Les 4: Stemmingsstoornissen (depressie) Flashcards
Geef de grafiek van de diagnistische kenmerken van stemmingsstoornissen van Galhi & Mann (2018) The Lancet.
geef het schema van de 10.1.1 Diagnostische kenmerken van stemmingstsoornissen: Major depressive disorde specifics
Geef de cognitieve symptomen van Stemmingsstoornissen.
Inhoud
* Negatieve cognities over zichzelf, de wereld en de toekomst
* Zelf: waardeloosheid, incompetentie, zelfkritiek, schuldgevoelens, hulpeloosheid
* Wereld: zinloos
* Toekomst: uitzichtloos, hopeloos
* Suïcidegedachten
Processen
* Concentratieproblemen
* Aandachtsproblemen
* Geheugenproblemen
* Besluiteloosheid
* Verminderd vermogen tot nadenken
Geef de gedragssymptomen van stemmingsstoornissen
- Terugtrekken uit sociale contacten
- Niets meer ondernemen
- Psychomotoriek
o Remming (predictie respons medicatie)
o Agitatie (comorbiditeit met angst)
Let op: hoogfunctioneren kan ook voorkomen
Geef de somatische symptomen van stemmingsstoornissen
- Slaap, te weinig, te veel
o Slaapproblemen: kwetsbaarheid voor herval
o regulatie slaap = regulatie emoties - Moe gevoel, gebrek aan energie
- Eetlust, te weinig, te veel
- Vertraging - Nervositeit
geef het netwerkperspectief van stemmingsstoornissen
Geef het zelfregulatieperspectief van stemmingsstoornissen.
Geef de klinische hybride uitleg van acute depressie
Acute depressie bestaat uit 2 kerndynamieken:
Signaal
* Depressie is een ontstaan als een functioneel signaal om aan te geven dat de huidige situatie niet meer houdbaar is => Verandering is nodig maar wordt
* onhaalbaar geacht (zie Hopeloosheid)
* Klinisch: Wat vertelt de depressie ons?
* Gecontextualiseerd begrip noodzakelijk!
* Aandacht voor “drivers” van depressieve klachten:
o Relationele problemen
o Werkeloosheid / Financiële stress / Uitsluiting
o Identiteit- & genderproblematiek
o Schuld / Schaamte
o Somatische klachten
Ziektemechanieken
* Depressie gaat systematisch relevante levensgebieden afnemen totdat er niets overblijft
* Klinisch: Welke interventies kunnen dit deel afremmen
Geef het ontwikkelingsperspectiev van depressie bij kinderen en volwassenen
Overlap symptomen volwassen vs. Kinderversie
Onder gediagnosticeerd:
* Kinderversie: storend gedrag op voorgrond; cognitieve aspecten achtergrond/niet aanwezig
* Serieus nemen negatief affect (pubertijd)
* Negatief affect: Prikkelbaarheid
* Suicide risico (ideatie en pogingen)
* 3e doodsdoorzaak (10-19 jr): Predictoren:
* Eerdere poging; Middelen en Drank; Impulsiviteit; Hopeloosheid; Exposure aan suicide;
geef het beloop en de impact van depressie
- Aanvang depressie: Vaak begin volwassenheid
- Aanvang op jongere leeftijd: Ongunstiger prognose
o Genetische transmissie
o Verstoorde ontwikkeling - Spontaan herstel (60%; 3-6 maanden) maar…
o Subklinische symptomen
o Herval - Herval en chroniciteit:
o Herval: beperkte of korte remissie
o Heroptreden: na volledige remissie (> 2 maanden) - Heroptreden: 50-85% > 1 depressieve episode
- Kans op herval neemt toe bij iedere episode:
o 16% per episode
o Keller:
o 1e episode: 60% => 2e episode
o 2e episode: 70% => 3e episode
o 3e episode: 90% => 4e episode - Episodes volgen korter op elkaar
- Solomon et al. (2000):
geef de grafiek van Solomon et al. van het heroptreden van depressie
Welke voorspellers zijn er voor herval bij depressie?
- Eerdere depressieve episodes
- Stoppen met antidepressiva (70% binnen 6 maanden)
- Residuele symptomen en ernst van voorafgaande depressieve episode
- Co-morbiditeit
- Depressie op jongere leeftijd
- Stresserende gebeurtenissen
- Beperkte sociale steun
Geef het schema van de beloop van depressie
Geef het schema van de impact van depressie.
Geef de kenmerken van chronische depressie
- Ernstiger dan dysthymie
- Problematische voorgeschiedenis
- Huidige stresserende condities
- Sterk invaliderend
- Familiale belasting
- => Behandelopties: CBASP of schematherapie
Geef de kenmerken van depressie beginnend bij adolescentie
- Opvallendheden:
- Gelijk ratio mannen/vrouwen kindertijd; wijzigt in de adolescentie (Hormonale verandering?)
- 50% eenmalig; 50% heroptredend
Geef de kenmerken van depressie bij ouderen.
- Daling van het aantal depressies (positiviteit, coping)
- Diagnostische uitdaging
- Vasculaire veranderingen
Op wat heeft depressie een negatieve impact?
- Werk: ziekteverzuim/concentratieproblemen
- Ouder-kind interacties
o Hoge eisen over zichzelf als ouder
o Energieverlies
o Meta-analyse: Meer negatief en afgezonderd gedrag - Partnerrelatie: Kans op scheiding verhoogd
- Gezondheid:
o Suicide: Kans 20x verhoogd; hopeloosheid en afwezigheid positieve toekomst
o Depressie is gerelateerd aan lichamelijke ziekte (ontstekkingen, immuunsysteem)
Geef de epidemiologie van depressie
- 12 maanden prevalentie: 4-6% vd populatie
- lifetime prevalentie: MDD 13-16%; Piek: 18-25
- Toename depressie in de adolescentie
- Geslachtsverschil: 2 : 1
o Biologische verschillen (hormonal)
o Meer stress (dagelijkse stress, trauma, maatschappelijke status)
o Coping (rumineren)
Biologische theorieën
Aanvullen met filmpje
Welke theoretische theorieën zijn er rond depressie?
- Leertheoretisch gedrag
- Cognitieve visie
- Andere cognitieve theorieën
- Teasdale: defferential activation hypothesis
Welke andere cognitieve theorieën zijn er rond depressie?
- Theorie van Seligman
- Abramson et al (1978): Toepassing op klinische depressie
- Abramson et al. (1989): Hopeloosheid theorie
- Ruminatie
- Independent vulnerabilities model
- All-the same vulnerabilities model
- Interdependent vulnerability model
- Cognitieve diathesis-stress
Over welke verschillende stadia spreekt de theorie Leertheoretisch gedrag over depressie?
- 1e depressieve episode
- Ontstaan
- Instandhouding
Wat zegt de theorie over leertheoretisch gedrag over de 1e episode van depressie?
- Voorafgegaan door majeure negatieve gebeurtenissen
- Aanhoudende moeilijke omstandigheden
Wat zegt de theorie over leertheoretisch gedrag over het ontstaan van depressie?
- Wegvallen van positieve bekrachtiging, zeker als positieve bekrachtiging gelimiteerd is tot één levensdomein
- Negatieve ervaringen
- Enkel nog gedrag gericht op het vermijden van negatieve gevolgen (harm avoidance)
Wat zegt de theorie over leertheoretisch gedrag over de instanthouding van depressie?
- Depressie is moeilijk/zwaar voor de omgeving: depressieve persoon wordt vermeden
- Wegvallen bronnen van bekrachtiging (significante anderen)