Les 9: Ontwikkeling van zelf en identiteit Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat het “zelf”?

A

-zelfconcept : dimensies of categorieën waarin we onszelf zien
-zelfwaardering: hoe zie je jezelf (baseline-self en barometer-self)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is je ideniteit?

A

= hoe je jezelf ziet -> doelen, vaardigheden, waarden, ideeën, persoonlijke geschiedenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is identity capital?

A

een sterk identiteitsgevoel hebben en hierin (h)erkend worden door andere -> maakt je zelfredzaam en onafhankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het centrale idee in de ontwikkeling van het zelf?

A

Centraal idee = individuen zien zichzelf zoals zijn denken dat anderen hen zien (perspectief-inname in de adolescentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke twee theorieën bestaan er over de ontwikkeling van het “zelf”?

A
  • reflected appraisals model : zelfwaarde hangt af vd meningen v anderen
  • competentiemodel: zelfwaardering is verworven door je prestatie -> prestaties beïnvloeden je zelfwaardering maar omgekeerd ook -> wat je zelf denkt te kunnen zal je ook beter in presteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontwikkelt het zelfconcept zich ?

A
  • van concreet naar abstract (innerlijke doelen en waarden)
  • meer realistisch (door perspectief inname)
  • in begin vd adolescentie heel gevoelig voor invloed peers, daarna (vanaf 14j) veel minder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontwikkelt het zelfwaardering zich? Is dit bij iedereen op dezelfde manier?

A

Bij de meeste stabiel (hoog of laag), er kan een dal in de adolescentie zijn bij somige -> door ontwikkelen zelfconcept en perspectiefinname
- afhankelijk van persoonsfactoren en lichamelijke ontwikkelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan een lage en hoge zelfwaarde negatieve gevolgen hebben?

A
  • lage zelfwaarde : depressie, bewust negatieve FB opzoeken, sociale contacten vermijden en antisociaal gedrag vertonen
  • hoge zelfwaarde : meer agressief -> kwetsbaarder voor belediging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ontwikkelt het ego zich?

A

In interactie met de omgeving en genetische factoren, vaste volgorde, telkens meer gedifferentieerd en complex

Leeftijd is minder belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke vier statussen bestaan er in de identiteitsontwikkeling van Marcia?

A
  1. identity achievement
  2. identity foreclosure
  3. moratorium
  4. identity diffusion
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke beperkingen bestaan er rond het model van Marcia?

A

Te weinig aandacht naar de context waarin de ontwikkeling van de identiteit plaatsvindt en aan de processen die daarbij een rol spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn nieuwe proces-theorieën over de identiteitsontwikkeling

Theorie van Marcia

A

Identiteit van ontwikkeling vindt plaats in 2 cycli
1. formatie van bindingen : exploratie in de diepte + binding aangaan
2. evaluatie van bindingen : exploratie in de diepte + identificatie met de binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontwikkelt het ego zich algemeen ?

A
  • voor jezelf leren opkomen
  • leren functioneren in groep
  • jezelf en anderen beter begrijpen
  • gevoel van verantwoordelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly