Lesson 7 Flashcards

1
Q
  1. 何と言っても
A

= “hoe dan ook”, “in ieder geval” of “uiteindelijk” (lett= wat je ook zegt)

vb. 何と言っても、経験が一番の教師です。

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. 〜たっけ // だっけ
A

= “Was het niet zo dat…?”

  • Komt aan einde v zin wnr spreker bep info niet meer herinnert en probeert te achterhalen.
  • Je weet het niet zeker en zoekt naar bevestiging. => VERLEDEN TIJD!

vb. あの人は日本に行ったっけ?
vb. 試験はいつでしたっけ。

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Werkwoord (KT) ようにする
A

= “proberen te…”

  • Bewuste inspanning doet om iets te doen of om een bepaalde gewoonte te ontwikkelen

vb. 毎日運動するようにしています。// するようにしてください。

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Werkwoord (連用形) 始める
A

= “beginnen (met) te ww-en”

    • 終わる = “voltooien te …” => je bent klaar met iets.

vb. 昨日、レポートを書き終わった。
vb. 映画を見始めた。

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Zin 1 werkwoord (連用形), zin 2
A

Om twee zinnen met elkaar te verbinden. Een alternatieve manier van て. Alleen schrijven.

vb. お風呂に入り、音楽を聞きます。

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Vraagwoord + ~ても
A

= “maakt niet uit (vraagwoord)”

  • Vraagwoorden: 何、いつ、だれ、どこ、何度、何ユーロ/時間 etc.

vb. 誰が言っても、私はこの映画が好きだ。

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. ~を始め
A

= ‘beginnend met~’, ‘en niet te vergeten’ (= eind vertaling, begin zin)

  • Het introduceert eerst het meest voor de hand liggende voorbeeld en dan de rest.

vb. 本を始め、音楽や映画も大好きです。

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. ZN にとって
A

= “voor (iemand)”

  • Voor wie iets relevant is of wat iets betekent voor een bep. persoon, groep of situatie.

vb. 家族にとって、健康が一番大切だ。

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. ~的
A

= “-achtig”, “-lijk”

  • Achtervoegsel dat iets kenmerkend aanduidt.

vb. かまくらは、歴史的に有名な所です。

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly