Oefentoets Thema 5 - Thorax Flashcards
Visceraal mesoderm, parietaal mesoderm en endoderm
Oesophagus, aorta, nervus vagus en vena cava caudalis
Tijdens de embryonale ontwikkeling worden er pleurale holten en een pericard (hartzakje) gevormd in de thorax. Beschrijf zo specifiek mogelijk hoe deze structuren tot stand komen.
Uit de oerdarm ontstaan longknoppen. Vanaf de laterale lichaamswand groeien pleuropericardiale plooien in, die mediaal fuseren met elkaar en met het mediastinum. Hierdoor ontstaan twee pleurale holten en een pericardholte, beiden bekleed met een parietaal blad. De longen groeien in alle richtingen uit in de pleurale holten, en groeien om de pericardiale holte heen, waardoor het pericard ontstaat.
Uit welke lagen bestaat het pericard uiteindelijk?
Het pericard bestaat uit de parietale bekleding van de pleurale holten (pleura parietalis), een bindweefsellaag (pericardium fibrosum) en de parietale bekeding van de pericardiale holte (lamina parietalis).