Les 11: Drugs Flashcards

1
Q

Welke drugs worden vandaag het meest gebruikt en hoe is dit geëvolueerd?

A
  1. alcohol
  2. psycho-actieve middelen
  3. tabak
  4. cannabis
  5. andere illegale drugs

Evolutie : allemaal afname behalve psycho-actieve middelen ! = toename !!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie kenmerken hebben verslavende stoffen?

A
  • euforie : belonend karakter
  • craving
  • controleverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke factoren zijn bepalend of iemand al dan niet verslaafd raakt?

A
  • mens
  • middel
  • milieu
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn signalen van druggebruik bij jongeren?

A
  1. veranderingen in sociaal gedrag
  2. veranderingen in schoolprestaties
  3. uiterlijk en fysieke kenmerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vier stadia van verslaving bestaan er?

A
  1. Fase van experimenteren
  2. Fase van geïntegreerd gebruik
  3. Fase van excessief gebruik
  4. Verslaving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het junkiesyndroom, bij welke fase van verslaving komt het het meest voor?

A

Junkiesyndroom
- gebruikers van illegale drugs -> verslaafden
- liegen, stelen, manipuleren en zich van alle verantwoordelijkheid onttrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke vier dimensies van herstel bestaan er?

A
  • klinisch herstel
  • functioneel herstel
  • maatschappelijk herstel
  • persoonlijk herstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk model gebruiken we bij herstel?

A

CHIME

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vraag is belangrijk te stellen bij de fase van experimenteren?

A

Heeft het gebruik van drugs een doel ? -> indien ja meer kans om naar de volgende fase over te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe zou de aanpak en preventie van drugs op school moeten gebeuren?

A
  • plan
  • opvoeding
  • interventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zou in het plan moeten staan wat betreft drugspreventie/actieplan op school?

A
  • werkterrein afbakenen
  • gedragsregels (ook voor lkr)
  • afsrpraken over rapporteren en begeleiding
  • sancties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe gebeurt de aanpak (drugs) op individueel niveau met de lln?

A
  • grenzen stellen
  • begeleiden
  • doorverwijzen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tussen welke drugs is er een duidelijke link van gebruik?

A
  • tabak en cannabis
  • regelmatig cannabisgebruik en andere illegale drugs (stepping stone theorie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly