Oefentoets Thema 2 - Vroegontwikkeling Flashcards

1
Q

Sommige externe factoren (bijv. bepaalde stoffen of ziekteverwekkers) kunnen schadelijk zijn voor de vrucht tijdens de dracht. Wat zijn de meest waarschijnlijke gevolgen die kunnen optreden wanneer een merrie die 4 maanden drachtig is in contact komt met schadelijke invloeden?

A

B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er tijdens de gastrulatie?

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk nummer geeft de cellaag aan, die tijdens de gastrulatie verdrongen wordt door het endoderm?

A

4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Krokodillen leggen, net als vogels, eieren. Wat verwacht je dus van de klievingsdelingen van een zygote van een krokodil?

A

B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar of niet waar; Een tubulo-acinaire klier is een endocriene klier

A

Niet waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Talg klieren zijn holocriene klieren. Hoe geven ze dan hun secreet af?

A

C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly