Oefentoets Thema 4 - Histologie Flashcards

1
Q
A

Spongieus bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A

B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
A

C, F en G

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A

C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem 2 morfologische kenmerken van kraakbeen

A

Kraakbeen bevat isogene celgroepen en er zijn geen bloedvaten aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt desmale botvorming?

A

Bij desmale botvorming wordt bot direct gevormd uit mesenchym. Mesenchym cellen differentiëren tot osteoblasten en deze gaan bot matrix vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt enchondrale botvorming?

A

Bij enchondrale botvorming wordt eerst een kraakbeen matrijs gevormd en deze wordt vervangen door bot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly