Les 9 Gezinssysteemtherapie Flashcards

1
Q

Margaret Meet

A

Dacht mee met Gregory Basen, heeft meegeholpen aan het model over interactie met de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat voor werk deden Gregory Basen en Ludwig von Bertelamchi

A

Ze waren biologen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bedachten Gregory Basen en Ludwig von Bertelamchi

A

We moeten alle wetenschap vanuit een helikopter view bekijken, alles heeft invloed op elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn circular questions

A

Je neemt de not-knowing stance in. Als je met de familie bent gebruik je het perspectief dat je niets weet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het doel van circular questions

A

Deelnemers uitnodigen om de relationele delen van het onderwerp te onderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 6 manieren van interactie met de wereld?

A
  • Missie of doel
  • Identiteit
  • Overtuiging
  • Vaardigheden
  • Gedrag
  • Omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de vraag die hoort bij missie of doel?

A

What else

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de vraag die hoort bij identiteit?

A

Wie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de vraag die hoort bij overtuiging

A

Waarom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de vraag die hoort bij vaardigheden

A

hoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de vraag die hoort bij gedrag

A

wat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de vraag die hoort bij omgeving

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

system thinking

A

Alles heeft invloed op elkaar, we hebben cirkel effecten, niets linears

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Lineair denken

A

Na a komt b en na b komt c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 5 mensen hebben iets gezegd over systemic therapy

A
  • Palazolli
  • Munichin
  • Watzlawick
  • Haley
  • Boszormanyi-Nagy
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Palazolli

A
  • Strategisch cybernatic
  • Paradoxale interventies
  • Hypothesering
  • Neutraliteit
  • Circulariteit
17
Q

Munichin

A
  • Structureel
  • Hierarchisch
  • Coalities
  • Subsystemen
  • Enactment
  • Focusing
  • Joining
18
Q

Watzlawick

A

Theoretische communicatie
Meta communicatie

19
Q

Haley

A
  • Strategisch
  • Directieve therapeut
  • Provocatie
  • Oplossingsgefocust
20
Q

Boszormanyi-Nagy

A
  • Intergenerationeel programma
  • Relatie ethiek
  • Loyaliteit
  • Multiple partiality
21
Q

Diamond en Levy

A

Behandelen jeugd met depressie
Je kunt de symptomen wel behandelen maar dit doet niet altijd genoeg voor de patient, de isolatie is hier niet mee te behandelen. Dit heeft geleid tot Attachment based family therapy

22
Q

ABFT

A

Attachment based family therapy

23
Q

Taak 1 van ABFT

A

Relational reframe

24
Q

Taak 2 AFBT

A

Alliance adolescent

25
Q

Taak 3 ABFT

A

Parental aliance

26
Q

Taak 4 ABFT

A

Cognitieve hechtingservaring

27
Q

Taak 5 ABFT

A

Autonomie support

28
Q

relational reframe

A

een van de belangrijkste, erkenning dat de problemen van het kind ook afhangen van de problemen in het gezin

29
Q

alliance adolescent

A

Tegenlijk met parental alliance
Wat is de optiek van het kind over het handelen van de ouders

30
Q

Parental alliance

A

tegenlijk met alliance adolescent
Kijkt naar hoe de ouders zijn opgevoed. Als dit goed was gaan we kijken naar hoe dit nog beter kan, als dit slecht was gaan we kijken naar hoe we dit anders kunnen doen
Hier wordt ook geoefend met empathisch luisteren en goed reageren op emoties

31
Q

Connectieve hechtingservaring

A

Je laat de adolescent vertellen over dat deze zich niet gehoord voelde. Je helpt als therapeut de ouders met hier goed op reageren

32
Q

Autonomie support

A

Ouders moeten de autonomie van de adolescent ondersteunen

33
Q

ABFT over ouders

A

Ouders hebben altijd een need to care

34
Q

ABFT over kids

A

Kids hebben altijd een need for care

35
Q

Need for en to care samen

A

Ze willen hetzelfde. Het probleem is dat als iemand overspoelt wordt door emoties ze loskomen van hun need to en for care. Je voelt je slechter over jezelf en bouwt een muur om je heen

36
Q

Hoe ziet de muur eruit bij kids

A

Ik wil niet meer leven of ik los het zelf alleen wel op

37
Q

Hoe ziet de muur eruit bij ouders

A

Ze kunnen het zelf maar oplossen, ik steek er geen moeite meer in. Ik weet niet hoe ik kan helpen of mijn rol houd hier op

38
Q
A