند. •
67
Bezwijken
تسلیم شدن، از پا افتادن
• bezwijken :مصدر
• bezweek / bezweken :كذشته
• bezweken :كامل
• Zijn :كمكى
مثالها:
• Hij kan niet bezwijken.
او نمى تواند تسليم شود
• De brug bezweek onder het
(.پل زير وزن ازيا افتاد) .gewicht
• Hij is aan de druk bezweken.
او تحت فشار تسليم شده است
• Hij bezweek onder de druk.
او زير فشار تسليم شد. .
• Zi bezweek aan haar verwondingen.
او بر اثر جراحاتش دركذشت. .
• De brug is onder het gewicht bezweken.
پل زير وزن فرو ريخت. .
68
Begeven
رفتن، حرکت کردن
• begeven :مصدر
• begaf / begaven :كذشته
• begeven :كامل
• zijn :كمكى
مثال ها:
• We moeten ons begeven naar de
vergadering. (ما بايد به جلسه برويم.)
• Hij begaf zich naar de uitgang.
او به سمت خروجى حركت كرد
• Ze zijn naar huis begeven.
آن ها به خانه رفته اند
• Zi begaf zich naar de keuken.
او به آشيز خانه رفت. .
• Hij begaf zich op glad ijs.
او روى يخ لغزنده قرار كرفت. •
• De stoel begaf het.
صندلى خراب شد. .
• Haar gezondheid begon te begeven.
سلامتى او رو به زوال كَذاشت. .
• Zij zijn naar het concert begeven.
آنها به كنسرت رفته اند. •
• Het ijs is onder zin gewicht begeven.
يخ زير وزن او شكست. •
69
Behouden
نگه داشتن، حفظ کردن
. behouden :مصدر
• behield / behielden :كذشته
• behouden :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
• We moeten de traditie behouden. (مابايد سنت را حفظ كنيم
• Hij behield zijn kalmte.
او آرامش خود را حفظ كرد
• De waarden zijn behouden.
ارزش هاحفظ شده اند
• Zi begaf zich naar de keuken.
او به آشيز خانه رفت. .
• Hij begaf zich op glad ijs.
او روى يخ لغزنده قرار كرفت. •
• De stoel begaf het.
صندلى خراب شد. .
• Haar gezondheid begon te begeven.
سلامتى او رو به زوال كَذاشت. .
• Zij zijn naar het concert begeven.
آنها به كنسرت رفته اند. •
• Het ijs is onder zin gewicht begeven.
يخ زير وزن او شكست. •
70
Bedriegen
فریب دادن
• bedriegen :مصدر
• bedroog / bedrogen :كذشته
• bedrogen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
• Hij wil niemand bedriegen.
او نمى خواهد كسى را فريب دهد
• Ze bedroog haar vriend.
او دوستش را فريب داد
• Ik ben bedrogen.
من فريب خورده ام.
Hij bedroog haar.
او او را فريب داد
• Zij bedroog hem met zijn beste vriend.
او اورا با بهترين دوستش فريب داد
• Hij heeft haar nooit bedrogen.
او هركز او را فريب نداده است
71
Besluiten
تصمیم گرفتن
• besluiten
• besloot / besloten
• heb besloten
• hebben
مثال ها:
• Ik besluit om te gaan.
من تصميم مى كيرم كه بروم.)
• Zij besloot te blijven.
او تصميم كرفت كه بماند.)
• Hij heeft een moeilijke beslissing genomen.
اويك تصميم دشوار كرفته است
• We moeten snel besluiten.
ما بايد سريع تصميم بكيريم
• Hij besloot om te vertrekken.
او تصميم كرفت كه برود
• De vergadering is besloten.
جلسه به يايان رسيده است
72
Bewijzen
ثابت کردن
• bewijzen :مصدر
• bewees / bewezen :كذشته
• bewezen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
• Ik bewijs mijn onschuld.
من بى كناهى خود را ثابت مى كنم
• Zij bewees haar loyaliteit.
او وفادارى خود را ثابت كرد
• Hij heeft zijn theorie bewezen.
او نظريه خود را ثابت كرده است
• Hij wil zijn onschuld bewijzen.
او مى خواهد بى كناهى خود را ثابت كند
• Ze bewees haar punt.
او نظر خود را ثابت كرد
• De theorie is bewezen.
تئورى ثابت شده است
73
Cachen
پنهان کردن، ذخیره کردن
• Ik cache
• Jij/U cachet
• Hij/Zij/Het cachet
• Wij/Jullie/Zij cachen
• كذشته ساده:
• Ik cachete
• Wij cacheten
gecachet :اسم مفعول •
hebben :فعل كمكى •
Ik heb de bestanden gecachet
(من فايلها را ذخيره كردهام.)
74
Concluderen
نتیجه گیری کردن
• concluderen :مصدر
• concludeerde / concludeerden :كذشته
• geconcludeerd : Jo
• hebben :كمكى
مثال ها:
• We moeten concluderen dat het
project succesvol was.
ما بايد نتيجه كيرى كنيم كه پروره موفق بود
• Hij concludeerde dat het plan niet
werkte
او نتيجه كيرى كرد كه طرح كار نمى كند
• De onderzoekers hebben geconcludeerd dat de theorie
correct is
محققان نتيجه كيرى كرده اند كه تئورى درست است
75
Creëren
خلق کردن، ایجاد کردن
• creëren :مصدر
• creëerde / creëerden :كذشته
• gecreëerd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
• De kunstenaar wil iets nieuws
هنرمند مى خواهد جيزى جديد) .creëren
(.خلق كند
• Hij creëerde een mooi schilderij.
اويك نقاشى زيبا خلق كرد
• Er is een nieuwe mogelijkheid
يك امكان جديد ايجاد شده ) .gecreëerd
(.است
76
Conserveren
حفظ کردن، نگهداری کردن
• conserveren :مصدر
• conserveerde / conserveerden :كذشته
• geconserveerd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
• We moeten het voedsel
conserveren. (ما بايد غذا را حفظ كنيم.)
• Ze conserveerde de oude
documenten.
او اسناد قديمى را حفظ كرد
• De tradities zijn geconserveerd.
(.سن ها حفظ شده اند)
77
Corrigeren
تصحیح کردن
• corrigeren :مصدر
• corrigeerde / corrigeerden :كذشته
• gecorrigeerd :Jo
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De leraar wil de fouten corrigeren.
(.معلم مى خواهد اشتباهات را تصحيح كند)
كذشته: .2
• Hij corrigeerde de tekst. (او متن را
(. تصحيح كرد
كامل: .3
• De antwoorden zijn gecorrigeerd.
(.باسخ ها تصحيح شده اند)
78
Concurreren
رقابت کردن
• concurreren :مصدر
• concurreerde / concurreerden :كدشته
• geconcurreerd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
كذشته: .2
• De bedrijven willen concurreren.
(.شركت ها مى خواهند رقابت كنند)
• Hij concurreerde met zin collega.
(.او با همكارش رقابت كرد)
3. idols
• Er is veel geconcurreerd. (بسيار
(.رقابت شده است
79
Communiceren
ارتباط برقرار کردن
• communiceren :مصدر
• communiceerde / :كذشته
communiceerden
• gecommuniceerd :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• We moeten beter communiceren. (Lo
(.بايد بهتر ارتباط برقرار كنيم
كذشته: .2
• Hij communiceerde duidelijk. (او به
(.وضوح ارتباط برقرار كرد
كامل: .3
• De boodschap is gecommuniceerd.
(.بيام ارتباط داده شده است)
80
Consulteren
مشورت کردن
• consulteren :مصدر
• consulteerde / consulteerden :كذشته
• geconsulteerd : ol
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De arts wil een specialist
consulteren. (يزشك مى خواهد با يك
(.متخصص مشورت كند
كذشته: .2
• Hij consulteerde zijn collega. (او با
(.همكارش مشورت كرد
3. iols
• De expert is geconsulteerd.
(.متخصص مشورت شده است)
81
Corrumperen
فاسد کردن
• corrumperen :مصدر
• corrumpeerde / corrumpeerden :كذشته
• gecorrumpeerd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Het geld kan de politiek
corrumperen. (پول مى تواند سياست را
(.فاسد كند
كذشته: .2
• Hij corrumpeerde het systeem. (gl
(. سيستم را فاسد كرد
كامل: .3
• De samenleving is gecorrumpeerd.
(.جامعه فاسد شده است)
82
Creperen
درگذشتن، مردن
• creperen :مصدر
• Crepeerde / crepeerden :كذشته
• gecrepeerd :كامل
• zijn :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• De planten kunnen creperen door
gebrek aan water. (كياهان ممكن است
(.به دليل كمبود آب از بين بروند
كذشته: .2
• Hij crepeerde van de honger. (jl gl
(.كرسنكَى مرد
كامل: .3
• De bloemen zijn gecrepeerd. (كلها
(.از بين رفته اند
83
Culmineren
به اوج رسیدن
• culmineren :مصدر
• culmineerde / culmineerden :كذشته
• geculmineerd :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• De spanning wil culmineren. (تنش
(.مى خواهد به اوج برسد
كَذشته: .2
• Het conflict culmineerde in een
(.مناقشه به يك جنك منجر شد) .oorlog
كامل: .3
• De gebeurtenissen zijn geculmineerd in een grote
verandering. (رويدادها به يك تغيير بزرك
(. منجر شده اند
84
Circuleren
چرخیدن، گردش کردن
• circuleren :مصدر
• circuleerde / circuleerden :كذشته
• gecirculeerd : Lol
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Het gerucht wil snel circuleren.
(.شايعه مى خواهد به سرعت يخش شود)
كذشته: .2
• Het nieuws circuleerde snel. (خبر به
(.سرعت يخش شد
كامل: .3
• De informatie is gecirculeerd.
(.اطلاعات يخش شده است)
85
Classificeren
طبقه بندی کردن
• classificeren :مصدر
• classificeerde / classificeerden :كذشته
• Kuol: geclassificeerd
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• We moeten de documenten
classificeren. (ما بايد اسناد را طبقه بندى
(. كنيم
كذشته: .2
• Hij classificeerde de boeken op
onderwerp. (او كتابها را بر اساس
(.موضوع طبقه بندى كرد
كامل: .3
• De gegevens zijn geclassificeerd.
(.دادهها طبقه بندى شدهاند)
86
Combineren
ترکیب کردن
• combineren :مصدر
• combineerde / combineerden :كذشته
• gecombineerd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We moeten de ingredienten
combineren. (ما بايد مواد را تركيب
(. كنيم
كذشته: .2
• Hij combineerde de kleuren perfect.
(.او رنكها را به طور كامل تركيب كرد)
كامل: .3
• De stijlen zijn gecombineerd.
(.سبكها تركيب شدهاند)
87
Compenseren
جبران کردن
• compenseren :مصدر
• Compenseerde / :كذشته
compenseerden
• gecompenseerd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We moeten het verlies
compenseren. (ما بايد ضرر را جبران
(.كنيم
كذشته: .2
• Hij compenseerde de schade. (ol
(.خسارت را جبران كرد
كامل: .3
• De kosten zijn gecompenseerd.
(.هزينه ها جبران شدهاند)
88
Braden
سرخ کردن، بریان کردن
• Ik braad
• Jij/U braadt
• Hij/Zij/Het braadt
• Wij/Jullie/Zij braden
• گذشته ساده:
• Ik braadde
• Jij/U braadde
• Wij/Jullie/Zij braadden
• اسم مفعول: gebraden
• فعل کمکی: hebben
• مثالها:
1. Hij heeft een kip gebraden.
(او یک مرغ را بریان کرده است.)
2. Ik heb het vlees in de oven gebraden.
(من گوشت را در فر سرخ کرده‌ام.)
3. De kok heeft het langzaam gebraden voor extra smaak.
(آشپز آن را به آرامی سرخ کرده است تا طعم بهتری بگیرد.
89
Denken
فکر کردن
• denken :مصدر
• dacht / dachten :كذشته
• gedacht :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
• Ik wil even denken.
من مى خواهم كمى فكر كنم
• Hij dacht aan zijn familie.
او به خانواده اش فكر كرد
• We hebben er lang over gedacht.
(.ما مدتها در مورد آن فكر كردهايم)
Ik heb de hele dag aan jou gedacht.
(من تمام روز به تو فکر کرده‌ام.
90
Doen
انجام دادن
• doen :مصدر
. deed / deden :كذشته
• gedaan :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
• Ik wil mijn huiswerk doen.
من مى خواهم تكاليفم را انجام دهم
• Hij deed zijn best.
او نهايت تلاش خود را كرد
• We hebben dat al gedaan.
ما آن را قبلاً انجام داده ايم
Wat heb je vandaag gedaan?
(امروز چه‌کار کردی؟
91
Dragen
حمل کردن، پوشیدن
• dragen :مصدر
• droeg / droegen :كذشته
• gedragen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
• Ze wil een mooie jurk dragen.
او مى خواهد يك لباس زيبا بيوشد
• Hij droeg een zware tas.
او يك كيف سنكين حمل كرد
• De last is gedragen.
بار حمل شده است
Zij heeft een mooie jurk gedragen.
(او یک لباس زیبا پوشیده است.
92
Drinken
نوشیدن
• drinken :مصدر
. dronk / dronken :كذشته
• gedronken :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
• Ik wil water drinken.
من مى خواهم آب بنوشم
• Hij dronk een glas wijn.
او يك ليوان شراب نوشيد
• De thee is gedronken.
جاى نوشيده شده است
Wij hebben veel water gedronken.
ما آب زیادی نوشیدیم.
• Ik drink een glas water.
من يك ليوان آب مى نوشم. •
• Zij dronk een kop thee.
او يك فنجان جاى نوشيد. .
• Hij heeft te veel alcohol gedronken.
او الكل بيش از حد نوشيده است. .
93
Duiken
شیرجه زدن، غواصی کردن
• duiken :مصدر
• dook / doken :كدشته
• gedoken :كامل
• hebben/ zijn :كمكى
مثال ها:
• We willen in de zee duiken.
ما مى خواهيم در دريا غواصى كنيم
• Hij dook in het zwembad.
او در استخرغواصى كرد
• Er is veel gedoken.
بسيار غواصى شده است
Hij heeft diep gedoken.
(او عمیق شیرجه زده است.)
• مثال با “zijn” (برای رسیدن به جایی با شیرجه):
De man is in het water gedoken.
(مرد در آب شیرجه زده است.
• Ik duik in het zwembad.
من در استخر شيرجه مى زنم. •
• Zi dook naar de bodem van de zee.
او به ته دريا شيرجه زد. .
• Hij heeft naar de schat gedoken.
او براى گنج شيرجه زده است. •
94
Dwingen
مجبور کردن
• dwingen :مصدر
• dwong / dwongen :كذشته
• gedwongen: ol
• hebben :كمكى
مثالها:
• Ze willen hem niet dwingen.
آن ها نمى خواهند او را مجبور كنند
• Hij dwong haar om te blijven.
او او رامجبور كرد كه بماند
• De beslissing is gedwongen. (
تصميم مجبور شده است
• De situatie heeft ons gedwongen om te vertrekken.
(این وضعیت ما را مجبور کرد که برویم.
95
Durven
جرات کردن
• durven :مصدر
• durfde / durfden :كذشته
• gedurfd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil het durven. (من مى خواهم جرأت
(. كنم
كذشته: .2
• Hij durfde niet te springen. (او جرأت
(. نكرد كه بيرد
كامل: .3
• Ze hebben het gedurfd. (آنها جرأت
(.كرده اند
• Zij heeft niet te spreken gedurfd.
(او جرأت نکرده است صحبت کند.
96
Druipen
چکیدن
• druipen
• drup / drupen
• heb gedropen
فعل کمکی: hebben/zijn
مثال با “hebben” (برای چکیدن):
Het kaarsvet heeft op de tafel gedropen.
(موم شمع روی میز چکیده است.)
مثال با “zijn” (برای چکیدن و حرکت کردن):
Het water is van het dak gedropen.
(آب از سقف چکیده است.
• Het water druipt van het dak.
آب از سقف مى جكد. .
• Zun haar drupte van de regen.
موهايش از باران مى جكيد. •
• Het ijsje heeft gedropen.
بستنى جكه كرده است. .
97
Drijven
شناور بودن، راندن
• drijven :مصدر
• dreef / dreven :كذشته
• gedreven :كامل
• hebben/zijn :كمكى
مثالها:
• Het bootje wil drijven.
قايق مى خواهد شناور شود
• Hij dreef de koeien naar de wei.
او گاوها را به جراكاه راند
• De boot is gedreven.
قايق شناور شده است
Hij heeft de koeien naar de stal gedreven.
(او گاوها را به سمت طویله راند.)
مثال با “zijn” (برای شناور بودن):
Het hout is op het water gedreven.
(چوب روی آب شناور شده است.
• De boot drijft op het water.
قايق روى آب شناور است. •
• Zi dreef op haar rug in het zwembad.
او به پشت در استخر شناور بود. •
• Het hout heeft op het water gedreven.
جوب روى آب شناور بوده است. •
98
Draaien
چرخیدن، چرخاندن
• Ik draai
• Jij/U draait
• Hij/Zij/Het draait
• Wij/Jullie/Zij draaien
• گذشته ساده:
• Ik draaide
• Wij draaiden
• اسم مفعول: gedraaid
• فعل کمکی: hebben/zijn
• مثال با “hebben” (برای چرخاندن چیزی):
• Hij heeft de sleutel omgedraaid.
(او کلید را چرخاند.)
• مثال با “zijn” (برای چرخیدن):
• De auto is omgedraaid.
(ماشین چرخیده است
99
Delen
تقسیم کردن
• delen :مصدر
• deelde / deelden :كذشته
• gedeeld :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We moeten de taart delen. (ما بايد
(.كيك را تقسيم كنيم
كذشته: .2
• Hij deelde zijn ervaringen. (او تجربيات
(.خود را به اشتراك كذاشت
كامل: .3
• De informatie is gedeeld. (اطلاعات به
(.اشتراك كذاشته شده است
100
Doden
کشتن
. doden :مصدر
. doodde / doodden :كذشته
• gedood :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De jager wil het hert doden. (شكارجى
(.مى خواهد كوزن را بكشد
كذشته: .2
• Hij doodde de slang. (او مار را كشت.)
كامل: .3
• Het dier is gedood. (حيوان كشته شده
(.است
101
Dromen
رویا دیدن
. dromen :مصدر
. droomde / droomden :كذشته
• gedroomd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil vannacht dromen. (من مى خواهم
(. امشب رويا ببينم
كذشته: .2
• Hij droomde van een betere
(.او از آيندهاى بهتر رويا ديد) .toekomst
كامل: .3
• Ik heb vannacht gedroomd. (üc
(.امشب رويا ديدهام
102
Delven
حفر کردن
. delven :مصدر
• dolf / dolven :كذشته
• gedolven : Lob
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De mijnwerkers willen goud delven.
(.كاركران معدن مى خواهند طلا حفر كنند)
كَدشته: .2
• Hij dolf een diepe put. (او يك جاه
(.عميق حفر كرد
كامل: .3
• Er is veel steenkool gedolven. (زغال
(. سنك زيادى حفر شده است
103
Derven
کمبود داشتن
• derven :مصدر
• derfde / derfden :كذشته
• gederfd :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• We willen niets derven. (ما نمى خواهيم
(. جيزى كم داشته باشيم
كذشته: .2
• Hij derfde niets. (او جيزى كم نداشت.)
كامل: .3
• Er is niets gederfd. (هيج جيز كم نشده
(. است
104
Dichten
سرودن، شعر گفتن
• dichten :مصدر
• dichtte / dichtten :كذشته
• gedicht :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• De dichter wil een nieuw gedicht
شاعر مى خواهد يك شعر جديد) .dichten
(.بسرايد
كذشته: .2
• Hij dichtte een mooi gedicht. (او يك
(.شعر زيبا سرود
كامل: .3
• Er is veel gedicht. (بسيار شعر سروده
(. شده است
105
Doden
کشتن
. doden :مصدر
• doodde / doodden :كذشته
• gedood :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• De jager wil het hert doden. (شكارجى
(.مى خواهد كوزن را بكشد
كذشته: .2
• Hij doodde de slang. (او مار را كشت.)
كامل: .3
• Het dier is gedood. (حيوان كشته شده
(.است
106
Dromen
رویا دیدن
. dromen :مصدر
• droomde / droomden :كذشته
• gedroomd :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil vannacht dromen. (من مى خواهم
(.امشب رويا ببينم
كَدشته: .2
• Hij droomde van een betere
(.او از آينده اى بهتر رويا ديد) .toekomst
كامل: .3
• Ik heb vannacht gedroomd. (jo
(.امشب رويا ديدهام
107
Durven
جرات کردن
• durven :مصدر
• durfde / durfden :كذشته
• gedurfd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil het durven. (من مى خواهم جرأت
(. كنم
كذشته: .2
• Hij durfde niet te springen. (او جرأت
(.نكرد كه بيرد
كامل: .3
• Ze hebben het gedurfd. (آنها جرأت
(.كرده اند
108
Dweilen
تمیز کردن با تی، تی کشیدن
. dweilen :مصدر
• dweilde / dweilden :كذشته
• gedweild :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil de vloer dweilen. (من مى خواهم
(.كف را تميز كنم
كذشته: .2
• Hij dweilde de keuken. (او آشيزخانه را
(.تميز كرد
• De vloer is gedweild. (كف تميز شده
(.است
109
Dwalen
سرگردان شدن
• dwalen :مصدر
• dwaalde / dwaalden :كذشته
• gedwaald :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil door het bos dwalen. (üc
(.مى خواهم در جنكل سركردان شوم
كَدشته: .2
• Hij dwaalde door de straten. (او در
(.خيابان ها سركَردان شد
كامل: .3
• We hebben urenlang gedwaald. (Lo
(.ساعت ها سركردان بوده ايم
110
Doorzien
درک کردن، پی بردن
• Ik doorzie
• Jij/U doorziet
• Hij/Zij/Het doorziet
• Wij/Jullie/Zij doorzien
• گذشته ساده:
• Ik doorzag
• Wij doorzagen
• اسم مفعول: doorzien
• فعل کمکی: hebben
• مثال:
• Ik heb zijn bedoelingen doorzien.
(من به نیت‌های او پی برده‌ام.
111
Doorlopen
ادامه دادن، عبور کردن
• Ik doorloop
• Jij/U doorloopt
• Hij/Zij/Het doorloopt
• Wij/Jullie/Zij doorlopen
• گذشته ساده:
• Ik doorliep
• Wij doorliepen
• اسم مفعول: doorlopen
• فعل کمکی: hebben
• مثال:
• Zij heeft de hele stad doorlopen.
(او تمام شهر را پیموده است.
112
Doorbrengen
صرف کردن، گذراندن
• Ik breng door
• Jij/U brengt door
• Hij/Zij/Het brengt door
• Wij/Jullie/Zij brengen door
• گذشته ساده:
• Ik bracht door
• Wij brachten door
• اسم مفعول: doorgebracht
• فعل کمکی: hebben
• مثال:
• Wij hebben het weekend aan zee doorgebracht.
(ما آخر هفته را در کنار دریا گذراندیم.
113
Doodgaan
مردن
• Ik ga dood
• Jij/U gaat dood
• Hij/Zij/Het gaat dood
• Wij/Jullie/Zij gaan dood
• گذشته ساده:
• Ik ging dood
• Wij gingen dood
• اسم مفعول: doodgegaan
• فعل کمکی: zijn
• مثال:
• Mijn opa is vorig jaar doodgegaan.
(پدربزرگم سال گذشته فوت کرد.
114
Eten
خوردن
• eten :مصدر
• at / aten :كذشته
• gegeten :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil iets lekker eten. (من مى خواهم
(. جيزى خوشمزه بخورم
كذشته: .2
• Hij at een appel. (او يك سيب خورد.)
كامل: .3
• We hebben al gegeten. (ما قبلاً
(. خورده ايم
• Wij hebben samen pizza gegeten.
(ما با هم پیتزا خوردیم.
115
Ebben
کم شدن، فروکش کردن
. ebben :مصدر
• ebde / ebden :كذشته
• geëbd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Het water begint te ebben. (آب شروع
(.به كم شدن مى كند
كذشته: .2
• De storm ebde weg. (طوفان فروكش
(.كرد
كامل: .3
• De emoties zijn geëbd. (احساسات
(.فروكش كرده اند
116
Eischen
درخواست کردن، مطالبه کردن
• eischen :مصدر
• eischte / eischten :كذشته
• geëischt :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ze willen gerechtigheid eischen.
(.آن ها مى خواهند عدالت را مطالبه كنند)
كذشته: .2
• Hij eischte een verklaring. (او يك
(. توضيح درخواست كرد
كامل: .3
• De rechten zijn geëischt. (حقوق
(.مطالبه شده است
117
Eindigen
پایان دادن
• eindigen :مصدر
• eindigde / eindigden :كذشته
• geëindigd :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• We moeten het gesprek eindigen. (Lo
(.بايد كفتكورا به پايان برسانيم
كَذشته: .2
• Hij eindigde zijn speech met een
او سخنرانى خود را با يك شوخى به) .grap
(.يايان رساند
كامل: .3
• De film is geëindigd. (فيلم به پايان
(.رسيده است
118
Ergeren
آزار دادن، ناراحت كردن
• ergeren :مصدر
• ergerde / ergerden :كذشته
• geërgerd :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Hij wil me niet ergeren. (او نمى خواهد
(.مرا ناراحت كند
كذشته: .2
• Ze ergerde zich aan het lawaai. (او از
(.سر و صدا ناراحت شد
كامل: .3
• Ik ben geërgerd. (من ناراحت شدهام.)
119
Erkennen
تشخیص دادن، قبول كردن
• erkennen :مصدر
• erkende / erkenden :كذشته
• erkend :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We moeten zijn talent erkennen. (Lo
(.بايد استعداد او را تشخيص دهيم
كذشته: .2
• Hij erkende zijn fout. (او اشتباه خود را
(.قبول كرد
كامل: .3
• De waarheid is erkend. (حقيقت
(.تشخيص داده شده است
120
Erven
ارث بردن
• erven :مصدر
• erfde / erfden :كذشته
• geërfd :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Hij wil het huis erven. (او مى خواهد
(.خانه را به ارث ببرد
كذشته: .2
• Ze erfde een fortuin. (او يك ثروت به
(.ارث برد
كامل: .3
• De eigendommen zijn geërfd. (اموال
(.به ارث برده شده اند
121
Etsen
حکاکی کردن
• etsen :مصدر
• etste / etsten :كذشته
• geëtst :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De kunstenaar wil een plaat etsen.
(.هنرمند مى خواهد يك صفحه حكاكى كند)
كذشته: .2
• Hij etste een mooi ontwerp. (او يك
(.طرح زيبا حكاكى كرد
كامل: .3
• De afbeelding is geëtst. (صوير
(.حكاكى شده است
122
Evalueren
ارزیابی کردن
• evalueren :مصدر
• evalueerde / evalueerden :كذشته
• geëvalueerd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We moeten de resultaten evalueren.
(.ما بايد نتايج را ارزيابى كنيم)
كذشته: .2
• Hij evalueerde de prestaties. (gl
(.عملكردها را ارزيابى كرد
كامل: .3
• Het project is geëvalueerd.
(.ارزيابى شده است
123
Ervaren
تجربه کردن
• Ik ervaar
• Jij/U ervaart
• Hij/Zij/Het ervaart
• Wij/Jullie/Zij ervaren
• گذشته ساده:
• Ik ervoer
• Wij ervoeren
• اسم مفعول: ervaren
• فعل کمکی: hebben
• مثال:
• Hij heeft veel uitdagingen ervaren.
(او چالش‌های زیادی را تجربه کرده است.
مصدر: .1
• Ik wil nieuwe dingen ervaren. (io
(.مى خواهم جيزهاى جديد را تجربه كنم
كذشته: .2
• Hij ervoer veel stress. (او استرس
(.زيادى را تجربه كرد
كامل: .3
• We hebben veel ervaren. (ما جيزهاى
(.زيادى تجربه كرده ايم
124
Fluiten
سوت زدن
• Ik fluit
• Jij/U fluit
• Hij/Zij/Het fluit
• Wij/Jullie/Zij fluiten
• گذشته ساده:
• Ik floot
• Wij floten
• اسم مفعول: gefloten
• فعل کمکی: hebben
• مثال:
• Hij heeft een mooi liedje gefloten.
(او یک آهنگ زیبا را سوت زده است.)
1. حال ساده (Tegenwoordige tijd)
• Hij fluit elke ochtend een liedje.
(او هر صبح یک آهنگ را سوت می‌زند.)
• Ik fluit naar mijn hond om hem te roepen.
(من به سگم سوت می‌زنم تا او را صدا کنم.)
2. گذشته ساده (Verleden tijd)
• Gisteren floot hij een vrolijk liedje.
(دیروز او یک آهنگ شاد را سوت زد.)
• Wij floten samen het volkslied.
(ما با هم سرود ملی را سوت زدیم.)
3. اسم مفعول + فعل کمکی (Voltooide tijd)
• De scheidsrechter heeft driemaal gefloten voor het einde van de wedstrijd.
(داور سه بار برای پایان مسابقه سوت زده است.)
• Ik heb nooit zo mooi gefloten als hij.
(من هرگز به زیبایی او سوت نزده‌ام.
مصدر: .1
• Ik wil een liedje fluiten. (من مى خواهم
(.يك آهنك سوت بزنم
كَذشته: .2
• Hij floot een melodie. (او يك ملودى
(. سوت زد
كامل: .3
• Er is veel gefloten. (بسيار سوت زده
(. شده است
125
Falen
شکست خوردن
- *Infinitief*: falen
- *ماضی*: faalde
- *ماضی نقلی*: gefaald
- *مثال*:
- *Hij faalde in zijn examen.*
(او در امتحانش شکست خورد.)
- *Ze heeft gefaald bij de sollicitatie.*
(او در مصاحبه شغلی شکست خورد.)
مصدر: .1
• Ik wil niet falen. (من نمى خواهم شكست
(. بخورم
كذشته: .2
• Hij faalde in zijn poging. (او در تلاش
(. خود شكست خورد
كامل: .3
• De missie is gefaald. (ماموريت
(.شكست خورده است
126
Flikken
انجام دادن، اجرا کردن
• flikken :مصدر
• flikte / flikten :كذشته
• geflikt :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil het gewoon flikken. (من فقط
(.مى خواهم آن را انجام دهم
كذشته: .2
• Hij flikte het karweitje snel. (او كار را
(.سريع انجام داد
كامل: .3
• De klus is geflikt. (كار انجام شده
(. است
127
Flaneren
گردش کردن، قدم زدن
. flaneren :مصدر
• flaneerde / flaneerden :كذشته
• geflaneerd :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We willen door de stad flaneren. (Lo
(.مى خواهيم در شهر كردش كنيم
كذشته: .2
• Hij flaneerde langs de rivier. (او در
(.كنار رودخانه قدم زد
كامل: .3
• Er is veel geflaneerd. (بسيار كردش
(. شده است
128
Flikkeren
پرتاب کردن، انداختن
. flikkeren :مصدر
• flikkerde / flikkerden :كذشته
• geflikkerd :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil het papier flikkeren. (is
(.مى خواهم كاغذ را يرتاب كنم
كذشته: .2
• Hij flikkerde de bal weg. (او توپ را
(.پرتاب كرد
كامل: .3
• De spullen zijn geflikkerd. (جيزها
(.پرتاب شده اند
129
Fladderen
پر زدن، بال زدن
. fladderen :مصدر
. fladderde / fladderden :كذشته
• gefladderd : Lob
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• De vogel wil fladderen. (پرنده
(.مى خواهد بال بزند
كذشته: .2
• Het vlindertje fladderde rond. (پروانه
(.كوجك دور خود بال زد
كامل: .3
• Er is veel gefladderd. (بسيار بال زده
(. شده است
130
Flikflooien
چاپلوسی کردن
• flikflooien :مصدر
• flikflooide / flikflooiden :كذشته
• geflikflooid : Lol5
• hebben :etas
مثالها:
مصدر: .1
• Hij wil de leraar flikflooien. (gl
(.مى خواهد معلم را جاپلوسى كند
كذشته: .2
• Ze flikflooide de baas. (او رئيس را
(.جاپلوسى كرد
كامل: .3
• Er is veel geflikflooid. (بسيار جاپلوسى
(. شده است
131
Gaan
رفتن
• gaan :مصدر
• ging / gingen :كذشته
• gegaan :كامل
• zijn :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil naar huis gaan. (من مى خواهم به
(.خانه بروم
كذشته: .2
• Hij ging naar de winkel. (او به مغازه
(. رفت
كامل: .3
• We zijn naar de stad gegaan. (ما به
(.شهر رفته ايم
• Wij zijn naar Amsterdam gegaan.
(ما به آمستردام رفته‌ایم.
132
Genezen
شفا یافتن،درمان کردن
• genezen :مصدر
• genas / genazen :كذشته
• genezen :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• De dokter wil de patient genezen.
(.دكتر مى خواهد بيمار را درمان كند)
كذشته: .2
• Hij genas snel. (او سريعاً بهبود يافت.)
كامل: .3
• De ziekte is genezen. (بيمارى درمان
(. شده است
• De dokter heeft de patiënt genezen.
(پزشک بیمار را درمان کرده است.)
• De wond is snel genezen.
(زخم به‌سرعت التیام یافته است.
133
Genieten
لذت بردن
• genieten :مصدر
• genoot / genoten :كذشته
• genoten :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We willen van het uitzicht genieten.
(.ما مى خواهيم از منظره لذت ببريم)
كذشته: .2
• Hij genoot van de vakantie. (او از
(. تعطيلات لذت برد
كامل: .3
• We hebben veel genoten. (ما بسيار
(.لذت بردهايم
• Wij hebben van de vakantie genoten.
(ما از تعطیلات لذت برده‌ایم.
134
Geven
دادن
• geven :مصدر
• gaf / gaven :كذشته
• gegeven :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil je een cadeau geven. (uo
(.مى خواهم به تويك هديه بدهم
كدشته: .2
• Hij gaf me een boek. (او به من يك
(.كتاب داد
كامل: .3
• De informatie is gegeven. (اطلاعات
(.داده شده است
• Hij heeft mij een cadeau gegeven.
(او به من یک هدیه داده است.
135
Grijpen
گرفتن ، چنگ زدن
• grijpen :مصدر
• greep / grepen :كذشته
• gegrepen : Lo
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil de kans grijpen. (من مى خواهم
(.فرصت را بكيرم
كذشته: .2
• Hij greep de bal. (او توپ را كرفت.)
كامل: .3
• De dief is gegrepen. (دزد كرفته شده
(. است
• De politie heeft de dief gegrepen.
(پلیس دزد را دستگیر کرده است
136
Glijden
سر خوردن، لغزیدن
• glijden :مصدر
• gleed / gleden :كذشته
• gegleden :كامل
• zijn :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Pas op, je kunt glijden! (،مراقب باش
(إممكن است بلغزى
كَدشته: .2
• Hij gleed over het ijs. (او روى يخ
(.لغزيد
كامل: .3
• We zijn over de vloer gegleden. (Lo
(.روى زمين لغزيده ايم
• De auto is over het ijs geglijden.
(ماشین روی یخ سر خورده است.
137
Gelden
معتبر بودن
• gelden :مصدر
• gold / golden :كذشته
• gegolden :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Deze regels willen gelden. (اين قوانين
(.مى خواهند معتبر باشند
كذشته: .2
• Het gold voor iedereen. (اين براى همه
(.معتبر بود
3. :ol
• De voorwaarden zijn gegolden.
(.شرايط معتبر بوده است)
• Deze regel heeft altijd gegolden.
(این قانون همیشه معتبر بوده است.
138
Glimmen
درخشیدن، برق زدن، لبخند زدن
• glimmen :مصدر
• glom / glommen :كذشته
• geglommen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De sterren willen glimmen. (ستارهها
(.مى خواهند بدرخشند
كذشته: .2
• Het water glom in de maanlicht. (ụT
(.در نور ماه مى درخشيد
كامل: .3
• De edelstenen hebben geglommen.
(.جواهرات درخشيدهاند)
• De auto heeft prachtig geglommen.
(ماشین فوق‌العاده درخشیده است
139
Gieten
ریختن
• gieten :مصدر
• goot / goten :كذشته
• gegoten :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil water in het glas gieten. (io
(.مى خواهم آب را در ليوان بريزم
كذشته: .2
• Hij goot de melk in de kom. (او شير را
(.در كاسه ريخت
كامل: .3
• De vloeistof is gegoten. (مايع ريخته
(. شده است
• Ik heb water in de plant gegoten.
(من آب را در گلدان ریختم.
140
Graven
کندن ، حفر کردن
• graven :مصدر
• groef / groeven :كذشته
• gegraven :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• We willen een gat graven. (Lo
(. مى خواهيم يك جاله حفر كنيم
كذشته: .2
• Hij groef een diepe kuil. (او يك كودال
(.عميق حفر كرد
كامل: .3
• De schat is gegraven. (كنج حفر شده
(.است
• De hond heeft een gat in de tuin gegraven.
(سگ یک سوراخ در باغ حفر کرده است.
141
Gebieden
دستور دادن، فرمان دادن
• gebieden :مصدر
• gebood / geboden :كذشته
• geboden :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De koning wil gebieden. (پادشاه میخواهد دستور دهد
كذشته: .2
• Hij gebood stilte. (او سكوت را دستور
Ju.)
كامل: .3
• De orders zijn geboden. (دستورات
(.داده شده است
• De leraar heeft ons stilte geboden.
(معلم به ما دستور سکوت داده است.)
• De koning gebood zijn soldaten te vechten.
(پادشاه به سربازانش فرمان جنگ داد.
142
Hangen
آویزان بودن، آویزان کردن
• hangen :مصدر
• hing / hingen :كذشته
• gehangen :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil de foto aan de muur hangen.
من مى خواهم عكس را به ديوار آويزان)
(. كنم
كذشته: .2
• Hij hing de jas aan de kapstok. (9l
(.كت را به جوب لباسى آويزان كرد
كامل: .3
• De gordijnen zijn gehangen. (يرده ها
(.آويزان شده اند
• De schilderijen hebben aan de muur gehangen.
(تابلوها روی دیوار آویزان بوده‌اند.
143
Hebben
داشتن
• hebben :مصدر
• had / hadden :كذشته
• gehad :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil een hond hebben. (من مى خواهم
(.يك سكً داشته باشم
كذشته: .2
• Hij had een mooie auto. (او يك ماشين
(.زيبا داشت
كامل: .3
• We hebben veel plezier gehad. (Lo
(.بسيار خوش كذراندهايم
• Ik heb altijd veel vrienden gehad.
(من همیشه دوستان زیادی داشته‌ام.
144
Helpen
کمک کردن
• helpen :مصدر
• hielp / hielpen :كذشته
• geholpen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil je helpen. من مى خواهم به توا
(. كمك كنم
كَدشته: .2
• Hij hielp zijn vriend. (او به دوستش
(. كمك كرد
كامل: .3
• De klus is geholpen. (كار كمك شده
(.است
• Mijn broer heeft mij met mijn huiswerk geholpen.
(برادرم به من در انجام تکالیفم کمک کرده است.
145
Heten
نامیدن، نامیده شدن، صدا زدن، نام داشتن
• heten :مصدر
• heette / heetten :كذشته
• geheten :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil heten zoals mijn vader. (io
(.مى خواهم مانند يدرم ناميده شوم
كَدشته: .2
• Hij heette Jan. (او يان ناميده مى شد.)
كامل: .3
• De stad heeft vroeger anders
شهر قبلاً نام ديكرى داشته) .geheten
(.است
• Hoe heb jij vroeger geheten?
(نام تو قبلاً چه بوده است؟
146
Houden
نگه داشتن، دوست داشتن
• houden :مصدر
• hield / hielden :كذشته
• gehouden :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil van je houden. (من مى خواهم تو
(.را دوست داشته باشم
كذشته: .2
• Hij hield van muziek. (او موسيقى را
(.دوست داشت
كامل: .3
• We hebben van de vakantie
(.ما از تعطيلات لذت بردهايم) .gehouden
• Zij heeft altijd van muziek gehouden.
(او همیشه موسیقی را دوست داشته است.
147
Hijsen
بالا کشیدن، برافراشتن، بلند کردن، بالا بردن
• hijsen :مصدر
• hees / hesen :كذشته
• gehesen :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• We willen de vlag hijsen. (Lo
(.مى خواهيم پرجم را بالا ببريم
كذشته: .2
• Hij hees de zakken naar boven. (gl
(.كيسه ها را بالا برد
كامل: .3
• De last is gehesen. (بار بلند شده
(. است
De matrozen hebben de vlag gehesen.
(ملوانان پرچم را برافراشتند
148
Hinken
لنگیدن، شلیدن
• hinken :مصدر
• hinkte / hinkten :كذشته
• gehinkt: Job
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Hij wil niet hinken. (او نمى خواهد لنك
(. بزند
كذشته: .2
• Hij hinkte op één been. (او روى يك يا
(.لنكيد
كامل: .3
• Er is veel gehinkt. (بسيار لنكيده شده
(. است
• Na het ongeluk heeft hij een tijdje gehinkt.
(بعد از تصادف، او مدتی لنگید
149
Houwen
تراشیدن. بریدن، حکاکی کردن
• houwen :مصدر
• hieuw / hieuwen :كذشته
• gehouwen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De beeldhouwer wil een standbeeld
مجسمه ساز مى خواهد يك) .houwen
(.مجسمه تراش دهد
كذشته: .2
• Hij hieuw het hout in stukken. (ol
(. جوب را به قطعات بريد
كامل: .3
• De steen is gehouwen. (سنك تراشيده
(. شده است
• De beeldhouwer heeft een prachtig beeld gehouwen.
(مجسمه‌ساز یک مجسمه زیبا تراشیده است.
150
Heffen
بالا بردن، بلند کردن
• heffen :مصدر
• hief / hieven :كذشته
• geheven :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We willen het gewicht heffen. (Lo
(.مى خواهيم وزن را بلند كنيم
كذشته: .2
• Hij hief de doos op. (او جعبه را بلند
(.كرد
كامل: .3
• De last is geheven. (بار بلند شده
(. است
• De kraan heeft de balken omhoog geheven.
(جرثقیل تیرهای آهن را بالا برده است.
151
Helpen
کمک کردن
• helpen :مصدر
• hielp / hielpen :كذشته
• geholpen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil je helpen. (من مى خواهم به تو
(. كمك كنم
كذشته: .2
• Hij hielp zijn vriend. (او به دوستش
(. كمك كرد
كامل: .3
• De klus is geholpen. (كار كمك شده
(. است
مثال:
• Mijn vader heeft me met mijn huiswerk geholpen.
(پدرم به من در انجام تکالیفم کمک کرده است.
152
Haten
متنفر بودن، نفرت داشتن
• haten :مصدر
• haatte / haatten :كذشته
• gehaat :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil niet haten. (من نمى خواهم نفرت داشته باشم
كذشته: .2
• Hij haatte zijn baan. (او از شغلش نفرت
(.داشت
كامل: .3
• De ruzie is gehaat. (دعوا نفرت انكيز
(.بوده است
• Ik heb altijd wiskunde gehaat.
(من هميشه از رياضى متنفر بودهام.)
153
Intrekken
جمع کردن، پس گرفتن، لغو کردن، داخل کشیدن، نقل مکان کردن
• intrekken :مصدر
• trok in / trokken in :كذشته
• ingetrokken :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We willen de verklaring intrekken. (Lo
(.مى خواهيم بيانيه را پس بكيريم
كذشته: .2
• Hij trok zijn woorden in. (او حرف هايش
(.را يس كرفت
كامل: .3
• De beslissing is ingetrokken. (تصميم
(.پس كرفته شده است
De regering heeft de wet ingetrokken.
(دولت آن قانون را لغو کرده است.)
• Hij is in een nieuw appartement ingetrokken.
(او به یک آپارتمان جدید نقل مکان کرده است.
154
Inbreken
(شكستن و وارد شدن، به زور وارد شدن، دزدی کردن
• inbreken :مصدر
• brak in / braken in :كذشته
• ingebroken :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• De dieven willen inbreken. (دزدان
(. مى خواهند وارد شوند
كذشته: .2
• Hij brak in bij het huis. (او به خانه وارد
(.شد
كامل: .3
• Er is vannacht ingebroken. (ديشب
(.وارد شده اند
De dieven hebben in het huis ingebroken.
(دزدها به خانه دستبرد زدند.
155
Innemen
گرفتن، تصاحب کردن،تصرف کردن،مصرف کردن
• innemen :مصدر
• nam in / namen in :كذشته
• ingenomen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We willen het gebied innemen. (Lo
(.مى خواهيم منطقه را تصرف كنيم
كذشته: .2
• Hij nam de medicijnen in. (او داروها را
(. خورد
كامل: .3
• De beslissing is ingenomen. (تصميم
(. كَرفته شده است
Hij heeft zijn medicijnen ingenomen.
(او داروهایش را مصرف کرده است.
156
Inzien
درک کردن، فهمیدن،متوجه شدن
• inzien :مصدر
• zag in / zagen in :كذشته
• ingezien :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil het probleem inzien. (js
(.مى خواهم مشكل را درك كنم
كذشته: .2
• Hij zag de fout in. (او اشتباه را فهميد.)
كامل: .3
• De waarheid is ingezien. (حقيقت درك
(. شده است
Ik heb mijn fout ingezien.
(من اشتباهم را درک کرده‌ام.
157
Inhouden
شامل شدن، در بر گرفتن، نگه داشتن، متوقف شدن
. inhouden :مصدر
• hield in / hielden in :كذشته
• ingehouden :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil mijn emoties inhouden. (io
(.مى خواهم احساساتم را كنترل كنم
كذشته: .2
• Hij hield zijn adem in. (او نفسش را
(. حبس كرد
كامل: .3
• De tranen zijn ingehouden. (اشكها
(.كنترل شده اند
Dit pakket heeft alle accessoires ingehouden.
(این بسته شامل تمام لوازم جانبی بوده است.
158
Inlaten
درگیر شدن با، اجازه ورود دادن، وارد كردن، مشغول كردن
• inlaten :مصدر
• liet in / lieten in :كذشته
• ingelaten :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We willen ons niet inlaten met
ما نمى خواهيم خودمان را با) .problemen
(.مشكلات دركير كنيم
كذشته: .2
• Hij liet zich in met de discussie. (ol
(.خود را در بحث دركير كرد
كامل: .3
• De tijd is ingelaten. (زمان صرف شده
(.است
Ik heb me niet met die discussie ingelaten.
(من خودم را در آن بحث درگیر نکردم.
159
Intrekken
پس گرفتن، لغو کردن، داخل کشیدن،جمع کردن
• intrekken :مصدر
• trok in / trokken in :كذشته
• ingetrokken :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We willen de verklaring intrekken. (Lo
(.مى خواهيم بيانيه را پس بكيريم
كذشته: .2
• Hij trok zijn woorden in. (او حرف هايش
(.را يس كرفت
كامل: .3
• De beslissing is ingetrokken. (تصميم
(.يس كرفته شده است
De regering heeft de wet ingetrokken.
(دولت آن قانون را لغو کرده است.)
Hij is in een nieuw appartement ingetrokken.
(او به یک آپارتمان جدید نقل مکان کرده است.
160
Jagen
شکار کردن، تعقیب کردن
• jagen :مصدر
• joeg / joegen :كذشته
• gejaagd :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• De jager wil op herten jagen. (شكارجى
(.مى خواهد كوزن شكار كند
كذشته: .2
• Hij joeg op het wild. (او به دنبال شكار
(. رفت
كامل: .3
• Er is veel gejaagd. (بسيار شكار شده
(.است
• De jagers hebben op herten gejaagd.
(شکارچیان به شکار گوزن پرداختند.)
• De politie heeft de dief door de stad gejaagd.
(پلیس دزد را در سراسر شهر تعقیب کرد.
161
Kiezen
انتخاب کردن
• kiezen :مصدر
• koos / kozen :كذشته
• gekozen : Lol
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil een nieuw boek kiezen. (jo
(.مى خواهم يك كتاب جديد انتخاب كنم
كذشته: .2
• Hij koos de beste optie. (او بهترين
(.كَزينه را انتخاب كرد
كامل: .3
• De winnaar is gekozen. (برنده انتخاب
(.شده است
• Ik heb een rode auto gekozen.
(من یک ماشین قرمز انتخاب کرده‌ام.
162
Klimmen
بالا رفتن، صعود کردن
• klimmen :مصدر
• klom / klommen :كذشته
• geklommen :Lob
• zijn :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil de berg klimmen. (من مى خواهم
(.از كوه بالا بروم
كذشته: .2
• Hij klom in de boom. (او از درخت بالا
(. رفت
كامل: .3
• We zijn naar de top geklommen. (Lo
(.به قله بالا رفته ايم
• Hij is op de berg geklommen.
(او از کوه بالا رفته است.)
• De aap heeft in de boom geklommen.
(میمون از درخت بالا رفته است.
163
Klinken
صدا دادن، به گوش رسیدن، به نظر رسیدن
• klinken :مصدر
• klonk / klonken :كذشته
• geklonken :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Dat wil goed klinken. (اين بايد خوب به
(. نظر برسد
كذشته: .2
• De bel klonk luid. (زنك بلند صدا داد.)
كامل: .3
• De muziek heeft mooi geklonken.
(.موسيقى زيبا صدا داده است)
• Dat heeft als muziek in mijn oren geklonken.
(آن مثل موسیقی در گوش من به نظر رسید.
164
Knijpen
نیشگون گرفتن، فشردن
• knijpen :مصدر
• kneep / knepen :كذشته
• geknepen :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil in zijn arm knijpen. (من
(.مى خواهم بازويش را نيشكون بكيرم
كذشته: .2
• Hij kneep in de citroen. (او ليمو را
(.فشرد
• De tube is geknepen. (لوله فشرده
(. شده است
• Hij heeft me in mijn arm geknepen.
(او بازوی من را نیشگون گرفت.
165
Komen
آمدن
• komen :مصدر
• kwam / kwamen :كذشته
• gekomen :كامل
• zijn :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil naar huis komen. (من مى خواهم
(.به خانه بيايم
كَذشته: .2
• Hij kwam te laat. (او دير آمد.)
كامل: .3
• We zijn net gekomen. (ما تازه
(. آمده ايم
Hij is gisteren thuis gekomen.
(او دیروز به خانه آمده است.
166
Kopen
خریدن
• kopen :مصدر
• kocht / kochten :كذشته
• gekocht :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil een nieuwe auto kopen. (üo
(.مى خواهم يك ماشين جديد بخرم
كَدشته: .2
• Hij kocht een huis. (او يك خانه خريد.)
• De spullen zijn gekocht. (جيزها
(.خريدارى شده اند
• Ik heb een nieuwe telefoon gekocht.
(من یک تلفن جدید خریده‌ام.
167
Krijgen
دریافت کردن، گرفتن
• krijgen :مصدر
• kreeg / kregen :كذشته
• gekregen :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil een cadeau krijgen. (من
(.مى خواهم يك هديه دريافت كنم
كذشته: .2
• Hij kreeg een brief. (او يك نامه دريافت
(.كرد
• De informatie is gekregen. (اطلاعات
(.دريافت شده است
• Ik heb een cadeau gekregen.
(من یک هدیه دریافت کرده‌ام.
168
Kruipen
خزیدن، چهار دست و پا رفتن
• kruipen :مصدر
• kroop / kropen :كذشته
• gekropen :كامل
• zijn :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• De baby wil kruipen. (نوزاد مى خواهد
(. بخزد
كذشته: .2
• Hij kroop onder het bed. (او زير تخت
(.خزيد
كامل: .3
• De slang is weg gekropen. (مار خزيده
(.و رفته است
De baby is naar zijn moeder gekropen.
(نوزاد به سمت مادرش خزید.
169
Kijken
نگاه کردن
• kijken :مصدر
• keek / keken :كذشته
• gekeken :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• lk wil naar de film kijken. (üo
(.مى خواهم فيلم تماشا كنم
كذشته: .2
• Hij keek uit het raam. (او از ينجره نكاه
(.كرد
كامل: .3
• We hebben naar de sterren
(.ما به ستارهها نكاه كرده ايم) .gekeken
Ik heb gisteren een mooie film gekeken.
(من ديروز يك فيلم زيبا تماشا كردم.)
• Kijk je eens naar die vogel!
(نكَاه كن به آن يرنده!)
170
Krimpen
جمع شدن، کوچک شدن
• krimpen :مصدر
• kromp / krompen :كذشته
• gekrompen :كامل
• zijn :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• De trui wil krimpen. (پليور مى خواهد
(.كوجك شود
كذشته: .2
• Het ijs kromp in de zon. (يخ در آفتاب
(. جمع شد
كامل: .3
• De stof is gekrompen. (پارچه کوچک
(. شده است
• De trui is na de wasbeurt gekrompen.
(پليور پس از شستشو جمع شده است.)
• Door de kou krimpt het materiaal vaak.
(به خاطر سرما, ماده اغلب كوجك مى شود.)
171
Kunnen
توانستن
. kunnen :مصدر
• kon / konden :كذشته
• gekund :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil het kunnen. (من مى خواهم بتوانم
(. آن را انجام دهم
كَدشته: .2
• Hij kon niet komen. (او نتوانست بيايد.)
كامل: .3
• We hebben het gekund. (Lo
(.توانسته ايم آن را انجام دهيم
• Ik heb het niet gekund.
(من نتوانستم آن را انجام دهم.)
• Zij kunnen goed zingen.
(آن ها مى توانند به خوبى آواز بخوانند.)
172
Lachen
خندیدن
• lachen :مصدر
• lachte / lachten :كذشته
• gelachen :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil graag lachen. (من مى خواهم
(.بخندم
كذشته: .2
• Hij lachte om de grap. (او به شوخى
(.خنديد
كامل: .3
• We hebben veel gelachen. (ما بسيار
(. خنديده ايم
• Wij hebben veel gelachen tijdens de film.
(ما هنگام تماشای فیلم خیلی خندیدیم.
173
Laden
بارگیری کردن، پرکردن
• laden :مصدر
• laadde / laadden :كذشته
• geladen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We willen de vrachtwagen laden. (Lo
(.مى خواهيم كاميون را باركيرى كنيم
كَدشته: .2
• Hij laadde de spullen in de auto. (gl
(.جيزها را در ماشين باركيرى كرد
كامل: .3
• De goederen zijn geladen. (كالاها
(.باركيرى شده اند
• De vrachtwagen heeft de dozen geladen.
(کامیون جعبه‌ها را بارگیری کرده است.
174
Laten
رها کردن، گذاشتن، اجازه دادن،
• laten :مصدر
• liet / lieten :كذشته
• gelaten :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil je laten gaan. (من مى خواهم به تو
(.اجازه بدهم بروى
كذشته: .2
• Hij liet de hond uit. (او به سك اجازه داد
(. بيرون برود
كامل: .3
• De beslissing is gelaten. (تصميم
(.كَرفته شده است
• Ik heb hem met rust gelaten.
(من او را به حال خود رها کردم.
175
Lezen
خواندن
• lezen :مصدر
• las / lazen :كذشته
• gelezen :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil een boek lezen. (من مى خواهم
(.يك كتاب بخوانم
كذشته: .2
• Hij las de krant. (او روزنامه خواند.)
كامل: .3
• De brief is gelezen. (نامه خوانده شده
(.است
• Hij heeft een interessant boek gelezen.
(او یک کتاب جالب خوانده است.
176
Liegen
دروغ گفتن
• liegen :مصدر
• 100g / logen :كذشته
• gelogen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil niet liegen. (من نمى خواهم دروغ
(.بكويم
كذشته: .2
• Hij loog over zijn leeftijd. (او در مورد
(.سنش دروغ كفت
كامل: .3
• De waarheid is gelogen. (حقيقت
(.دروغ كفته شده است
• Hij heeft tegen mij gelogen.
(او به من دروغ گفته است.
177
Liggen
دراز کشیدن،قرار داشتن
• liggen :مصدر
• lag / lagen :كذشته
• gelegen :كامل
• hebben :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil op de bank liggen. (io
(.مى خواهم روى مبل دراز بكشم
كذشته: .2
• Hij lag in bed. (او در تخت دراز كشيده
(.بود
• De sleutels hebben daar gelegen.
(.كليدها آنجا بوده اند)
• Het boek heeft hier op tafel gelegen.
(کتاب اینجا روی میز بوده است.
178
Lijden
رنج کشیدن، درد کشیدن
• lijden :مصدر
• leed / leden :كذشته
• geleden :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil niet lijden. (من نمى خواهم رنج
(. ببرم
كَدشته: .2
• Hij leed onder de druk. (او تحت فشار
(.رنج مى برد
كامل: .3
• Er is veel geleden. (بسيار رنج برده شده
(.است
• Hij heeft veel pijn geleden.
(او درد زیادی کشیده است.
179
Lopen
راه رفتن
• lopen :مصدر
• liep / liepen :كذشته
• gelopen :كامل
• zijn :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil naar huis lopen. (من مى خواهم به
(.خانه پياده بروم
كذشته: .2
• Hij liep door het park. (او در پارك راه
(. رفت
كامل: .3
• We zijn urenlang gelopen. (Lo
(. ساعتها راه رفته ايم
• Hij is naar huis gelopen.
(او به خانه راه رفت.
180
Lijken
به نظر رسیدن، مشابه بودن
• lijken :مصدر
• leek / leken :كذشته
• geleken :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Het wil lijken op een droom. (jul
(.مى خواهد شبيه يك رويا به نظر برسد
كَذشته: .2
• Hij leek verdrietig. (او غمكين به نظر
(.مى رسيد
كامل: .3
• De situatie heeft anders geleken.
(.وضعيت متفاوت به نظر مى رسيد)
• Hij heeft op zijn vader geleken.
(او به پدرش شباهت داشته است.)
• Het lijkt alsof het gaat regenen.
(به نظر می‌رسد که باران خواهد بارید.
181
Malen
آسیاب کردن، خرد کردن
• malen :مصدر
• maalde / maalden :كذشته
• gemalen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil graan malen. (من مى خواهم غلات
(. آسياب كنم
كذشته: .2
• Hij maalde de koffiebonen. (gl
(.دانه هاى قهوه را آسياب كرد
كامل: .3
• Het meel is gemalen. (آرد آسياب شده
(. است
• De molen heeft het graan tot meel gemalen.
(آسیاب، گندم را به آرد تبدیل کرده است.
. همجنين مى تواند به معناى "فكر كردن بيش از حد به جيزى" باشد.
مثال در معناى فكرى:
• Hij maalt steeds over zijn problemen.
(او مدام در مورد مشكلاتش فكر مى كند.)
182
Meten
اندازه گزفتن
• meten :مصدر
• mat / maten :كذشته
• gemeten :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• We willen de temperatuur meten. (Lo
(.مى خواهيم دما را اندازه بكيريم
كذشته: .2
• Hij mat de lengte van de tafel. (ol
(.طول ميزرا اندازه كرفت
كامل: .3
• De afstand is gemeten. (فاصله
(. اندازه كيرى شده است
• De dokter heeft mijn bloeddruk gemeten.
(دکتر فشار خون مرا اندازه گرفته است.
183
Mijden
پرهیز کردن، اجتناب کردن
• mijden :مصدر
• meed / meden :كذشته
• gemeden :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil problemen mijden. (is
(.مى خواهم از مشكلات اجتناب كنم
كذشته: .2
• Hij meed de confrontatie. (او از
(.رويارويى اجتناب كرد
كامل: .3
• De risico's zijn gemeden. (ريسكها
(. اجتناب شده اند
• Hij heeft gevaarlijke plekken altijd gemeden.
(او همیشه از مکان‌های خطرناک اجتناب کرده است.
184
Moeten
باید، مجبور بودن
• moeten: مصدر
• moest / moesten: كذشته ساده
• heb moeten: كذشته كامل
• hebben: كمكى
مثال ها:
مصدر: Ik moet naar huis. (من بايد به خانه بروم.) •
كدشته: Ik moest naar huis. (من بايد به خانه •
مى رفتم.)
كامل: Ik heb naar huis moeten gaan. (من مجبور .
بودم به خانه بروم.)
• Ik moest naar de dokter gaan.
(من باید به دکتر می‌رفتم.
185
Mogen
اجازه داشتن، ممکن بودن
• mogen :مصدر
• mocht / mochten :كذشته
• gemogen :كامل
• hebben :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Ik wil dat mogen. (من مى خواهم اجازه
(.داشته باشم آن را انجام دهم
كذشته: .2
• Hij mocht niet komen. (او اجازه نداشت
(.بيايد
كامل: .3
• We hebben het gemogen. (ما اجازه
(.داشته ايم
• Jij mocht niet naar buiten gaan.
(تو اجازه نداشتی بیرون بروی.
* مصدر: Ik wil dat mogen. (من می‌خواهم آن را اجازه داشته باشم.)
* گذشته: Hij mocht niet komen. (او اجازه نداشت بیاید.)
* کامل: We hebben het gemogen. (ما آن را اجازه داشته‌ایم.)
186
Mislukken
شکست خوردن، ناموفق بودن
• mislukken :مصدر
• mislukte / mislukten :كذشته
• mislukt :كامل
• zijn :كمكى
مثال ها:
مصدر: .1
• Ik wil niet mislukken. (من نمى خواهم
(.شكست بخورم
كذشته: .2
• Het plan mislukte. (طرح شكست
(. خورد
كامل: .3
• De poging is mislukt. (تلاش شكست
(.خورده است
• Het experiment is helaas mislukt.
(آزمایش متأسفانه شکست خورد.)
• Zijn plan mislukte volledig.
(نقشه‌اش کاملاً ناموفق بود.
187
Meevallen
بهتر از انتظار بودن
• meevallen :مصدر
• viel mee / vielen mee :كذشته
• meegevallen :كامل
• zijn :كمكى
مثالها:
مصدر: .1
• Het wil meevallen. (اين مى خواهد بهتر
(.از انتظار باشد
كذشته: .2
• Het examen viel mee. (امتحان بهتر از
(.انتظار بود
• De ervaring is meegevallen. (تجربه
(.بهتر از انتظار بوده است
• Het examen is gelukkig meegevallen.
(امتحان خوشبختانه بهتر از انتظار بود.)
• De regen viel mee, het was minder dan voorspeld.
(باران بد نبود، کمتر از پیش‌بینی شده بود.
188
Nemen
گرفتن، برداشتن
• nemen: مصدر
• nam / namen: كذشته ساده
• heb genomen: كذشته كامل
• hebben: كمكى
مثالها:
مصدر: Ik wil een boek nemen. (من مى خواهم يك •
كتاب بردارم.)
كذشته: Ik nam een boek. (من يك كتاب برداشتم.) •
كامل: Ik heb een boek genomen. (من يك كتاب .
برداشتهام.)
• Ik heb een beslissing genomen.
(من یک تصمیم گرفته‌ام.)
• Hij nam de trein naar Amsterdam.
(او قطار به آمستردام را گرفت.
189
nazien
بازبینی کردن،بررسی کردن
• nazien: مصدر
• Zag na / Zagen na: كذشته ساده
• heb nagezien: كذشته كامل
• hebben: كمكى
مثال ها:
مصدر: Ik moet mijn werk nazien. (من بايد كارم را •
بازبيني كنم.)
كذشته: Ik Zag mijn werk na. (من كارم را بازبينى •
كردم.)
كامل: Ik heb mijn werk nagezien. (من كارم را بازبينى •
كردهام.)
• De leraar heeft mijn huiswerk nagezien.
(معلم تکلیفم را بازبینی کرد.)
• Hij zag de rekeningen nog een keer na.
(او صورت‌حساب‌ها را دوباره بررسی کرد.
190
Onderbreken
وقفه انداختن، قطع کردن
. onderbreken: مصدر
. onderbrak / onderbraken: كذشته ساده
. heb onderbroken: كذشته كامل
• hebben: كمكى
مثال ها:
مصدر: Ik wil je niet onderbreken. (نمى خواهم •
حرفت را قطع كنم.)
كذشته: Hij onderbrak het gesprek. (او صحبت را •
قطع كرد.)
كامل: Hij heeft het gesprek onderbroken. (او •
صحبت را قطع كرده است.)
• De spreker werd meerdere keren onderbroken.
(سخنران چندین بار قطع شد.)
• Ik onderbrak het gesprek om koffie te halen.
(من مکالمه را قطع کردم تا قهوه بگیرم.
191
Onderduiken
مخفی شدن، پنهان شدن
. onderduiken: مصدر
dook onder / doken onder: كذشته ساده
• ben ondergedoken: كذشته كامل
• zijn: كمكى
مثالها:
. .De criminelen moesten onderdulken :مصدر
(مجرمان بايد مخفى مى شدند.)
كذشته: De criminelen doken onder. (مجرمان •
مخفى شدند. )
كامل: De criminelen zijn ondergedoken. (مجرمان •
مخفى شده اند.)
• Tijdens de oorlog is hij ondergedoken.
(در طول جنگ، او مخفی شد.)
• Ze dook onder bij vrienden.
(او در خانه دوستانش پنهان شد.
192
Ontbijten
صبحانه خوردن
ontbijten: مصدر
• ontbeet / ontbeten: كذشته ساده
• heb ontbeten: كذشته كامل
• hebben: كمكى
مثال ها:
مصدر: Ik wil ontbijten. (مخواهم صبحانه بخورم.) •
كذشته: Ik ontbeet vroeg. (من زود صبحانه خوردم.) •
كامل: Ik heb vroeg ontbeten. (من زود صبحانه
خوردهام.
• Wij hebben vanochtend samen ontbeten.
(ما امروز صبح با هم صبحانه خوردیم.)
• Hij ontbeet altijd om 7 uur.
(او همیشه ساعت ۷ صبحانه می‌خورد.
193
Ontbreken
کمبود داشتن، غایب بودن
. ontbreken: مصدر
• ontbrak / ontbraken: كذشته ساده
• heb ontbroken: كذشته كامل
• hebben: كمكى
مثال ها:
مصدر: Er ontbreekt iets. (جيزى كم است.) •
كذشته: Er ontbrak iets. (جيزى كم بود.) •
كامل: Er heeft iets ontbroken. (جيزى كم بوده •
است.)
• Er ontbreekt iets in deze lijst.
(چیزی در این لیست کم است.)
• Het belangrijkste bewijs heeft ontbroken.
(مهم‌ترین مدرک وجود نداشت.
194
Ontvangen
دریافت کردن
• ontvangen: مصدر
• ontving / ontvingen: كذشته ساده
• heb ontvangen: كذشته كامل
• hebben: كمكى
مثال ها:
مصدر: Ik heb een brief ontvangen. (من يك نامه دريافت كردم.)
كدشته: Ik ontving een brief. (من يك نامه دريافت
كردم.)
كامل: Ik heb een brief ontvangen. (من يك نامه
دريافت كردهام.)
• Ik heb een pakketje ontvangen.
(من یک بسته دریافت کردم.)
• Hij ontving de gasten hartelijk.
(او مهمانان را با گرمی پذیرفت.
195
Ophangen
آویزان کردن،قطع کردن تماس
• ophangen: مصدر
• hing op / hingen op: كذشته ساده
• heb opgehangen: كذشته كامل
• hebben: كمكى
مثال ها:
مصدر: Ik wil de foto ophangen. (مى خواهم عكس را آويزان كنم.)
كدشته: Ik hing de foto op. (من عكس را آويزان كردم.)
كامل: Ik heb de foto opgehangen. (من عكس
را آويزان كردهام.)
• Hij heeft de telefoon plotseling opgehangen.
(او ناگهان تماس را قطع کرد.)
• Ik hing mijn jas aan de kapstok op.
(من کت خود را روی چوب‌لباسی آویزان کردم.
196
Opsteken
بلند کردن، یاد گرفتن
• opsteken: مصدر
• stak op / staken op : كذشته ساده
• heb opgestoken: كذشته كامل
• hebben: كمكى
مثال ها:
مصدر: Hij stak zijn hand op. (او دستش را بلند كرد.)
كدشته: Hij stak zijn hand op. (او دستش را بلند كرد.)
كامل: Hij heeft zijn hand opgestoken. (او دستش را بلند كرده است.)
• Ik heb veel kennis opgestoken.
(من اطلاعات زیادی یاد گرفتم.)
• Hij stak zijn hand op om een vraag te stellen.
(او دستش را بالا برد تا سوال بپرسد.
197
Opvallen
جلب توجه کردن
• opvallen: مصدر
. viel op / vielen op: كذشته ساده
• ben opgevallen: كذشته كامل
• zijn: كمكى
مثال ها:
مصدر: Zijn nieuwe jas valt op. (كت جديدش جلب توجه مى كند.)
كدشته: Zijn nieuwe jas viel op. (كت جديدش جلب توجه مى كرد.)
كامل: Zijn nieuwe jas is opgevallen. (كت جديدش جلب توجه كرده است.)
• Haar nieuwe kapsel is echt opgevallen.
(مدل موی جدیدش واقعاً جلب توجه کرده است.)
• Het viel me meteen op dat hij afgevallen was.
(بلافاصله متوجه شدم که او وزن کم کرده است.
198
Overdrijven
اغراق کردن
• overdrijven: مصدر
• overdreef / overdreven: كذشته ساده
• heb overdreven: كذشته كامل
• hebben: كمكى
مثال ها:
مصدر: Je overdrijft. (تو اغراق مى كنى.)
كذشته: Je overdreef. (تو اغراق كردى.)
كامل: Je hebt overdreven. (تو اغراق كردهاى.)
• Hij heeft zijn prestaties enorm overdreven.
(او خیلی در مورد موفقیت‌هایش اغراق کرد.)
• Je overdrijft altijd als je een verhaal vertelt!
(تو همیشه هنگام تعریف داستان اغراق می‌کنی!
199
Overkomen
اتفاق افتادن، رخ دادن
. overkomen: مصدر
. overkwam / overkwamen: كذشته ساده
• is overkomen: كذشته كامل
• zijn: كمكى
مثال ها:
مصدر: Het kan iedereen overkomen. (اين مى تواند براى هر كسى اتفاق بيفتد.)
كذشته: Het overkwam hem. (اين براى او اتفاق افتاد.)
كامل: Het is hem overkomen. (اين براى او اتفاق افتاده است.)
• Wat is er precies overkomen?
(دقیقاً چه اتفاقی افتاده است؟)
• Zoiets overkwam mij nog nooit.
(چنین چیزی هرگز برای من اتفاق نیفتاده بود.
200
Ontwerpen
طراحی کردن
ontwerpen: مصدر (infinitief)
• ontwierp / ontwierpen: كذشته ساده
(imperfectum)
ontworpen: كذشته كامل ()
• hebben: كمكى (hulpwerkwoord)
Voorbeelden:
• De architect wil een nieuw gebouw :jus
(معمار مخواهد يك ساختمان جد an
طراحى كند.)
• De architect ontwierp een prachtig :كذشته
(معمار يك ساختمان زيبا طراحى كري on)
• De architect heeft een prachtig gebouw :كامل
(معمار يك ساختمان زيبا طراحى كر on)
است.)
• Hij heeft een nieuw logo ontworpen.
(او یک لوگوی جدید طراحی کرده است.)
• De architect ontwierp een modern gebouw.
(معمار یک ساختمان مدرن طراحی کرد.
201
Overlijden
فوت کردن
• overlijden: مصدر (infinitief)
• overleed / overleden: كذشته ساده
(imperfectum)
. zijn overleden: كدشته كامل (perfectum)
• zijn: كمكى (hulpwerkwoord)
Voorbeelden:
.Mijn grootvader is vorig jaar overleden :مصدر
(پدربزرك من سال كذشته فوت كرد.)
.Mijn grootvader overleed vorig jaar :كذشته
(پدربزرك من سال كَذشته فوت كرد.)
.Mijn grootvader is vorig jaar overleden :كامل
(پدربزرك من سال كذشته فوت كرده است.)
• Mijn opa is vorig jaar overleden.
(پدربزرگم سال گذشته فوت کرد.)
• De patiënt overleed in het ziekenhuis.
(بیمار در بیمارستان درگذشت.
202
Plegen
مرتکب شدن، انجام دادن – در معنای “ارتکاب جرم”
・plegen：
• pleegde / pleegden:
• heb gepleegd:
• hebben:
مثال ها:
دزد سعى كرد جنايت را مرتكب شود
(De dader probeerde de misdaad te plegen
دزد جنايت را در تاريكى شب مرتكب شد
(De dader pleegde de misdaad in het holst van de nacht
دزد جنايت را از قبل برنامه ريزى شده مرتكب شده است.
De dader heeft de misdaad met voorbedachten rade gepleegd
Hij pleegt elke dag zijn gebed .
او هر روز نماز خود را می خواند
• Hij heeft een misdaad gepleegd.
(او یک جرم مرتکب شده است.)
• Vroeger placht hij elke ochtend te wandelen.
(در گذشته، او عادت داشت هر صبح پیاده‌روی کند.
203
Prijzen
تمجید کردن، قیمت گذاشتن
• prees / prezen:
• heb geprezen:
• hebben:
مثال ها:
• De coach prees de speler voor zijn inzet.
مربى بازيكن را به خاطر تلاشش تحسين كرد. •
• Het publiek prees de zanger voor zin prachtige stem.
تماشاكران خواننده را به خاطر صداى زيبايش تحسين •
كردند.
• De jury heeft de film geprezen voor zijn originaliteit.
هيئت داوران فيلم را به خاطر اصالتش تحسين كرده است. •
• De winkelier prees de nieuwe collectie.
مغازه دار مجموعه جديد را قيمت كذارى كرد. •
• De docent heeft de student voor zijn inzet geprezen.
(معلم دانش‌آموز را به‌خاطر تلاشش تحسین کرد.)
• Hij prees de kunst van Rembrandt.
(او از هنر رامبرانت تمجید کرد.
204
Pluizen
بررسی کردن، کُرک دادن
pluisde / pluisden:
• heb gepluisd:
• hebben:
مثال ها:
• De detective pluisde de aanwijzingen uit.
كاراكاه سرنخ ها را بررسى كرد. .
• De journalist pluisde de feiten uit.
روزنامه نكار حقايق را بررسى كرد. .
• De accountant heeft de financiele gegevens uitgepluisd.
حسابدار اطلاعات مالى را بررسى كرده است. .
• De kat pluisde zijn vacht.
كربه موهايش را كرك داد. .
• De rechercheur heeft de documenten zorgvuldig geplozen.
(کارآگاه اسناد را با دقت بررسی کرد.)
• Mijn trui ploos heel erg na het wassen.
(ژاکتم بعد از شستشو خیلی کرک داد.
205
Raden
حدس زدن ، پیش بینی کردن
raden
• raadde / raadden
• heb geraden
• hebben
مثال ها:
• Ik probeer te raden wat er in de doos zit.
سعى مى كنم حدس بزنم داخل جعبه جيست. •
• Zij raadde de kleur van mijn ogen.
او رنك جشمانم را حدس زد. .
• Heb je al geraden wie ik ben?
آيا تا حالا حدس زده اى من كى هستم؟ .
• De detective raadde de identiteit van de dader.
كاراكاه هويت مجرم را حدس زد. .
• Hij heeft de juiste oplossing geraden.
(او پاسخ صحیح را حدس زد.)
• Ik raadde niet dat het zo moeilijk zou zijn.
(من حدس نزدم که این‌قدر سخت خواهد بود.
206
Rijden
رانندگی کردن، سواری کردن
• rijden
• reed / reden
• heb gereden
• hebben
مثال ها:
• Mijn vader leert mij autorijden.
يدرم به من رانندكَى ياد مى دهد. .
• We reden door de bergen.
ما در كوه ها رانندكى كرديم. •
• Ik heb de hele nacht gereden om op tijd te zijn.
تمام شب رانندكى كردم تا به موقع برسم. •
• Zij reed te snel en kreeg een boete.
او خيلى سريع رانندكى مى كرد و جريمه شد. .
• We hebben gisteren naar de stad gereden.
(ما دیروز به شهر رانندگی کردیم.)
• Hij reed de hele dag op zijn fiets.
(او تمام روز با دوچرخه‌اش سواری کرد.
207
Rijzen
بلند شدن، بالا رفتن
• rijzen
• rees / rezen
• ben gerezen
• Zijn
مثال ها:
• Het brooddeeg moet rijzen.
خمير نان بايد يف كند. .
• De temperatur rees tot boven de 30 graden.
دما تا بالاى ٣٠ درجه افزايش يافت. •
• Het waterpeil is gevaarlijk gestegen.
سطح آب به طور خطرناكى بالا رفته است. •
• Zijn populariteit rees snel.
محبوبيت او به سرعت افزايش يافت. •
• De zon is net gerezen.
(خورشید تازه طلوع کرده است.)
• De mist rees snel omhoog.
(مه به سرعت بالا رفت.
208
Roepen
صدا زدن، فریاد کشیدن
• riep / riepen
• heb geroepen
• hebben
مثال ها:
• De leraar riep de naam van de leerling.
معلم اسم دانش آموز را صدا زد. .
• Zij riep om hulp toen ze viel.
وقتى زمين خورد، كمك خواست. •
• Hij heeft de hele tijd geroepen, maar niemand luisterde.
او تمام مدت فرياد مى زد، اما كسى كوش نمى كرد. .
• De menigte riep leuzen.
جمعيت شعار مى دادند. •
• Hij heeft zijn naam geroepen.
(او نام خود را فریاد زد.)
• Ze riep hard om hulp.
(او با صدای بلند کمک خواست.
209
Ruiken
بوییدن
• ruiken
• rook / roken
• heb geroken
• hebben
مثال ها:
• De bloemen ruiken heerlik.
كل ها بوى خيلى خوبى مى دهند. .
• Ik rook een brandlucht.
من بوى سوختكى را حس مى كنم. .
• Heb je de koffie al geroken?
آيا قهوه را بو كرده اى؟ .
• De hond rook het spoor van de dief.
سك رد دزد را بو كرد.
• Ik heb iets lekkers geroken.
(من بوی چیزی خوشمزه را حس کردم.)
• Hij rook de bloemen in de tuin.
(او گل‌ها را در باغ بو کرد.
210
Slapen
خوابیدن
• Slapen
• sliep / sliepen
• heb geslapen
• hebben
مثال ها:
• Ik wil graag acht uur slapen.
مى خواهم هشت ساعت بخوابم
• Gisteren sliep ik heel diep.
ديروز خيلى عميق خوابيدم
• Ik heb heerlijk geslapen vannacht.
ديشب خيلى خوب خوابيدم
• Ik heb goed geslapen vannacht.
(من شب گذشته خوب خوابیدم.)
• Hij sliep de hele dag.
(او تمام روز خوابید.
211
Slijten
ساییده شدن، فرسوده شدن
slijten
• sleet / slepen
• heb gesleten
• hebben
مثال ها:
• Deze schoenen zijn bijna versleten.
اين كفشها تقريباً ساييده شده اند
• De banden sleten snel door de hitte. (لاستيكها به سرعت به دليل كرما ساييده شدند
• Ik heb mijn spijkerbroek helemaal versleten.
من شلوار جينم را كاملاً ساييدم
• Mijn schoenen zijn snel gesleten.
(کفش‌های من سریع فرسوده شدند.)
• De oude boeken sleten door veelvuldig gebruik.
(کتاب‌های قدیمی از استفاده زیاد فرسوده شدند.
212
Snijden
بریدن
snijden
• sneed / sneden
• heb gesneden
• hebben
مثال ها:
• Pas op dat je je niet snijdt!
مراقب باش که خودت را نبرى
• Hij sneed het brood in plakken.
او نان را به قطعات برش داد
• Ik heb me in mijn vinger gesneden.
انكشتم را بريدم
• Hij heeft zijn vinger gesneden.
(او انگشتش را برید.)
• Ze sneed de groenten voor de soep.
(او سبزیجات را برای سوپ برید.
213
Spreken
صحبت کردن
• spreken
• sprak / spraken
• heb gesproken
・ hepben
مثال ها:
• Zij spreekt vloeiend Engels.
او انكليسى را روان صحبت مى كند
• Ik sprak met de directeur over mijn salaris.
من با مدير در مورد حقوقم صحبت كردم
• We hebben urenlang gesproken aan de
(.ساعتها تلفنى صحبت كرديم) .telefoon
• Wij hebben gisteren veel gesproken.
(ما دیروز زیاد صحبت کردیم.)
• Hij sprak met zijn vrienden over de vakantie.
(او با دوستانش درباره تعطیلات صحبت کرد.
214
Staan
ایستادن
staan
• stond / stonden
• heb gestaan
・ hebben
مثال ها:
• Hij staat al een uur te wachten.
او يك ساعت است كه منتظر ايستاده است
• De stoel stond in de hoek van de kamer. (صندلى گوشه اتاق بود
• Ik heb de hele dag gestaan.
تمام روز ايستاده بودم
• Ze heeft de hele dag gestaan.
(او تمام روز ایستاده بود.)
• Wij stonden in de rij voor de film.
(ما در صف فیلم ایستاده بودیم.
215
Steken
زدن ، فرو کردن
steken
• stak / staken
• heb gestoken
• hebben
مثال ها:
• De bij stak hem in zijn arm.
زنبوربازوی او را نیش زد
• Zij stak de sleutel in het slot.
او كليد را داخل قفل فرو كرد
• Ik heb mijn handen in mijn zakken gestoken.
(.دست هايم را داخل جيب هايم فرو كردم)
• Hij heeft zijn hand in het vuur gestoken.
(او دستش را در آتش فرو کرد.)
• Ze stak de brief in de brievenbus.
(او نامه را در صندوق پست انداخت.
216
Stelen
دزدیدن
• stelen
• stal / stalen
• heb gestolen
• hebben
مثالها:
• De dief stal de juwelen.
دزد جواهرات را دزديد.)
• Zij stal een appel uit de winkel.
او يك سيب از مغازه دزديد
• Hij heeft het geld gestolen.
او پول را دزديده است
• De dief heeft mijn tas gestolen.
(دزد کیف من را دزدید.)
• Ze stal altijd snoep uit de winkel.
(او همیشه آبنبات از فروشگاه دزدید.
217
Springen
پرش کردن، جهیدن
springen
• sprong / sprongen
• heb gesprongen
• hebben
مثال ها:
• Het kind sprong over de sloot.
بجه از روى جوى آب پريد
• De kat sprong op tafel.
كربه روى ميز پريد
• Ik heb een gat in de lucht gesprongen van blijdschap
از خوشحالى خيلى زياد پريدم
• Hij is van de trap gesprongen.
(او از پله پایین پرید.)
• Ze sprong hoog in de lucht.
(او به شدت به هوا پرید.
218
Sterven
مردن، فوت کردن
• sterven
• stierf / stierven
• ben gestorven
• Zijn
مثال ها:
• Zijn grootvader is vorig jaar gestorven. (پدربزركش سال كذشته فوت كرد
• De oude boom stierf door de droogte. (درخت پيربه دليل خشكسالى مرد
• Zij is aan kanker gestorven.
او براثر سرطان دركَذشت
• Mijn oma is vorig jaar gestorven.
(مادربزرگ من سال گذشته فوت کرد.)
• Hij stierf op jonge leeftijd.
(او در سن جوانی مرد.
219
Slaan
ضربه زدن
• Slaan
• sloeg / sloegen
• heb geslagen
• hebben
مثال ها:
• De bokser sloeg zijn tegenstander knock-out.
(. بوكسور حريف خود را ناك اوت كرد)
• Hij sloeg de deur dicht.
او دررا محكم كوبيد
• Ik heb de bal met de knuppel geslagen. (توپ را با جوب بيسبال زدم
• De bokser heeft zijn tegenstander geslagen.
(بوکسر حریفش را ضربه زد.)
• Ze sloeg hard op de deur.
(او با شدت به در زد.
220
Schrijven
نوشتن
schrijven
• schreef / schreven
• heb geschreven
• hebben
مثال ها:
• Zij schrijft een boek.
او در حال نوشتن يك كتاب است
• Ik schreef een brief aan mijn moeder. (من نامه اى به مادرم نوشتم
• Hij heeft een prachtig gedicht geschreven.
او يك شعر زيبا نوشته است
• Ik heb een brief geschreven.
(من یک نامه نوشتم.)
• Ze schreef een boek over haar ervaringen.
(او یک کتاب درباره تجربیاتش نوشت.
221
Schijnen
درخشیدن، به نظر رسیدن، تابیدن
• schijnen
• scheen / schenen
• heb geschenen
• hebben
مثال ها:
• De zon schijnt helder.
خورشید به شدت می درخشد
• Het lijkt te gaan regenen.
به نظر مى رسد كه باران خواهد باريد
• De maan scheen door de wolken.
ماه از ميان ابرها مى درخشيد
• De zon heeft de hele dag geschenen.
(خورشید تمام روز درخشید.)
• Het scheen alsof hij de waarheid vertelde.
(به نظر می‌رسید که او حقیقت را می‌گفت.
222
Sluiten
بستن
• sluiten
• sloot / sloten
• heb gesloten
• hebben
مثالها:
• Wil je de deur sluiten?
مى خواهى دررا ببندى؟)
• De winkel is gesloten.
مغازه بسته است
• Zij heeft haar ogen gesloten.
او چشمانش رابست
• Hij heeft de deur gesloten.
(او در را بست.)
• Ze sloot het boek na het lezen.
(او بعد از خواندن کتاب، آن را بست.
223
Snuiten
فین کردن
snuiten
• snoot / snoten
• heb gesnoten
• hebben
مثال ها:
• Hij snoot zijn neus in een zakdoek.
او بينى اش را دريك دستمال ياك كرد
• Het kind moest zijn neus snuiten.
بچه بايد بينى اش را پاك مى كرد
• Ik heb mijn neus al een paar keer gesnoten vandaag
امروز چند بار بینی ام را پاك كرده ام
• Ik heb mijn neus gesnoten.
(من بینی‌ام را پاک کردم.)
• Ze snoot haar neus met een zakdoek.
(او بینی‌اش را با دستمال پاک کرد.
224
Stinken
بوی بد دادن
• stinken
• stonk / stonken
• heb gestonken
• hebben
مثال ها:
• Er stinkt iets in de keuken.
جيزى در آشيزخانه بوى بد مى دهد
• De vuilnisbak stonk vreselijk.
سطل زباله بوى وحشتناكى مى داد
• Het heeft hier de hele dag gestonken. (اينجا تمام روز بوى بد مى داده است
• Het heeft naar rotten vis gestonken.
(بوی ماهی فاسد می‌داد.)
• Ze stonk naar rook na het kampvuur.
(او بعد از آتش اردو بوی دود می‌داد.
225
Slaan
زدن
• Slaan
• sloeg / sloegen
• heb geslagen
• hebben
مثال ها:
• Hij sloeg de hond niet.
او سك را نزد.)
• De klok sloeg twaalf uur.
ساعت دوازده بار زنك زد.)
• Zij heeft hem in zijn gezicht geslagen.
او به صورتش سيلى زد
• De bokser heeft zijn tegenstander geslagen.
(بوکسر حریفش را ضربه زد.)
• Ze sloeg hard op de deur.
(او با شدت به در زد.
226
Stijgen
افزایش یافتن
• stijgen
• steeg / stegen
• ben gestegen
• Zijn
مثال ها:
• De prijzen zijn gestegen.
فيمتها افزايش يافته است
• Het waterpeil steeg snel na de regen. (سطح آب پس از باران به سرعت افزايش يافت
• De temperatuur is vandaag flink gestegen.
دما امروز به شدت افزايش يافته است
• De temperatuur is vandaag gestegen.
(دمای هوا امروز افزایش یافته است.)
• De prijzen steeg in de loop van de maand.
(قیمت‌ها در طول ماه افزایش یافت.
227
Schieten
شلیک کردن، تیراندازی کردن
• schieten
• schoot / schoten
• heb geschoten
・ hepben
مثال ها:
• De jager schoot op de haas.
شكارجى به خركوش شليك كرد
• De soldaten schoten met hun geweren. (سربازان با تفنك هاى خود شليك كردند
• Hij heeft de bal in het doel geschoten.
(او توپ را به دروازه شلیک کرد.)
• De jager schoot de vogel uit de lucht.
(شکارچی پرنده را از هوا شلیک کرد.
228
Schreeuwen
فریاد زدن
schreeuwen
• schreeuwde / schreeuwden
• heb geschreeuwd
• hebben
مثالها:
•De fan schreeuwde naar zijn idool.
(طرفدار بر سوى بت خود فرياد زد
• De baby schreeuwde omdat hij honger had.
بچه گریه مى كرد زيرا كَرسنه بود
• Hij heeft om hulp geschreeuwd.
او براى كمك فرياد زده است
• Hij heeft luid geschreeuwd om hulp.
(او بلند فریاد زد که کمک کند.)
• Ze schreeuwde van blijdschap.
(او از خوشحالی فریاد زد.
229
Slagen
موفق شدن،قبول شدن
Slagen
• slaagde / slaagden
• ben geslaagd
• Zijn
مثالها:
• Zij is geslaagd voor haar examen.
او در امتحانش قبول شد
• Hij slaagde erin om de top van de berg te bereiken
(.او موفق شد به قله كوه برسد) .
• Ik ben erin geslaagd om een nieuwe baan te vinden
(.من موفق شدم يك شغل جديد بيدا كنم)
Slagen (موفق شدن) → بی‌قاعده
• گذشته ساده: slaagde / slaagden
• اسم مفعول: geslaagd
• فعل کمکی: zijn
مثالها:
• Ik ben geslaagd voor mijn examen.
(من در امتحانم موفق شدم.)
• Hij slaagde er eindelijk in om de taak af te maken.
(او بالاخره توانست کار را تمام کند.
230
Slinken
کاهش یافتن، کوچک شدن
• slinken
• slonk / slonken
• ben geslonken
• zijn
مثال ها:
• De ijskap is geslonken door de
klimaatverandering.
كلاهك يخى به دليل تغييرات آب و هوا كاهش يافته است
• Zijn hoop slonk met de dag.
اميد او روز به روز كم مى شد
• Het aantal bezoekers is geslonken.
تعداد بازديدكنندكان كاهش يافته است
• De sneeuw is snel geslonken.
(برف سریعاً ذوب شد.)
• De rivier slonk na de droogte.
(رودخانه بعد از خشکسالی کاهش یافت
231
Schudden
تکان دادن
• schudden
• schudde / schudden
• heb geschud
• hebben
مثال ها:
• Hij schudde zijn hoofd.
او سرش را تكان داد.)
• Zij schudde de fles voor gebruik.
او بطرى را قبل از استفاده تكان داد
• Ik heb de hand van de directeur geschud.
من دست مدير را تكان دادم
• Hij heeft de fles goed geschud.
(او بطری را خوب تکان داد.)
• Ze schudde haar hoofd in ongeloof.
(او با ناباوری سرش را تکان داد.
232
Spijten
پشیمان شدن
• spijten
speet / speten
• heb gespeten
• hebben
مثال ها:
• Het spijt me dat ik je heb gekwetst. متاسفم كه تو را آزرده ام/ اذیت کردم
• Het spijt hem dat hij niet naar het feest is gekomen
(.او يشيمان است كه به جشن نيامده است) .
• Ik heb er spit van dat ik zo tegen hem heb gesproken
من يشيمانم كه اينقدر تند با او صحبت كردم
• Ik heb spijt van mijn gedrag.
(من از رفتارم پشیمانم.)
• Het speet hem dat hij zo had gehandeld.
(او از اینکه اینطور رفتار کرده بود پشیمان شد.
• Het wil me spijten. (اين مى خواهد مرا
(.يشيمان كند
• Het speet hem dat hij niet kwam. (ol
(.يشيمان بود كه نيامد
• De beslissing heeft me gespeten.
(.تصميم مرا پشيمان كرده است)
233
Sluipen
دزدانه راه رفتن
• sluipen
• sloop / slopen
• ben geslopen
• zijn
مثال ها:
• De kat sloop door de tuin.
كربه دزدانه در باغ راه مى رفت
• De dief sloop het huis binnen.
دزد دزدانه وارد خانه شد
• Hij is naar boven geslopen om niet wakker te worden
(.او دزدانه به بالا رفت تا بيدار نشود)
De kat is stil geslopen naar de deur.
(گربه به آرامی به سمت در خزید.)
• Ze sluipte het huis uit zonder iemand te waarschuwen.
(او بدون هشدار دادن کسی از خانه خزید.
234
Stoten
زدن، برخورد کردن
• stoten
• stootte / stootten
• heb gestoten
• hebben
مثال ها:
• Hij stootte zijn hoofd tegen de deur.
او سرش را به در زد
• De auto stootte tegen een boom.
ماشين به يك درخت برخورد كرد
• Ik heb mijn teen gestoten.
انكشت شست بايم را زدم
• Hij heeft tegen de muur gestoten.
(او به دیوار برخورد کرد.)
• Ze stootte per ongeluk de stoel om.
(او تصادفاً صندلی را زد.
235
Scheiden
جدا سازی کردن، طلاق گرفتن
scheiden
• scheidde / scheidden
• heb gescheiden
• hebben
مثال ها:
• Zij zijn na tien jaar huwelijk gescheiden. (آنها پس از ده سال زندكى مشترك از هم جدا شدند
• De kinderen werden van hun ouders
gescheiden
بجه ها از والدين خود جدا شدند
• Het afval moet gescheiden worden. (
زباله ها بايد جدا شوند
• Ze is van haar man gescheiden.
(او از شوهرش جدا شد.)
• Ze scheidde de kamers met een gordijn.
(او اتاق‌ها را با پرده جدا کرد.
236
Schelden
فحش دادن
• schelden
• schold / scholden
• heb gescholden
• hebben
مثال ها:
• Hij schold de scheidsrechter uit.
او به داور فحش داد
• Zij schold hem voor alles uit.
او به خاطر همه جيز به او فحش داد
• Ik heb hem uitgescholden voor een idioot. (من او را احمق خطاب كردم
• Hij heeft haar uitgescholden.
(او به او فحش داد.)
• De kinderen scholden elkaar uit.
(کودکان یکدیگر را فحش دادند.
237
Schenken
هدیه دادن
• schenken
• schonk / schonken
• heb geschonken
• hebben
مثال ها:
• Zi schonk hem een boek voor zijn verjaardag.
(.او به مناسبت تولدش به او يك كتاب هديه داد)
• Hij schonk geld aan een goed doel.
او به يك موسسه خيريه پول اهدا كرد
• Ik heb hem een fles wijn geschonken.
من به او يك بطرى شراب هديه دادم
• Ze heeft hem een mooie tas geschenkt.
(او یک کیف زیبا به او هدیه داد.)
• Hij schonk haar een boek voor haar verjaardag.
(او برای تولدش یک کتاب به او هدیه داد.
238
Scheren
اصلاح کردن، ریش تراشیدن
• scheren
• schoor / schoren
• heb geschoren
• hebben
مثالها:
• Hij scheert zich elke dag.
او هر روز خود را اصلاح مى كند
• Zij schoor haar benen.
او پاهايش را اصلاح كرد.)
• Ik heb me met een nieuw scheermesje
من بايك تيغ اصلاح جديد خودم را اصلاح .geschore
كردم
• Hij heeft zich net geschoren.
(او تازه ریش خود را اصلاح کرده است.)
• Ze schoor haar hond.
(او سگ خود را اصلاح کرد.
239
Schrikken
ترسیدن
• schrikken
• schrok / schrokken
• ben geschrokken
• zijn
مثال ها:
• Ik schrok van het geluid.
من از صدا ترسيدم.)
• Zij schrok toen ze de spin zag.
او وقتى عنكبوت را ديد ترسيد
• Ik ben me dood geschrokken! (إخيلى ترسيدم)
• Hij is erg geschrokken van het geluid.
(او از صدا خیلی ترسید.)
• Ze schrok toen ze het geluid hoorde.
(او وقتی صدا را شنید ترسید.
240
Schuiven
لغزیدن، جا بجا کردن
• schuiven
• schoof / schoven
• heb geschoven
• hebben
مثال ها:
• De stoel schoof over de vloer.
صندلى روى زمين ليز خورد
• Hij schoof de doos naar de hoek van de kamer.
(.او جعبه را به كوشه اتاق هل داد)
• Ik heb de tafel een beetje verschoven. (من ميزرا كمى جابجا كردم
• Ze heeft de tafel naar de muur geschoven.
(او میز را به سمت دیوار جابجا کرد.)
• De kast schoof langzaam over de vloer.
(کمد به آرامی روی زمین لغزید.
241
Slijpen
تیز کردن، پرداخت کردن
• slijpen
• sloop / slepen
• heb geslepen
• hebben
مثال ها:
• Hij slijpt zijn messen zelf.
او جاقوهايش را خودش تيز مى كند
Ik heb mijn nagels net geslepen.
من به تازكى ناخن هايم را سوهان زدم
• Hij heeft zijn mes geslepen.
(او چاقو خود را تیز کرد.)
• De werkman sneed de stenen om ze te slijpen.
(کارگر سنگ‌ها را برای تیز کردن برید.
242
Smelten
آب شدن، ذوب شدن
smelten
• smolt / smolten
• ben gesmolten
• Zijn
مثالها:
• Het ijs smelt in de zon. (يخ در آفتاب آب مى شود.)
• De sneeuw is gesmolten. (برف آب شده است.)
• Het goud smelt bij hoge temperaturen. (طلادر دماى بالا ذوب مى شود
• Het ijs is gesmolten door de warmte.
(یخ به دلیل گرما ذوب شد.)
• De sneeuw smolt snel weg.
(برف به سرعت ذوب شد.
243
Snuiven
استنشاق کردن، بو کشیدن
• snuiven
• snoof / snoven
• heb gesnoven
• hebben
مثال ها:
• De hond snoof aan de bloem.
سك كل را بو كرد.)
• Hij snoof de geur van de koffie op.
او بوى قهوه را استشمام كرد
• Zij heeft cocaine gesnoven.
او كوكائين استنشاق كرده است
De hond heeft de geur van het voedsel gesnoven.
(سگ بوی غذا را استشمام کرد.)
• Hij snoof diep aan de geur van de bloemen.
(او عمیقاً بوی گل‌ها را استنشاق کرد.
244
Spuiten
پاشیدن، اسپری کردن
• spuiten
• spoot / spoten
• heb gespoten
• hebben
مثال ها:
• De boer spuit gif op de gewassen. (كشاورز سم را روى محصولات مى ياشد
• Zij spoot parfum op haar pols.
او عطر را روى مج دستش اسپرى كرد
• Ik heb de planten water gespoten.
من به كياهان آب پاشيدم
• Ze heeft de planten met water gespoten.
(او گل‌ها را با آب اسپری کرد.)
• Het schilderij spoot verf op de vloer.
(تابلو رنگ را روی زمین پاشید.
245
Strijpen
راه رفتن به صورت قطاری، خطی
• strijpen
• streep / strepen
• heb gestrepen
• hebben
مثال ها:
• De soldaten strepen over het plein. (سربازان به صورت قطارى در ميدان رزه مى روند
• Zij streepte een lijn onder het woord.
او زير كلمه خط كشيد
• Ik heb de muur gestrepen.
من ديوار را خط خطى كردم
• Ze heeft met haar hond in het park gestreden.
(او با سگش در پارک قدم زد.)
• De soldaten streed voor hun land.
(سربازان برای کشورشان جنگیدند.
246
Strijken
اتو کردن، صاف کردن
• strijken
• streek / streken
• heb gestreken
• hebben
مثال ها:
• Zij strijkt de was.
او لباس ها را اتو مى كند.)
• Hij streek zijn overhemd.
او پيراهن خود را اتو كرد.)
• Ik heb de tafel met een doek gestreken. (من ميز را با يك پارجه تميز كردم
• Ze heeft de kleren gestreken.
(او لباس‌ها را اتو کرد.)
• Hij streek zijn kleding voor de bijeenkomst.
(او لباس‌هایش را برای جلسه صاف کرد.
247
Trekken
کشیدن
trekken
• trok / trokken
• heb getrokken
• hebben
مثال ها:
• Ik trek de deur open.
من دررا باز مى كنم. •
• Hij trok aan het touw.
او طناب را كشيد. .
• Zij heeft de kar getrokken.
او كارى را كشيده است. .
• Ik heb de deur hard getrokken.
(من در را محکم کشیدم.)
• De rivier is naar het westen getrokken.
(رودخانه به سمت غرب جریان پیدا کرد.
248
Treden
گام برداشتن، قدم گذاشتن
・ treden
• trad / traden
• ben getreden
• Zijn
مثال ها:
• Zij treedt voorzichtig de trap op.
او با احتياط از يلهها بالا مى رود. •
• Hij trad het podium op.
او روى صحنه رفت. .
• De koningin is het paleis binnengetreden.
ملكه وارد كاخ شده است. •
• De koning heeft naar buiten getreden.
(پادشاه بیرون آمد.)
• Hij is in dienst getreden.
(او وارد خدمت شد.
249
Treffen
ملاقات کردن، تحت تأثیر قرار دادن
treffen
• trof / troffen
• heb getroffen
• hebben
مثالها:
• Ik tref een oude vriend op straat.
من يك دوست قديمى را در خيابان ملاقات مى كنم. .
• Het nieuws trof hem diep.
اين خبر او را عميقا تحت تاثير قرار داد. •
• De bliksem heeft de boom getroffen.
صاعقه به درخت اصابت كرده است. .
• De storm heeft het dorp zwaar getroffen.
(طوفان دهکده را به شدت تحت تأثیر قرار داد.)
• Ik heb hem toevallig in de stad getroffen.
(من او را به طور تصادفی در شهر دیدم.
250
Trappen
لگد زدن، رکاب زدن
• trappen
• trapte / trapten
• heb getrapt
・ hepben
مثال ها:
• Hij trapte tegen de bal.
او به توب لكَد زد. .
• Zij trapte op de pedalen van haar fiets.
او پدال هاى دوجرخه اش را ركاب زد. .
• De dief heeft het slachtoffer getrapt.
دزد به قربانى لكَد زده است. .
• Hij heeft tegen de bal getrapt.
(او به توپ لگد زد.)
• Ze heeft hard op de rem getrapt.
(او محکم روی ترمز فشار داد.
251
Tijgen
رهسپار شدن، به سمت چیزی رفتن
• toog / togen
• ben getogen
• Zijn
مثالها:
• De wandelaars tijgen de berg op.
كوهنوردان به سمت قله كوه مى روند. •
• De pelgrims togen naar Mekka.
زائران به مكه رهسيار شدند. •
• Zij zin naar het beloofde land getogen.
آنها به سرزمين موعود رهسيار شده اند. •
• De studenten togen naar de universiteit.
دانشجويان به دانشكاه رفتند. •
• De arbeiders zin naar de fabriek getogen.
كاركران به كارخانه رفته اند. .
• Hij is naar huis getogen.
(او به خانه رفت.
252
Vangen
گرفتن
vangen
• ving / vingen
• heb gevangen
• hebben
مثال ها:
• De kat ving een muis.
كربه يك موش كَرفت. .
• Ik heb de bal gevangen.
من توب را كرفتم. .
• Zi vingen de dief.
آنها دزد را كرفتند.
Hij heeft de bal perfect gevangen.
(او توپ را به‌طور عالی گرفت.
253
Verbieden
منع کردن، ممنوع کردن
verbieden
• verbood / verboden
• heb verboden
• hebben
مثال ها:
• Het is verboden hier te parkeren.
پارك كردن در اينجا ممنوع است. •
• De leraar verbood de leerlingen te praten.
معلم صحبت كردن دانش آموزان را ممنوع كرد. •
• Zij hebben het hem verboden te gaan.
آنها رفتن او را ممنوع كردند.
Ouders hebben vaak bepaalde activiteiten verboden.
(والدین اغلب فعالیت‌های خاصی را منع می‌کنند.
254
Verdwijnen
ناپدید شدن
verdwijnen
• verdween / verdwenen
• ben verdwenen
• zijn
مثال ها:
• De zon verdween achter de wolken.
خورشيد پشت ابرها نايديد شد. •
• Mun sleutels zin verdwenen.
كليدهايم نايديد شدهاند. •
• Hij is spoorloos verdwenen.
او بدون هيج اثرى نايديد شده است.
De mist is plotseling verdwenen.
(مه ناگهان ناپدید شد.
255
Verraden
خیانت کردن، فاش کردن
verraden
• verraadde / verraadden
• heb verraden
• hebben
مثال ها:
• Hij verraadde zin vrienden.
او به دوستانش خيانت كرد. •
• Zi verraadde het geheim.
او راز را فاش كرد. .
• Zij hebben hem aan de vijand verraden.
آنها اورا به دشمن تحويل دادند. .
Ze heeft haar vriend verraden.
(او به دوستش خیانت کرد.
256
Vertrekken
عزیمت کردن، رفتن، حرکت کردن
vertrekken
• vertrok / vertrokken
• ben vertrokken
• Zijn
مثال ها:
• De trein vertrekt om 10 uur.
قطار ساعت 10 حركت مى كند. .
• Zij vertrokken naar het buitenland.
آنها به خارج از كشور رفتند. •
• Ik ben vroeg vertrokken van huis.
من زود از خانه بيرون رفتم. •
Wij zijn vanochtend vroeg vertrokken.
(ما صبح زود به راه افتادیم.
257
Verwijten
سرزنش کردن، نکوهش کردن
verwijten
• verweet / verweten
• heb verweten
・ hebben
مثال ها:
• Zi verweet hem zin luiheid.
او تنبلى اش را به او سرزنش كرد. •
• Hij verweet haar dat ze niet had geluisterd.
او او را سرزنش كرد كه كوش نكرده بود. .
• Zij hebben elkaar veel verweten.
آنها همديكر را بسيار سرزنش كردند.
Hij verwijt haar een gebrek aan inzet.
(او از او سرزنش می‌کند که تلاش کافی نکرده است.
258
Verzinnen
اختراع کردن، پیدایش، تحلیل کردن
・ verzinnen
• verzon / verzonnen
• heb verzonnen
• hebben
مثال ها:
• Hij verzon een verhaal.
او يك داستان ساخت. .
• Zij verzon een smoes.
او يك بهانه تراشيد. .
• Ik heb het niet verzonnen!
من آن را نساختهام!
Ze heeft een goed excuus verzonnen.
(او یک بهانه خوب اختراع کرد.
259
Vouwen
تا زدن، جمع کردن
vouwen
• vouwde / vouwden
• heb gevouwen
• hebben
مثال ها:
• Zij vouwde de brief op.
او نامه را تاكرد. .
• Hij vouwde de handdoeken netjes op.
او حولهها را مرتب تاكرد. .
• Ik heb een origami-kraanvogel gevouwen.
من يك درناى اوريكامى تا كردهام.
Hij heeft de kleren netjes gevouwen.
(او لباس‌ها را مرتب تا کرده است.
260
Vragen
پرسیدن
vragen
• vroeg / vroegen
• heb gevraagd
• hebben
مثال ها:
• Ik heb hem de weg gevraagd.
من از او راه را پرسيدم. •
• Zi vroeg om hulp.
او درخواست كمك كرد. .
• Hij heeft een belangrijke vraag gesteld.
Ik heb hem om hulp gevraagd.
(من از او کمک خواستم.
261
Vriezen
یخ زدن، سرد شدن
vriezen
• vroor / vroren
• heeft gevroren
• hebben
مثال ها:
• Het vriest vannacht.
امشب هوا يخ مى زند. •
• Het heeft de hele dag gevroren.
تمام روز هوا يخ زده بود. •
• Mijn vingers ziin bevroren.
انكشتانم يخ زده اند.
Het water is bevroren.
(آب منجمد شده است.
262
Vechten
جنگیدن، مبارزه کردن
・ vechten
• vocht / vochten
• heb gevochten
• hebben
مثال ها:
• De soldaten vochten tegen de vijand.
سربازان با دشمن جنكيدند. .
• Zij vochten om de macht.
آنها براى قدرت جنكيدند. •
• Hij heeft gevochten voor zin idealen.
او براى آرمان هايش جنكيده است. .
Tijdens de slag hebben de soldaten dapper gevochten.
(در جریان نبرد، سربازان شجاعانه مبارزه کردند.
263
Vergelijken
مقایسه کردن
• vergelijken
• vergeleek / vergeleken
• heb vergeleken
• hebben
مثال ها:
• Zij vergeleek de twee schilderijen.
او دو نقاشى را مقايسه كرد. .
• Hij vergeleek de prizen.
او قيمت ها را مقايسه كرد. .
• Ik heb de resultaten met vorig jaar vergeleken.
من نتايج را با سال كذشته مقايسه كردم.
We hebben de prijzen zorgvuldig vergeleken.
(ما قیمت‌ها را به دقت مقایسه کردیم.
264
Vermijden
اجتناب کردن
vermijden
• vermeed / vermeden
• heb vermeden
• hebben
مثال ها:
• Hi vermeed de drukte.
او از شلوغى اجتناب كرد. .
• Zij vermeed het onderwerp.
او از موضوع اجتناب كرد. •
• Ik heb een conflict vermeden.
من ازيك دركيرى اجتناب كردم. •
Hij heeft drukke straten vermeden.
(او از خیابان‌های شلوغ اجتناب کرد.
265
Vallen
افتادن
• vallen
• viel / vielen
• ben gevallen
• zijn
مثال ها:
• De appel viel van de boom.
سيب از درخت افتاد. .
• Ik ben gevallen over de stoel.
من روى صندلى افتادم. •
• De regen viel met bakken uit de hemel.
باران باشدت از آسمان مرباريد.
• Hij is van de trap gevallen.
(او از پله‌ها افتاد.)
• Ze viel tijdens de wedstrijd.
(او در مسابقه افتاد.
266
Varen
قایقرانی کردن، راندن در آب
varen
• voer / voeren
• heb gevaren
• hebben/zijn
مثال ها:
• We varen met de boot over het meer.
ما با قايق روى درياجه قايقرانى مى كنيم. •
• Hij voer de wereld rond.
او دور دنيا را با كشتى بيمود. •
• Zij hebben de hele dag gevaren.
آنها تمام روز قايقرانى كردند.
• Ze is naar het eiland gevaren.
(او به جزیره رفت با کشتی.)
• We varen met de boot naar de stad.
(ما با قایق به شهر می‌رویم.
267
Vergeten
فراموش کردن
vergeten
• vergat / vergaten
• ben vergeten
• zijn
مثال ها:
• Ik ben mijn sleutels vergeten.
من كليدهايم را فراموش كردم. •
• Zi vergat zin verjaardag.
او تولدش را فراموش كرد. .
• Heb je de boodschappen niet vergeten?
خريدها را فراموش نكردى؟
• Ik heb mijn sleutels vergeten.
(من کلیدهایم را فراموش کردم.)
• Ze vergat haar telefoon thuis.
(او تلفن همراهش را خانه فراموش کرد.
268
Vergeven
بخشیدن
Vergeven
• vergaf / vergaven
• heb vergeven
• hebben
مثال ها:
• Ik vergeef je.
من تورا مى بخشم. .
• Zij vergaf hem zijn fouten.
او اشتباهاتش را بخشيد. •
• Heb je hem al vergeven?
آيا او را بخشيده اى؟
• Ik heb hem vergeven voor zijn fouten.
(من به او بخاطر اشتباهاتش بخشیدم.)
• Ze vergaf haar vriend.
(او به دوستش بخشید.
269
Verliezen
از دست دادن
verliezen
• verloor / verloren
• heb verloren
・ hebben
مثال ها:
• Ik heb mijn portemonnee verloren.
من كيف پولم را كم كردم. .
• Zij verloren de wedstrijd.
آنها مسابقه را باختند. .
• Hij heeft veel geld verloren op de beurs.
او پول زيادى را در بورس از دست داد.
• Hij heeft zijn sleutels verloren.
(او کلیدهایش را از دست داده است.)
• Ze verloor de wedstrijd.
(او مسابقه را با
270
Vinden
یافتن
・ vinden
• vond / vonden
• heb gevonden
• hebben
مثال ها:
• Ik heb min sleutels gevonden!
من كليدهايم را پيدا كردم! .
• Zij vond een briefje op de grond.
او يك يادداشت روى زمين پيدا كرد. •
• Heb je de informatie gevonden die je zocht?
آيا اطلاعاتى را كه دنبالش بودى پيدا كردى؟
• Ik heb mijn portemonnee gevonden.
(من کیف پولم را پیدا کردم.)
• Ze vond een verloren ring.
(او یک حلقه گمشده پیدا کرد
271
Vliegen
پرواز کردن
Vllegen
• vloog / vlogen
• heb gevlogen
• hebben
مثال ها:
• De vogels vliegen naar het zuiden.
يرندكان به جنوب پرواز مى كنند. .
• Hi vloog naar New York.
او به نيويورك پرواز كرد. •
• Zij hebben de hele nacht gevlogen.
آنها تمام شب پرواز كردند.
• Ze is naar Parijs gevlogen.
(او به پاریس پرواز کرد.)
• We vlogen boven de bergen.
(ما از بالای کوه‌ها پرواز کردیم.
272
Voelen
حس کردن
voelen
• voelde / voelden
• heb gevoeld
• hebben
مثال ها:
• Ik voel me niet goed.
حالم خوب نيست. .
• Zij voelde de koude wind.
او باد سرد را حس كرد. .
• Heb je de baby al gevoeld bewegen?
آيا حركت بجه را حس كردهاى؟
• Ik heb de kou gevoeld.
(من سرما را احساس کردم.)
• Ze voelden de spanning in de lucht.
(آنها تنش را در هوا احساس کردند.
273
Vormen
شکل دادن
vormen
• vormde / vormden
• heb gevormd
• hebben
مثال ها:
• De klei wordt tot een pot gevormd.
خال رس به يك كلدان تبديل مى شود. .
• De wolken vormden vreemde figuren.
ابرها اشكال عجيب وغريب به خود كرفتند. .
• Zij hebben een team gevormd.
آنها يك تيم تشكيل داده اند.
• Ze heeft een groep gevormd.
(او یک گروه تشکیل داده است.)
• Wij vormden een cirkel.
(ما یک دایره تشکیل دادیم.
274
Uitgaan
بیرون رفتن، خارج شدن
• uitgaan
• ging uit / gingen uit
• ben uitgegaan
• zijn
مثال ها:
• Zullen we vanavond uitgaan?
آيا امشب بيرون برويم؟ .
• Ik ging gisterenavond uit met vrienden.
من ديشب با دوستان بيرون رفتم. •
• Zi zin naar een concert uitgegaan.
آنها به يك كنسرت رفته اند. •
• Het vuur is uitgegaan.
آتش خاموش شد.
• De lichten zijn uitgegaan.
جراغها خاموش شدند.
• Wij zijn gisterenavond uitgegaan. (ما دیشب بیرون رفتیم.)
275
Willen
خواستن
• willen
• wilde / wilden
• heb gewild
• hebben
مثال ها:
• Ik wil een kop koffie.
من يك فنجان قهوه مى خواهم. •
• Zij wilde niet gaan.
او نمى خواست برود. .
• Hij heeft altijd al een huis in de bergen gewild.
او هميشه خانه اى در كوهستان مى خواست.
• Ik wil graag een kop koffie.
من یک فنجان قهوه می‌خواهم
276
Weten
دانستن
• weten
• wist / wisten
• heb geweten
• hebben
مثال ها:
• Ik weet het antwoord.
من جواب را مى دانم. •
• Zij wist niet wat ze moest doen.
او نمى دانست جه كار كند. .
• Hij heeft het al lang geweten.
او مدت هاست كه آن را مى دانست.
• Zij wist het antwoord niet.
او جواب را نمی‌دانست
277
Worden
شدن
worden
• werd / werden
• ben geworden
• Zijn
مثال ها:
• Het wordt koud.
هوا سرد مى شود. .
• Zij werd dokter.
او دكتر شد. .
• Hij is vader geworden.
او پدر شده است. •
Hij is dokter geworden.
او دکتر شده است
278
Winnen
برنده شدن
• winnen
• won / wonnen
• heb gewonnen
• hebben
مثال ها:
• Zij won de loterij.
او در قرعه كشى برنده شد. .
• Het team won de wedstrijd.
تيم مسابقه را برد. .
• Hij heeft veel prijzen gewonnen.
او جوايز زيادى برده است.
Wij hebben de wedstrijd gewonnen.
ما مسابقه را بردیم
279
Wrijven
مالیدن
• wrijven
• wreef / wreven
• heb gewreven
• hebben
مثال ها:
• Hij wreef zin ogen.
او جشمانش را ماليد. •
• Zij wreef de vlek uit haar jas.
او لكه را از روى زاكتش ماليد. •
• Ik heb mijn handen warm gewreven.
من دست هايم را براى كرم شدن ماليدم.
• Hij wreef zijn handen tegen elkaar om ze warm te maken.
او دست‌هایش را به هم مالید تا آنها را گرم کند
280
Wijzen
اشاره کردن
• wijzen
• wees / wezen
• heb gewezen
• hebben
مثال ها:
• Hij wees naar de kaart.
او به نقشه اشاره كرد. .
• Zi wees de weg.
او راه را نشان داد. .
• De leraar heeft de fouten aangewezen.
معلم اشتباهات را نشان داده است.
• De leraar wees naar het bord.
معلم به تخته اشاره کرد
281
Wegen
وزن کردن
Wegen
• woog / wogen
• heb gewogen
• hebben
مثال ها:
• De bakker woog de bloem.
نانوا آرد را وزن كرد. .
• De groenten worden gewogen.
سبزيجات وزن مى شوند. .
• De baby heeft bij de geboorte 3 kilo gewogen.
نوزاد هنكام تولد ٣ كيلو وزن داشت. .
• De vrachtwagen woog te veel.
كاميون بيش از حد وزن داشت.
Zij heeft zich elke dag gewogen.
او هر روز خودش را وزن مى كرد.
• Zij heeft de appels gewogen.
او سیب‌ها را وزن کرده است
282
Wassen
شستن
• wassen
• waste / wasten
• heb gewassen
• hebben
مثال ها:
• Ik was mijn handen.
من دست هايم را مى شويم. •
• Zi waste de auto.
او ماشين را شست. .
• Hij heeft zijn kleren gewassen.
او لباس هايش را شسته است.
• Ik heb mijn handen gewassen.
من دست‌هایم را شسته‌ام
283
Wrijven
مالیدن، مالش دادن
• wrijven
• wreef / wreven
• heb gewreven
• hebben
مثال ها:
• Hij wreef zin ogen.
او جشمانش را ماليد. •
• Zij wreef de vlek uit haar jas.
او لكه را از روى زاكتش ماليد. •
• Ik heb min handen warm gewreven.
من دست هايم را براى كرم شدن ماليدم.
• Zij wreef zalf op haar huid.
او پماد را روى پوستش ماليد. •
• Hij wreef de auto met een doek.
او ماشين را با يك پارجه ماليد. •
• De kat wreef zich tegen mijn benen.
كربه خودش را به پاهايم ماليد. .
• Zij wreef de tranen uit haar ogen.
او اشكهايش را از جشمانش پاك كرد. .
• Hij wreef zijn handen ineen van de kou.
او از سرما دست هايش را به هم ماليد. .
• De pijn was zo erg dat ze haar voorhoofd wreef.
درد آنقدر زياد بود كه او پيشانى اش را ماليد.
Hij wreef zijn ogen na het wakker worden. (او پس از بیدار شدن چشمانش را مالید
284
Werpen
پرتاب کردن
• Werpen
• wierp / wierpen
• heb geworpen
• hebben
مثال ها:
• Hij wierp de bal naar de hond.
او توپ را به سمت سك برتاب كرد. .
• Zij wierp een blik op de klok.
او نكَاهى به ساعت انداخت. .
• Hij heeft de speer ver geworpen.
او نيزه را خيلى دور پرتاب كرده است.
• Hij heeft de bal naar mij geworpen. (او توپ را به سمت من پرتاب کرد
285
Wijken
عقب نشینی کردن
• wijken
• week / weken
• ben geweken
• zijn
مثال ها:
• Het leger week terug.
ارتش عقب نشينى كرد. •
• Zij week niet van zijn zijde.
او از كنارش تكان نخورد. .
• De overstroming is geweken.
سيل فروكش كرده است.
• De vijand is voor onze troepen geweken.
دشمن در برابر نیروهای ما عقب‌نشینی کرده است
286
Zeggen
گفتن
• zeggen
• zei / zeiden
• heb gezegd
• hebben
• Ik zeg je de waarheid.
من به تو حقيقت رامى كويم. .
• Zij zei dat ze moe was.
او كفت كه خسته بود. .
• Hij heeft niets gezegd.
او جيزى نكفت.
• Hij zegt dat hij morgen komt.
او می‌گوید که فردا می‌آید.
• Wat heb je tegen haar gezegd?
به او چه گفتی؟
• Ze zeiden dat het feest leuk was.
آنها گفتند که جشن خوب بود
287
Zenden
فرستادن
zenden
• zond / zonden
• heb gezonden
• hebben
• Ik zend je een e-mail.
من به تويك ايميل مى فرستم. .
• Zi zond een brief naar haar familie.
او نامه اى به خانوادهاش فرستاد. •
• Hij heeft het pakket gisteren gezonden.
او بسته را ديروز فرستاد.
Ik zend je een e-mail met de details.
من یک ایمیل با جزئیات برایت می‌فرستم.
• Heb je de brief al gezonden?
آیا نامه را فرستاده‌ای؟
• Zij zonden hulp naar de slachtoffers.
آنها کمک به قربانیان فرستادند
288
Zien
دیدن
zlen
• zag / zagen
• heb gezien
• hebben
• Ik zie je morgen.
من فردا تورا مى بينم. •
• Zij zag een vogel in de tuin.
او يك يرنده را در باغ ديد. .
• Hij heeft de film al gezien.
او فيلم را قبلا ديده است.
• Ik zie de zon opkomen.
من طلوع خورشید را می‌بینم.
• Heb je mijn sleutels gezien?
آیا کلیدهایم را دیده‌ای؟
• Wij zagen een mooie film gisteren.
ما دیروز یک فیلم زیبا دیدیم
289
Zijn
بودن
• Zijn
• was / waren
• ben geweest
• zijn
• Ik ben een student.
من دانشجو هستم. .
• Zij was ziek.
او مريض بود. .
• Wij zin naar het strand geweest.
ما به ساحل رفته بوديم.
Ik ben moe na het werk.
من بعد از کار خسته هستم.
• We zijn naar het museum geweest.
ما به موزه رفته‌ایم.
• Zij waren blij met het nieuws.
آنها از خبر خوشحال بودن
290
Zingen
آواز خواندن
zingen
• zong / zongen
• heb gezongen
• hebben
• Ik zing graag onder de douche.
من دوست دارم زير دوش آواز بخوانم. •
• Zij zong een mooi lied.
او يك آهنك زيبا خواند. .
• Hij heeft in een koor gezongen.
او دريك كروه كر آواز خوانده است.
• Hij zingt elke ochtend onder de douche.
او هر صبح زیر دوش آواز می‌خواند.
• Heb je dat nieuwe liedje gehoord dat ze heeft gezongen?
آیا آن آهنگ جدیدی که او خوانده است را شنیده‌ای؟
• We zongen samen rond het kampvuur.
ما دور آتش اردوگاه با هم آواز می‌خواندیم
291
Zinken
غرق شدن
• zinken
• zonk / zonken
• ben gezonken
• zijn
• Het schip zonk naar de bodem van de zee.
كشتى به ته دريا غرق شد. .
• De temperatur is gedaald tot onder nul.
دما به زير صفر رسيد. .
• Hij is in de schulden gezonken.
او در بدهى غرق شده است.
• De boot zinkt langzaam in het water.
قایق به آرامی در آب غرق می‌شود.
• Het schip is tijdens de storm gezonken.
کشتی در طول طوفان غرق شده است.
• Ze zonken diep in gedachten.
آنها در افکار خود عمیق فرو رفت
292
Zitten
نشستن
zitten
• zat / zaten
• heb gezeten
• hebben
• Ik zit op de bank.
من روى نيمكت نشستهام. .
• Zi zat aan tafel te lezen.
او پشت ميز نشسته بود وكتاب مى خواند. •
• Hij heeft de hele dag achter de computer gezeten.
او تمام روز پشت كامپيوتر نشسته بود.
• Ik zit op de bank en lees een boek.
من روی مبل نشستهام و کتاب می‌خوانم.
• Heb je ooit in een vliegtuig gezeten?
آیا تا به حال در هواپیما نشسته‌ای؟
• We zaten urenlang te praten.
ما ساعتها در حال صحبت کردن بودیم
293
Zoeken
جستجو کردن
• zoeken
• zocht / zochten
• heb gezocht
・ hepben
• Ik zoek mijn sleutels.
من دنبال كليدهايم مى كردم. •
• Zi zocht naar een baan.
او دنبال كارمى كشت. .
• Hij heeft de hele stad afgezocht.
او تمام شهر را جستجو كرد.
• Ik zoek mijn bril; heb je hem gezien?
من دنبال عینکم می‌گردم؛ آیا آن را دیده‌ای؟
• Ze heeft overal naar haar kat gezocht.
او همه جا دنبال گربه‌اش گشته است.
• We zochten naar een oplossing voor het probleem.
ما به دنبال راه‌حلی برای مشکل بودیم
294
Zuigen
مکیدن
• zuigen
• zoog / zogen
• heb gezogen
• hebben
• De baby zoog aan de fles.
بجه از شيشه شير مى مكيد. •
• De stofzuiger zoog het vuil op.
جاروبرقى كرد و غبار را مكيد. .
• Zij heeft op haar duim gezogen.
او انكشت شستش رامى مكيد.
• De baby zuigt op zijn duim.
نوزاد شست خود را می‌مکد.
• Heb je ooit honing direct uit de honingraat gezogen?
آیا تا به حال عسل را مستقیماً از کندو مکیده‌ای؟
• Ze zogen het sap uit de sinaasappel.
آنها آب پرتقال را مکیدند
295
Zullen
فعل کمکی برای ساخت زمان آینده(خواهند، باید)
• zullen
• zou / zouden
• heb gezuld (كمتر استفاده مى شود)
• hebben
• Ik zal je helpen.
من به توكمك خواهم كرد. .
• Zi zouden naar de film gaan.
آنها قرار بود به سينما بروند. •
• Hij zal er spijt van hebben.
او از اين كار يشيمان خواهد شد.
• Ik zal morgen naar de markt gaan.
من فردا به بازار خواهم رفت.
• Zullen we samen lunchen?
آیا با هم ناهار بخوریم؟
• Hij zou graag meer tijd hebben.
او دوست داشت زمان بیشتری داشته باشد
296
Zwemmen
شنا کردن
• zwemmen
• zwom / zwommen
• heb gezwommen
• hebben
• Ik zwem graag in de zee.
من دوست دارم در دريا شنا كنم. •
• Zij zwom naar de overkant.
او به آن طرف شنا كرد. .
• Hij heeft een uur gezwommen.
او يك ساعت شنا كرد.
• We zwemmen elke zaterdag in het zwembad.
ما هر شنبه در استخر شنا می‌کنیم.
• Heb je ooit in de oceaan gezwommen?
آیا تا به حال در اقیانوس شنا کرده‌ای؟
• Ze zwommen naar de overkant van het meer.
آنها به سمت دیگر دریاچه شنا کرد
297
Zwijgen
سکوت کردن
• zwijgen
• zweeg / zwegen
• heb gezwegen
• hebben
• Hij zweeg over wat hij had gezien.
او در مورد آنجه ديده بود سكوت كرد. .
• Zij zweeg toen de politie haar vragen stelde.
وقتى پليس از او سوال پرسيد، او سكوت كرد. •
• Hij heeft de hele tijd gezwegen.
او تمام مدت سكوت كرده است.
• Tijdens de vergadering zweeg hij over het incident.
در طول جلسه او دربارهٔ حادثه سکوت کرد.
• Waarom heb je hierover gezwegen?
چرا در این باره سکوت کرده‌ای؟
• Ze zwegen toen ze het nieuws hoorden.
آنها وقتی خبر را شنیدند، سکوت کردند
. Tijdens de les zwijgen de cursisten
در حین درس دانشجوها سکوت می کنند
298
Aandoen
پوشیدن ، روشن کردن
• aandoen
• deed aan / deden aan
• heb aangedaan
• hebben
مثال ها:
• Ik doe mijn jas aan.
من كتم را مى يوشم. •
• Zi deed het licht aan.
او جراغ را روشن كرد. .
• Heb je de kachel al aangedaan?
آيا بخارى را روشن كردهاى؟
• Zij doet haar jas aan.
• او کت خود را می‌پوشد.
• Kun je het licht aandoen?
• می‌توانی چراغ را روشن کنی؟
299
Aankomen
رسیدن، وزن اضافه کردن
• aankomen
• kwam aan / kwamen aan
• ben aangekomen
• zijn
مثال ها:
• De trein komt over een uur aan.
قطار تا يك ساعت ديكر مى رسد. .
• Ik ben een paar kilo aangekomen.
من جند كيلو وزن اضافه كردهام. •
• Zij zijn gisteren aangekomen.
آنها ديروز رسيدند.
• De trein komt om 10 uur aan.
• قطار ساعت ۱۰ می‌رسد.
• Hij is aangekomen op het station.
• او به ایستگاه رسیده است.
300
Aannemen
پذیرفتن، استخدام کردن
• aannemen
• nam aan / namen aan
• heb aangenomen
• hebben
مثال ها:
• De directeur nam mijn sollicitatie aan.
مدير درخواست استخدام من را پذيرفت. •
• Zij namen een nieuwe medewerker aan.
آنها يك كارمند جديد استخدام كردند. •
• Heb je het cadeau aangenomen?
آيا هديه را پذيرفتى؟
• Zij heeft de baan aangenomen.
• او شغل را پذیرفته است.
• Ik neem aan dat je gelijk hebt.
• من فرض می‌کنم که حق با توست
301
Aantrekken
پوشیدن، جذب کردن
aantrekken
• trok aan / trokken aan
• heb aangetrokken
• hebben
مثال ها:
• Ik trek mijn schoenen aan.
من كفش هايم را مى يوشم. •
• Zij trok de aandacht van de menigte aan.
او توجه جمعيت را به خود جلب كرد. .
• Heb je een jas aangetrokken?
آيا كت پوشيده اى؟
• Hij trekt zijn schoenen aan.
• او کفش‌هایش را می‌پوشد.
• Dit shirt trekt veel aandacht.
• این پیراهن توجه زیادی را جلب می‌کند
302
Achterlaten
بر جای گذاشتن، ترک کردن
achterlaten
• liet achter / lieten achter
• heb achtergelaten
• hebben
مثال ها:
• Hij liet zijn sleutels achter in de auto.
او كليدهايش را در ماشين جا كذاشت. .
• Zij lieten hun kinderen achter bij hun grootouders.
آنها فرزندانشان را نزد پدربزرك و مادربزركشان كذاشتند. •
• De dieven hebben een puinhoop achtergelaten.
دزدان يك آشوب به جا كذاشتهاند.
• Zij laat haar tas achter op de stoel.
• او کیفش را روی صندلی بر جای می‌گذارد.
• Hij heeft zijn vrienden achtergelaten.
• او دوستانش را ترک کرده است
303
Afsluiten
بستن، خاتمه دادن
• afsluiten
• sloot af / sloten af
• heb afgesloten
• hebben
مثال ها:
• Wil je de deur afsluiten?
مى خواهى دررا ببندى؟ .
• Zij sloten een contract af.
آنها قراردادى بستند. •
• De bank heeft mijn rekening afgesloten.
بانك حساب من را مسدود كرده است.
• Zij sluit de deur af.
• او در را می‌بندد.
• We sluiten de vergadering af.
• ما جلسه را خاتمه می‌دهیم
304
Afspreken
توافق کردن، قرار گذاشتن
• afspreken
• sprak af / spraken af
• heb afgesproken
・ hepben
مثال ها:
• We hebben afgesproken om elkaar morgen te ontmoeten.
ما قرار كذاشته ايم كه فردا همديكر را ملاقات كنيم. •
• Zij spraken af om samen te gaan studeren.
آنها قرار كذاشتند كه با هم درس بخوانند. .
• Hebben jullie al een tijd afgesproken?
آيا شما قبلاً زمانى را تعيين كرده ايد؟
• We hebben afgesproken om elkaar om 3 uur te ontmoeten.
• ما توافق کردیم که ساعت ۳ همدیگر را ملاقات کنیم.
• Heb je met haar afgesproken voor vanavond?
• آیا با او برای امشب قرار گذاشتی؟
305
Aangeven
اعلام کردن، نشان دادن،تحویل دادن
• aangeven
• gaf aan / gaven aan
• heb aangegeven
• hebben
مثال ها:
• Hij gaf aan dat hij niet kon komen.
او اعلام كرد كه نمى تواند بيايد. •
• Zij gaf de dief aan bij de politie.
او دزد را به پليس تحويل داد. •
• Heb je de formulieren al aangegeven?
آيا فرمها را قبلاً تحويل داده ايد؟
• Kun je me de weg aangeven?
• می‌توانی مسیر را به من نشان دهی؟
• Hij gaf aan dat hij morgen niet aanwezig zal zijn.
• او اعلام کرد که فردا حضور نخواهد داشت
306
Afsnijden
بریدن، قطع کردن
• ik snijd af (من می‌بُرم)
• jij snijdt af (تو می‌بُری)
• hij/zij/het snijdt af (او می‌بُرد)
• wij/jullie/zij snijden af (ما/شما/آنها می‌بُریم)
• گذشته ساده:
• ik sneed af (من بُریدم)
• jij sneed af (تو بُریدی)
• hij/zij/het sneed af (او بُرید)
• wij/jullie/zij sneden af (ما/شما/آنها بُریدیم)
• اسم مفعول:
• afgesneden (بُریده
• hebben
• Ik snijd een stuk brood af.
من يك تكه نان مى برم. •
• Zij snijdt de bloem af.
او كل را مى برد. .
• Hij heeft het touw afgesneden.
اوطناب را بريده است. ،
• De kok sneed het vlees in dunne plakjes af.
سرآشيز كوشت را به قطعات نازك بريد. .
• Zij knipte een stuk stof af om er een jurk van te maken.
او تكهاى پارجه را بريد تا از آن يك لباس بدوزد. •
• De tuinman heeft de takken van de boom afgesneden.
باغبان شاخه هاى درخت را بريد.
• Ik heb een hoek van het papier afgesneden.
من يك كوشه از كاغذ را بريدم. .
• Zij snijdt de korst van het brood af.
او پوست نان را مى برد. .
• Hij heeft zijn haar laten afsnijden.
او موهايش را كوتاه كرد. .
• De politie heeft de straat afgesneden.
بليس خيابان را مسدود كرد. .
• Zij snijdt de groenten in kleine stukjes af.
او سبزيجات را به قطعات كوجك مى برد. •
• Hij heeft de stekker van het apparaat afgesneden.
او دوشاخه دستكاه را بريد.
• De chirurg heeft een stuk weefsel afgesneden.
جراح تكهاى از بافت را بريد.
• Hij snijdt de groenten af.
• او سبزیجات را می‌بُرد.
• Zij heeft het gesprek afgekapt.
• او مکالمه را قطع کرده است
307
Afwijken
انحراف داشتن، متفاوت بودن
• ik wijk af (من انحراف دارم)
• jij wijkt af (تو انحراف داری)
• hij/zij/het wijkt af (او انحراف دارد)
• wij/jullie/zij wijken af (ما/شما/آنها انحراف داریم)
• گذشته ساده:
• ik week af (من انحراف داشتم)
• jij week af (تو انحراف داشتی)
• hij/zij/het week af (او انحراف داشت)
• wij/jullie/zij weken af (ما/شما/آنها انحراف داشتیم)
• اسم مفعول:
• afgeweken (انحراف داشته
• zijn (بودن)
• De route week af van de kaart.
مسير از نقشه منحرف شد. .
• Zijn mening week af van die van de anderen.
نظر او با ديكران متفاوت بود. .
• De resultaten zijn afgeweken van de verwachtingen.
نتايج از انتظارات منحرف شدهاند. •
• De temperatuur week af van het gemiddelde.
دما از ميانكين منحرف شد.
• Zijn gedrag week af van wat normaal was.
رفتار او از آنجه طبيعى بود متفاوت بود. •
• De resultaten weken af van de verwachtingen van de onderzoekers.
نتايج از انتظارات محققان منحرف شد. •
• De trein week af van het schema.
قطار از برنامه زمانى منحرف شد. •
• Haar verhaal week af van de verklaringen van de getuigen.
داستان او با اظهارات شاهدان متفاوت بود. •
• De prijzen weken af van de prijzen in de winkel.
قيمتها با قيمت هاى فروشكاه متفاوت بود. •
• Zijn stijl van schrijven week af van de traditionele stijl.
سبك نوشتارى او با سبك سنتى متفاوت بود. •
• De meningen van de politici weken af over deze kwestie.
نظرات سياستمداران در مورد اين موضوع متفاوت بود. •
• De kleur van de verf week af van de kleur op de foto.
رنك رنك با رنك روى عكس متفاوت بود.
• De resultaten wijken af van de verwachtingen.
• نتایج از انتظارات متفاوت است.
• Hij wijkt af van het standaardprotocol.
• او از پروتکل استاندارد انحراف دارد
308
Bekijken
مشاهده کردن
• bekijken
• bekeek / bekeken
• heb bekeken
• hebben
• Ik bekijk de foto's.
من عكس ها را مشاهده مى كنم
• Zij bekeek de film.
او فيلم را تماشا كرد
• Heb je het museum al bekeken?
آيا موزه را از قبل بازديد كرده اى؟
309
Bekennen
اعتراف کردن
bekennen
• bekende / bekenden
• heb bekend
• hebben
مثال ها:
• Hij bekende zijn misdaad.
او به جرم خود اعتراف كرد
• Zij bekende dat ze het had gedaan. (او اعتراف كرد كه اين كاررا كرده است
• Hij heeft alles bekend.
او همه جيز را اعتراف كرده است
310
Beklimmen
بالا رفتن
・ beklimmen
• beklom / beklommen
• heb beklommen
• hebben
مثال ها:
• Zij beklimmen de berg.
آنها از كوه بالا مى روند
• Hij beklom de trap.
او از يلهها بالا رفت
• Ze hebben de Eiffeltoren beklommen.
آنها از برج ايفل بالا رفته اند
311
Beschrijven
توصیف کردن
• beschrijven
• beschreef / beschreven
• heb beschreven
• hebben
مثال ها:
• Ik beschrijf het landschap.
من منظره را توصيف مى كنم
• Zij beschreef de gebeurtenis.
او واقعه را توصيف كرد
• Hij heeft zijn ervaringen beschreven.
او تجربيات خود را توصيف كرده است
312
Bespreken
بحث کردن
• bespreken
• besprak / bespraken
• heb besproken
・ hebben
مثالها:
• We bespreken het probleem.
ما در مورد مشكل بحث مى كنيم
• Zij bespraken de mogelijkheden.
آنها درباره احتمالات بحث كردند
• Ze hebben de kwestie al besproken.
آنها قبلاَ درباره موضوع بحث كرده اند
313
Bestaan
وجود داشتن
・ bestaan
• bestond / bestonden
• heb bestaan
• hebben
مثال ها:
• God bestaat.
خدا وجود دارد
• Zij bestonden niet meer.
آنها ديكر وجود نداشتند
• Het bedrijf heeft al 100 jaar bestaan.
اين شركت 100 سال است كه وجود دارد
314
Bestellen
سفارش دادن
• bestellen
• bestelde / bestelden
• heb besteld
• hebben
مثال ها:
• Ik bestel een pizza.
من يك پيتزا سفارش مى دهم.)
• Zij bestelde een boek online.
او يك كتاب را به صورت آنلاين سفارش داد
• Heb je de tickets al besteld؟
آیا بلیط ها را از قبل سفارش داده ای؟)
315
Betreffen
مربوط بودن
・ betreffen
• betrof / betroffen
• heb betroffen
• hebben
مثال ها:
• Dit betreft mij niet.
اين به من مربوط نيست.)
• De maatregelen betroffen de hele bevolking.
اين اقدامات كل جمعيت را تحت تأثير قرار داد(مربوط است)
316
Blinken
درخشیدن
• blinken
• blonk / blonken
• heb geblonken
• hebben
• De sterren blinken aan de hemel.
ستاركان در آسمان مى درخشند. •
• Zin ogen blonken van vreugde.
جشمانش از شادى مى درخشيد. •
• Het zilver heeft geblonken.
نقره درخشيده است. .
• De zon blonk op het water.
خورشيد روى آب مى درخشيد. •
• Haar haar blonk in de zon.
موهايش در آفتاب مى درخشيد. •
• zijn tanden blonken wit.
دندان هايش سفيد مى درخشيد. •
• De juwelen blonken in de etalage.
جواهرات در ويترين مغازه مى درخشيدند. •
• Zij blonk uit in haar werk.
او در كارش مى درخشيد. •
• Hij blonk van gezondheid.
او از سلامتى مى درخشيد. •
• De tranen blonken in haar ogen.
اشكها در جشمانش مى درخشيدند.
317
Braden
سرخ کردن
braden
• braadde / braadden
• heb gebraden
• hebben
مثال ها:
• Ik braad een stuk vlees.
من يك تكه كوشت را سرخ مى كنم.
• Zij braadde de aardappelen in de oven.
او سيب زمينى ها را در فر سرخ كرد.
• Hij heeft de kip gebraden.
او مرغ را سرخ كرده است.
• De geur van het braden maakte me hongerig.
بوى سرخ كردن من را كرسنه كرد.
• Zij braadde de vis in boter.
او ماهى را در كره سرخ كرد.
• Hij braadde de groenten op de grill.
او سبزيجات را روى كريل سرخ كرد.
• De chef-kok braadde het vlees tot in de perfectie.
سرآشيز كوشت را به حد كمال سرخ كرد.
• Zij braadde de pannenkoeken in de koekenpan.
او ينكيكها را در تابه سرخ كرد.
• Hij braadde de worstjes op het vuur.
او سوسيس ها را روى آتش سرخ كرد. .
• De gebraden kip was heerlijk.
مرغ سرخ شده خوشمزه بود.
318
319
Dringen
فشار آوردن
dringen
• drong / drongen
• heb gedrongen
• hebben
• De menigte drong naar voren.
جمعيت به جلو فشار آورد. •
• Hij drong aan op een antwoord.
او بر ياسخ اصرار داشت. •
• Zij hebben de deur open gedrongen.
آنها دررا باز كردند. .
