Les 7 Eetstoornissen Flashcards
Wat zijn de eerste belangrijke sociale vaardigheden die jonge kinderen moeten leren?
Slapen, eten en elimineren
Wat heb je rond de 18 maanden
Voedselneofobie
Voedselneofobie
de afwijzing van en angst voor voedsel dat niet bekend is, bang om nieuw voedsel te proberen. Het is belangrijk dat de ouders verschillend voedsel aan de kinderen blijven presenteren
Eetstoornis
een hardnekkige (persistent) stoornis in het eetgedrag of het gewichtsbeheersingsgedrag
die de lichamelijke gezondheid en/of het psychosociaal functioneren aanzienlijk aantast, en niet
secundair is aan een algemene medische aandoening of een andere psychiatrische stoornis
Pica
de drang om dagelijkse niet-eetbare dingen te consumeren, het eten van grote hoeveelheden rauw en onbewerkt voedsel (op je potlood kauwen)
Ruminatieve stoornis
eten kauwen, het doorslikken en het hierna terugbrengen in de
mond om het opnieuw te kauwen
ARFID
Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder
Criteria A ARFID
Een eet-of voedingsstoornis ((1) duidelijk gebrek aan belangstelling voor eten of voedsel, (2) vermijding op grond van sensorische kenmerken van voedsel (kind eet geen groen groente), (3) bezorgdheid over de aversieve gevolgen van eten (overgeven, stikken)) die tot uiting komt in een aanhoudend onvermogen om te voldoen aan de passende voedings- en/of energiebehoeften, geassocieerd met ten minste één van de volgende punten:
1. Significant gewichtsverlies, of het niet bereiken van de verwachte gewichtstoename of
haperende groei bij kinderen
2. Significant voedingstekort
3. Afhankelijkheid van enterale voeding (= voedsel via maag-darm kanaal) of orale
voedingssupplementen
4. Duidelijke interferentie met het psychosociaal functioneren
Criteria B ARFID
Het kan niet beter verklaard worden door een gebrek aan beschikbaar voedsel of door een daarmee samenhangende cultureel-gesanctioneerde praktijk
Criteria C ARFID
Het komt NIET uitsluitend voor tijdens het beloop van anorexia nervosa of boulimia nervosa, en er zijn geen aanwijzingen voor een verstoring in de wijze waarop het eigen lichaamsgewicht of de lichaamsvorm wordt ervaren
Criteria D ARFID
Het is niet toe te schrijven aan een gelijktijdige medische aandoening of niet beter verklaarbaar door een andere psychische stoornis
AN
Anorexia Nervosa
Criteria A Anorexia Nervosa
Beperking van de energie-inname t.o.v. de behoefte, leidend tot een significant laag lichaamsgewicht in de context van de leeftijd, het geslacht, het ontwikkelingstraject en de lichamelijke gezondheid (minder dan minimaal normaal/verwacht)
Criteria B Anorexia Nervosa
Een intense angst om aan te komen of dik te worden, of aanhoudend gedrag dat gewichtstoename in de weg staat
Criteria C Anorexia Nervosa
Verstoord door het eigen lichaamsgewicht of de lichaamsvorm, de eigenwaarde wordt beïnvloed
door het lichaamsgewicht of de lichaamsvorm, of aanhoudend gebrek aan erkenning van de ernst van het lage lichaamsgewicht
2 subtypen Anorexia Nervosa
Beperkend type
Binge-purge type
Beperkend type AN
verlies van gewicht door steeds grotere beperkingen in voedsel (snoep,
vetten, eiwitten) en weinig of geen variatie in dieet
Binge/purge type AN
verlies van gewicht door zichzelf te laten overgeven na (binge eating)
maaltijden of door misbruik van laxatieven of diuretica (plasmiddelen)
BN
Bulimia Nervosa
Criterium A Bulimia Nervosa
Terugkerende episoden van eetbuien (binge eating), gekenmerkt door beide punten:
1. Binnen een periode van twee uur een hoeveelheid voedsel eten die definitief groter is dan
wat de meeste individuen zouden eten in een vergelijkbare tijdsperiode onder vergelijkbare
omstandigheden
2. Het gevoel dat men niet kan stoppen met eten of niet kan beheersen wat of hoeveel men
eet
Criterium B Bulimia Nervosa
Terugkerend ongepast compenserend gedrag om gewichtstoename te voorkomen > zelf
opgewekt braken, verkeerd gebruik van laxeermiddelen/diuretica/andere medicatie, vasten,
overmatige lichaamsbeweging
Criterium C Bulimia Nervosa
Het binge eating en ongepaste compenserende gedrag komen gemiddeld minstens één keer per
week voor, gedurende drie maanden
Criterium D Bulimia Nervosa
De zelfevaluatie wordt ten onrechte beïnvloed door de eigen lichaamsvorm en -gewicht
Criterium E Bulimia Nervosa
De stoornis treedt niet uitsluitend op tijdens episodes van Anorexia Nervosa > je kan Anorexia
Nervosa en Bulimia Nervosa niet tegelijk hebben. Het is het één of het ander
Objective binge eating episode
Controleverlies over het eten en een objectieve grote hoeveelheid eten
Objectieve overeating
Objectief grote hoeveelheid voedsel, maar geen controleverlies over het eten (kerst)
Subjective binge eating episode
Geen objectief grote hoeveelheid eten, wel controleverlies over het eten. Mensen denken dat ze teveel gegeten hebben maar dit is niet zo.
Subjective overeating
Geen objectief grote hoeveelheid eten, en ook geen controleverlies over het eten
BED
Binge Eating Disorder
Criterium A Binge eating disorder
Terugkerende episoden van binge eating (zie Bulimia Nervosa)
Criterium B binge eating disorder
De binge eating-episodes zijn geassocieerd met minstens drie van de volgende:
- Veel sneller eten dan normaal
- Eten tot men zich ongemakkelijk vol voelt
- Grote hoeveelheden voedsel eten terwijl men geen fysieke honger voelt (= homeostatisch
eten = eten omdat je honger ervaart), maar om emoties te reguleren (= hedonisch eten =
eten omdat het een fijn gevoel oplevert)
- In hun eentje eten omdat men zich schaamt voor de hoeveelheid die men eet
- Je walgen van jezelf, depressief voelen of zich zeer schuldig voelen na te veel gegeten te
hebben
Homeostatisch eten
Eten omdat je honger ervaart
Hedonisch eten
Eten omdat het een fijn gevoel oplevert
Criterium C Binge eating disorder
Duidelijke distress voor de binge eating
Criterium D Binge Eating Disorder
Eetbuiten komen gemiddeld minstens één keer per week voor, gedurende drie maanden
Criterium E binge eating disorder
Binge eating is niet geassocieerd met het regelmatig gebruik van ongepast compensatiegedrag
en komen niet uitsluitend voor tijdens het verloop van Anorexia Nervosa of Bulimia Nervosa
Gewichtsstatus ARFID
Laag
Gewichtsstatus AN
Laag
Gewichtsstatus BN
Laag
Gewichtsstatus BED
Overgewicht of obesitas
Houding tov eten ARFID
Restrictief en of selectief
Houding tov eten AN
Subjectieve binge eating episodes of restrictief
Houding tov eten BN
Objectieve binge eating episode
Houding tov eten BED
Objectieve binge eating episode
Word de zelfevaluatie beinvloed door denken over en controle over eten, gewicht en vorm bij ARFID
Nee
Word de zelfevaluatie beinvloed door denken over en controle over eten, gewicht en vorm bij AN
Ja
Word de zelfevaluatie beinvloed door denken over en controle over eten, gewicht en vorm bij BN
Ja
Word de zelfevaluatie beinvloed door denken over en controle over eten, gewicht en vorm bij BED
Ja
Is er sprake van compensatie gedrag bij ARFID
Nee
Is er sprake van compensatie gedrag bij AN
Alleen bij purgerende subtype
Is er sprake van compensatie gedrag bij BN
Ja
Is er sprake van compensatie gedrag bij BED
Nee
Welk deel van de kids blijft een persisterende selectieve eter (ARFID of picky eater)
4%
Genderverschillen eetproblemen
In de kindertijd geen, tijdens de adolescentie 10 vrouwen voor 1 man
Wat is de levenslange prevalentie bij vrouwen van AN
1.4-2%
Wat is de levenslange prevalentie BN bij vrouwen?
1.1-4.6%
Hoogste risico voor eetstoornissen bij
adolescente meisjes, sporten met een verhoogde aandacht voor gewicht/
vorm (turnen, worstelen), de fashionwereld, Westerse cultuur (het ideaal kan een trigger zijn
voor Anorexia Nervosa)
Comorbiditeit bij ARFID
ARFID toont veel comorbiditeit met Autisme Spectrum Stoornis (ASS) en andere stoornissen die
spelen binnen de vroege socialisatie
Comorbiditeit AN en BN
depressie, angst, stoornissen in het gebruik van middelen, non-suïcidale zelfverwonding
Wanneer ontstaat AN
Vroege adolescentie
Wanneer ontstaat BN
Late adolescentie
Medische complicaties ondergewicht
obstipatie, onvruchtbaarheid, droge huid, daling in het
basaalmetabolisme, koude handen en voeten, verlies van botdichtheid, gebitsproblemen,
verminderde werking van nieren, lever en darmen, hartritmestoornissen, ondergewicht heeft ook
impact op het brein
psychosociale gevaren ondergewicht
stemmingswisselingen/stoornissen, sociaal isolement,
gewichtsobsessie, schaamte, schuldgevoelens, uitval van school en andere hobby’s, risico op
zelfmoord
Berlin
Biopsychosociaal model van pediatrische voedingsproblemen
Biopsychosociaal model van pediatrische voedingsproblemen
dit model demonstreert dat de
voedingsproblemen niet alleen door de
regulatie van inname door het kind wordt bepaald, maar ook door meer contextuele/ socioculturele factoren eromheen. Er is altijd sprake van bidirectionaliteit wanneer het
kind een eetstoornis heeft, heeft dat invloed op de ouders (caregiver variables) en wanneer de ouders zich hierop gaan aanpassen in hun opvoeding qua eten (mealtime structure & feeding practices) kunnen ze de eetstoornis bijvoorbeeld (per ongeluk) in stand houden
Biologische risicofactoren ARFID
orale-motorische, cardiorespiratoire, metabole en neurologische
aandoeningen; voedselallergieën
Kind risicofactoren ARFID
angstig temperament, inhibitie, problemen met zelfregulatie
Ouder-risicofactoren ARFID
- Druk of controle waarbij je de regulatie van de voedselinname van het kind probeert te controleren (de druk dat het kind het bord leeg moet eten) > de druk van de ouders
verhoogt het risico op een eetstoornis. Het kind moet zelf controleren wat hij/zij inneemt - Restrictie van de voedselinname (is ook controle over de eetregulatie)
- Belonen of troosten met voedsel > eten wordt emotioneel geladen en wordt meer dan alleen de homeostatische honger weg laten gaan
- Inconsequente praktijken > de ene keer wel een snoepje mogen en de andere keer niet, de moeder hanteert andere regels dan de vader
- Onveilige hechting > minder gevoeligheid/responsiviteit
- Verdeeldheid tussen verzorgers > scheiding, verschillende modellen
- Emotionele deprivatie, verwaarlozing
Socioculturele risicofactoren ARFID
- Media > voedingsreclame
- CCC-cultuur (Cola, Chips en Chocola) allemaal ongezond en zoet eten. Hier moeten kinderen weerstand tegen bieden
- FaF-home = Food away from home mensen eten ergens anders dan thuis, of op verschillende plekken in het huis. Maaltijden aan tafel, omgeven door familie, is de grootste beschermende factor tegen het ontwikkelen van eetstoornissen en obesitas. Deze beschermende factor verdwijnt echter, omdat er steeds minder tijd is om samen te eten
(door werk, school)
Transactionele kijk
de ene risicofactor verhoogt een andere risicofactor, waardoor deze
interacterende factoren zorgen voor het ontstaan van een eetstoornis
Poorness of fit
Een slechte overeenstemming tussen het kind en de omgeving
Fairburn
mensen met een eetstoornis
hechten overmatig veel waarde aan controle hebben over het lichaam, gewicht en eten. Mensen met een eetstoornis waarderen zichzelf namelijk aan de hand van hun
lichaamsvorm en checkgedrag.
Model van Fairburn, linker pad
Bulimia Nervosa >
wanneer je een dieet volgt en iets
eet wat je niet kon of mocht eten, verlies je de controle over het eten en kikt het binge eating in. Dit wordt weer gevolgd door compenserend gedrag
Model van Fairburn rechter pad
Anorexia Nervosa > wanneer je een dieet volgt resulteert dit in gewichtsverlies, wat weer kan resulteren in starvation syndrome. Dit kan zorgen voor associaties met
bijvoorbeeld sociale isolatie vanwege het gewicht
Waarom is er een multidiciplinaire behandeling nodig bij eetproblemen?
Omdat de problemen uit 3 componenten bestaan
Uit welke 3 componenten bestaan eetproblemen
- Psychologische component
- Medische component
- Voedingscomponent
Multimethodologisch
meerdere meetinstrumenten combineren
Screening van eetproblemen
Aan de hand van vragenlijsten:
Eating Disorder Inventory,
Child Eating Disorder Examination
Questionnaire (chEDE-Q)
Diagnose van eetproblemen
Klinische interviews:
chEDE-Q,
Structured Clinical Interview for DSM Disorders-junior (SCID-junior)
multiinformant
Zelfrapportage door het kind combineren met beschrijvingen van de ouders en leerkrachten
2 pilaren van psychologische beoordeling
- Ontwikkelingsgericht
- Handelingsgericht
Ontwikkelingsgerichte pilaar van psychologische beoordeling
er wordt gekeken naar de evolutie van het probleem > eerste signalen,
beloop, stressvolle gebeurtenissen die eetproblemen kunnen hebben uitgelokt, ontwikkelingstaken
Handelingsgerichte pilaar van psychologische beoordeling
er wordt gekeken naar de intensiteit, duur en gevolgen van de symptomen,
en naar de comorbiditeit, ondersteunende processen (kind en omgeving) en beschermede
factoren > informeren voor een behandelplan
Onderdelen van de behandeling van ARFID
- Hongermanipulatie
- Stimulusbeheersingstechnieken
- Geleidelijke exposure bij angst
- Werken met ouders en context
Hongermanipulatie bij ARFID
hongerinductie > maaltijd worden gestructureerd, maar geen toetjes. Als
het kind daarna honger heeft krijgt hij/zij geen eten. De ouders geven de instructie wanneer het
kind moet eten, maar als het kind erna honger heeft geeft de ouder niks
Stimulusbeheersingstechnieken bij ARFID
- Zelfde plaats, eetritueel maken
- Shaping
- Fading
Shaping
Hoeveelheden eten verhogen
Fading
Hulp afbouwen, autonoom eten bevorderen
Geleidelijke exposure bij ARFID
Alleen bij angst, eerst eten op het bord krijgen, daarna aanraken, en zo in
kleine stappen vooruit > het einddoel is niet dat het kind het eten lekker vindt, maar dat het kind het eten niet meer weigert
Werken met ouders en context bij ARFID
- Psychoeducatie
- Modelling
- Positieve ondersteuning
- Leren hoe ze beloningen kunnen gebruiken
Behandeling AN
- Maudsley benadering
Maudsley benadering
familiegerichte behandeling, waarbij verschillende families bij elkaar
zitten. De ouders krijgen de volledige controle over de hoeveelheid van het voedsel in de 1e fase, maar in de 2e fase hebben ze deze controle niet meer. Er moeten geen familie beschuldigingen zijn, de familie is juist de belangrijkste hulpbron voor het herstel van de adolescent
Wat is het doel van de Maudsley behandeling?
De familie sterker maken. De ouders spelen een actieve rol als co-therapeut
Welke 3 fasen kent de Maudsley benadering
- Refeeding, het doel is gewichtstoename
- Ouders geven de controle geleidelijk terug aan de adolescent
- De algemene problemen die in de adolescentie spelen aanpakken
Behandeling Bulimia Nervosa
Cognitieve gedragsbehandeling met als doen de specifieke cognities en gedragingen die de eetstoornis in stand houden veranderen
Onderdelen van cognitieve gedragsbehandeling bij Bulimia
Psychoeducatie
Normaliseren van eten
Cognitieve herstructurering
Terugvalpreventie
Voor wie is cognitieve gedragsbehandeling evidence based
Volwassenen en adolescenten met bulimia