Extra oefenen 3 Flashcards

1
Q

Quintus cum Flavia in foro ambulat.

A

Quintus wandelt met Flavia op het forum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cum Quinto ambulare Flaviae valde placet.

A

Het bevalt Flavia zeer om met Quintus te wandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Non semper placet cum patre et matre ambulare.

A

Het bevalt (haar) niet altijd om met haar vader en moeder te wandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ecce, multi homines in thermis sunt: dominus cum servis.

A

Kijk, er zijn veel mensen in het badhuis: een heer met zijn slaven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

senator cum aliis senatoribus

A

een senator met andere senatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

consul cum amicis

A

een consul met zijn vrienden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hominibus in laconicis sedere et in palaestra ludere placet.

Laconicum = zweetruimte
Palaestra = sportplaats

A

Het bevalt de mensen om in de zweetruimte te zitten en bij de sportplaats te spelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly