Les 3: Gegeneraliseerde angststoornis Flashcards
1
Q
Geef de criteria van gegeneraliseerde angststoornissen.
A
- excessieve angst en piekeren - - - - -
- Moeite om het piekeren onder controle te houden
- Bijkomende symptomen (rusteloosheid, snel vermoeid, concentratieproblemen, prikkelbaar,…)
- Angst is vaak langdurig aanwezig
- Hoge co-morbiditeit met depressie
- Mild tot zeer erngstig
2
Q
Welke 2 theorieën zijn er over gegeneraliseerde angststoornissen?
A
- Biologische theorieën
Cognitieve theorie
3
Q
Wat zeggen biologische theorieën over GAS?
A
- Genetische factor -
- Benzodiazepines reduceren GAS: benzodiazepines verhogen activiteit GABA-neurotransmitter, neurotransmitter zorgt voor inhibitie van neurale activiteit, GABA-deficientie theorie = verhoogde activatie van het limbisch systeem.
4
Q
Wat zegt de cognitiev etheorie over GAS?
A
Hyperactief angst schema:
- Congitieve inhoud: maladaptieve assumpties (“ik moet mezelf voorbereiden op gevaar”)
en positieve visie op piekeren als hantering (verminderde problem-solving) -
Congitieve processen: hypervigilantie – nog voor de situatie plaats vind ‘gaat dit wel goed gaan’
5
Q
Geef de behandelingen voor GAS.
A
- Anxiolitica (verlsaving)
- Relaxatie
- Congitieve gedragstherapie
- Mindfulness
- Metacognitie therapie
6
Q
Hoe is de diagnostiek van angst?
A
Klinische interviews
Angst vragenlijsten