Belangrijkste dermatomen, bijhorende klachten en de WHO pijnladder Flashcards

1
Q

Wat zijn de belangrijkste dermatomen om te kennen?

A

C6, C7, C8, L4, L5 en S1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar loopt C6 en wat zijn kenmerkende klachten?

A

Over de m. deltoideus, laterale boven- en onderarm naar de duim. Bijhorende klachten zijn pijn/paresthesieën in de laterale onderarm; een parese van de m. biceps brachii (flexie elleboog), extensoren van de pols (extensie pols) en een verlaagde BPR reflex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar loopt C7 en wat zijn kenmerkende klachten?

A

Onder C6; bijhorende klachten zijn pijn/paresthesieën in de anterieure onderarm, een parese van de m. triceps brachii (extensie elleboog), extensoren vingers (stekken vingers) en een verlaagde TPR reflex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar loopt C8 en wat zijn bijbehorende klachten?

A

Onder C8 valt de onderkant van de arm vanaf de oksel. Bijhorende klachten zijn pijn/paresthesieën in de mediale onderarm, een parese van de m. triceps brachii (extensie elleboog, weinig voorkomend) , flexoren vingers (flexie vingers) en een verlaagde TPR reflex (weinig voorkomend).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar loopt L4 en wat zijn kenmerkende klachten?

A

Lateraal bovenbeen over de knie naar mediaal voet; pijn/paresthesieën in de knie en mediale onderbeen, parese van de m. vastus medialis (extensie knie, onderdeel quadriceps); verlaagde KPR reflex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar loopt L5 en wat zijn kenmerkende klachten?

A

Laterale zijde boven- en onderbeen naar rugzijde voet en grote teen; pijn/paresthesieën in de laterale zijde van het bovenbeen, knie en onderbeen, mediale zijde voet, grote teen; parese van de m. tibialis anterior (dorsaalflexie voet), m. extensor halluci (inversie/eversie voet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar loopt S1 en wat zijn kenmerkende klachten?

A

Dorsale zijde boven- en onderbeen over de plantaire zijde van de voet en de kleine teen; pijn/paresthesieën in de dorsale bovenbeen, laterale onderbeen, laterale voetzijde, kleine teen; parese van de flexoren voet en tenen (plantairflexie); APR reflex verlaagd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de WHO pijnladder?

A

Stappenschema om wereldwijd een handvat te bieden voor de aanpak van pijn bij patiënten (met kanker).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de stappen van de pijnladder?

A
  1. Gebruik van niet-opioïd (paracetamol) al dan niet in combinatie met een niet-steroïdaal anti-inflammatoir middel (NSAID) zoals ibuprofen/diclofenac.
  2. Zwakwerkende opioïden zoals codeïne of tramadol. Hebben vaak geen meerwaarde als tussenstap omdat ze dezelfde bijwerkingen hebben als sterkwerkende opioïden en meestal vaker per dag moet worden toegediend.
  3. Sterkwerkend opioïd zoals fentanyl, morfine, buprenorfine, oxycodon, hydromorfon, methadon of tapentadol.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly