MMO 2: Uit eten (dineren in een restaurant) Flashcards
goedenavond
buenas noches
welkom
bienvenido/a
hebben
tener
u hebt
(ustedes) tienen
geluk
suerte
u hebt geluk
(ustedes) tienen suerte
de tafel
la mesa
vrij
libre
de laatste
el último, la última
de laatste vrije tafel
la última mesa libre
altijd
siempre
op zaterdagavond
el sábado por la noche
eten
comer
drinken
beber
iets
algo
wilt u iets drinken?
quieren beber algo?
een biertje
una cerveza
een glas wijn
una copa de vino
een fles wijn
una botella de vino
rood
tinto
wit
blanco
droog
seco/a
een koffie (zonder suiker)
un café solo (sin azúcar)
een koffie met melk
un café con leche
een thee
un té
een citroenthee
un té con limón
een flesje cola
una (botella de) coca-cola
de menukaart
la carta
de vissoep
la sopa de pescado
een slak
un caracol
slakken
caracoles
een runderlapje, kalfslapje
un filete de ternera
een salade
una ensalada
een salade niçoise (bereid zoals in Nice)
una ensalada nizarda
een omelet
una tortilla
een groeteomelet
una tortilla de verduras
rundvlees
carne de ternera
de keus
la elección
aanbevelen
recomendar
de specialiteit
la especialidad
het huis
la casa
de huisspecialiteit
la especialidad de la casa
het gerecht
el plato
het menu van de dag, dagschotel
el menú del día, el plato del día
het hoofdgerecht
el plato principal (el segundo plato)
de hoofdgerechten
los platos principales (los segundos platos)
ander
otro
een ander gerecht
otro plato
heerlijk
delicioso /a
helaas
desgraciadamente
het spijt me
lo siento
het spijt me heel erg
lo siento muchísimo
die gerechten heb ik niet
no tengo esos platos
die gerechten heb ik niet meer
ya no me quedan esos platos
het is erg druk (veel mensen)
está a tope (mucha gente)
beschikbaar, verkrijgbaar
disponible
nemen
tomar
u neemt
(usted) toma
u zult nemen
(usted) tomará
wat jammer! nou ja, pech gehad!
qué pena! qué mala suerte!
vaak
a menudo
de week
la semana
de maand
el mes
zelfs
hasta, incluso
twee keer per week
dos veces por semana
zes keer per week
seis veces por semana
de eerste
el primer, la primera
de eerste keer
la primera vez
vooral
sobre todo
bestellen
pedir
het beste
el mejor, la mejor
het beste restaurant
el mejor restaurante
een erg goede kok
un cocinero muy bueno
weten
saber
u weet
(usted) sabe
het restaurant hiernaast
el restaurante de (aquí) al lado
het restaurant aan de overkant
el restaurante de enfrente
prefereren, verkiezen
preferir
uw lievelingsgerecht
su plato favorito
mijn echtgenoot
mi marido, mi esposo
mijn echtgenote
mi mujer, mi esposa
het toetje
el postre
een ijsje
un helado
het fruit, de vrucht
la fruta
fruit, vruchten
fruta
vanille
la vainilla
de slagroom
la nata
lekkerbek, smulpaap, vreetzak
goloso/a
koken
cocinar
houden, van, leuk vinden, graag doen, dol zijn op
gustar, encantar, volverse loco
van koken houden
gustar cocinar
ook niet
tampoco
mijn vriend ook niet
(a) mi amigo tampoco
eet smakelijk
que aproveche!
zeker weten
estar seguro
ik weet het zeker
estoy seguro/a
weet u het zeker?
está (usted) seguro?
checken, nagaan
mirar de nuevo, comprobar
er zijn zó veel mensen
hay tanta gente
al die mensen
toda esta gente
waarom
por qué
gelijk hebben
tener razón
je hebt gelijk
(tú) tienes razón
u hebt gelijk
(usted) tiene razón
zich vergissen
equivocarse
ik vergis me
me equivoco
ik heb me vergist
me he equivocado
hij heeft zich vergist
se ha equivocado
de kok heeft zich vergist
el cocinero se ha equivocado
terugkomen
volver
ik kom zo terug
vuelvo ahora mismo
hopen
esperar
ik hoop dat …
espero que …
iemand iets kwalijk nemen
tomarse algo mal
…. dat u het ons niet kwalijk neemt
… que no nos lo tomen a mal
helemaal niet!
en absoluto!
geen probleem
no hay problema
‘t is niet ernstig, het geeft niet
no pasa nada
wat is er aan de hand?
qué ocurre?
geschrokken
asustado/a/os/as
een kakkerlak
una cucaracha
een insect
un insecto
een vlieg
una mosca
een mier
una hormiga
een wesp
una avispa
vol
lleno/a
de keuken
la cocina
de keuken zit er vol mee
la cocina está llena
wennen aan
acostumbrarse a
wij zijn eraan gewend
estamos acostumbrados
toch, desalniettemin
no obstante, sin embargo
ongemerkt binnensluipen, binnenkruipen
caerse inadvertidamente
er is, er zijn
hay
er is er eentje in geslopen
se ha caído uno
er is er toch eentje in geslopen
sin embargo se ha caído uno
wegnemen, weghalen, verwijderen
quitar
ik neem weg
lo quito
ik haal hem weg
me lo llevo
weer gaan zitten
sentarse de nuevo
neemt u alstublieft weer plaats
siéntense de nuevo por favor
doorgaan met
seguir
doorgaan met eten
seguir comiendo
boos
enfadado/a
heel boos
muy enfadado/a
er zorg voor dragen dat ….
cuidar de que …
ik zorg ervoor dat …
me encargo de ….