Les 2: Lichamelijke en hersenontwikkeling Flashcards

1
Q

Welke hormoonsystemen spelen een rol in de hormonale ontwikkeling van de adolescentie?

A
  • HPA
  • HPG
  • GH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke hormoonsysteem speelt een rol in de eerste lichamelijke ontwikkeling -> welke leeftijd?

A

HPA (bijnier) -> 6-9 jaar maar eerder bij meisjes dan bij jongens. Productie van androgenen tot bepaalde concentratie dan zichtbare uiterlijke kemerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk hormoonsysteem is verantwoordelijk voor ontstaan van spermarche en menarche en secundaire geslachtskenmerken?

A

HPG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk hormoon is verantwoordelijk voor de groeispurt?

A

GH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe verloopt de feedback bij hormonale veranderingen?

A

Feedback zorgt voor stabiliteit. Tijdens de puberteit valt de feedback voor een periode van 4-6 maanden weg -> overproductie : belangrijk voor ontwikkeling primaire geslachtskenmerken

Daarna terug stabiel, behalve bij meisjes (menstruatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe verloopt de GH-as bij jongens en meisjes mbt de groeispurt?

A

Bij meisjes snellere piek, bij jongens wat later maar wel hogere piek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rond welke leeftijd situeert de geslachtsrijping zich bij meisjes en jongens?

A
  • Meisjes : 8-13 jaar
  • Jongens : 9-14 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een belangrijk verschil bij geslachtsrijping bij jongens en meisjes?

A

Bij jongens ligt de volgorde vast, bij meisjes niet -> androgenen en oestrogenen verschillende hormoon-as (HPA en HPG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan je de groeiverschuiving verklaren?

A

Groeiverschuiving = puberteit lijkt steeds vroeger te beginnen -> gezondheid, voeding, milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is life history theory?

A

Verschillen in timing geslachtsrijping kan je verklaren door socio-economische factoren

omgevingsfactoren sturen de biologische rijping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe hangen de lichamelijke veranderingen in de puberteit samen met gedrag en problemen bij jongeren?

A
  • Status
  • Timing
  • Tempo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan je algemeen zeggen over de timing van lichamelijke ontwikkeling en problemen?

A

Vroegrijp = risicofactor bij meisjes, laatrijp = beschermende factor bij meisjes. Minder duidelijk bij jongens

Culturele verschillen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke invloed heeft de status van lichamelijke ontwikkeling op meisjes?

A

Verder gevorderd leidt vaker tot ontevredenheid bij meisjes omdat ze verder weg gaan van het ideaalbeeld

Bij jongens tegengesteld : dichter bij ideaalbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom hangen de lichamelijke veranderingen in de puberteit samen met gedrag en problemen?

6 verklaringen

A
  • Stressvolle veranderingen
  • Hormooninvloeden
  • Afwijkende timing
  • Contextuele versterking
  • Accentuering
  • Rijpingsdichtheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de maturational gap en wat heeft het te maken met stressvolle veranderingen?

A

Lichamelijke verandering = stressvolle verandering -> hoogtepunt is Tanner fase 3 (hoogtepunt puberteit) -> prefrontale cortex nog niet volledig ontwikkeld op dat moment dus adolescent voelt/wil vanalles maar kan dit niet reguleren of bijsturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke hormooninvloeden zijn er op veranderingen in gedrag die te maken hebben met de status en timing vd ontwikkeling?

A
  1. Neurologische veranderingen
  2. Toegenomgen gevoeligheid voor stress
  3. Uiterlijke veranderingen -> kritiek en commentaar vanuit omgeving
17
Q

Wat betekent contextuele versterking als verklaring waarom lichamelijke veranderingen (specifiek vroegrijpheid) samengaan met pubergedrag en problemen?

A

Context of omgeving beïnvloedt effect van de lichamelijke veranderingen
* sociale veranderingen : opeenhoping ontwikkelingstaken, meer aandacht deviante klasgenoten/oudere jongens
* Andere contextuele versterkingsfactoren: SES, gezinscontext, buurt waarin je opgroeit…

18
Q

Wat wordt bedoeld met de hersenparadox?

A

Adolescentie is periode van grote vooruitgang maar ook toename risicogedrag -> dual processing theory = subcorticale gebieden (dierlijke hersenen) ontwikkelen sneller dan prefrontale cortex

19
Q

Hoe ziet de structuur van de hersenen eruit? Hoe evolueert dit met de leeftijd?

Cellen

A

Grijze cellen = toename tot vlak voor de puberteit -> daarna afname : use it or lose it
Witte cellen = toename tot ver in en na de adolescentie

20
Q

Hoe verandert de structuur van de hersenen in de adolescentie?

Algemeen

A
  • Toename efficiëntie vd hersenen
  • Toename specialisatie vd hersenen
  • Langzame herstucturering vd hersenen

Eerder bij meisjes dan bij jongens !

21
Q

Welke vier functies van de hersenen zijn sterk van belang bij de adolescentie?

A

Executieve functies
Risico en beloningen
Gezichten en emoties
Sociale interacties

22
Q

Welke twee executieve functies hebben de hersenen?

A
  • Werkgeheugen
  • Respons inhibitie
23
Q

Welke drie sociale interacties zijn van belang bij de functionele hersenontwikkeling van adolescenten?

A
  1. Theory of mind : nadenken over andermans gedachten en handelingen
  2. Sociale dilemma’s : bij adolescenten focus meer op zichzelf
  3. Gevoeligheid voor acceptatie en verwerping
24
Q

Wat kan je besluiten hoe de veranderingen in de hersenen samenhangen met het gedrag van jongeren?

A

Hersenen moeten heel wat ontwikkelingstaken op zich nemen maar kunnen dit eig nog niet op een volledige en adequate manier -> hersenen zijn nog niet rijp.
=> pubergedrag