Les 8 Flashcards
1
Q
totus
A
Heel
Geheel
2
Q
urbs
Vrouwelijk
A
stad
3
Q
Genitivus van urbs
A
urbis
4
Q
primus
A
eerste
5
Q
lux
Vrouwelijk
A
licht
6
Q
Genitivus van lux
A
lucis
7
Q
convenire
A
bijeenkomen
Bezoeken
Ontmoeten
8
Q
Sperare
A
Hopen
Verwachten
9
Q
Exponere
A
Uitstallen
Tentoonstellen
10
Q
vox
Vrouwelijk
A
Stem
Geluid
11
Q
Genitivus van vox
A
Vocis
12
Q
Emere
A
Kopen
13
Q
Valere
A
Gezond zijn
14
Q
Vitium
A
Fout
Gebrek
15
Q
Vacare + ablativus
A
Vrij zijn van
Niet hebben
16
Q
Robustus
A
Krachtig
Sterk
17
Q
Exemplum
A
Voorbeeld
18
Q
sapientia
A
Wijsheid
19
Q
Natus
A
Geboren
20
Q
Dominus
A
Meester
Heer (des huizes)
21
Q
Ut
A
Zoals
Als
22
Q
Cuncti
A
Alle(n)
23
Q
Aequus
A
Gelijk
Rechtvaardig
24
Q
Inter + accusativus
A
Tussen
Onder
25
Q
Servitus
Vrouwelijk
A
Slavernij
26
Q
Genitivus van servitus
A
Servitutis
27
Q
Domina
A
Meesteres
28
Q
Hodie
A
Vandaag