Metabool systeem, ACS, angina pectoris, myocardinfarct

Question 1

Noem 4 verschijnselen van het metabool syndroom.

Answer 1

1. Overgewicht 2. Diabetes mellitus 3. Hypertensie 4. Veranderde plasmavetten

Question 2

Waar liggen kransslagaders (coronair arterie) Li + re?

Answer 2

Question 3

Wat is een acuut coronair syndroom?

Answer 3

Acute risocovolle ischemische toestand van het hart.

Met AP(angina pectoris) klachten =(pijn in t hart, angst beklemmend gevoel. en angst)

Myocardklachten = (beklenmmend, drukkend, benauwende pijn op de borst of iets naar links. uitstralende pijn naar kaak, arm of rug, angst, misselijk)

Question 4

Hoe ontstaan de pijnklachten bij angina pectoris?

Answer 4

Wanneer bij inspanning van de myocard –>zuurstof tekort in de coronair vaten–>ischemie met in het weefsel tekort aan O2 en te veel aan melkzuur en koolzuur.

Question 5

Noem minimaal 3 situaties waarin AP wordt uitgelokt.

Answer 5

1. grote geforceerde inspanning
2. Anemie
3. Hartfalen.
4. Hypertensie
5. Klepgebrek (gebrek vd hartkleppen die de bloedstroom regelen in de kamers en de boezems.)
6. Hyperthyreoidie

Question 6

Welk maatregel bij AP doet de pijn meteen verminderen?

Answer 6

Wanneer er minder grote inspanning vevraagd wordt vh hart. Bijv:

door: vaatverwijders, beta-blokkers, rust en ontspanning.

Question 7

Wat is de rol van beta-blokkers en vaatverwijders bij AP?

Answer 7

Betablokkers: remt de sympatische zenuwcellen (vlucht/vechtreactie)

Het hart zal minder snel kloppen en de rr gaat omlaag.

Question 8

Wat is: PTCA, coronaire stentplaatsing en CABG?

Answer 8

PTCA (dotteren) : met een ballonnetje de doorgng wijder maken

Coronaire stentplaatsing: stent in de kransslagader

CABG: een omleiding caronary artery bypass graft

(Bij een bypassoperatie wordt een omleiding aangebracht langs vernauwde of afgesloten bloedvaten van een van de kransslagaders.)

Question 9

Wat speelt er zich bij het ontstaan van een myocardinfarct?

Answer 9

bij artherosclerose vd coronairarterien kan er een trombose ontstaan door de veranderde vaatwand. –> ischemische necrose vh hartweefsel(myocard)

Question 10

Wat zijn de symptomen van een hartinfarct?

Answer 10

Drukkend gevoel op de borst, uitstraling naar li arm, hals en eventueel re arm en buik, angst, zweten, misselijk, dyspneu, koorst, eventueel delier.

Question 11

Wat is een silent infarct?

Answer 11

een hartinfarct zonder pijn met wel last hebben van de andere symptomen. Komt vaak voor bij mensen met DM of hoge RR.

Question 12

Noem de levensbedreigende complicaties van een hartinfarct.

Answer 12

Ventrikelfibrilleren (door een zeer hoge frequentie van prikkels met als gevolg circulatiestilstand)

Asystolie (Geen kamercontracties –> circulatiestilstand)

Cardiale shok (tekort aan rondstromend vocht )

Acuut hartfalen (hart schiet tekort als pomp)

Question 13

Binnen hoe veel tijd kan PTCA, stent, trombolyse?

Answer 13

PTCA(dotter): 90 min

Stent(ijzer cilindertje): 90 min

Trombolyse: binnen 3-6 uur (cva 3 uur)

Question 14

Wat is een ECG en wat zijn hartzymbepalingen?

Answer 14

Het normale patroon van een ECG verandert meestal tijdens een hartinfarct. Hartenzymen komen uit de afgestorven hartspiercellen vrij. (zijn na 3-6 uur aan te tonen)

Question 15

Wat is de toepassing van:

Ascal, Fraxiparine, betablokkers, morfne, nitroglycerine en temp. verlaging tijdens de acute fase van een hartinfarct?

Answer 15

Ascal: Het houdt het aan elkaar vastklitten van bloedplaatjes tegen

              Fraxiparine: houdt de aangroei van trombus tegen

Betablokkers: remmen betasympatische zenuwcellen(vecht/vluchtreactie)

Morfine: minder pijn–> minder emoties–> minder sympatische zenuwcellen op gang.

Nitroglycerine: Maakt aders wijder.

Temp.verlaging: Doordat de hartspiercellen daarbij overgaan tot een lagere stofwisseling –>hart minder zuurstof nodig.

Question 16

Leg he ontstaan van een herseninfarct als complicatie bij en hartinfarct uitleggen.

Answer 16

Bloeddoorstroming is verminderd–> verhoogde kans op trombose met eventueel emboli als trombus loslaat. Embolie kan naar de hersenen gaan. Sintrom verminderd dit gevaar.

Question 17

Wat is de werking van sintrom?

Answer 17

Vit. K uit de dikke darm en uit de voeding wordt door de lever gebruikt om de stollingsfactoren werkzaam te maken. Sintrom werkt dit tegen.

Question 18

Wat wordt er met INR bepaald?

Answer 18

De tijd die nodig is om het bloed te laten stollen.

(INR van 1 is normaal. INR van 7 geeft het risico om te lang blijven doorbloeden.)

Question 19

Leg de volgende complicaties van een hartinfarct uit: Klepinsufficientie, aneurysma cordis, myocardruptuur, hartfalen, depressie

Answer 19

Klepinsufficientie: door de ischemische necrose bij een myocardinfarct kunnen de kleppen beschadigen. De kleppen sluiten niet meer goed.

aneurysma cordis: het hart is plaatselijk verwijd

myocardruptuur: een scheur in het afgestorven hartweefsel. Hierdoor kan het hartzakje volstromen met bloed.(harttamponnade)
hartfalen: het hart schiet tekort als pomp omdat een deel van de hartspier geen functionerend spierweefsel meer heeft.
depressie: een psychische verwerkingstoestand.

Question 20

Bij een myocardinfarct kunnen tegelijkertijd door ischemische necrose ook de kleppen beschadigd zijn. Hoe noem je dit?

Answer 20

Kleppeninsufficientie

(kleppen sluiten niet meer goed)

Question 21

Wat is Aneurysma cordis?

A. verwijding van de kransslagader

B. Verwijding van het hart

C. Een geinfecteerd hart

Answer 21

B

Question 22

Hoe noem je een scheur in het afgestorven hartweefsel?

Answer 22

Myocardruptuur

(hierbij is er risico dat het hartzakje volstroomt met bloed, dit noemen ze,.. jawel: Harttamponade:)