Les 1: Inleiding en modellen Flashcards

1
Q

Wat is de noodzaak voor EPP?
Geef de verbeteringsmogelijkehden

A

Goede begandelingen voorhanden voor psychische stoornissen maar veel ruimte voor verbetering:

  • Verklaringsmodellen
  • Behandelrespons
  • Lange termijn effectiviteit
  • Matchen van behandeling met patiënt

Elk van deze vragen refereert aan CAUSALE mechanismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de Merites (voordelen) van een EPP benadering.
(WICEN)

A
  • Identificatie van causale mechanismen (=> Major Challenge)
  • Wetenschappelijke zienswijze binnen individu en groep
  • Expliciete links met de wetenschappelijke psychologie en zeer goed inpasbaar binnen EBP
  • Continue interacties tussen klinische psychologie en EPP
  • Niet gebonden aan één therapieschool
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 7 kernvragen binnen EPP?

A

Visie op
* De mens
* Normaliteit/abnormaliteit
* Ethiologie op veerkracht

Wat is volgens een model
* Kernconcepten
* Helpende/belemmerende factoren
* Processen van verandering
* De rol van de context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de mensvisie?

A
  • EPP is een onderzoeksbenadering die aansluit bij post-positivistische filoofische benadering
    • Geen absolute waarheden maar bruikbare watmatigheden
    • Maat ook meer constructieve benadering toe
  • Nomothetische focus ≠ Groepsbenadering
  • Nomothetische focus ≠ Kwantitatief onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de visie op normaliteit/abnormaliteit?
(classificatiesystemen)

A
  • EPP is een onerzoeksbenadering die toegepast wordt binnen verschillende zienswijze op psychopathologie
    • DSM
    • RDOC
    • HiTOP
    • netwerkbenadering
    • Positieve psychologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de DSM?

A
  • DSM-V geïntroduceerd (2013)
  • Eerder medische visie
  • Veel kritiek op DSM categorisatie en labelen
  • Genuanceerde visie noodzakelijk
  • EPP: stoornissen als Afh.Var.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef een kort overzicht van de geschiedenis van de DSM-V en zijn evolutie naar de RDOC

A

1990-2000: Decade of the Brain: optimisme over een revisie van diagnostiek op basis van biologische inzichten in etiologie
* Ontwikkeling DSM-V: Doelstelling om diagnoses te baseren op biologie bleek te ambitieus
- Diagnose zegt weinig over etiologie
- Hevige kritiek op wetenschappelijke waarde van de DSM-V (o.a. door B.P.S.)

Besluit NIMH: Categoriale diagnoses laten onvoldoende progressie toe in blootleggen biologische oorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de uitgangspunten van de RDOC

A
  • A diagnostic approach based on the biology as well as the symptoms must not be constrained by the current DSM categories => Dimensioneel
  • Mental disorders are biological disorders involving brain circuits that implicate specific domains of cognition, emotion, or behavior
  • Each level of analysis needs to be understood across a dimension of function
  • Mapping the cognitive, circuit, and genetic aspects of mental disorders will yield new and better targets for treatment => Precision medicine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef een voorbeeld van het research domain van de RDOC: Positive Valence system

A
  • Transdiagnostisch relevant: depressie, verslaving, schizofrenie
  • Sterke associaties tussen anhedonia en beloop van depressieve klachten
  • Combinatie van sterke onderzoeksparadigma’s (bijv. reinforcement learning taken) met gesofisticeerde neuropsychologische technieken (ERP, fMRI)
  • Grote predictieve studies (bijv. EMBARC)
  • Machine learning & Computational modelling: Associaties tussen biomarkers en farmacologische behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de reasearch domain criteria van de RDOC

A
  • Onderzoeksvisie vanuit NIMH
  • Expliciet transdiagnostische visie => focus op processen
  • Multiple units of analysis (van genetica tot sociale processen)
  • Domeinen:
    • Negative Valence systems
    • Positive Valence systems
    • Cognitive systems
    • Social Processes
    • Arousal & Regulatory systems**
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de kritieken op de RDOC?

A
  • Sterke focus op biologie
  • Biologie: causaal of mediërend mechanisme?
  • Wat zijn psychische stoornissen: Dysfuncties vs. functionele aanpassing
  • Doelstelling: Initieel niet klinisch toepasbaar

Interessante alternatieven (zie Eaton et al., 2023):
* HiTOP
* Netwerkmodellen
* Proces-based benadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de HiTOP?

A
  • Reactie op DSM & RDOC
  • Dimensionele visie
  • Hiërarchische organisatie waarbij comorbidititeit in rekening gebracht wordt
  • Striktere link met wetenschappelijke data (factor analyse) ipv consensus
  • Visueel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef de visuele voorstelling van de HiTOP.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef het schema van de implicatie van HiTOP op onderzoek

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de netwerkbenadering?

A

Stapt af van impliciet ziektemodel:
* De klachten zijn op elkaar inwerkende factoren en er is geen noodzaak voor een syndroom als latent construct
* Biedt verklaring voor co-morbiditeit (brugsymptomen)
* Zeer populair en interessant maar jong

  • Visueel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef de visuele voorstelling van de netwerkbenadering

A
14
Q

Wat zijn de mogelijke afhangelijke variabelen bij de verschillende classificatiesystemen?

A
  • Stoornissen & symptomen (DSM/ICD)
  • Domeinen & processen (RDOC-HiTOP)
  • Symptomen (Netwerkmodellen)

=> Insteek is telkens psychopathologie

15
Q

Risico vs. Beschermende factoren:

A
  • Klinische interventies zijn belangrijke bron van inspiratie:
    • (helpende) causale mechanismen
    • Bijv. common factors bij depressie
  • Werkzame ingrediënten van veel klinische interventies zijn onduidelijk (bijv. EMDR).
  • Weerbaarheid vormt eveneens een belangrijke bron van inspiratie, bijv.:
    • Veerkracht t.o.v. stress
    • Spontaan herstel
    • Functioneren na een stoornis

=> Relevante (causale?) processen
Voor preventie en herstel

16
Q

Waarom is causaliteit een uitdaging?

A

Complexiteit:
* Eerdere ervaringen
* Complex samenspel van biopsychosociale factoren (bijv. armoede)

17
Q

Geef het schema van de globale werkwijze binnen EPP

A
18
Q

Wat is de werkwijze binnen EPP?

A
  • Voorkeur voor experimentele benadering vanuit de noodzaak voor causale informatie
  • Designs: Cross-sectioneel > Prospectief > Experimenteel
    • Dus altijd in labo?
      • RCTs
      • Naturalistische designs (bijv. lotterij winnen; ‘as-if’ randomisatie)
      • Pre-post designs (bijv. mondmaskers)
      • Observationele designs
    • Gaat dus altijd over groepen?
  • Causale conclusies vereisen heel wat verschillende bronnen van evidentie => zoektocht naar causale variabelen is een never-ending story
19
Q

Geef een modern multidisciplinair voorbeeld van EPP

A

=> DEDICAT
=> The development of Depression’s Digital Forecasting Tool

20
Q

Waarom werd DEDICAT ontwikkeld?

A
  • Depressie heeft een enorme maatschappelijke impact (WHO)
    o Individuele lijdensdruk, sociale en economische kost
  • Werkzame interventies  Follow-up patiënten cruciaal (Clark, 2018)
    o Evidence-based interventies: 53% herval < 1 jaar
    o 79% hiervan < 6 maanden (Ali et al., 2017)
    o Interventies komen vaak te laat => Desastreuze consequenties
21
Q

Waarom heeft depressie een uitdagende hervalpreventie?

A
22
Q

(Welke Theoretische modellen zijn er rond depressie?)
Wat zijn hun beperkingen?

A
  • Beperkt zicht op complexe interacties
    o Complexe netwerken
  • Zicht op relevante variabelen
    o Enkel op groepsniveau
    o One-size-fits-all onvoldoende
  • Timing is onderbelicht
    o Cruciaal voor preventie
23
Q

Welke noodzakelijke innovaties zijn er voor depressie?

A
  • Precieze predictie van herval (Early Warning Signs)
    • Nieuwe theorieën
  • Gepersonaliseerde modellen
    • Theoretische uitdaging (bijv. typen)
  • Gecontextualiseerde data
    • Cruciale data is beschikbaar
    • Vereiste: Noisy (‘domme’) data betekenisvol maken
  • Variabelen: gedrag, cognitie, sociale relaties, affect & stress
24
Q

Wat zijn de technologische bouwblokken van DEDICAT?

A
25
Q

Geef de tijdlijn van Dedicat.

A