E-module Bindweefsel en Bloed Flashcards
Geef de tunica mucosa, de tunica submucosa, en de tunica muscularis aan
Zwart = tunica mucosa
Rood = tunica submucosa
Groen = tunica muscularis
Zwart geeft de tunica mucosa aan. Wat geven geel en blauw aan?
Blauw = lamina epithelialis
Geel = lamina propria
Geef in dit plaatje de basaalmembraan, het bindweefsel en een fibroblast aan
Zwarte pijl = basaalmembraan
Rode haakje = los bindweefsel van de lamina propria
Groene pijl = fibroblast
Je kijkt naar de tunica mucosa (links) en de tunica submucosa (rechts). Wat geven de pijltjes aan?
Geel = nucleus van een fibroblast
Rood = collageen vezels
Noem de twee lagen van de basaalmembraan. Welke cellen produceren deze lagen?
Het bestaat uit de lamina basalis (geproduceerd door de epitheelcellen), en de lamina reticularis (geproduceerd door de bindweefselcellen).
Wat wordt hier aangewezen?
Het epitendineum
Wat wordt hier aangewezen?
Het peritendineum
Geef in dit plaatje een bundel collageenvezels, een cellichaam van een fibrocyt, en extracellulaire matrix (collageen vezels) aan
Rode haakje = bundel collageenvezels
Gele pijl = extracellulaire matrix (collageen vezels)
Blauwe pijl = cellichaam van een fibrocyt
Hoe worden fibrocyten voorzien van voedingsstoffen en zuurstof?
De cellen worden onderhouden door diffusie; er zijn bloedvaten aanwezig in het peritendineum.
Je kijkt hier naar het mesenterium. Wat wijst de rode pijl aan?
Rode bloedcellen
Beschrijf de morfologie van de collageenvezels van dit mesenterium. Wat is de functie van deze vezels in het mesenterium?
Collageenvezels zien er uit als golven.
Deze vezels kunnen veel kracht weerstaan, en als ze eenmaal uitgestrekt zijn functioneren ze als trekbegrenzer.
Je kijkt nu naar het mesenterium, waarbij je de elastische vezels goed kunt zien. Beschrijf de morfologie van de elastische vezels. Wat is hun functie in het mesenterium?
Elastische vezels kun je zien als losse individuele vezels; ze zijn heel dun en vormen een netwerk. Deze vezels staan uitrekking toe, maar zullen hun natuurlijke positie terug aannemen als ze uitrekking ophoudt.
Wat wordt hier aangewezen?
Rode haakje = tunica mucosa
Blauwe haakje = tunica submucosa
Zwarte haakje = tunica muscularis
Groene haakje = lamina muscularis longitudinalis
Blauwe pijl = los bindweefsel
Groene pijl = tunica serosa
Wat zie je hier?
Een adipocyt (vetcel)
Geef een aantal mastcellen aan
Wat is de functie van mastcellen en waarom zitten ze in de longen?
Mastcellen bemiddelen bij ontstekingsreacties. In de longen komen deeltjes uit de omgeving het lichaam binnen; de aanwezigheid van mastcellen garandeert een eerste reactie
Wat geven de pijlen aan?
Rood = nucleus van een pericyt
Groen = nucleus van een endotheel cel
Wat geven de groene en rode pijlen aan?
De groene pijlen zijn nuclei van endotheelcellen, en de rode pijlen zijn nuclei van pericyten
Pericyten zijn ongedifferentieerde mesenchym cellen. Wat zegt dat over hun ontwikkelingspotentieel?
Pericyten kunnen zich van het capillair verwijderen en veranderen in andere celtypes, vooral gladde spiervezels en fibroblasten.
Wat voor cellen worden hier aangegeven?
Plasma cellen
Wat zie je hier?
Een macrofaag
Welk type cel zie je hier?
Dit zijn T-lymfocyten
Wat wordt hier aangegeven?
Rood = neutrofiele granulocyt
Groen = lymfocyt
Zwart = monocyt
Blauw = erytrocyten
Groen is een lymfocyt en rood een neutrofiele granulocyt. Beschrijf de vorm van de nucleus van een lymfocyt en van een neutrofiele granulocyt
Een lymfocyt heeft een grote ovale nucleus, en een neutrofiele granulocyte heeft een gesegmenteerde nucleus.