Extra oefenen 2 Flashcards
1
Q
Quintus cum Gaio et Lucio amicis in foro ambulat.
A
Quintus loopt met zijn vrienden Gaius en Lucius op het forum.
2
Q
Subito medicum vident. Quintus rogat:
A
Plotseling zien zij een arts. Quintus vraagt:
3
Q
Medicusne in basilicam Iuliam properat?
A
Haast de arts zich niet naar de basilica Iulia?
4
Q
Cur non eo properamus?
A
Waarom haasten we ons niet daarheen?
5
Q
Fortasse iterum unus ex oratoribus sine mente iacet.
A
Misschien ligt er opnieuw een van de redenaars bewusteloos (zonder geest)?
6
Q
Amici cessant, sed Quintus clamat: nonne venitis, amici?
A
De vrienden twijfelen, maar Quintus roept: jullie komen er toch wel aan, vrienden?