Les 6 Flashcards
1
Q
laetus
A
Blij
Vrolijk
2
Q
Praecipitare
A
(naar beneden) gooien
Storten
3
Q
Necare
A
Doden
4
Q
Alius, alia, aliud
A
ander
5
Q
Superare
A
Overtreffen
(Over)winnen
6
Q
Pugnare
A
Vechten
Strijden
7
Q
Multus
A
Veel
Talrijk
8
Q
Auxilium
A
Hulp
9
Q
Ubique
A
Overal
10
Q
Defendere
A
Afweren
Verdedigen
11
Q
Femina
A
Vrouw
12
Q
Abducere
A
Afvoeren
Wegbrengen
13
Q
Arma
A
Wapens
14
Q
Genitivus van arma
A
Armorum
15
Q
Pirata
A
Piraat
Zeerover
16
Q
Mater
A
Moeder
17
Q
Genitivus van mater
A
Matris
18
Q
Magnus
A
Groot
19
Q
Solus
A
Alleen
20
Q
Nauta
A
Zeeman
Matroos
21
Q
Navis
A
Schip
22
Q
Genitivus van Navis
A
Navis
23
Q
Secundus
A
Gunstig
24
Q
Ventus
A
Wind
25
Maestus
Bedroefd
26
terra
Aarde
Land
Grond
27
Ad + accusativus
Naar
Tot
Voor
Tegen
Bij
28
Op volle zee
29
iam diu Flavii in alto mari navigant
Al een lange tijd varen de zonen van Flavius (zie boek?) op volle zee
30
Flavius laetus est, Aulus et Marcus laeti sunt, nam ad terram novam tenent
Tenent: moet je in de context vertalen/ niet de letterlijke betekenis
Flavius is blij, Aulus en Marcus zijn blij, want zij gaan naar een nieuw land
31
Neque Caecilia iam maesta est
Neque…iam = et… non iam
En Caecilia is niet meer bedroefd
32
Ventus est secundus et magister navis ac nautae gaudent
De wind is gunstig en de kapitein van het schip en de zeemannen verheugen zich
33
Sola Flavia maesta est, nam Quintum amicum cogitat
Alleen Flavia is bedroefd, want zij denkt aan haar vriend Quintus
34
Subito magna navis procul apparet
Plotseling verschijnt een groot schip in de verte
35
Tum Aulus: vide, Marce! Pater, mater, videte!
Waarom het verschil tussen vide en videte?
Dan zegt Aulus: kijk, Marcus! Vader, moeder, kijk!
Gebiedende wijs enkelvoud en meervoud
36
Navis appropinquat
Een schip komt dichterbij
37
Iam magister nautas vocat et incitat
Dan (ik vind al een beetje vreemd staan..) roept de kapitein de zeemannen en spoort hen aan:
38
Audite, nautae!
Luister, zeemannen!
39
Piratae appropinquant
De piraten komen dichterbij
40
Arma sumite!
Pak je wapens!
41
Abducite feminas in proram!
Prora = voorschip
Breng de vrouwen naar het voorschip!
42
Navem defendite!
Verdedig het schip!
43
Piratas in fugam date!
Vrij vertalen/maak er normaal Nederlands van ipv letterlijk vertalen
Verjaag de piraten!
44
Ubique est clamor et tumultus
Overal is er geschreeuw en verwarring
45
Flavia valde timet neque lacrimas iam tenet
Flavia is zeer bang en kan haar tranen niet meer bedwingen
46
Caecilia Iunonem vocat:
Caecilia roept tot Iuno
47
O regina dearum!
O koningin van de godinnen!
48
Audi me!
Luister naar mij!
49
Benigna es!
Wees genadig!
50
Da nobis auxilium!
Geef ons hulp!
51
Defende periculum!
Verdedig het gevaar!
52
Sed Iuno Caeciliam non audit
Anders vertalen dan ‘Horen’
Maar Iuno geeft geen gehoor aan Caecilia
53
Iam multi piratae in navem transiliunt
Veel piraten springen al in het schip
54
Magnus est furor:
Furor heeft vele betekenissen. Kies op grond van het zinsverband het juiste Nederlandse woord: vechtl…
Magnus is vechtlustig
55
Nautae acerrime pugnant
De zeemannen vechten verbitterd
56
Sed piratae superant
Maar de piraten overtreffen
57
Alios necant, alios in mare praecipitant
Alii… alii…Alii = sommigen…anderen…weer anderen (goed onthouden!)
Sommigen worden gedood, anderen storten in de zee, weer anderen worden afgevoerd naar het eiland Cyprus
58
Diu
Lange tijd
Lang
59
Tenere
(vast)houden
Tegenhouden
60
Neque
En niet
Maar niet
Ook niet
61
Dare
Geven
62
Vocare
Roepen
63
Valde
Zeer
64
Dea
Godin
65
Deus
God
66
Incitare
Aansporen
Aanvuren
67
Cogitare
Denken (aan)
68
Lees tekst bij Les 3
69
Lees tekst bij les 4