Motorische ontwikkeling Flashcards

1
Q

Welke ontwikkelingsmijlpalen zijn er?

A

Er zijn vier gebieden van ontwikkelingsvaardigheden te onderscheiden. Er is veel variatie in ontwikkelingspatronen en ontwikkelingssnelheid tussen kinderen, maar normaal volgt de verwerving het volgende patroon:

  1. grove motoriek
  2. fijne motoriek
  3. gehoor, spraak en taal
  4. sociale, emotionele en gedragsmatige ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de ontwikkelingsmijlpalen van de grove motoriek?

A
  1. Ligt met ledematen symmetrisch in flexie en laat hoofd hangen wanneer omhooggetrokken wordt aan de armpjes
  2. in buikligging hoofd optillen tot 45 graden
  3. ontbreken van “head lag” (achterblijvend hoofd)
  4. Omrollen
  5. zelfstandig zitten
  6. kruipen
  7. “cruisen”: langs meubels lopen
  8. losse, nog instabiele en wijdbeense gang
  9. stabiel looppatroon

Gedurende neonaat (1.) - 15 maand (9.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de ontwikkelingsmijlpalen van de fijne motoriek (en visus)?

A
  1. volgt object of gezicht door hoofd mee te bewegen
  2. grijpt naar speelgoed
  3. palmaire greep
  4. speelgoed overpakken van ene in andere hand
  5. pincetgreep
  6. tekent lijnen en/of onherkenbare figuurtjes
  7. bouwt een toren van 6 of meer blokken (vanaf 2 jaar)
  8. tekent herkenbare vormen

Gedurende 6 weken (1.) - vanaf 4 jaar (8.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het van wiechenschema?

A

Het Van Wiechenonderzoek is een hulpmiddel om op systematische wijze de ontwikkeling van baby’s, peuters en kleuters in kaart te brengen.

Het doel van het Van Wiechenonderzoek is om bij elk kind tijdens de eerste vier levensjaren het tempo en de kwaliteit van de psychomotorische en neurologische ontwikkeling te volgen, ontwikkelingsstoornissen vroegtijdig op te sporen en eventuele verwijzingen te ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt het van wiechenschema?

A

Het Van Wiechenonderzoek wordt uitgevoerd bij alle kinderen in Nederland tussen 0 en 4½ jaar oud die het consultatiebureau bezoeken.

Het Van Wiechenonderzoek bevat in totaal 75 items, gericht op de fijne en grove motoriek, adaptatie, persoonlijkheid, sociaal gedrag en communicatie. De versie voor 0-15 maanden bevat 38 items en de versie voor 15-54 maanden bevat 43 items. Er is enkele overlap tussen de twee versies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn primitieve reflexen?

A

Reflexen die aanwezig zijn bij geboorte maar langzaam aan verdwijnen. Wel kunnen deze reflexen terugkomen bij ouderdom, alzheimer of demyelinisatie ziektes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn primitieve reflexen?

A

Reflexen die aanwezig zijn bij geboorte maar langzaam aan verdwijnen. Wel kunnen deze reflexen terugkomen bij ouderdom, alzheimer of demyelinisatie ziektes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke primitieve reflexen zijn belangrijk om te kennen gedurende het eerste halfjaar?

A
  1. Opstap- en loopreflex; verdwijnt rond 6 weken.

Bij optillen van de baby en plaatsen van de voeten op een ondergrond, plaatst hij reflexmatig het ene beentje voor het andere, alsof hij loopt.

  1. Moro-reflex (schrikreflex); verdwijnt rond 3 maanden.

Reactie op hevige prikkels door strekken armen en benen, C-vorm tussen dig-1 en dig-2 van de handjes (bij het testen laat je het kind gecontroleerd vallen)

  1. Asymmetrische tonische nekreflex; verdwijnt rond 6 maanden.

wanneer de baby naar een kant kijkt, strekken de arm en been zich aan die zijde (aan de andere kant blijven arm en been gebogen), belangrijk voor de ontwikkeling van hand-oogcoördinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke primitieve reflexen zijn belangrijk om te kennen gedurende het tweede halfjaar?

A
  1. Palmaire en plantaire reflex; verdwijnt rond 6-10 maanden.

automatisch vastpakken van bijvoorbeeld een vinger wanneer deze in de palm gelegd wordt, dit gebeurt ook bij de voetjes

  1. Zoek- en zuigreflex; verdwijnt rond 7 maanden

de baby zal reflexmatig de tepel zoeken wanneer de wang wordt aangeraakt, bij het vinden van de tepel begint de baby automatisch te zuigen

  1. Voetzoolreflex (Babinski); verdwijnt rond 12 maanden (daarna pathologisch)

Bij strijken over de voetzool gaan de tenen, vooral de grote teen, in hyperextensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly