Multiple sclerose Flashcards

1
Q

Wat is MS?

A

MS is een demyeliniserende auto-immuun aandoening van het CZS die in de meeste gevallen aanvankelijk wordt gekenmerkt door wisselende, tijdelijke neurologische uitval op verschillende plaatsen.

In een later stadium is er een progressiever beloop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de epidemiologie van MS?

A

Prevalentie van ca. 0.1%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn oorzaken van MS?

A
  1. inflammatie
  2. demyelinisatie
  3. axonale degeneratie
  4. meest waarschijnlijke oorzaak is een auto-immuunaandoening met geactiveerde lymfocyten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn risicofactoren van MS?

A
  1. leeftijd: 20-40 jaar
  2. man-vrouw verhouding is 1-2 : 3
  3. positieve familieanamnese
  4. roken
  5. auto-immuunaandoeningen (epsteinn en pfeiffer)
  6. vitamine D (marrokaans/turks).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn anamnestische klachten van MS?

A
  1. afhankelijk van plaats van demyelinisatie, subacuut begin, soms geleidelijk ontstaan
  2. vermoeid (zeer vaak voorkomend)
  3. pijn door spasticiteit etc.
  4. gevoel van op watten lopen
  5. tintelingen, dubbelzien, pijnlijke oogbewegingen, slecht zien, krachtsverlies,
  6. mictiestoornissen, erectiestoornissen,
  7. depressie (1/3 eerste 5 jaar; progressiever beloop 2/3),
  8. cognitieve verschijnselen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kunnen MS klachten uitgelokt worden?

A

Ja, triggers zijn: hitte (koorts, lichamelijke inspanning, sauna).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ziet de typische patiënt met MS eruit?

A

de typische patiënt met MS is een jonge vrouw die zich presenteert met subacuut ontstane, voorbijgaande neurologische uitvalsverschijnselen, waarbij maanden tot jaren later nieuwe of recidiverende uitvalsverschijnselen optreden, met witte stofafwijkingen op de MRI.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voor LO bevindingen passen bij MS?

A
  1. Sensibiliteit: uitval gnostische sensibiliteit komt vaker voor dan uitval vitale sensibiliteit
  2. symptoom van LHermite (40%); elektrische sensatie langs de rug en extremiteiten.
  3. Motoriek: parese (krachtsverlies)
  4. Reflexen: verminderde buikhuidreflexen
  5. Coördinatie: ataxie en dysartrie
  6. Visusstoornissen: neuritis optica; dubbelzien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is aanvullend onderzoek bij MS?

A
  1. McDonald criteria: dissociatie van de symptomen in tijd en plaats (onderscheid maken tussen actieve en niet-actieve laesies door spreiding in plaats en tijd vast te stellen; liquor onderzoek wanneer twee niet-actieve laesies).
  2. MRI-cerebrum: aantonen van witte stof afscheidingen overeenkomstig met uitvalverschijnselen. Signaalrijke afwijkingen op T2-gewogen opname. Black holes op T1-gewogen opname. Specifieke MS-locaties: periventriculair, infratentorieel, juxtacorticaal en spinaal.

3, Liquor: aantal cellen verhoogd, lymfocyten verhoogd, plasmacellen verhoogd, IgG index verhoogd, oligoclonale bandjes in liquor en niet in bloed.

  1. Expanded disability status scale: beperkingen bij MS kwantificeren en vervolgen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is MS te behandelen?

A
  1. Helaas geen genezende therapie
  2. Algemeen behandeling is symptoombestrijding
  3. Medicamenteus: beïnvloedden beloop met immunomodulerende middelen en behandelen excerbaties (schub): methyprednison i.v.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke belangrijke vormen van MS zijn er?

A
  1. relapsing-remitting; meest voorkomend (ca. 80-85%), klachten verlopen in een golfbeweging, periodes van aanvallen (relapsing) wisselen af met die van herstel (remitting).

2/3e uiteindelijk secundair progressieve MS.

  1. secundair progressieve MS (ca. 30%), na 10 jaar nieuwe MS-fase, bijna geen aanvallen meer maar wel progressieve achteruitgang. Tussentijds geen herstel meer.
  2. primair progressieve MS; minst voorkomend (ca. 10-15%), ruggenmerg aangetast en direct vanaf begin achteruitgang. Kenmerkend: geen aanvallen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn andere vormen van MS?

A
  1. radiologically isolated MS; zeldzaam beeld waarbij geen MS symptomen maar wel soortgelijke MS-laesies op MRI, meeste mensen geneigd binnen 10 jaar MS te ontwikkelen.
  2. clinically isolated syndrome (CIS); eerste episode van neurologische symptomen die minimaal 24 uur duren en veroorzaakt wordt door inflammatie of demyelinisatie. Hoeven niet per sé MS te ontwikkelen (afhankelijk van aanwezigheid MRI laesies).
  3. progressive relapsing; steady progressief met af en toe periodes van aanvallen; zou nu primair progressief genoemd worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de pathogenese van MS?

A

De progressieve ziekte wordt onder andere gekenmerkt door demyelinisatie en ontstekingen van het zenuwweefsel, wat gepaard gaat met verschillende neurologische klachten afhankelijk van de locatie van de laesies. Drie componenten:

  1. demyelinisatie (door afweersysteem wat myeline-cellen aanvalt; ontstekingen)
  2. remyelinisatie
  3. littekenvorming

Remyelinisatie gebeurt in veel MS laesies maar is op een gegeven moment ontoereikend/incompleet waardoor het niet meer kan compenseren.

Onderzoekers denken dat het immuunsysteem gevoeliger is, te snelle en heftige reactie. Multiple sclerose betekent letterlijk meerdere littekens (harde plekjes die ontstaan in de hersenen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is in MS vaak aangedaan en waarom?

A

De bloedbrein barriére is vaak aangetast in MS zodat immuuncellen beter bij de zenuwen in de hersenen kunnen komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is neuritis optica? en wat is de epidemiologie?

A

Een ontsteking van de n. opticus;

subacute visus verminderd, unilateraal (ontstaat in enkele dagen), kleuren zien verlaagd (met name rood), pijn bij oogbewegingen gaat vaal vooraf aan visus verlaging.

Incidentie > 50 jaar 0.003-0.015% per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verband met n. opticus en MS?

A

MS kan de oorzaak zijn van de ontsteking, daarom verwijzen naar neuroloog i.v.m. kans op MS in de toekomst.

17
Q

Wat is de kans op MS na het doormaken van een eerste neuritis optica?

A

Ongeveer 30% binnen 5 jaar tijd en 50-60% na 15 jaar.

Het risico op MS bij patiënten die een neuritis optica hebben doorgemaakt, is echter afhankelijk van de bevindingen op een MRI scan van de hersenen.